In Aspen draait alles om de (snow)show Voor het eerst naar skiles Skiën in voormalig Amerikaans zilvermijnstadje unieke ervaring VRIJDAG 27 OKTOBER 1989 L_ _l h—1 Al in het vliegtuig loeide de luxe ons tegemoet. Bont, Ray Ban en Pierre Cardin. Mevrouw en meneer Jet Set op weg naar Aspen. Voormalig zilvermijnstadje in Colorado. Beroemdste ski-oord ook van het Amerikaanse continent. Nou is dat in het algemeen een kwalificatie die slechts met het meest geduchte wantrouwen tegemoet moet worden getreden. Beroemd immers, is slechts zelden gelijk aan leuk. Maar zie, enkele uren na aankomst al maakte de achterdocht plaats voor ongebreideld enthousiasme. Want Aspen bleek werkelijk 'great'. Heel anders We arriveerden tegen het vallen van de avond op het vliegveldje. De achter de Rocky Mountains zakkende zon stifte de sneeuw rose en in het stadje zelf lekte het licht van de grote, ouderwetse straatlantaarns als eierstruif over de wit besneeuwde trottoirs. Charleé Dickens in de Nieuwe Wereld. Als er uit de tientallen tingeltangels tenminste geen country and westernmuziek had geklonken. Slepende steelguitar-noten, jankend en gillend op weg naar een duizelingwekkende sterrenhemel. Aspen. Helemaal anders. In niets te vergelijken met een Europees wintersportoord, dat Aspen. Zelfs de sneeuw verschilt. "Dit is champagne, man", joelde de Amerikaan die de volgende dag vlak voor ons de ongeprepareerde Dipsy Doodle afstoof. Hij overdreef niet eens. Een paar seconden later dwarrelden ook wij als een veertje naar beneden. Alsof we het skiën in diepe sneeuw eindelijk onder de knie hadden. "Dat komt", legde de Amerikaan later uit, „dat komt omdat de sneeuw hier veel droger is dan in Europa. Je zit hier veel hoger." Aspen ligt op ongeveer drieduizend meter hoogte, halverwege de met dennebomen bestoppelde flanken van de Rocky Mountains. Op de kaart een droef stemmend plaatsje. Kaarsrechte straten doorsnijden kaarsrechte - zijstraten en elk blokje huizen is precies even groot als al die andere blokjes huizen. Een leeg kruiswoordraadsel. Valt daar dan werkelijk iets te beleven? Ja, daar valt zelfs heel veel te beleven. Aspen is snow en daarbij ook nog eens een heleboel show. Tingeltangels Show in alles. Show in de honderden tingeltangels, maar show ook in bijvoorbeeld de naamgeving van de afdalingen. Traumabfahrt? Familiënabfahrt? Daar vlogen we, gordijnen van sneeuw opwerpend, de Naked Lady af. We zigzagden via de bochtige Slider naar Adams' Avenue om hijgend tot stilstand te komen bij de aan de Assay Hill gelegen Timbermill. Daar dronken we een cola'tje, luisterend naar iemand die in Nederland zonder enige concurrentie de Soundmixshow z imitatie van Joe Cocker. Yesterday, all my troubles seems so far away. Er waren momenten, in Aspen Colorado, dat we opeens geen zin meer hadden de ski's aan te klippen. Dat de show het won van de En het was nog wel zulk mooi weer. Een blauwe, tintelende lucht spande zich vier dagen achtereen over de bergen. De sneeuw joelde onder onze ski's en koud hadden we het, ondanks de 23 graden onder nul, geen moment. Hoe anders waren de twee dagen daarvoor in Killington geweest, Killington, Vermont. Dé wintersportplaats van Amerika's oostkust. Grootste kunstsneeuwinstallatie van de wereld, ruim honderd afdalingen en pisten met een totale lengte van honderddertig kilometer in een wat-koel aandoende entourage van onwaarschijnlijk luxueuze bungalows en appartementen. Wat had u nog meer gewild? Mooi weer. En daar ontbrak het in Killington aan. De kou kleurde onze wangen en oren wit en zo hard joeg de storm over de sneeuw, dat die zich langzaam maar zeker transformeerde in een diepzwarte ijsvloer waarop zelfs de als messen geslepen ski's geen enkel houvast meer hadden. Niet bijster dapper misschien, onze strategische terugtocht naar een etablissement waar chocolademelk met rum werd verkocht. Maar wel verstandig. In Aspen is zoveel te doen datje het Temeer daar eten en drinken ir Amerikaanse wintersportoorden aanmerkelijk billijker is dan men op het eerste gezicht zou mogen verwachten. Als een dagje skiën in Killington 32 dollar kost en een dagje skiën i: Aspen zelfs 36 dollar, dan doet de anderhalve dollar die in Little Annie's Aspense eetcafé voor een Buddweiser moet worden betaald niet bepaald onvriendelijk aan. Net als de zeven dollar die in Gwyn's, midden in het skigebied van Aspen, voor een kathedraal van een hamburger wordt gevraagd. Niettemin: skiën in Amerika zal voor Europeanen natuurlijk nooit goedkoper worden dan skiën in Europa. Al is het alleen al omdat een vliegreis naar Aspen of Killington altijd meer zal blijven kosten dan de pendelbus naar Kirchberg. Directeur Frans van Steenis va reisorganisatie Hotelplan, die Amerika dit jaar r in zijn winterprogramma heeft opgenmomen: "Je bent zo afhankelijk van de dollar. In '79 zijn we voor het eerst met Aspen begonnen, 't Was meteen een Duizend mensen. Het tweedejaar zouden dat er nog veel meer worden, maar opeens vloog de dollar omhoog. En de prijzen dus ook. In '81 zijn we er toen maar mee gestopt". Om er de komende winter weer te beginnen. Een week intersport in de States all in nog geen tweeduizend gulden, 't Is te doen. En het is het waard ook. Zeker als je naar Aspen trekt. Niet alleen omdat het er zo anders is, maar ook omdat het er eindeloos skiën is. Op Aspens de Aspen Mountain natuurlijk, met onder meer die werkelijk fantastische American Downhill, maar ook op Aspens Highlands (niet in de algemene skipas inbegrepen), de Buttermilk Mountain, en het bijna voor skiën geschapen Snowmass Ski Area. De Amerikanen weten bij die laatste berg natuurlijk weer een aardig verhaaltje te vertellen. Boerenzoon Bill Pitcher you know, zat op de tractor, keek vanaf zijn landerijen in Woody Creek in het rond, zag de Snowmass-berg you know en dacht... Twee jaar later reeds jo-jo-den de eerste skiërs over de pisten wat nu Amerika's mooiste sneeuwberg wordt genoemd. Een sneeuwberg waarvan het skigebied jammer genoeg overigens niet is verbonden met dat van Buttermilk en Aspen Mountain. Er dient dus op de bus te worden gestapt om vanuit Aspen Snowmass te bereiken. Maar zelfs die gratis bus is zo'n feest, dat de twintig minuten reistijd zijn omgevlogen voordatje het weet. Stoere stetson tot kittige bluejeans: Jiiiiiihaaaaa, let 's make a great powder run, honney". Skiën in Aspen. Niet te vergelijken met skiën in Europa. Wat 's avonds nog eens werd onderstreept als je in het statige, 31 jaar oude Chrystal Palace eet en lacht met Mead Metclaf. De leukste show van Aspen, roept de beweeglijke entertainer meteen al ter begroeting door de microfoon. Ongetwijfeld. Maar dan wel na Aspens snowshow natuurlijk. door Anka van Voorthuijsen Op het besneeuwde veldje even buiten het dorp spelen zich drama's op mini-formaat af. Alexander (4) huilt. Klampt zich aan zijn moeder vast. Laat z'n stokken in de sneeuw vallen. De ski-lerares wijst op de houten borden met afbeeldingen van stripfiguren en probeert de jongen op z'n ski's onder een houten dwerg door te duwen. Tevergeefs. De tranen blijven stromen. worden geplaatst. Voorde 'einheimischen', de inwoners zelf, ligt dat wat anders. Die komen aan de beurt in de 'dode' weken. Dan zijn er genoeg leraren voor de toeristen en hebben er een paar tijd om de kinderen en de huisvrouwen van het dorp les te geven. "De huisvrouwen hebben in het hoogseizoen ook geen tijd om te leren skiën'vertelt de twintigjarige Hannelore Kroell, ski-lerares. "Veel vrouwen drijven een pension, of hebben gasten in huis, daar zijn ze hartstikke druk mee. Maar als het een weekje rustig is, dan komen zij met hun kinderen aan de beurt." Dat Oostenrijkse kinderen kunnen skiën, voordat ze kunnen lopen klinkt leuk, maar is uiteraard niet waar. "Als ze vier jaar zijn, hebben ze een mooie leeftijd om het skiën te leren", vindt Hannelore. "Dan kunnen ze goed lopen en zijn ze ook een beetje gezeggelijk. Daarvoor zijn ze echt veel te speels." Voor het eerst naar ski-les is voor veel kinderen hetzelfde als voor het eerst naar school. Het afscheid nemen valt zwaar. Maar de moeders trekken langzaam aan naar de achtergrond en hun kroost wordt opgevangen door de ski lerares. Sommige kinderen zijn hun ouders direct vergeten op het moment dat hen de ski's worden ondergebonden. Joseph prikt meteen met zijn stokken in de sneeuw en vliegt er vandoor. "Schifoahr'n, ich woll' schifoahr'n", klinkt het in plat- Tiraols over de beginnerswei. Hippach is een klein dorp, midden in het Tiroler Zillertal (Oostenrijk), 's Zomers druk bezocht door wandelaars, 's winters een geliefd oord bij wintersporters. In het winterseizoen, dat van kerst tot ongeveer aan de paasvakantie loopt, zien de hellingen wit en vinden zo'n twintig voornamelijk jonge mensen werk bij de ski-school van het dorp. Tijdens de kerstvakantie en de tijd rond de krokusvakantie, zijn die allemaal druk bezet met het geven van ski-lessen aan toeristen. De beginners, gevorderden en zeer gevorderden verdelen ze onder elkaar. Soms is het zelfs zo druk, dat er ski-leraren uit een ander dorp worden gehuurd, als het daar wat rustiger is. Huisvrouwen Voor toeristen zijn er altijd ski lessen. Wie wil, kan in een klasje Lang niet alle kinderen uit het dorp komen naar de ski-les toe. Veel kinderen leren het glijden op de latten van hun ouders, op een veldje bij huis. "Op de lagere school wordt ook elke week geskied, maar dat kun je geen les noemen", is de opvatting van Hannelore. "Zo'n klas gaat dan één keer per week twee uur met de juffrouw de - berg op en dan skiën ze allemaal achter elkaar naar beneden, naar het dal. Maar les is dat niet. Naar beneden komen ze allemaal wel, maar technisch stelt het vaak niets voor". Op de ski-les, die gedurende een week elke middag wordt gegeven, worden de kleintjes al wel met de techniek van het In de krokus- en kerstvakantie zijn het de kinderen van toeristen die les krijgen. Na de topdrukte zijn de klei ne Oostenrijkertjes aan de beurt, want dat die kunnen skiën voor ze kunnen lopen is natuurlijk een fabeltje. (foto GPD) skiën vertrouwd gemaakt. Spelenderwijs leren ze hoe ze een bocht moeten maken ("doe maar als een vogeltje-met je armen") en hoe ze moeten remmen. Hannelore: "Ze leren allemaal vreselijk snel. Je hoeft iets maar één keer voor te doen, want anders zeggen ze meteen: Ja maar mevrouw de ski-lerares, dat hebben we allang gehad, hoor". Smoesjes De kinderen uit het dorp nemen over het algemeen maar een paar weken les. De rest leren ze wel door zelf te oefenen en met hun ouders de berg op te gaan. Er is een groot verschil tussen het lesgeven aan de kinderen uit het dorp, en aan de kinderen van toeristen, vindt de lerares. "Kinderen uit het dorp durven meer, en ze doen meer waar ze zin in hebben", zegt Hannelore. "Als ze het zat zijn gaan ze gewoon zitten of doen ze hun ski's uit en klimmen tegen een heuvel op om daar vanaf te glijden. Kinderen van toeristen gaan vaak smoesjes verzinnen. Dan hebben ze buikpijn, hoofdpijn of zere benen". Zo'n stemming moetje snel in de peiling hebben, vindt ze "want als er een begint te huilen, dan kun je er donder op zeggen dat de hele groep gaat zitten janken". Lukt het echt niet met een dorpskind, dan is het leed ook gauw geleden, dan gaat het gewoon naar huis. Voor toeristenkinderen ligt dat anders. Veel wintersportende ouders gebruiken de kinder-ski- les als crèche. Hannelore: "Er zijn mensen die hun kinderen gewoon in de ski-klas droppen. Die willen zelf lekker de hele dag skiën en geen bemoeienis hebben met hun kind. Daar zorgt de ski-lerares dan lekker de hele dag voor". En het komt nogal eens voor dat een kind het skiën echt niet leuk vindt. De hele dag huilt, moppert en om moeder of vader vraagt. Als het echt niet gaat, wordt de ouders aan het eind van de dag meegedeeld dat het misschien verstandiger is om het kind voortaan zelf mee te nemen. Hannelore: "Maar er zijn ouders die daar geen zin in hebben. Die doen net alsof ze gek zijn en brengen hun kind de volgende dag weer. Die willen rust, zodat zij kunnen skiën. Dan heeft de ski-lerares het zwaar te verduren. Dat is afzien, met zo'n kind dat de hele dag huilt". Als de ouders de ski-lerares echt alleen maar als oppas willen gebruiken en het hen verder niet kan schelen of hun kind wat leert, dan kan dat. Pech voor de lerares, makkelijk voor de ouders. Hannelore: "Maar dan moeten ze na een week niet komen klagen bij de ski-school dat hun schatje niks heeft geleerd. Dat wisten ze." Gelukkig hebben de meeste ouders wel hart voor hun kind, en stallen ze dat niet op de ski les. Als hun kind de hele dag huilt, gaan ze er voortaan zelf mee op stap. Boterham De ski-les voor kinderen van toeristen duurt even lang als die van de volwassenen. Twee keer twee uur. Het verschil is dat de kinderen tussen de middag bij de lerares blijven, en niet door hun ouders worden opgehaald. Hannelore: "Als je daaraan gaat beginnen dan is het einde zoek. Het is toch altijd even huilen in het begin als pappa of mamma weggaat. Zo tegen het middaguur zijn ze daar net aan gewend. Die kinderen nemen allemaal brood en wat te drinken mee, en dan eten de leraressen met de kinderen. Anders is het na de pauze weer een drama. En moet je steeds op elkaar wachten. Dit is praktischer, en het gaat goed". Het lesgeven aan kinderen is wel doodvermoeiend, vindt Hannelore "Je moet met ze naar de wc en constant opletten. Vooral het tochtje met de stoeltjeslift is een zenuwslopende aangelegenheid". Kinderen onder de zes jaar mogen alleen met de stoeltjeslift mee als zij bij een volwassene bp schoot zitten. De lerares moet er dus voor zorgen dat er voldoende volwassenen in de buurt zijn die een kind mee willen nemen, en als dat niet het geval is, moet er soms met de skibus naar een andere lift worden gegaan, waar iedereen met een cabine naar boven kan. Kinderen boven de zes mogen wel alleen in de lift zitten. Hannelore: "En dan moet je nog goed oppassen, dat ze de beugel niet te vroeg open doen bij voorbeeld". Bij de ski-school in Hippach is ook een Nederlands sprekende lerares in dienst: "Makkelijk", vinden de overige leraren en leraressen "want als je soms drie nationaliteiten in één groep hebt, is dat echt heel veel. We proberen het altijd een beetje te verdelen. De een de Duitsers, de ander de Nederlanders en als er Franse kinderen by zijn dan krijgen die les van iemand die Frans spreekt. Dat is zowel voor de leerlingen als voor de leraren het beste". 'Super' Niet alle kinderen zijn natuurlijk even aardig. Na haar jarenlange ervaring weet Hannelore nu wel welke kinderen zij het liefst in de groep heeft: "Nederlandse en Engelse", zegt ze zonder aarzelen, "die zijn super. Die zijn beleefd, zeggen 'Danke en Bitte' en luisteren naar je". Op Duitse kinderen heeft ze het in het algemeen wat minder. "Die zijn brutaler. Beginnen een zin met 'ich will'. Dat is natuurlijk een kwestie van opvoeding, maar het verschil tussen die nationaliteiten kun je goed merken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 11