'Kiki en Pim bestaan echt' 'Het ritme en de swing heb ik al' Bob Negrijn maakt van museum een zoekplaatje Vivian den Hollander schreef boeken over eigen tweeling 'Cotton Club' ZATEKDA^^E^reMBE^989 PAGINA 39 Placido Hazel treedt toe tot Deep River Quartet VAASSEN "Die gaat ook weg", zegt Placido Hazel la chend, terwijl hij op zijn grote rode bril wijst. "Toen ik het tegen mijn vrouw vertelde, zei ze dat ik dat al jaren geleden had moeten doen". Het feit dat de 43-jarige An tilliaanse zanger Placido Ha zel plotseling overgaat op con tactlenzen, heeft te maken met zijn nieuwe werkkring. Hij heeft juist zijn handteke ning gezet onder een contract met het Deep River Quartet, waar men drie brildragers op het podium een beetje teveel van het goede vindt. door Ton Ouwehand Placido Hazel is degene die uitein delijk geschikt is bevonden de plaats van zanger Kees Hendriks in te nemen. Zijn aktiviteiten in de 'Caribean Night Show', waarmee hij samen met vier danseressen, een percussionist en de limbodanser annex vuur- en glasvreter Roberto door het land trekt, geeft hij er graag voor op. "Het is geen makkie", zegt Pla cido Hazel. "Ik ben altijd solistisch bezig geweest. En nou moet mijn stem ineens tussen drie andere stemmen in klinken, want de groep moét als een eenheid overkomen. Eigenlijk moeten de vier stemmen klinken als één instrument. Ik moet mijn stem naar de andere stemmen toe kleuren. Op dit moment moet ik domweg mijn partijtjes in mijn hoofd stampen. Wout (Bijker, gitarist-zanger van het Deep River Quartet) heeft cas settes gemaakt waar de partijen die ik moet zingen veel harder op staan. Die draai ik eindeloos af, tot ik het er helemaal in heb zitten. En de tek sten moet ik goed tot me door laten dringen. Want ik wil bij optredens geen bladmuziek op de bühne. Kijk, als ik solistisch optreed dan kan ik improviseren. Maar als je met vier man staat te zingen, dan moetje wel alle vier dezelfde tekst hebben. Ge lukkig kan ik goed liplezen, haha! Dat is het meeste werk, de teksten en de melodieén onder de knie krij gen. Het ritme en de swing heb ik al. De solostukken zijn ook geen enkel probleem. Maar de harmonieën, daar gaat de meeste energie in zit ten". "Ik heb het voordeel dat ik de stijl goed ken. Mijn vader was in zijn ge boorteland, de Dominicaanse Re publiek, een professioneel pianist. In die tijd van de stomme films speelde hij in bioscopen, om de han delingen op het doek te begeleiden met pianomuziek. Later kwam hij naar Aruba, als pianist-entertainer. Hij had een artiestennaam: Lucky Leslie. Ik ben geboren op Aruba. Mijn vader had veel platen. Vooral de Mills Brothers en The Ink Spots werden veel gedraaid. Ik was er niet gek op, maar ik hoorde die muziek wel heel vaak". "Ik zit vanaf mijn veertiende in de muziek. Ik begon in een soulband. Het was de tijd van Otis Redding, Percy Sledge en Arthur Conley. Die eerste band was meteen een succes. Ik kwam veel op de televisie. We maakten tournees, over de eilandjes in de buurt enzo. We hadden zelfs een fanclub. Ik was een soort be roemdheid. In feite stelde het na tuurlijk niets voor, op dat kleine ei landje. Die tv-studio had meer weg van een soort kippenhok, maar het was een leuke tijd. Toen ik van de middelbare school kwam, ben ik naar Nederland gekomen. Ik heb in Nederland tien jaar administratief werk gedaan. Ik had een opleiding voor boekhouder gedaan voor het geval mijn carrière in het slop zou raken. Daarnaast, in de weekenden en tussendoor, was ik altijd met mu ziek bezig". "Die Caribean Night Show is ei genlijk uit nood geboren, een jaar geleden. Voordat ik daarmee begon zat ik acht jaar als professioneel mu sicus bij het trio Los Alegres. Bij die groep mochten de leden er niets an ders muzikaal bij doen. Toen de groep vorig jaar uit elkaar ging heb ik het heft in eigen hand genomen. De show opgezet, danseressen ge huurd, affiches laten drukken". "Naast die show werk ik ook so listisch. Ik zing stukken van Lou Rawls, Stevie Wonder, Lionel Ri chie. Mijn stem komt overeen met die van Lou Rawls. Hij is een beetje kouwe kak, hè. Maar hij zingt hel der. Zo'n stem heb ik ook, maar ik ben meer een showman. Hij staat stil en hij zingt. Mijn kracht zit in de uitstraling". "Ik heb de jongens van het Deep River Quartet vaak zien optreden. Ik kwam de groep vaak tegen in het land als we met Los Alegres speel den. Hun muziek staat veel dichter bij mij als "La Bamba' en "The Ba- nanaboat Song' waarmee ik nu op treed". "Kees Hendriks is een geweldige man. Zijn inbreng in de groep is ei genlijk onmisbaar. Maar ik hoop mijn bijdrage te kunnen leveren in een stukje warmte. Dat het geluid van de groep een beetje meer "back to the roots' is. Daar bedoel ik mee dat ik hoop dat door mijn stem en uitstraling de groep dat authentieke zwarte geluid dichter benadert". Het Deep River Quartet in de n "De groep heeft mij op een heel er doorheen te komen. Voorlopig is jaar uitkomt. We hebben net de fo- leuke manier binnengehaald. Ik het keihard werken om op 1 oktober to's gemaakt. Ik ben gefotografeerd voel me prettig bij die jongens. Ik het hele repertoire te kennen". als kerstman. Haha, weer eens wat heb niet het gevoel dat ik het alleen "Het eerste project is de nieuwe anders dan met een kandelaartje of moet doen. Ze helpen mij goed om kerst-cd, die aan het eind van het een kersttakje". Kiki en Pim. getekend door Mies van Hout. ARNHEM - Het is een trend die al leszins te maken heeft met de huidi ge stand van zaken in de kunst en de museumwereld. Jan Hoet kwam met zijn 'Chambres d'Amis', waar voor kunstenaars in diverse Gentse huizen een kunstwerk maakten en plaatste in het voorjaar 'officiële' kunst tegenover die van geesteszie ken. door Henk Meutgeert Sjarel Ex maakte Century '87 in Amsterdam en als nieuwe directeur van het Centraal Museum liet hij een aantal kunstenaars stoeien met de collectie die hij daar aantrof. Ru- di Fuchs richtte het Haagse muse um opnieuw in en het Arnhemse Gemeentemuseum opent de eerste tentoonstelling in een reeks onder de titel 'Blikken over en weer'. Daarin worden kunstenaars gecon fronteerd met de vaste collectie van het museum. Die confrontaties tussen collectie en kunstenaars is mede een gevolg van de richtingloosheid waarin beeldende kunst en musea zich de laatste jaren bevinden. In de beel dende kunst zijn muren tussen the ater, design, architectuur en beeld houwkunst bijna geslecht en in de musea heeft een heroriëntering op de eigen Qollectie plaats. Moeten de musea alles nog wel presenteren zoals ze dat tot nu toe deden met door de geschiedenisontstane scheidingen en moeten ze mis schien delen van de collectie afsto- In die situatie doen'museumdi recteuren en conservatoren maar al te graag een beroep op kunstenaars om nieuwe ijkpunten te vinden en verbanden te leggen. Zo ook in het Arnhemse Gemeentemuseum, dat echter kunstenaars heeft gekozen die zich al eerder bezighielden met het leggen van relaties tussen hun werk en de omgeving waarin dat wordt gepresenteerd. Als eerste is de in Amersfoort woonachtige Bob Negrijn (1961) gekozen, later dit jaar volgen Mathilde Cuijpers, Joke Roobaard, Jacqueline Overberg en Ton Zwerver. Stillevens Negrijn heeft zich toegelegd op het schilderen van stillevens, waarin re gelmatig tafeltjes met hoge poten, kastjes en vazen met sterk vereen voudigde, grofgeschilderde vormen figureren. Daardoor is het het niet verbazingwekkend dat zijn thema tiek al eens met die van de Arnhem se kunstenaar Klaas Gubbels werd vergeleken, die zich al jaren toelegt op stillevens met bijvoorbeeld kof fiepotten en tafels. In het museum in Arnhem confronteert Negrijn zijn werk met de afdelingen kunst nijverheid, oudheidkunde en met de Magisch Realisten. Voor de tentoonstelling heeft Ne grijn zijn stillevens 'tot leven' laten komen en in werkelijkheid uitge voerd. De zo ontstane voorwerpen als tafeltjes en fruitschalen zijn ech ter zo uitgevoerd en beschilderd dat zij weer een geschilderd stilleven lijken te zijn. Een dubbele ver vreemding: Negrijn schildert beel den en voert schilderijen als beel den uit. Twee jaar geleden waren voorbeelden dgarvan al in Museum Flehite in zijn woonplaats te zien. Op onverwachte plaatsen in de Arnhemse museumzalen duiken de beelden van Negrijn op. Op een ta fel uit de jaren twintig staat een fruitschaal met enorme peren met vreemde houten steeltjes. In een zaal daarnaast staat een tafeltje met een beschilderde fles en dito glas plus dode houten haas tussen twee stillevens van de magisch-realist Raoul Hynckes met flessen en tafel bladen erop. Een eindje verder be schilderde hij een in barokke vorm uitgevoerde plaat hout in het motief van het parket van de museum- vloer, plaatste dat enkele tientallen centimeters boven die vloer en zette er twee grote vazen met bloembla den van metaal op. Kabinetkast In de omgang van de museumkoe pel staat een enorme paarse kabi netkast, die wat vorm betreft aan sluit bij de andere kasten van deze afdeling. In de kast staat een aantal goedkleurige functieloze bokalen, uit de hoeken van de kast steken groene bloemblaadjes. Het lijkt op de zoveelste gimmick van het mo derne design, maar Negrijn gaat niet uit van zijn kast als meubel, maar als vertaling van een schilderij of idee van een kast. In die zin zijn zijn beelden van een integere kwali teit, die door hun opstelling en hun relatie met de vaste museumverza meling de bezoeker èn op het ver keerde been zetten èn hem opnieuw naar die collecties laten kijken. Spannend in de ware zin van het woord, letterlijk 'blikken over en weer'. De eerste presentatie in de nieu we serie van het Arnhemse Ge meentemuseum doet verlangen naar de volgende uit de reeks. Of een presentatie als deze echter tot een herdefiniëring van bestaande statische museumcollecties leidt, valt te betwijfelen. 'Blikken over en weer'. Beelden van Bob Negrijn. Tot en met 5 no vember in het Gemeentemuseum Arnhem, Utrechtseweg 87, Arn hem. Open: dinsdag tot en met za terdag van 10 tot 17 uur, zondag 11 tot 17 uur. REEUWIJK - Na Jip en Janneke, en Saskia en Jeroen is de Nederlandse kinderliteratuur sinds een jaar nog een onafscheide lijk tweetal rijker: Kiki en Pim. Zij zijn de hoofdper sonen in korte verhalen die Vivian den Hollander schreef. Vorig jaar ver schenen twee deeltjes over de driejarige tweeling, en zojuist, vlak voor de kin derboekenweek die woensdag begint, zijn er twee nieuwe Kiki en Pim boekjes uit: Pittige peuters en Samen op stap. door Inge van den Blink De kracht van de verhaaltjes, die be doeld zijn voor kinderen van drie tot en met vier jaar, zit hem in de eenvoudige taal, de korte span ningsopbouw en vooral ook de her kenbaarheid van de gebeurtenis sen. Dat laatste is geen toeval, want Vivian den Hollander baseerde de boekjes op dingen die ze met haar eigen tweeling, Niek en Marije, meemaakte: "De verhaaltjes zijn allemaal echt gebeurd. Het is begonnen doordat ik wat dingen over de kinderen op schreef die ik wilde onthouden. De volgende stap was dat ik er verhaal tjes van maakte, overigens nog niet met het plan om daar een boek van te maken. Ik schreef altijd al veel: opstellen, dagboeken, gedichten, maar de definitieve stap om te pu bliceren had ik niet eerder gezet. Een vriendin van me wist dat uit geverij Kimio op zoek was naar ver halen over tweelingen. Daar was volgens de uitgeefster behoefte aan. Ik heb wat dingen opgestuurd, ze vroeg me ze wat uit te werken, en toen zijn de verhalen voor die eerste twee boekjes eigenlijk heel snel ont staan". Vivian den Hollander (35) werkt als onderwijzeres op een basis school in Gouda. Ze woont sinds drie jaar met haar man en de twee ling, die inmiddels al vijf is, aan de polders bij Reeuwijk. Het schrijven aan Kiki en Pim deed ze vooral in de vakanties en 's avonds, want over dag is daar geen tijd voor. Vivians man, Hans den Hollander, is ont werper en heeft een reclamebureau aan huis, zodat hij de tweeling over dag kan opvangen als ze uit school komen. Dat gaat uitstekend zo, maar het echtpaar hoeft maar een klein beetje in hun geheugen te gra ven om zich te herinneren dat de eerste jaren met de tweeling tame lijk vermoeiend waren. Oppas Vivian: "Het was heel druk voor tot de kinderen een jaar of vier rot ze twee waren woonden we in Gouda, en de oppas woonde drie huizen verder. Verder paste mijn man heel veel op de kinderen, en hij moest dan 's avonds werken. Zelf ging ik tussendoor naar huis om de kinderen, toen ze nog baby's waren, te voeden. Allebei tegelijk, als ik echt haast had! Ja, achteraf gezien waren het hele drukke jaren. In de boekjes heb ik de moeder la ten werken op een school, zoals ik zelf ook doe, maar de vader van Kiki en Pim werkt buitenshuis. Op die manier is het voor de meeste kinde ren denk ik makkelijker herken baar. Verder heb ik de rol van Kiki en Pim in de verhaaltjes wel eens om gewisseld om een evenwichtige ver deling te maken tussen Kiki in de hoofdrol en Pim in de hoofdrol. Bij voorbeeld de 'draadjes' die Pim in zijn hoofd krijgt als hij een gat in zijn hoofd gevallen heeft, dat ge beurde in het echt bij Marije, Kiki dus. Om zulk soort veranderingen zijn de kinderen zelf nog altijd heel boos! Aanvankelijk schreef ik over Niek en Marije, en veranderde de namen pas in de definitieve versie. Het leek me voor de kinderen niet leuk als hun eigen namen in de boekjes kwamen te staan. Maar nu zijn de hoofdpersonen echt Kiki en Pim, ook voor mij. Het zijn twee op zich staande kinderen geworden. Dat komt denk ik ook doordat ik nu de tekeningen van Mies van Hout in mijn hoofd erbij zie. De tweeling Annemarie en Marjolein uit de boekjes heten trouwens in het echt wel zo. Ze wonen hier om de hoek en spelen nog steeds veel met onze kinderen". Sportwagens Opvallend is dat Kiki en Pim het roldoorbrekende element dat veel kinderboeken uit de jaren '70 ken merkte, weer helemaal achter zich laten. Kiki is een typisch meisje, dat het leuk vindt om kleren te gaan ko pen, Pim is een typisch jongetje: niet in kleren geïnteresseerd, maar wel dol op sportwagens en andere snelle vierwielers. Vivian: "Ik zie het altijd om me heen, ook op school, dat jongens en meisjes zich toch anders gedragen. Ik vind het niet nodig om dat dan te veranderen. En Niek is inderdaad anders dan Marije, veel jongensach tiger: ondernemend en extravert. Marije kan weer heel goed tekenen en knutselen. Niek gaat liever hut ten bouwen of 'uitvindingen' ver- Maar ze trekken ook veel samen op, en zijn erg aan elkaar gehecht. Toen Marijes amandelen onlangs geknipt moesten worden, was Niek die dag helemaal van slag. Hij wilde dat zijn amandelen óók geknipt werden. Gelukkig mocht hij wel bij haar op bezoek, toen we in het zie kenhuis zeiden dat het een tweeling Toen Marije eerder mocht af zwemmen dan Niek was hij zo boos dat hij heel hard zijn best heeft ge daan om tegelijk te kunnen af zwemmen. Het lukte, en hij was apetrots. Hij is een stuk langer dan Marije, en zegt altijd dat hij 'ietsje sterker' is. Ja, ik vind ze heel ver schillend in karakter. Het zijn wel allebei hele makkelij ke kinderen. En de boekjes over Ki ki en Pim vinden ze enig. Vooral in het begin heb ik ze de verhalen vaak voorgelezen, ook om te kijken hoe het aansloeg, en dan heb ik ook wel eens dingen veranderd". Voorlezen Zelf geeft Vivian les aan kinderen uit groep 4 en 5: zeven- en achtjari gen dus. "Zij vinden de verhalen ook nog heel leuk. Ze schrijven zelf vaak opstellen over Kiki en Pim. Bij voorlezen op andere scholen en bi bliotheken heb ik wel eens de knuf fels van Kiki en Pim meegenomen, de rose olifant en het witte konijn die in het eerste verhaaltje worden genoemd. Dat sloeg enorm aan. Het is voor mij heel spannend om in een andere hoedanigheid, niet als on derwijzeres maar als schrijfster, op een school te komen en voor te le zen of te vertellen. Dan merkje echt dat de verhalen kinderen wat doen. In het begin was ik heel onzeker. Ik dacht: als de boekjes geen succes worden is het altijd nog leuk voor Niek en Marije, voor later. Ik was heel erg verrast door alle lof en posi tieve recensies. Daardoor heb ik veel meer zelfvertrouwen gekregen. Afgelopen juni hebben de boekjes ook een Pluim van de Maand gekre gen (een bekroning door Margriet, Bobo en de KRO-gids, ivdb), en je merkt dat zoiets doorwerkt. Hannes Meinkema noemde Kiki en Pim zelfs bij de beste tien kinderboeken voor jonge kinderen in een artikel in Opzij. De eenvoudige taal en korte zinnen, waar de boekjes vaak om geprezen worden, ik denk dat ik dat vanzelf doe, vanuit mijn ervaring als onderwijzeres. Daar sta ik niet eens bij stil". Soms halen Kiki en Pim grappen uit die in een boekje leuk zijn, maar in het echt een vader of moeder be hoorlijk kwaad kunnen maken. Bij voorbeeld de wc uitsoppen met pa pa's scheerkwast, of op zondagoch tend alle chocolaatjes opeten. Maar deze verhaaltjes hebben een 'open' eind, dus of mama boos wordt blijft de vraag. Onbewust De schrijfster: "Zulke dingen doe ik niet bewust. Ik word zelf niet zo gauw kwaad. Misschien zijn wer kende moeders wel wat toleranter. Het is ook niet mijn bedoeling om te moraliseren. En wat je niet moet vergeten is dat een tweeling heel gauw dingen samen onderneemt. Marije bijvoorbeeld durft wat min der, maar dan zegt Niek: kom, dat doen we even. En dan doet Marije het". Echte voorbeelden onder kinder boekenschrijvers heeft Vivian den Hollander niet, hoewel ze Annie Schmidt heel goed vindt. "Ik ben tijdens het schrijven aan Kiki en Pim wel opgehouden met Jip en Janneke voorlezen, omdat ik bang was daardoor onbewust te veel be ïnvloed te worden. Wat ik nu ga doen weet ik nog niet. Ik stop met Kiki en Pim. In het laatste boekje gaan ze voor het eerst naar de basisschool. Dat vind ik een mooie afsluiting. Anders wordt het zo'n oneindige serie, ik denk niet dat mensen daarop zitten te wach ten. Misschien verzin ik nu een kindje op de basisschool, of ga ik gedichtjes schrijven voor kinderen. Ik weet het niet. Ik vind het ook wel eens goed om het schrijven een tijd je los te laten en gewoon even rust te hebben". De vier boekjes over Kiki en Pim zijn uitgegeven bij Kimio. Silbertönen als verjaarsgeschenk "Das Schwanengesang", liederen van Schubert op teksten van Rellstab en Heme. Uitgevoerd door Chris van Woerkom tenor en Gilbert de Greeve piano. Gehoord op 29 september in het Groene Kerkje. OEGSTGEE^T - Bij je verjaardag krijg je van goede vrienden een mooi cadeau. Zó verging het 'Ex Animo' dat dit jaar zeventig jaar bestaat. Dit Leidse koor voert sinds jaar en dag in Leiden de Matthaus Passion uit (overigens in goed overleg met de overige Leids koren). De tenor Chris van Woerkom werkt daar al dertig jaar aan mee door de evangelis tenpartij voor zijn rekening te ne men. Die jarenlange band duidt op goede samenwerking, zeg maar op vriendschap. Zo besloot de zanger zijn koorvrienden een liedrecital aan te bieden als ver jaarsgeschenk. Met een paar persoonlijke woorden over de jarenlange sa menwerking en over zijn band met Leiden, waar hij zijn eerste openbare concerten gaf, stelde van Woerkom zijn vrouw voor, die blaadjes omsloeg, en zijn be geleider, Gilbert de Greeve, direc teur van de Rijks Muziekacade mie te Antwerpen. Als geschenk wilde de tenor de liederen-cyclus "Schwanengesang" zingen. Lie deren van een nogal sombere toon en met veel 'Weltschmerz' die pas na de dood van Schubert zijn uitgegeven. Géén borrelende vrolijkheid en jubelende stem ming dus. Wél een halfvol Groen Kerkje dat ondanks kilte en verkoudheid zonder ook maar één snufje of hoestje, als het ware ademloos zat te luisteren. Chris van Woerkom is niet het type zanger van de overdreven, theatrale gebaren. Veeleer een man die brandt met een inqerlijk vuur. Ik vind dan ook de passages waar hij bv. inge houden smart vertolkt van een bijna onaardse schoonheid. De teksten van Ludwig Rellstab mo gen dan soms gezwollen en over dadig zijn, Schubert weet er door zijn muziek een harmonisch ge heel van te maken. Ware schilde rijtjes vol kleur en stemming. Het duo van Woerkom/de Greeve wist in een zeer geïnspireerde uitvoe ring alle nuances van die schilde rijtjes hoorbaar te maken. Het op steken van een vochtige wind in 'Die Stadt'; het zingen van de nachtegalen in het lieflijke 'Standchen'. Merkwaardig hoe zeer eigenlijk de uitdrukking 'Sil bertönen' - zilveren tonen - op het gezang van Van Woerkom zelf slaat. De Greeve volgde de tenor niet alleen op de voet, hij wist de pianopartij te verheffen tot waar dige tegenspeler. Na langdurig applaus en een toegift van de musici had men geen haast om weg te komen en bleef nog napraten zoals dat be taamt op een verjaardag. Zeker na zo'n fantastisch cadeau! MONICA SCHIKS Choreograaf Hans van Maanen niet langer bijzonder hoogleraar NIJMEGEN (ANP) - Choreograaf Hans van Maanen heeft zijn bijzon der hoogleraarschap aan de Katho lieke Universiteit (KU) in Nijmegen neergelegd. Volgens voorzitter dr. P.M.J.E. Tummers van de Stichting Nijmeegs Universiteits Fonds (SNUF) heeft Van Maanen zijn werk aan de KU beëindigd omdat hij het te druk had met andere werkzaamheden. Tummers heeft dat gisteren meegedeeld. Hans van Maanen was de eerste gastdocent uit de kunstwereld die de bijzondere leerstoel in Nijmegen bekleedde. De wisselleerstoel "Kunst en Cultuur" was ingesteld door de SNUF. Volgens Tummers had de universiteit gehoopt dat Van Maanen drie jaar zou blijven. "We zijn erg teleurgesteld dat hij er na een jaar mee moet ophouden", al dus Tummers. De lessen van Van Maanen waren zeer succesvol. Stu denten uit alle delen van het land woonden ze bij. Tummers zegt er overigens alle begrip voor te hebben dat de cho reograaf een einde aan zijn Nij meegse werkzaamheden moest ma ken. "Nadat hij was benoemd tot gastdocent, kreeg Van Maanen een aanbieding als gastchoreograaf in Stuttgart en werd hij choreograaf bij het Nederlands Dans Theater. Hij kreeg het dus te druk". De SNUF zal per 1 januari van het volgend jaar een nieuwe gastdocent benoemen. Wie dat wordt is nog niet bekend, maar volgens Tum mers wordt gezocht in de richting van "allerlei soorten vormgeving". LEIDEN Van de musical 'A night at the Cotton Club' worden volgen de week 6 en 7 oktober in de Leidse Schouwburg geen drie, zoals oor spronkelijk de bedoeling was, maar twee voorstellingen gegeven. De nachtvoorstelling op vrijdagavond 6 oktober is afgelast.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 39