WIE LEKKER KOOKT MAG INDE KRANT
Krijgsraad in oorlogstijd absoluut 9
DEN HAAG - 1989 jubileumjaar, zo
lijkt het wel. Na jubilea van de Ko
ninklijke Marechaussee, de Neder
landse Spoorwegen en de Hoge
Raad viert deze week het Hoog Mili
tair Gerechtshof zijn 175ste verjaar
dag. Dat kan nog net, want er ligt al
een wetsvoorstel klaar bij de Eerste
Kamer om het HMG per ingang van
1 januari 1991 op te heffen. Dit over
schaduwt de vreugde over de vie
ring.
door
Anje Romein
"Waarom zou je een organisatie
opheffen die altijd goed gewerkt
heeft?". Prof. dr. G.L. Coolen, als
schout-bij-iiacht marinelid van het
HMG, en bijzonder hoogleraar mili
tair recht aan de Universiteit van
Amsterdam, heeft zijn twijfels over
het nut ervan. Vooral tegen het op
heffen van de krijgsraden heeft hij
bezwaar. "Het is zonde dat ze opge
heven worden, zeker in tijd van oor
log zijn krijgsraden noodzakelijk".
Om een beetje inzicht te krijgen
in deze ingewikkelde organisatie, is
een korte uitleg op z'n plaats. Het
militair gerechtshof heeft zowel te
maken met de krijgstucht (de tucht
en orde in de krijgsmacht) als het
militaire strafrecht (de ernstiger de
licten). Daarnaast komen militairen
die voor 'gewone' overtredingen of
misdrijven (met uitzondering van
bel'astingdelicten) berecht moeten
Opheffing dreigt voor 175-jarig Hoog Militair Gerechtshof
worden ook voor de militaire rech
ter. Dat geldt voor alle militairen
van marine, land- en luchtmacht.
Een soldaat die bij een rood ver
keerslicht doorrijdt, komt daarvoor
eerst bij de krijgsraad terecht. Is hij
het niet eens met de uitspraak, dan
kan hij in hoger beroep gaan bij het
Hoog Militair Gerechtshof. Het
HMG behandelt zowel misdrijven
als overtredingen.
Tuchtrecht
Dat geldt ook voor het tuchtrecht.
Een soldaat die een meerdere heeft
uitgescholden, wordt gestraft door
de commandant. Is hij het daar niet
mee eens, dan moet hij naar de
meerdere van die commandant.
Zint ook diens uitspraak hem niet,
dan kan hij naar het HMG.
De meeste 'gewone', niet-militai-
re, (in vakjargon commune) delic
ten die bij het HMG op tafel komen
zijn verkeersovertredingen en ver
mogensdelicten, geweldzaken en af
en toe een zedendelict. Veel minder
vaak krijgt het HMG puur militaire
zaken te behandelen. Ongehoor
zaamheid, ongeoorloofde afwezig
heid en wachtdelicten, komen veel
minder voor.
Een aparte categorie vormen de
totaalweigeraars, die alles weigeren
wat maar met de dienstplicht te ma
ken heeft. Van keuring tot het daad
werkelijk opkomen. Zij willen uit
principe ook geen beroep doen op
de Wet Gewetensbezwaren Militai
re Dienst. Deze gevallen komen in
eerste instantie bij militaire colle
ges, krijgsraden en het HMG te
recht. Daarna kunnen totaalweige
raars - net als ieder ander - nog in
cassatie bij de Hoge Raad, eindelijk
voor hen een orgaan zonder militai-
A1 deze militaire rechtsorganen
moeten vanaf 1991 worden opgehe
ven, zo staat in het nieuwe wets
voorstel. De achterliggende gedach
te daarbij is dat alles en iedereen ge
lijk berecht moet worden. Het werk
blijft hetzelfde, maar de organisatie
moet anders.
Politierechter
Het jubilerende HMG en de krijgs
raden verdwijnen en hun taak
wordt overgenomen door militaire
kamers van de rechtbank en het ge
rechtshof en een militaire kanton
rechter. Omdat de meeste militai
ren geen zware criminele misdrij
ven plegen ('het gaan om lichtere
strafbare feiten'), zullen in de prak
tijk de meeste gewone gevallen in
de toekomst voor de politierechter
komen.
In de militaire kamers zullen twee
burgerrechters en één militair zit
ting hebben. Een belangrijk ver
schil is ook dat het Openbaar Minis
terie alleen de beslissing zal nemen
of tot rechtsvervolging over gegaan
moet worden. Bovendien komt er
geen afzonderlijk militair parket.
Het opheffen van het HMG stuit
niet op bezwaren. In de krijgsraad is
de militaire inbreng al voldoende.
"De dossiers die daar opgemaakt
zijn, vormen voldoende basis voor
een proces in hoger beroep. Daar is
die militaire inbreng dus minder be
langrijk". Maar de afschaffing van
krijgsraden en een apart parket vin
den velen binnen de legergroene
rechtswereld een betreurenswaar
dige zaak, hoewel er een mobiele
militaire kamer komt in geval van
oorlog.
Prof. Coolen: "Een aparte krijgs
raad kan veel sneller en flexibeler
op bijzondere omstandigheden in
spelen. Zo was er in Libanon inder
tijd een speciale zitting van de raad.
In tijden van oorlog, wanneer het le
ven chaotisch en ontregeld is en er
veel spanningen zijn werkt een
krijgsraad veel sneller en prakti
scher".
En wat betreft het parket: "In oor
logstijd moet de militaire rechtsple
ging ook kunnen werken. Het is nog
maar de vraag of het Openbaar Mi
nisterie die speciale situatie erkent
en in voldoende mate prioriteit
daaraan weet te geven".
Naast de grotere flexibiliteit is er
nog een andere overweging om de
voorkeur te geven aan krijgsraden.
"Binnen het leger heersen andere
normen en eigenaardigheden. Het
ongeoorloofd afwezig zijn wordt bij
voorbeeld bestraft. Als je langer dan
een dag wegblijft, wordt dat gezien
als een misdrijf. Dat kan veel beter
beoordeeld worden door iemand
die kennis van zaken heeft, die de
ins en outs van de militaire wereld
kent", meent Coolen.
Flexibel
Vooral in oorlogstijd is het dus van
groot belang mensen te hebben die
mobiel en flexibel met alle omstan
digheden rekening kunnen houden.
"En zolang we een krijgsmacht heb
ben, die er is met het oog op een
eventuele oorlogssituatie, moet je
ook de rechtsorganisatie afstem
men op tijden van oorlog", vindt
Coolen.
In vredestijd zal het verder niet
zoveel uitmaken, al zal men bij de
uitvoering van het wetsvoorstel wel
op allerlei praktische problemen
stuiten. "Het is belangrijk dat een
dienstplichtige snel berecht wordt,
omdat hij maar 14 maanden in
dienst is. Als hij een strafbaar feit
pleegt, komt hij voor de krijgsraad
en kan hij eventueel binnen 3 maan
den bij het HMG terecht staan. Nu
zal die tijd daartussen veel langer
worden, zodat de soldaat al weer af
gezwaaid is op de dag dat hij voor
moet komen".
Vooral bij militaire delicten is dit
lastig. "Als die bewuste soldaat bij
voorbeeld een korte vrijheidsstraf
opgelegd krijgt, komt hij in de hui
dige situatie in Nieuwersluis, zeg
maar de gevangenis voor militairen.
Is hij echter de dienst al uit, dan
kunnen we hem daar niet meer
naartoe sturen, omdat hij geen mili
tair meer is".
Wassen neus
Dat het allemaal veel langer duurt
voordat een militair berecht wordt,
maakt Coolen duidelijk met nog
een voorbeeld. "Stel, iemand krijgt
voor een militair delict een voor
waardelijke straf met een proeftijd.
Hij hoeft die niet uit te zitten, tenzij
hij nogmaals een soortgelijk straf
baar feit begaat. Dat is dan een was
sen neus, want binnen die proeftijd
is het onmogelijk dezelfde fout te
begaan. Doordat het allemaal zo
lang duurt, heeft de betreffende sol
daat zijn diensttijd er allang opzit
ten".
"Kyk, op papier is overal wel een
oplossing voor bedacht, maar het
huidige stysteem is beter dan het
toekomstige, daar blijf Ut bij".