4 1989
Jong en oud konden zich op de Doezastraat vermaken met miniatuur ter
rein- en raceauto's.
TEKST: WIM WEGMAN
FOTO'S OP DEZE PAGINA ZIJN GEMAAKT DOOR:
JAN HOLVAST, HENK BOUWMAN, LOEK ZUYDERDUIN EN
WIM DIJKMAN.
Vroeg, in de middag staan Raymond Edelaar, en Eric en Robert
Steegers met een glas bier in de hand voor café Malle Babbe aan de
Nieuwe Beestenmarkt. Ze proberen weer een beetje op krachten te ko
men na de feestelijkheden van de nacht ervoor. Het bewuste café vinden
ze, zeker op dit soort dagen, het allergezelligste van Leiden. "Ook van
wege de muziek: Andre Hazes en al die andere Nederlandse sterren.
Heel gezellig", stelt Edelaar. De kermis hoeft voor hen niet zo erg. "Veel
te duur". Van de Taptoe, de optocht en hutspot kunnen ze daarentegen
wel weer volop genietenEn natuurlijk het feest 's avonds in de cafés.
"Overigens drinken we normaal helemaal niet zo veel", zegt Robert
Steegers. "Maar het is maar één keer per jaar 3 oktober".
De Leidse or
geldraaier A.
mn Schoonder-
woerd den Be
er vindt 3
oktober een
prachtige, ui
termate gezelli
ge dag. "Je ziet
collega's
Ochtends om
half zes komen
in de bin
nenstad bij el
kaar om een
beetje bij te
kletsen. Zo
vaak kunnen
we dat niet
doen. En ver
volgens ga ik
tr mijn vas
te plek in de
Haarlemmer
straat. Mijn
vaste plek op 3
oktober wel te
verstaan. Nor
maal loop ik al
tijd buiten de
singels". De ene
na de andere
voorbijganger
gooit geldstuk
ken in zijn 'cen-
tenbak'. Men-
sen die door
Van Schoon-
derwoerd den
Bezemer allen
worden gegroet
"Ik heb flink iaat bekijks. Maar ik ben ook een van de weinige or
geldraaiers die normaal snoepjes uitdeelt aan kinderen. Daar heb ik
nu natuurlijk geen gelegenheid voor, maar ze blijken je op een dag als
- vandaag dan snel te kunnen vinden". Van het 3-oktoberfeest ziet de
Leidse orgelman weinig. "Alleen de optocht. Als die voorbij komt, hou ik
even op en ga ik op mijn orgel zitten. Dan heb je een mooi uitzicht, 's
Avonds als ik klaar ben, ga ik naar huis, eet hutspot met klapstuk en ga
met een borreltje voor de televisie zitten. Na een hele dag achter het
draaiorgel, vind ik wel weer mooi".
Het is de eerste keer dat Iris Vogelezang en Brigitte
Vletter, beiden uit Oegstgeest, zich met hun schmink-
spullen tijdens 3 oktober onder het publiek begeven.
Waarom? "Gewoon, omdat we het leuk vinden. En die
kleine kinderen hier zijn echt heel lief'.
De politiemannen A. Diepenhorst en W. de Boer vinden het allesbehal
ve een straf om met 3 oktober dienst te moeten doen. Het is een heerlijk
feest. De sfeer is goed, en die hopen we zo ook tehouden". Beiden geloven
ze overigens dat ze, als 'import-Leidenaar', niet zo betrokken zijn bij de
feestelijkheden als de rasechte Leidenaars. "Maar we vermaken ons
prima. En na afloop van het werk gaan we vast en zeker de stad in om
nog ergens een booreltje te halen", verklaart Diepenhorst.
gens naar, net
droge makreel.
Goede paling
kost minstens
22 gulden, en
die verkoop ik
dus. Die moet ik
wel verkopen,
want ik sta ook
elke zaterdag
op de markt
hier. Als de
spullen nu niet
goed zijn, krijg
paar dagen
mooi terug.' En
terecht", stelt
Miedema.
Evenmin is hij erg' in zijn nopjes over de 'vrije ondernemers' die de
markt tegenwoordig opvrolijken. "Die jongens hebben geen papieren
geen vergunningen, niets. Ze gaan gewoon maar ergens staan. De
marktmeester stuurt hen weliswaar vaak snel weg, maar dan pakken
ze gewoon hun spullen op en gaan ze een paar honderd meter verder op
nieuw hun 'warme drollen voor een gulden' staan verkopen. Het bederft
de handel".
Toch is Miedema behoorlijk tevreden over zijnpublieken zijn omzet.
"3 oktober is altijd een topdag. We doen goede zaken. Daar moeten we
wel flink voor werken. Gisteravond was ik bij voorbeeld om één uur s
nachts thuis. Om kwart over drie moet ik dan al weer op om de waar in
te laden. Je moet het niet elke dag doen, want dat kost je je leven, maar
hét is de moeite waard".
Brandweerlieden uit Oxford gaven een demonstratie
in de Breestraat.
Voor Mischa Riebeek en Karin Guldemond betekent 3 oktober vooral:
veel lachen. En waar kun je het meest lachen: op de kermis. Daar zijn ze
gedurende deze feestdag en dan ook voornamelijk te vinden. Hetgeen, zo
erkennen ze, een flinke aanslag op hun portemonnee betekent. "Op 2 ok
tober hebben we geloof ik 300 gulden uitgegeven. Hoeveel het vandaag
zal worden, weet ik nog niet. Maar ja, een ritje met de botsauto's kost al
vier gulden. Dus dat gaat hard".
Honderden fusten bier vonden hun weg naar de dui
zenden dorstende kelen.
Kijken naar de optocht, tussen de benen van anderen door.
Voor Dauphi-
ne Slokker
hoeft het hele 3-
oktoberfeest ei
genlijk niet zo.
"Ik ben geen
Leidse van ori
gine en eigen
lijk hou ik ook
niet van druk
ke toestanden.
Maar als je een
maal de stad in
bent gegaan,
begin je het
vanzelf wel
aardig te vin
den". Ze is er op
uit getrokken-
om haar kinde-
te doen. "We be
kijken de pop
penkast en de
optocht, we
gaan over de
kermis en dan
naar huis. 's
Avonds bezoe
ken we nog één
of twee kroe
gen.
Ze wonen al sinds 17 jaar in Apeldoorn, Thijs en
Aagke Baaten, maar rond 3 oktober móeten ze naar
Leiden toe. Aagke Baaten is namelijk geboren en ge
togen Leidse en de viering van het Leids Ontzet wil ze
voor geen goud missen. "Het is een soort jeugdsenti
ment", vertelt ze. "Eén keer per jaar halen we met de
hele familie het sfeertje-van vroeger terug".
Aagke en Thijs lopen alle evenementen af die maar
zijn te vinden. "Het begint natuurlijk met de Taptoe.
En op 3 oktober zelfde uitdeling van haring en witte
brood, de optocht, de kermis... nou ja, alles eigenlijk".
Thijs Baaten, van oorsprong Rotterdammerdoet
overigens iets minder enthousiast mee. "Ik denk dat
je met dit feest moet zijn opgevoed wil je de sfeer voor
de volle honderd procent kunnen waarderen. Maar
ik vind het desondanks heel aardig om het mee te ma
ken. En de organisatie is geweldig".
Palingboer
Bart Miedema,
al dertig jaar
present op de
markt tijdens 3
oktober, is niet
zo te spreken
over zijn 'con?
currenten'.
"Als je ziet wat
er tegenwoor
dig allemaal
niet wordt aan
geboden... Pa
ling voor der
tien gulden per
pond. Dat kan
niet. Dat is
geen IJssel-
meer-paling,
maar paling
uit Amerika of
zo. En die
smaakt ner-
"Maar toen was die uitdeling ook meer voor de ar
men. En wij waren destijds met dertien kinderen, dus
die haringen waren welkom". "Tegenwoordig is het
alleen nog maar traditie", vult haar vriendin aan.
"Vroeger had je trouwens ook niets om uit te ge
ven", gaat mevrouw Van de Buusse verder. "Toch
was het heel gezellig. We liepen de hele dag door de
straat te hossen. Tegéhwoordig echter is het wat min
der. Soms kun je, als je op iemands tenen gaat staan
meteen een dreun krijgen", stelt ze. Waarna ze er ver-
goeilijkend aan toevoegt: "Laatst werden bij ons in<
de straat alle ramen ingegooid. Maar dat waren Ha
genaars, hoor. Leidse jongens doen zoiets niet. Die ge
ven misschien een dreun als je op hun tenen staat,
maar ze gooien geen ramen in".
De kermis in de binnenstad werd massaal bezocht.
De indruk is dat het drukker was dan in voorgaande jaren.
De herdenkingsdienst in de Pieterskerk wordt elk jaar weer druk bezocht.
Jarenlang was deze dienst de enige activiteit die herinnerde aan Leidens
ontzet in 1574.
De dames F.
van de Buusse
en C. van Rijn
slaan nog al
tijd geen enkele
viering van het
Leids Ontzet
over. De feest
dag zier er voor
hen als volgt
uit: eerst een
kop koffie met
gebak, vervol-
gens de bezich
tiging van de
optocht, een
rondje door de
stad en daarna
huispot eten.
Haring en wit
tebrood halen,
daar doen ze
niet aan mee.
"Vroeger wel",
zegt mevrouw
C. van Rijn.