De omstreden erfenis van Afscheid van de auto Onze taal 'Elke stroming in de psychologie is een blad aan de Freudiaanse boom' ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1989 EXTRA eu. ui. DOOR JOOP VAN DER HORST Vorige week is overleden Jan Roelands, oud 58 jaar. Zijn stem zal bijna iedereen wel eens gehoord hebben, meestal zon der te beseffen dat het zijn stem was. Zo wel op de radio als op de televisie was hij te horen als de spreker bij een eindeloze rij films en documentaires. Wie Jan Roe lands eenmaal ontmoet had, herkende die stem iedere keer opnieuw uit duizen den. Zijn stem was in de wereld van radio en televisie beroemd, hij was een veelge vraagde 'inspreker'. Als hij meer voor de reclame gewerkt had, zou hij steenrijk ge worden zijn, maar hij had andere idealen. Zijn oogappel was zijn eigen NOS-ra- dioprogramma over taal, begonnen als 'De Taaishow' en de laatste jaren op de maandagmiddag 'Wat een taal'. Meer dan twaalf jaar lang verzorgde hij dat pro gramma week in week uit. Wie ook maar een klein beetje weet wat er allemaal .komt kijken voor één radioprogramma, zal beseffen wat een gigantische onder neming die ongeveer 600 afleveringen waren. Dag en nacht was hij ervoor in touw. Zijn laatste prestatie was de tiende lige serie over minderheidstalen in Euro pa, die gedurende de afgelopen zomer maanden uitgezonden is. 'Wat een taal' haalde in verhouding tot andere programma's niet eens zo hoge luistercijfers maar het waren bijna alle maal zeer trouwe luisteraars; men bleef ervoor thuis of nam het op de band op. Belangrijker dan die kring van vaste luis teraars was misschien nog de uitstraling ervan, want het was een programma waarover men bleef nadenken, waarover men kon nakaarten en waardoor men er nog eens een boek over ging lezen. In de loop der jaren had Jan Roelands een gro te kring van medewerkers opgebouwd, die hij steeds opnieuw wist te inspireren met zijn eigen enthousiasme voor de taal Jan Roelands was een onvermoeibaar pleitbezorger van de taal. En dat was ook wel nodig want zijn werk heeft dikwijls veel tegenwind ondervonden. Vooral in de leiding van de NOS heeft men het be lang van deze persoon en zijn program ma nogal onderschat. Het klinkt ongeloof lijk maar op vijf radiokanalen en drie tele visiekanalen was 'Wat een taal' het enige serieuze programma over taal De zogenaamd aanvullende functie die de NOS heeft ten opzichte van de overige zendgemachtigden, bleek maar al te vaak een wassen neus. Wat geen hoge luistercijfers behaalt, wordt opgedoekt of beknibbeld, ook bij de NOS. Of iets be langrijk, of cultureel waardevol of uitzon derlijk goed is, komt voor de radio- en tv- bonzen pas op de tweede plaats. Het was de grootheid van Jan Roelands dat hij daaraan geen concessies deed: liever een goed programma dan een veelbe- luisterd slecht programma. Ik heb hem meer dan eens zuchtend en moedeloos meegemaakt, bij de zoveelste tegenslag, het zoveelste blijk van onbegrip. 'Heeft het nog wel zin om hiermee door te gaan?', 'Voor wie doen we het eigenlijk?' Maar hij was er de man niet naar om het hoofd in de schoot te leggen. Met een be wonderenswaardig enthousiasme begon hij van voren af aan. Charivarius is beroemd geworden maar hij was een onuitstaanbare school meester. Jan Roelands was het tegen deel van een schoolmeester. Of liever: hij was een schoolmeester in de goede zin van het woord. Zo een die het zelf ook niet allemaal precies weet maar de mensen meelokt in z'n eigen verwondering: kom toch eens kijken, moet je toch eens ho ren! Voor Jan Roelands was taal iets zo eigens als een tweede huid; we wonen erin en we maken er onze intiemste con tacten mee. Ik ken eigenlijk niemand die met zoveel liefde en toewijding probeerde de mensen de ogen te openen voor de taal. Vijftig jaar na zijn dood geeft de psycho analyse van Sigmund Freud nog altijd aanleiding tot verhitte discussies. Vooral het standpunt 'kennis is genezing' van de beroemdste psychiater aller tijden is vaak fel aangevallen. Ook het gebrek aan wetenschappelijkheid van de psycho analyse was geregeld onderwerp van kritiek. Niettemin was het werk van Freud van grQot belang. "Elke stroming in de hedendaagse psychologie is wel een blaadje aan de Freudiaanse boom". door Sjaak Smakman Bijna veertig jaar voor de 23ste septem ber van het jaar 1939 had hij zich in een brief aan een vriend afgevraagd wat hij zou doen 'op de dag dat de gedachten ontbreken of woorden niet willen ko men'. "Daarom heb ik met alle berusting tegen het lot die een eerlijk man past één volstrekt geheime smeekbede: alleen geen invaliditeit, geen verlamming van ,mi.inj^|achten. Laten we in het harnas sterven, zoals koning MacBeth zegt". Zijn wens werd vervuld. Na onder in vloed van 30 milligram morfine in een co ma te zijn weggegeleden, overleed Freud, de beroemste psychiater aller tij den, rustig om drie uur 's morgens na een lijdensweg van 33 operaties aan keel- en kaakkanker, 83 jaar oud. Discussies Vijftig jaar na zijn dood geeft zijn nala tenschap, de psycho-analyse, nog altijd aanleiding tot verhitte dise'ussies, mees muilende opmerkingen en besmuikt gegniffel. Wellicht omdat Freuds opvat tingen zo uitgesproken zijn, dat er',alleen maar uitgesproken voor- en tegenstan ders van kunnen bestaan en een tussen weg 'bijna is uitgesloten. Die opvattingen zijn in grove trekken, dat de mens onbewust wordt beheerst door (vooral seksuele) driften, die hij het liefst Ongeremd, zou willen botvieren. Freud ziet dat terug in het kleine, "kind dat alleen maar is gericht op zijn eigen behoeftebevrediging. Pas na een paar jaar maakt dit 'lustprincipe' plaats voor het 'realiteitsprincipe': het kind leert in zien dat je nu eenmaal niet alles direct kunt krijgen als je hét hebben wilt, datje soms je verlangens via een omweg moet bëvredigen, en datje soms zelfs helemaal nooit kunt bereiken wat je wilt. Centraal in de vroege jeugd staat het Oedipus-cómplex, genoemd naar de held uit de Griekse tragedie die zijn va der doodde en zijn moeder trouwde. Vol gens de Weense psychiater wil iedere jongen eigenlijk met zijn moeder naar bed. Hij ziet echter wel in dat dat onmo gelijk is: moeder is seksueel gericht op vader, en daarnaast is vader veel sterker dan hij. De kleuter wordt bang dat pa hem door heeft en hem te grazen zal ne men door zijn penis, af te snijden. Vol gens het principe if you can't beat them, join them kiest de jongen uiteindelijk voor identificatie met de vader en vormt zijn geweten door tegelijkertijd de nor men en waarden van zijn ouders over te 1 nemen. Kiest hij vpor identificatie met zijn moeder, bijvoorbeeld omdat hij té bang is voor zijn vader, dan wordt hij ho moseksueel. Voor meisjes ligt het wat ingewikkel der. Die moeten aan de slag met het zoge heten Electra-complex.'Het verhaal.gaat ongeveer hetzelfde, maar hier neemt per nisnijd de plaats in van de castratie angst. Het meisje is volgens Freud ja loers op vader en woedend op moeder omdat ze geen penis heeft. Ze accepteert dat uiteindelijk wel, maar de keuze voor identificatie met de moeder blijft nood gedwongen. Vrouwelijke seksualiteit wordt zo dus uiterst negatief benaderd en daar is hij door het feminisme voor.af gebrand al moet worden gezegd dat Freud als een van de eersten het recht van vrouwen op seksuele bevrediging er kende. Cultuur Als we volwassén zijn dan kennen we na tuurlijk wel de beperkingen die de omge ving ons oplegt in de bevrediging van on ze driften, maar die verdwijnen daarmee niet. Integendeel, ze blijven ons achter volgen, ook al zijn we ons daarvan niet bewust. We verdringen ze, projecteren ze op anderen of zetten ze om in activiteiten die niet seksueel lijken, maar dat in we zen wel zijn. Neurosen en hysterie kun nen er de negatieve gevolgen van zijn, maar er zijn ook positieve. Freud stelde dat onze hele cultuur, ook de cultuur met een grote 'c', voortkomt uit die verdron gen driften. Voor neurotici en hysterici ontwierp Freud een therapie, de psycho-analyse. De patiënt ging aan de Ber'ggasse 19 in Wenen op de sofa liggen in de met talloze snuisterijen uit de klassieke oudheid verfraaide werkkamer en moest dan vijf maal in de week een uur lang alles tegen Freud ('die overigens onzichtbaar voor de patiënt op een stoel zat) zeggen wat in zijn hóófd opkwam. De grote Sigmund zou daaruit dan concluderen waar de schoen wrong. De Franse psycho-analyticus Jacques Lacan legde dat ruim 30 jaar geleden in een interview zo uit: "Daar waar iets ver drongen is, blijft het toch functioneren, blijft het toch spreken dankzij hetwelk je dan de haard van de verdringing en van de ziekte kunt bepalen en zeggen: daar zit het In de psycho-analyse is de verdringing niet de verdringing van een ding, maar van een waarheid. Wat ge beurt er als je een waarheid wilt verdrin gen? De hele geschiedenis van de tiran nie geeft u er antwoord op: dan drukt ze zich ergens anders uit, in geheimtaal, Sindsdien is bij beide groepen het idee verankerd geraakt dat de auto een uit drukking is van sociale superioriteit. Au- \omobilisten kijken neer op iedereen die zich op een andere manier vervoert, of dat nu met de trein is, de bus, de fiets of op eigen kracht. Wie in een auto zit is niet langer 'een man in de straat' maar neemt voorrang en meet zich rechtenaan, waarmee hij de eenvoudige fietser of voetganger vernedert of zelfs bedreigt. Met de massamotorisering heeft zich op dit punt natuurlijk een soort inflatie voorgedaan: de symbolische waarde van het bezit van een auto is sterk gedaald. Als reactie daarop heeft het onderscheid tussen de verschillende automerken en typen sterk aan betekenis gewonnen. Het marktaanbod is zo groot geworden en het palet van exra's en accessoires zo luxu eus dat de mogelijkheid om verschillen in sociale status of rijkdom om te zetten in auto-uitrusting voor niemand een pro bleem hoeft te zijn. Een treffend voor beeld daarvan levert Jaguar Nederland snelheidsbepalingen. Het idee is al ge noeg. Vandaar de merkwaardige tegen strijdigheid dat er nooit eerder zoveel snelle auto's de markt zijn opgejaagd dan de laatste jaren terwijl de mogelijk heden om er mee tot op de plank te gaan ook nog nooit zo belemmerd zijn geweest. Dat brengt me op een andere psycholo gisch interessante kant van de auto. De autorijder heeft krachten onder controle die vele malen groter zijn dan zijn eigen lichamelijke kracht, en heel wat betrouw baarder. En toch kan hij er mee doen wat hij wil. Omdat met de motorkracht de kracht die direct onder onze wïlscontrole berust vele malen groter wordt, raakt ook ons zelfbewustzijn en ons machtsbeleven ervan op toeren. Een nonchalant-lichte kromming van onze tenen, en tig paarde- krachten komen zachtruisend in bewe ging. Omdat met minimale inspanning een imponerend effect te bereiken is, is ie dere auto in wezen een broeinest van kin derlijke almachtsgevoelens. Arme voetgangers die daarvan het Daarbij komt nog dat de auto, al die kracht en techniek beschikbaar met de beweging van een vingertop, ons eigen persoonlijke bezit is terwijl de trein van iemand anders is, het territorium van een vreemde waar we alleen maar even te gast zijn. Hoe modem, snel en luxueus een trein ook is, we zijn er alleen maar toeschouwer. Maar in onze nieuwe auto met zijn geraffineerde techniek hebben we de technische vooruitgang in onze ei gen hand, in onze eigen achtertuin of op onze eigen oprit. Zelfs als we absoluut niet meer kunnen begrijpen hoe het alle maal werkt, heeft de gedachte de nieuw ste, allerlaatste, allerpienterste techniek de onze te mogen noemen toch het effect van een injectie op onze persoonlijkheid. En tot slot biedt de auto ons een tweede huid, één die sterker is dan onze vleselijke huid en waardoor we tegen weer en wind worden beschermd. In die huid gehuld kunnen we ons warm en comfortabel door een koude avond als een kind vrij- wel moeiteloos heen en weer laten wiegen in een pas verschenen advertentie, waar in een nieuw type wordt geïntroduceerd als het middel om het janhagel ver achter je te laten met de slogan: "Een auto die gebouwd is vanuit een vertrekpunt waar voor anderen de eindstreep ligt". Afstand in sociale status wordt nu ver taald in de snelheid waarmee je met be hulp van je motorvermogen andere auto gebruikers op afstand kunt zetten. De au to is zover 'gepsychologiseerd' dat het voor veel mensen al voldoende is te weten dat hun auto sneller en high-technischer is dan die van de meeste anderen. Het hoeft niet eens meer echt op de weg bewe zen te wordenwat ook steeds lastiger wordt door de verkeersintensiteit en de geestelijke slachtoffer worden. Wachtend voor een stoplicht kunnen bepaalde auto mobilisten het niet laten om overstekende medemensen de schrik op het lijf te jagen door heel even het gaspedaal in te druk ken. Het aanzwellende motorgeluid heeft het effect van het geblaas van een draak. De potentiële slachtoffers weten niet hoe snel ze wet moeten komen. Omdat ieder van ons behept is met een zeker machtsstreven, heeft de auto een psychologische meerwaarde ten op zichte van de trein en ander openbaar vervoer, die zich door verbetering van het aanbod en verlaging van de prijs van het laatste toch moeilijk zal laten wegcon curreren. waarheen we maar willen. De auto als een baarmoeder voor de volwassene, zij het een blikken baarmoeder. Zelden heeft de techniek psychologisch gezien zo'n succesvolle behoeftebevredi- ger voortgebracht als de auto, en het is onwaarschijnlijk dat ze dat kunststuk ooit nog een tweede keer zal uithalen. Maar het is juist dit succes waarop de au to zich aan het stuk rijden is. Zoals vol wassenen de bevrediging van hun kin derlijke behoeften voor een belangrijk deel zullen moeten intomen wil het onder elkaar een beetje leefbaar blijven, zo zul len ze ook voor een groot deel van de auto afscheid moeten nemen. Het was ook te mooi om waar te blijven. koninklijke weg naar het onbewuste' noemde en die een belangrijke rol speel den in zijn analyses, zijn nooit bewezen. Sterker nog, er zijn de laatste jaren eigen lijk alleen maar aanwijzingen gevonden dat dromen niet de plaats zijn waar de verboden wensen zich ongestoord kun nen uitleven. Desondanks durft nog bij na niemand hardop te zeggen dat die droomtheorieën écht onzin zijn. Anders is dat met Freuds al genoemde Electra-complex. Freud zag in het kleine meisje, aldus De Nobel, eigenlijk een ke reltje. "De ontwikkeling naar een vol wassen vrouwelijke seksuele identiteit verloopt via een aaneenschakeling van narigheid. De schok van de ontdekking van het geslachtsverschil doet het meisje belanden in mismoedigheid en een po ging er toch nog maar het beste van te maken, dit alles in het besef dat de posi tie van de man voor haar toch nooit haal baar is. Het veronderstelde castratiecom plex (penisnijd) definieert de vrouwelij ke seksualiteit strikt negatief, niet als iets eigens, maar als een minderwaardige variant op de mannelijke ontwikkeling. Daar is inmiddels wel verandering in ge komen". Psychiater Heerma van Voss merkt op dat dank zij bijvoorbeeld de wereldbe roemde dr. Benjamin Spock ('een grote popularisator van Freud') zeer veel van Freuds ideeën over het belang va,n dro men, de vroege kindertijd èn de seksuele gevoelens van kleine kinderen, gemeen goed zijn geworden. "We weten nu dat kinderen wezens zijn met wie je zorgvul dig moet omspringen, kennen het belang van de kindertijd en de rol van de ouders daarin", aldus Heerma van Voss. Zijn collega Van den Berg ziet het be lang van Freud er vooral in dat we zijn gaan inzien dat zich dingen in onze ge voelswereld afspelen waarvan we ons niet altijd direct bewust zijn. "Maar die, als we er even bij stilstaan, tot inzicht kunnen leiden over onze eigen en ander mans daden". Niet alleen individueel, maar ook op het niveau van landen of maatschappijen. De psycho-analyticus Groen bijvoor beeld ziet de koopwqede die elke zater dagmiddag overal te observeren valt, als een symptoom van onvolwassenheid. De verzorgingsstaat speelt daarbij de rol van plaatsvervangend moeder: "Zo hou je het idee: ik krijg het wel, ik krijg het van moeder. En daardoor kan ik mij iemand voelen. Je komt dan niet tot een ik- ben-ik, ïk-ben-mezelf en hebt dan al tijd het andere nodig om je iets te voelën. Als volwassene moet je het weliswaar zelf kopen, maar de betekenis blijft het zelfde. Mede daardoor ontstaan er pro blemen wanneer je de geldkraan dicht draait. Dan krijgen mensen het gevoel dat de zaak instort Want verlating door de moeder is het ergste dat een kind kan overkomen. Het gilt, schreeuwt, wordt kwaad, slaat met de kop tegen de muur want het moet die agressie kwijt". Blaadje Vergezocht of waar? Het is een vraag waarop een definitief antwoord nauwe lijks te geven is. Voor een oordeel over de waarde van Freuds ideeën is het mis schien nog te vroeg, misschien komt dat moment nooit. De balans opmakend' stelt de internist Hoogendoorn dat Freud in elk geval een revolutie teweeg heeft gebracht in de psychiatrische praktijk: "En de intense aandacht voor de patiënt, het volledig tot zijn recht laten komen van het gevoelsleven, de vrije associatie en het serieus nemen van klachten die eerder als onbelangrijk of aanstellerij werden afgedaan, hebben een niet te on derschatten vermenselijkende invloed gehad op de geneeskunde en de hulpver lening". Want, zoals de Tilburgse hoogleraar Soudijn het onlangs uitdrukte: "Elke stroming in de hedendaagse psychologie is wel een blaadje aan de Freudiaanse boom, hoe ver hij ook van stam is verwij derd". In de zomer van 1902 rijdt een Duitse schrijver, Otto Julius Bierbaum, in een open Adler-Phaeton, vandaag de dag een van de zeldzaamste oldtimers, van Berlijn naar Sorrento in Italië en weer te rug. In het verslag van die reis legt hij op vlijmscherpe wijze bloot hoe het komt dat de trein het steeds weer tegen de auto heeft moeten afleggen: "De trein trans porteert. ons en dat heeft met echt reizen niks van doen. Wij worden tot passiviteit veroordeeld en reizen betekent de meest vrije beweging. De trein spant ons in een dienstregeling, maakt ons tot ge vangenen van door anderen opgestelde tijdschema's, sluit ons op in een kooi, die we niet open kunnen maken, laat staan kunnen verlaten als we dat willen. De trein sleept ons heen en weer, niet van de ene plaats naar de andere maar van het ene station naar het andere. Wie dat rei zen noemt die kan net zo goed een militai re parade als boswandeling aanduiden". In de tweede helft van de vorige eeuw had de trein begrippen als afstand en tijd op een ingrijpende manier ineen doen krimpen. De welgestelde klassen in de samenleving konden van deze moge lijkheid alleen genieten ten koste van hun oude voorrechten. Door dé koets waren ze aan een souvereine reisstijl gewend ge raakt, een reisstijl waarbij ze het gewone volk op afstand konden houden en naar believen en op hun eigen tijd konden gaan en stoppen waar ze wilden. Maar nu moesten ze zich, wilden ze van de voor delen van de trein gebruik maken, aan dienstregeling en spoornet onderwerpen. De afstandelijkheid waarmee ze hun so ciale superioriteit altijd hadden duide lijk gemaakt, was niet langer meer te handhaven. Met het gewone volk moesten ze in een en hetzelfde voertuig en in één reisschema. En toen kwam de auto. Opeens kon men alle vruchten van de transportrevolutie plukken, zonder op de voordelen van de koets iets te hoeven inleveren'. Zo werd vanaf het allereerste begin de auto geas socieerd met het idee van onafhankelijk heid, van reizen zonder de dwang van dienstregelingen en van het ontvluchten aan de grote massa. De automobiele le venstijl beleefde zijn geboorte in de 'hoog ste' klassen van de samenleving. Wie de ledenlijsten van de automobielclubs tot 1930-35 bekijkt, heeft het gevoel een soort van Wie is Wie in de High Society? onder ogen te hebben: het krioelt van de adel. van bankiers, fabrikanten, welvarende kooplieden en bekende academici. De rij ken demonstreerden voor de verbaasde ogen van de massa wat het betekende om met een auto door de wereld te trekken. "Ondanks het feit dat hij pioniers werk verrichtte heeft Freud er nooit echt naast ge zeten". (archieffoto) clandestien. Welnu, dat is precies wat er gebeurt met het geweten: de verdrongen waarheid blijft bestaan, maar overge bracht in een andere taal, een neuroti sche taal". Volgens Freud was het van de herken ning van de diepere oorzaak en de erken ning daarvan door de patiënt nog,maar een te verwaarlozen klein stapje naar ge nezing. Al wordt, zo waarschuwde hij wel, in het beste geval de 'neurotische el lende' -omgezet in de 'Kummer des Alltags'. Bedrog Toch is dat standpunt van 'kennis is ge nezing' een van de punten waarop Freud vaak 'fel is aangevallen. Zoals door de hoogleraar Karei van 't Reve: 'in de me dische wetenschap zoek je naar een oor zaak van pijn of ziekte en naar een medi cijn, een middel. Als iemand een virusin fectie heeft, kan hij een serum proberen te vinden. Als iemand ziek wordt van te veel aardappelen eten, moet hij daarmee ophouden. Freud beweert dat als iemand eenmaal weet waarom hij neureotisch is, hij beter is. En dat is onzin. Er zijn geval len bekend van zijn patiënten die later nog even kierewiet bleken te zijn als in het begin Ik ben gaan denken dat het bedrog was wat hij opschreef en dat ge loof ik nog steeds". Het tweede verwijt dat de psycho-ana lyse altijd naar het hoofd is geslingerd, is het gebrek aan wetenschappelijkheid. Freud noemt in zijn tientallen geschrif ten in totaal 133 gevallen die hij heeft be handeld, waarvan hij er zes uitgebreid beschreef. Twee daarvan behandelde hij op afstand, drie patiënten genazen maar gedeeltelijk en één ervan (de Wolven man) bleef tot aan zijn dood aan zijn dwangneurose lijden. Geen doorslaand succes dus. Los daarvan voldoet de theorie van Freud niet aan de eis van voorspelbaar heid als ditdan dat), een norm die de wetenschapsfilosoof Popper ooit formu leerde Zoals Van 't Reve zegt: "Nooit heeft Freud gezegd: een persoon met die en die symptomen kan nooit zo en zo dromen. Nee, iedereen kan alles dromen, Freud heeft voor alles een verklaring". Maar is daarmee de psycho-analyse waardeloos? Niet alleen tijdens Freuds leven gingen veel van zijn aanvankelijke aanhangers (met name Alfred Adler met zijn Individualpsychologie en Carl Gustav Jung met zijn analytische psy chologie) hun eigen weg. Via mensen als Otto Rank, Wilhelm Reich,* en Melanie Klein lopen de lijnen van Freuds denken door tot in onze tijd. Bovendien is binnen de psycho-analy se zelf ook het nodige veranderd. Vol gens Leo de Nobel, directeur van het psycho-an^lytisch instituut in Amster dam, is Freud nog altijd de vaandeldra ger van de psycho-analytische beweging, maar is een kritische discussie over zijn werk meer regel dan uitzondering. Al heeft Freud er, zo zei De Nobel onlangs in een interview, ondanks het feit dat hij pionierswerk verrichtte vrijwel nooit echt naast gezeten. Nooit bewezen Zijn theorieën over dromen, die hij 'de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 27