'Kiki en Pim bestaan echt'
'Het ritme en de swing heb ik al'
Bob Negrijn maakt van
museum een zoekplaatje
Vivian den Hollander schreef boeken over eigen tweeling
'Cotton Club'
ZATEKDA^^E^reMBE^989
PAGINA 39
Placido Hazel treedt toe tot Deep River Quartet
VAASSEN "Die gaat ook
weg", zegt Placido Hazel la
chend, terwijl hij op zijn grote
rode bril wijst. "Toen ik het
tegen mijn vrouw vertelde, zei
ze dat ik dat al jaren geleden
had moeten doen".
Het feit dat de 43-jarige An
tilliaanse zanger Placido Ha
zel plotseling overgaat op con
tactlenzen, heeft te maken
met zijn nieuwe werkkring.
Hij heeft juist zijn handteke
ning gezet onder een contract
met het Deep River Quartet,
waar men drie brildragers op
het podium een beetje teveel
van het goede vindt.
door
Ton Ouwehand
Placido Hazel is degene die uitein
delijk geschikt is bevonden de
plaats van zanger Kees Hendriks in
te nemen. Zijn aktiviteiten in de
'Caribean Night Show', waarmee
hij samen met vier danseressen, een
percussionist en de limbodanser
annex vuur- en glasvreter Roberto
door het land trekt, geeft hij er
graag voor op.
"Het is geen makkie", zegt Pla
cido Hazel. "Ik ben altijd solistisch
bezig geweest. En nou moet mijn
stem ineens tussen drie andere
stemmen in klinken, want de groep
moét als een eenheid overkomen.
Eigenlijk moeten de vier stemmen
klinken als één instrument. Ik moet
mijn stem naar de andere stemmen
toe kleuren. Op dit moment moet ik
domweg mijn partijtjes in mijn
hoofd stampen.
Wout (Bijker, gitarist-zanger van
het Deep River Quartet) heeft cas
settes gemaakt waar de partijen die
ik moet zingen veel harder op staan.
Die draai ik eindeloos af, tot ik het
er helemaal in heb zitten. En de tek
sten moet ik goed tot me door laten
dringen. Want ik wil bij optredens
geen bladmuziek op de bühne. Kijk,
als ik solistisch optreed dan kan ik
improviseren. Maar als je met vier
man staat te zingen, dan moetje wel
alle vier dezelfde tekst hebben. Ge
lukkig kan ik goed liplezen, haha!
Dat is het meeste werk, de teksten
en de melodieén onder de knie krij
gen. Het ritme en de swing heb ik al.
De solostukken zijn ook geen enkel
probleem. Maar de harmonieën,
daar gaat de meeste energie in zit
ten".
"Ik heb het voordeel dat ik de stijl
goed ken. Mijn vader was in zijn ge
boorteland, de Dominicaanse Re
publiek, een professioneel pianist.
In die tijd van de stomme films
speelde hij in bioscopen, om de han
delingen op het doek te begeleiden
met pianomuziek. Later kwam hij
naar Aruba, als pianist-entertainer.
Hij had een artiestennaam: Lucky
Leslie. Ik ben geboren op Aruba.
Mijn vader had veel platen. Vooral
de Mills Brothers en The Ink Spots
werden veel gedraaid. Ik was er niet
gek op, maar ik hoorde die muziek
wel heel vaak".
"Ik zit vanaf mijn veertiende in de
muziek. Ik begon in een soulband.
Het was de tijd van Otis Redding,
Percy Sledge en Arthur Conley. Die
eerste band was meteen een succes.
Ik kwam veel op de televisie. We
maakten tournees, over de eilandjes
in de buurt enzo. We hadden zelfs
een fanclub. Ik was een soort be
roemdheid. In feite stelde het na
tuurlijk niets voor, op dat kleine ei
landje. Die tv-studio had meer weg
van een soort kippenhok, maar het
was een leuke tijd. Toen ik van de
middelbare school kwam, ben ik
naar Nederland gekomen. Ik heb in
Nederland tien jaar administratief
werk gedaan. Ik had een opleiding
voor boekhouder gedaan voor het
geval mijn carrière in het slop zou
raken. Daarnaast, in de weekenden
en tussendoor, was ik altijd met mu
ziek bezig".
"Die Caribean Night Show is ei
genlijk uit nood geboren, een jaar
geleden. Voordat ik daarmee begon
zat ik acht jaar als professioneel mu
sicus bij het trio Los Alegres. Bij die
groep mochten de leden er niets an
ders muzikaal bij doen. Toen de
groep vorig jaar uit elkaar ging heb
ik het heft in eigen hand genomen.
De show opgezet, danseressen ge
huurd, affiches laten drukken".
"Naast die show werk ik ook so
listisch. Ik zing stukken van Lou
Rawls, Stevie Wonder, Lionel Ri
chie. Mijn stem komt overeen met
die van Lou Rawls. Hij is een beetje
kouwe kak, hè. Maar hij zingt hel
der. Zo'n stem heb ik ook, maar ik
ben meer een showman. Hij staat
stil en hij zingt. Mijn kracht zit in de
uitstraling".
"Ik heb de jongens van het Deep
River Quartet vaak zien optreden.
Ik kwam de groep vaak tegen in het
land als we met Los Alegres speel
den. Hun muziek staat veel dichter
bij mij als "La Bamba' en "The Ba-
nanaboat Song' waarmee ik nu op
treed".
"Kees Hendriks is een geweldige
man. Zijn inbreng in de groep is ei
genlijk onmisbaar. Maar ik hoop
mijn bijdrage te kunnen leveren in
een stukje warmte. Dat het geluid
van de groep een beetje meer "back
to the roots' is. Daar bedoel ik mee
dat ik hoop dat door mijn stem en
uitstraling de groep dat authentieke
zwarte geluid dichter benadert".
Het Deep River Quartet in de n
"De groep heeft mij op een heel er doorheen te komen. Voorlopig is jaar uitkomt. We hebben net de fo-
leuke manier binnengehaald. Ik het keihard werken om op 1 oktober to's gemaakt. Ik ben gefotografeerd
voel me prettig bij die jongens. Ik het hele repertoire te kennen". als kerstman. Haha, weer eens wat
heb niet het gevoel dat ik het alleen "Het eerste project is de nieuwe anders dan met een kandelaartje of
moet doen. Ze helpen mij goed om kerst-cd, die aan het eind van het een kersttakje".
Kiki en Pim. getekend door Mies van Hout.
ARNHEM - Het is een trend die al
leszins te maken heeft met de huidi
ge stand van zaken in de kunst en de
museumwereld. Jan Hoet kwam
met zijn 'Chambres d'Amis', waar
voor kunstenaars in diverse Gentse
huizen een kunstwerk maakten en
plaatste in het voorjaar 'officiële'
kunst tegenover die van geesteszie
ken.
door
Henk Meutgeert
Sjarel Ex maakte Century '87 in
Amsterdam en als nieuwe directeur
van het Centraal Museum liet hij
een aantal kunstenaars stoeien met
de collectie die hij daar aantrof. Ru-
di Fuchs richtte het Haagse muse
um opnieuw in en het Arnhemse
Gemeentemuseum opent de eerste
tentoonstelling in een reeks onder
de titel 'Blikken over en weer'.
Daarin worden kunstenaars gecon
fronteerd met de vaste collectie van
het museum.
Die confrontaties tussen collectie
en kunstenaars is mede een gevolg
van de richtingloosheid waarin
beeldende kunst en musea zich de
laatste jaren bevinden. In de beel
dende kunst zijn muren tussen the
ater, design, architectuur en beeld
houwkunst bijna geslecht en in de
musea heeft een heroriëntering op
de eigen Qollectie plaats. Moeten de
musea alles nog wel presenteren
zoals ze dat tot nu toe deden met
door de geschiedenisontstane
scheidingen en moeten ze mis
schien delen van de collectie afsto-
In die situatie doen'museumdi
recteuren en conservatoren maar al
te graag een beroep op kunstenaars
om nieuwe ijkpunten te vinden en
verbanden te leggen. Zo ook in het
Arnhemse Gemeentemuseum, dat
echter kunstenaars heeft gekozen
die zich al eerder bezighielden met
het leggen van relaties tussen hun
werk en de omgeving waarin dat
wordt gepresenteerd. Als eerste is
de in Amersfoort woonachtige Bob
Negrijn (1961) gekozen, later dit jaar
volgen Mathilde Cuijpers, Joke
Roobaard, Jacqueline Overberg en
Ton Zwerver.
Stillevens
Negrijn heeft zich toegelegd op het
schilderen van stillevens, waarin re
gelmatig tafeltjes met hoge poten,
kastjes en vazen met sterk vereen
voudigde, grofgeschilderde vormen
figureren. Daardoor is het het niet
verbazingwekkend dat zijn thema
tiek al eens met die van de Arnhem
se kunstenaar Klaas Gubbels werd
vergeleken, die zich al jaren toelegt
op stillevens met bijvoorbeeld kof
fiepotten en tafels. In het museum
in Arnhem confronteert Negrijn
zijn werk met de afdelingen kunst
nijverheid, oudheidkunde en met
de Magisch Realisten.
Voor de tentoonstelling heeft Ne
grijn zijn stillevens 'tot leven' laten
komen en in werkelijkheid uitge
voerd. De zo ontstane voorwerpen
als tafeltjes en fruitschalen zijn ech
ter zo uitgevoerd en beschilderd dat
zij weer een geschilderd stilleven
lijken te zijn. Een dubbele ver
vreemding: Negrijn schildert beel
den en voert schilderijen als beel
den uit. Twee jaar geleden waren
voorbeelden dgarvan al in Museum
Flehite in zijn woonplaats te zien.
Op onverwachte plaatsen in de
Arnhemse museumzalen duiken de
beelden van Negrijn op. Op een ta
fel uit de jaren twintig staat een
fruitschaal met enorme peren met
vreemde houten steeltjes. In een
zaal daarnaast staat een tafeltje met
een beschilderde fles en dito glas
plus dode houten haas tussen twee
stillevens van de magisch-realist
Raoul Hynckes met flessen en tafel
bladen erop. Een eindje verder be
schilderde hij een in barokke vorm
uitgevoerde plaat hout in het motief
van het parket van de museum-
vloer, plaatste dat enkele tientallen
centimeters boven die vloer en zette
er twee grote vazen met bloembla
den van metaal op.
Kabinetkast
In de omgang van de museumkoe
pel staat een enorme paarse kabi
netkast, die wat vorm betreft aan
sluit bij de andere kasten van deze
afdeling. In de kast staat een aantal
goedkleurige functieloze bokalen,
uit de hoeken van de kast steken
groene bloemblaadjes. Het lijkt op
de zoveelste gimmick van het mo
derne design, maar Negrijn gaat
niet uit van zijn kast als meubel,
maar als vertaling van een schilderij
of idee van een kast. In die zin zijn
zijn beelden van een integere kwali
teit, die door hun opstelling en hun
relatie met de vaste museumverza
meling de bezoeker èn op het ver
keerde been zetten èn hem opnieuw
naar die collecties laten kijken.
Spannend in de ware zin van het
woord, letterlijk 'blikken over en
weer'.
De eerste presentatie in de nieu
we serie van het Arnhemse Ge
meentemuseum doet verlangen
naar de volgende uit de reeks. Of
een presentatie als deze echter tot
een herdefiniëring van bestaande
statische museumcollecties leidt,
valt te betwijfelen.
'Blikken over en weer'. Beelden
van Bob Negrijn. Tot en met 5 no
vember in het Gemeentemuseum
Arnhem, Utrechtseweg 87, Arn
hem. Open: dinsdag tot en met za
terdag van 10 tot 17 uur, zondag
11 tot 17 uur.
REEUWIJK - Na Jip en
Janneke, en Saskia en
Jeroen is de Nederlandse
kinderliteratuur sinds een
jaar nog een onafscheide
lijk tweetal rijker: Kiki en
Pim. Zij zijn de hoofdper
sonen in korte verhalen die
Vivian den Hollander
schreef. Vorig jaar ver
schenen twee deeltjes over
de driejarige tweeling, en
zojuist, vlak voor de kin
derboekenweek die
woensdag begint, zijn er
twee nieuwe Kiki en Pim
boekjes uit: Pittige peuters
en Samen op stap.
door
Inge van den Blink
De kracht van de verhaaltjes, die be
doeld zijn voor kinderen van drie
tot en met vier jaar, zit hem in de
eenvoudige taal, de korte span
ningsopbouw en vooral ook de her
kenbaarheid van de gebeurtenis
sen. Dat laatste is geen toeval, want
Vivian den Hollander baseerde de
boekjes op dingen die ze met haar
eigen tweeling, Niek en Marije,
meemaakte:
"De verhaaltjes zijn allemaal echt
gebeurd. Het is begonnen doordat
ik wat dingen over de kinderen op
schreef die ik wilde onthouden. De
volgende stap was dat ik er verhaal
tjes van maakte, overigens nog niet
met het plan om daar een boek van
te maken. Ik schreef altijd al veel:
opstellen, dagboeken, gedichten,
maar de definitieve stap om te pu
bliceren had ik niet eerder gezet.
Een vriendin van me wist dat uit
geverij Kimio op zoek was naar ver
halen over tweelingen. Daar was
volgens de uitgeefster behoefte aan.
Ik heb wat dingen opgestuurd, ze
vroeg me ze wat uit te werken, en
toen zijn de verhalen voor die eerste
twee boekjes eigenlijk heel snel ont
staan".
Vivian den Hollander (35) werkt
als onderwijzeres op een basis
school in Gouda. Ze woont sinds
drie jaar met haar man en de twee
ling, die inmiddels al vijf is, aan de
polders bij Reeuwijk. Het schrijven
aan Kiki en Pim deed ze vooral in de
vakanties en 's avonds, want over
dag is daar geen tijd voor. Vivians
man, Hans den Hollander, is ont
werper en heeft een reclamebureau
aan huis, zodat hij de tweeling over
dag kan opvangen als ze uit school
komen. Dat gaat uitstekend zo,
maar het echtpaar hoeft maar een
klein beetje in hun geheugen te gra
ven om zich te herinneren dat de
eerste jaren met de tweeling tame
lijk vermoeiend waren.
Oppas
Vivian: "Het was heel druk voor
tot de kinderen een jaar of vier
rot ze twee waren woonden
we in Gouda, en de oppas woonde
drie huizen verder. Verder paste
mijn man heel veel op de kinderen,
en hij moest dan 's avonds werken.
Zelf ging ik tussendoor naar huis
om de kinderen, toen ze nog baby's
waren, te voeden. Allebei tegelijk,
als ik echt haast had! Ja, achteraf
gezien waren het hele drukke jaren.
In de boekjes heb ik de moeder la
ten werken op een school, zoals ik
zelf ook doe, maar de vader van Kiki
en Pim werkt buitenshuis. Op die
manier is het voor de meeste kinde
ren denk ik makkelijker herken
baar.
Verder heb ik de rol van Kiki en
Pim in de verhaaltjes wel eens om
gewisseld om een evenwichtige ver
deling te maken tussen Kiki in de
hoofdrol en Pim in de hoofdrol. Bij
voorbeeld de 'draadjes' die Pim in
zijn hoofd krijgt als hij een gat in
zijn hoofd gevallen heeft, dat ge
beurde in het echt bij Marije, Kiki
dus. Om zulk soort veranderingen
zijn de kinderen zelf nog altijd heel
boos!
Aanvankelijk schreef ik over
Niek en Marije, en veranderde de
namen pas in de definitieve versie.
Het leek me voor de kinderen niet
leuk als hun eigen namen in de
boekjes kwamen te staan. Maar nu
zijn de hoofdpersonen echt Kiki en
Pim, ook voor mij. Het zijn twee op
zich staande kinderen geworden.
Dat komt denk ik ook doordat ik nu
de tekeningen van Mies van Hout in
mijn hoofd erbij zie. De tweeling
Annemarie en Marjolein uit de
boekjes heten trouwens in het echt
wel zo. Ze wonen hier om de hoek
en spelen nog steeds veel met onze
kinderen".
Sportwagens
Opvallend is dat Kiki en Pim het
roldoorbrekende element dat veel
kinderboeken uit de jaren '70 ken
merkte, weer helemaal achter zich
laten. Kiki is een typisch meisje, dat
het leuk vindt om kleren te gaan ko
pen, Pim is een typisch jongetje:
niet in kleren geïnteresseerd, maar
wel dol op sportwagens en andere
snelle vierwielers.
Vivian: "Ik zie het altijd om me
heen, ook op school, dat jongens en
meisjes zich toch anders gedragen.
Ik vind het niet nodig om dat dan te
veranderen. En Niek is inderdaad
anders dan Marije, veel jongensach
tiger: ondernemend en extravert.
Marije kan weer heel goed tekenen
en knutselen. Niek gaat liever hut
ten bouwen of 'uitvindingen' ver-
Maar ze trekken ook veel samen
op, en zijn erg aan elkaar gehecht.
Toen Marijes amandelen onlangs
geknipt moesten worden, was Niek
die dag helemaal van slag. Hij wilde
dat zijn amandelen óók geknipt
werden. Gelukkig mocht hij wel bij
haar op bezoek, toen we in het zie
kenhuis zeiden dat het een tweeling
Toen Marije eerder mocht af
zwemmen dan Niek was hij zo boos
dat hij heel hard zijn best heeft ge
daan om tegelijk te kunnen af
zwemmen. Het lukte, en hij was
apetrots. Hij is een stuk langer dan
Marije, en zegt altijd dat hij 'ietsje
sterker' is. Ja, ik vind ze heel ver
schillend in karakter.
Het zijn wel allebei hele makkelij
ke kinderen. En de boekjes over Ki
ki en Pim vinden ze enig. Vooral in
het begin heb ik ze de verhalen vaak
voorgelezen, ook om te kijken hoe
het aansloeg, en dan heb ik ook wel
eens dingen veranderd".
Voorlezen
Zelf geeft Vivian les aan kinderen
uit groep 4 en 5: zeven- en achtjari
gen dus. "Zij vinden de verhalen
ook nog heel leuk. Ze schrijven zelf
vaak opstellen over Kiki en Pim. Bij
voorlezen op andere scholen en bi
bliotheken heb ik wel eens de knuf
fels van Kiki en Pim meegenomen,
de rose olifant en het witte konijn
die in het eerste verhaaltje worden
genoemd. Dat sloeg enorm aan. Het
is voor mij heel spannend om in een
andere hoedanigheid, niet als on
derwijzeres maar als schrijfster, op
een school te komen en voor te le
zen of te vertellen. Dan merkje echt
dat de verhalen kinderen wat doen.
In het begin was ik heel onzeker.
Ik dacht: als de boekjes geen succes
worden is het altijd nog leuk voor
Niek en Marije, voor later. Ik was
heel erg verrast door alle lof en posi
tieve recensies. Daardoor heb ik
veel meer zelfvertrouwen gekregen.
Afgelopen juni hebben de boekjes
ook een Pluim van de Maand gekre
gen (een bekroning door Margriet,
Bobo en de KRO-gids, ivdb), en je
merkt dat zoiets doorwerkt. Hannes
Meinkema noemde Kiki en Pim
zelfs bij de beste tien kinderboeken
voor jonge kinderen in een artikel in
Opzij. De eenvoudige taal en korte
zinnen, waar de boekjes vaak om
geprezen worden, ik denk dat ik dat
vanzelf doe, vanuit mijn ervaring
als onderwijzeres. Daar sta ik niet
eens bij stil".
Soms halen Kiki en Pim grappen
uit die in een boekje leuk zijn, maar
in het echt een vader of moeder be
hoorlijk kwaad kunnen maken. Bij
voorbeeld de wc uitsoppen met pa
pa's scheerkwast, of op zondagoch
tend alle chocolaatjes opeten. Maar
deze verhaaltjes hebben een 'open'
eind, dus of mama boos wordt blijft
de vraag.
Onbewust
De schrijfster: "Zulke dingen doe ik
niet bewust. Ik word zelf niet zo
gauw kwaad. Misschien zijn wer
kende moeders wel wat toleranter.
Het is ook niet mijn bedoeling om te
moraliseren. En wat je niet moet
vergeten is dat een tweeling heel
gauw dingen samen onderneemt.
Marije bijvoorbeeld durft wat min
der, maar dan zegt Niek: kom, dat
doen we even. En dan doet Marije
het".
Echte voorbeelden onder kinder
boekenschrijvers heeft Vivian den
Hollander niet, hoewel ze Annie
Schmidt heel goed vindt. "Ik ben
tijdens het schrijven aan Kiki en
Pim wel opgehouden met Jip en
Janneke voorlezen, omdat ik bang
was daardoor onbewust te veel be
ïnvloed te worden.
Wat ik nu ga doen weet ik nog
niet. Ik stop met Kiki en Pim. In het
laatste boekje gaan ze voor het eerst
naar de basisschool. Dat vind ik een
mooie afsluiting. Anders wordt het
zo'n oneindige serie, ik denk niet
dat mensen daarop zitten te wach
ten. Misschien verzin ik nu een
kindje op de basisschool, of ga ik
gedichtjes schrijven voor kinderen.
Ik weet het niet. Ik vind het ook wel
eens goed om het schrijven een tijd
je los te laten en gewoon even rust te
hebben".
De vier boekjes over Kiki en
Pim zijn uitgegeven bij Kimio.
Silbertönen als verjaarsgeschenk
"Das Schwanengesang", liederen van
Schubert op teksten van Rellstab en Heme.
Uitgevoerd door Chris van Woerkom tenor
en Gilbert de Greeve piano. Gehoord op 29
september in het Groene Kerkje.
OEGSTGEE^T - Bij je verjaardag
krijg je van goede vrienden een
mooi cadeau. Zó verging het 'Ex
Animo' dat dit jaar zeventig jaar
bestaat. Dit Leidse koor voert
sinds jaar en dag in Leiden de
Matthaus Passion uit (overigens
in goed overleg met de overige
Leids koren). De tenor Chris van
Woerkom werkt daar al dertig
jaar aan mee door de evangelis
tenpartij voor zijn rekening te ne
men. Die jarenlange band duidt
op goede samenwerking, zeg
maar op vriendschap. Zo besloot
de zanger zijn koorvrienden een
liedrecital aan te bieden als ver
jaarsgeschenk.
Met een paar persoonlijke
woorden over de jarenlange sa
menwerking en over zijn band
met Leiden, waar hij zijn eerste
openbare concerten gaf, stelde
van Woerkom zijn vrouw voor,
die blaadjes omsloeg, en zijn be
geleider, Gilbert de Greeve, direc
teur van de Rijks Muziekacade
mie te Antwerpen. Als geschenk
wilde de tenor de liederen-cyclus
"Schwanengesang" zingen. Lie
deren van een nogal sombere
toon en met veel 'Weltschmerz'
die pas na de dood van Schubert
zijn uitgegeven. Géén borrelende
vrolijkheid en jubelende stem
ming dus.
Wél een halfvol Groen Kerkje
dat ondanks kilte en verkoudheid
zonder ook maar één snufje of
hoestje, als het ware ademloos zat
te luisteren. Chris van Woerkom
is niet het type zanger van de
overdreven, theatrale gebaren.
Veeleer een man die brandt met
een inqerlijk vuur. Ik vind dan
ook de passages waar hij bv. inge
houden smart vertolkt van een
bijna onaardse schoonheid. De
teksten van Ludwig Rellstab mo
gen dan soms gezwollen en over
dadig zijn, Schubert weet er door
zijn muziek een harmonisch ge
heel van te maken. Ware schilde
rijtjes vol kleur en stemming. Het
duo van Woerkom/de Greeve wist
in een zeer geïnspireerde uitvoe
ring alle nuances van die schilde
rijtjes hoorbaar te maken. Het op
steken van een vochtige wind in
'Die Stadt'; het zingen van de
nachtegalen in het lieflijke
'Standchen'. Merkwaardig hoe
zeer eigenlijk de uitdrukking 'Sil
bertönen' - zilveren tonen - op het
gezang van Van Woerkom zelf
slaat. De Greeve volgde de tenor
niet alleen op de voet, hij wist de
pianopartij te verheffen tot waar
dige tegenspeler.
Na langdurig applaus en een
toegift van de musici had men
geen haast om weg te komen en
bleef nog napraten zoals dat be
taamt op een verjaardag. Zeker na
zo'n fantastisch cadeau!
MONICA SCHIKS
Choreograaf Hans van Maanen
niet langer bijzonder hoogleraar
NIJMEGEN (ANP) - Choreograaf
Hans van Maanen heeft zijn bijzon
der hoogleraarschap aan de Katho
lieke Universiteit (KU) in Nijmegen
neergelegd. Volgens voorzitter dr.
P.M.J.E. Tummers van de Stichting
Nijmeegs Universiteits Fonds
(SNUF) heeft Van Maanen zijn
werk aan de KU beëindigd omdat
hij het te druk had met andere
werkzaamheden. Tummers heeft
dat gisteren meegedeeld.
Hans van Maanen was de eerste
gastdocent uit de kunstwereld die
de bijzondere leerstoel in Nijmegen
bekleedde. De wisselleerstoel
"Kunst en Cultuur" was ingesteld
door de SNUF. Volgens Tummers
had de universiteit gehoopt dat Van
Maanen drie jaar zou blijven. "We
zijn erg teleurgesteld dat hij er na
een jaar mee moet ophouden", al
dus Tummers. De lessen van Van
Maanen waren zeer succesvol. Stu
denten uit alle delen van het land
woonden ze bij.
Tummers zegt er overigens alle
begrip voor te hebben dat de cho
reograaf een einde aan zijn Nij
meegse werkzaamheden moest ma
ken. "Nadat hij was benoemd tot
gastdocent, kreeg Van Maanen een
aanbieding als gastchoreograaf in
Stuttgart en werd hij choreograaf
bij het Nederlands Dans Theater.
Hij kreeg het dus te druk".
De SNUF zal per 1 januari van het
volgend jaar een nieuwe gastdocent
benoemen. Wie dat wordt is nog
niet bekend, maar volgens Tum
mers wordt gezocht in de richting
van "allerlei soorten vormgeving".
LEIDEN Van de musical 'A night
at the Cotton Club' worden volgen
de week 6 en 7 oktober in de Leidse
Schouwburg geen drie, zoals oor
spronkelijk de bedoeling was, maar
twee voorstellingen gegeven. De
nachtvoorstelling op vrijdagavond
6 oktober is afgelast.