De omstreden erfenis van
Afscheid van de auto
Onze taal
'Elke stroming in de psychologie is
een blad aan de Freudiaanse boom'
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1989
EXTRA
eu.
ui.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Vorige week is overleden Jan Roelands,
oud 58 jaar. Zijn stem zal bijna iedereen
wel eens gehoord hebben, meestal zon
der te beseffen dat het zijn stem was. Zo
wel op de radio als op de televisie was hij
te horen als de spreker bij een eindeloze
rij films en documentaires. Wie Jan Roe
lands eenmaal ontmoet had, herkende
die stem iedere keer opnieuw uit duizen
den. Zijn stem was in de wereld van radio
en televisie beroemd, hij was een veelge
vraagde 'inspreker'. Als hij meer voor de
reclame gewerkt had, zou hij steenrijk ge
worden zijn, maar hij had andere idealen.
Zijn oogappel was zijn eigen NOS-ra-
dioprogramma over taal, begonnen als
'De Taaishow' en de laatste jaren op de
maandagmiddag 'Wat een taal'. Meer
dan twaalf jaar lang verzorgde hij dat pro
gramma week in week uit. Wie ook maar
een klein beetje weet wat er allemaal
.komt kijken voor één radioprogramma,
zal beseffen wat een gigantische onder
neming die ongeveer 600 afleveringen
waren. Dag en nacht was hij ervoor in
touw. Zijn laatste prestatie was de tiende
lige serie over minderheidstalen in Euro
pa, die gedurende de afgelopen zomer
maanden uitgezonden is.
'Wat een taal' haalde in verhouding tot
andere programma's niet eens zo hoge
luistercijfers maar het waren bijna alle
maal zeer trouwe luisteraars; men bleef
ervoor thuis of nam het op de band op.
Belangrijker dan die kring van vaste luis
teraars was misschien nog de uitstraling
ervan, want het was een programma
waarover men bleef nadenken, waarover
men kon nakaarten en waardoor men er
nog eens een boek over ging lezen. In de
loop der jaren had Jan Roelands een gro
te kring van medewerkers opgebouwd,
die hij steeds opnieuw wist te inspireren
met zijn eigen enthousiasme voor de taal
Jan Roelands was een onvermoeibaar
pleitbezorger van de taal. En dat was ook
wel nodig want zijn werk heeft dikwijls
veel tegenwind ondervonden. Vooral in
de leiding van de NOS heeft men het be
lang van deze persoon en zijn program
ma nogal onderschat. Het klinkt ongeloof
lijk maar op vijf radiokanalen en drie tele
visiekanalen was 'Wat een taal' het enige
serieuze programma over taal
De zogenaamd aanvullende functie die
de NOS heeft ten opzichte van de overige
zendgemachtigden, bleek maar al te
vaak een wassen neus. Wat geen hoge
luistercijfers behaalt, wordt opgedoekt of
beknibbeld, ook bij de NOS. Of iets be
langrijk, of cultureel waardevol of uitzon
derlijk goed is, komt voor de radio- en tv-
bonzen pas op de tweede plaats. Het was
de grootheid van Jan Roelands dat hij
daaraan geen concessies deed: liever
een goed programma dan een veelbe-
luisterd slecht programma. Ik heb hem
meer dan eens zuchtend en moedeloos
meegemaakt, bij de zoveelste tegenslag,
het zoveelste blijk van onbegrip. 'Heeft
het nog wel zin om hiermee door te
gaan?', 'Voor wie doen we het eigenlijk?'
Maar hij was er de man niet naar om het
hoofd in de schoot te leggen. Met een be
wonderenswaardig enthousiasme begon
hij van voren af aan.
Charivarius is beroemd geworden
maar hij was een onuitstaanbare school
meester. Jan Roelands was het tegen
deel van een schoolmeester. Of liever: hij
was een schoolmeester in de goede zin
van het woord. Zo een die het zelf ook niet
allemaal precies weet maar de mensen
meelokt in z'n eigen verwondering: kom
toch eens kijken, moet je toch eens ho
ren! Voor Jan Roelands was taal iets zo
eigens als een tweede huid; we wonen
erin en we maken er onze intiemste con
tacten mee. Ik ken eigenlijk niemand die
met zoveel liefde en toewijding probeerde
de mensen de ogen te openen voor de
taal.
Vijftig jaar na zijn dood geeft de psycho
analyse van Sigmund Freud nog altijd
aanleiding tot verhitte discussies. Vooral
het standpunt 'kennis is genezing' van de
beroemdste psychiater aller tijden is vaak
fel aangevallen. Ook het gebrek aan
wetenschappelijkheid van de psycho
analyse was geregeld onderwerp van
kritiek. Niettemin was het werk van Freud
van grQot belang. "Elke stroming in de
hedendaagse psychologie is wel een
blaadje aan de Freudiaanse boom".
door Sjaak Smakman
Bijna veertig jaar voor de 23ste septem
ber van het jaar 1939 had hij zich in een
brief aan een vriend afgevraagd wat hij
zou doen 'op de dag dat de gedachten
ontbreken of woorden niet willen ko
men'. "Daarom heb ik met alle berusting
tegen het lot die een eerlijk man past één
volstrekt geheime smeekbede: alleen
geen invaliditeit, geen verlamming van
,mi.inj^|achten. Laten we in het harnas
sterven, zoals koning MacBeth zegt".
Zijn wens werd vervuld. Na onder in
vloed van 30 milligram morfine in een co
ma te zijn weggegeleden, overleed
Freud, de beroemste psychiater aller tij
den, rustig om drie uur 's morgens na een
lijdensweg van 33 operaties aan keel- en
kaakkanker, 83 jaar oud.
Discussies
Vijftig jaar na zijn dood geeft zijn nala
tenschap, de psycho-analyse, nog altijd
aanleiding tot verhitte dise'ussies, mees
muilende opmerkingen en besmuikt
gegniffel. Wellicht omdat Freuds opvat
tingen zo uitgesproken zijn, dat er',alleen
maar uitgesproken voor- en tegenstan
ders van kunnen bestaan en een tussen
weg 'bijna is uitgesloten.
Die opvattingen zijn in grove trekken,
dat de mens onbewust wordt beheerst
door (vooral seksuele) driften, die hij het
liefst Ongeremd, zou willen botvieren.
Freud ziet dat terug in het kleine, "kind
dat alleen maar is gericht op zijn eigen
behoeftebevrediging. Pas na een paar
jaar maakt dit 'lustprincipe' plaats voor
het 'realiteitsprincipe': het kind leert in
zien dat je nu eenmaal niet alles direct
kunt krijgen als je hét hebben wilt, datje
soms je verlangens via een omweg moet
bëvredigen, en datje soms zelfs helemaal
nooit kunt bereiken wat je wilt.
Centraal in de vroege jeugd staat het
Oedipus-cómplex, genoemd naar de
held uit de Griekse tragedie die zijn va
der doodde en zijn moeder trouwde. Vol
gens de Weense psychiater wil iedere
jongen eigenlijk met zijn moeder naar
bed. Hij ziet echter wel in dat dat onmo
gelijk is: moeder is seksueel gericht op
vader, en daarnaast is vader veel sterker
dan hij. De kleuter wordt bang dat pa
hem door heeft en hem te grazen zal ne
men door zijn penis, af te snijden. Vol
gens het principe if you can't beat them,
join them kiest de jongen uiteindelijk
voor identificatie met de vader en vormt
zijn geweten door tegelijkertijd de nor
men en waarden van zijn ouders over te 1
nemen. Kiest hij vpor identificatie met
zijn moeder, bijvoorbeeld omdat hij té
bang is voor zijn vader, dan wordt hij ho
moseksueel.
Voor meisjes ligt het wat ingewikkel
der. Die moeten aan de slag met het zoge
heten Electra-complex.'Het verhaal.gaat
ongeveer hetzelfde, maar hier neemt per
nisnijd de plaats in van de castratie
angst. Het meisje is volgens Freud ja
loers op vader en woedend op moeder
omdat ze geen penis heeft. Ze accepteert
dat uiteindelijk wel, maar de keuze voor
identificatie met de moeder blijft nood
gedwongen. Vrouwelijke seksualiteit
wordt zo dus uiterst negatief benaderd
en daar is hij door het feminisme voor.af
gebrand al moet worden gezegd dat
Freud als een van de eersten het recht
van vrouwen op seksuele bevrediging er
kende.
Cultuur
Als we volwassén zijn dan kennen we na
tuurlijk wel de beperkingen die de omge
ving ons oplegt in de bevrediging van on
ze driften, maar die verdwijnen daarmee
niet. Integendeel, ze blijven ons achter
volgen, ook al zijn we ons daarvan niet
bewust. We verdringen ze, projecteren ze
op anderen of zetten ze om in activiteiten
die niet seksueel lijken, maar dat in we
zen wel zijn. Neurosen en hysterie kun
nen er de negatieve gevolgen van zijn,
maar er zijn ook positieve. Freud stelde
dat onze hele cultuur, ook de cultuur met
een grote 'c', voortkomt uit die verdron
gen driften.
Voor neurotici en hysterici ontwierp
Freud een therapie, de psycho-analyse.
De patiënt ging aan de Ber'ggasse 19 in
Wenen op de sofa liggen in de met talloze
snuisterijen uit de klassieke oudheid
verfraaide werkkamer en moest dan vijf
maal in de week een uur lang alles tegen
Freud ('die overigens onzichtbaar voor de
patiënt op een stoel zat) zeggen wat in
zijn hóófd opkwam. De grote Sigmund
zou daaruit dan concluderen waar de
schoen wrong.
De Franse psycho-analyticus Jacques
Lacan legde dat ruim 30 jaar geleden in
een interview zo uit: "Daar waar iets ver
drongen is, blijft het toch functioneren,
blijft het toch spreken dankzij hetwelk
je dan de haard van de verdringing en
van de ziekte kunt bepalen en zeggen:
daar zit het In de psycho-analyse is de
verdringing niet de verdringing van een
ding, maar van een waarheid. Wat ge
beurt er als je een waarheid wilt verdrin
gen? De hele geschiedenis van de tiran
nie geeft u er antwoord op: dan drukt ze
zich ergens anders uit, in geheimtaal,
Sindsdien is bij beide groepen het idee
verankerd geraakt dat de auto een uit
drukking is van sociale superioriteit. Au-
\omobilisten kijken neer op iedereen die
zich op een andere manier vervoert, of
dat nu met de trein is, de bus, de fiets of
op eigen kracht. Wie in een auto zit is niet
langer 'een man in de straat' maar neemt
voorrang en meet zich rechtenaan,
waarmee hij de eenvoudige fietser of
voetganger vernedert of zelfs bedreigt.
Met de massamotorisering heeft zich op
dit punt natuurlijk een soort inflatie
voorgedaan: de symbolische waarde van
het bezit van een auto is sterk gedaald.
Als reactie daarop heeft het onderscheid
tussen de verschillende automerken en
typen sterk aan betekenis gewonnen. Het
marktaanbod is zo groot geworden en het
palet van exra's en accessoires zo luxu
eus dat de mogelijkheid om verschillen in
sociale status of rijkdom om te zetten in
auto-uitrusting voor niemand een pro
bleem hoeft te zijn. Een treffend voor
beeld daarvan levert Jaguar Nederland
snelheidsbepalingen. Het idee is al ge
noeg. Vandaar de merkwaardige tegen
strijdigheid dat er nooit eerder zoveel
snelle auto's de markt zijn opgejaagd
dan de laatste jaren terwijl de mogelijk
heden om er mee tot op de plank te gaan
ook nog nooit zo belemmerd zijn geweest.
Dat brengt me op een andere psycholo
gisch interessante kant van de auto. De
autorijder heeft krachten onder controle
die vele malen groter zijn dan zijn eigen
lichamelijke kracht, en heel wat betrouw
baarder. En toch kan hij er mee doen wat
hij wil. Omdat met de motorkracht de
kracht die direct onder onze wïlscontrole
berust vele malen groter wordt, raakt ook
ons zelfbewustzijn en ons machtsbeleven
ervan op toeren. Een nonchalant-lichte
kromming van onze tenen, en tig paarde-
krachten komen zachtruisend in bewe
ging. Omdat met minimale inspanning
een imponerend effect te bereiken is, is ie
dere auto in wezen een broeinest van kin
derlijke almachtsgevoelens.
Arme voetgangers die daarvan het
Daarbij komt nog dat de auto, al die
kracht en techniek beschikbaar met de
beweging van een vingertop, ons eigen
persoonlijke bezit is terwijl de trein van
iemand anders is, het territorium van
een vreemde waar we alleen maar even te
gast zijn. Hoe modem, snel en luxueus
een trein ook is, we zijn er alleen maar
toeschouwer. Maar in onze nieuwe auto
met zijn geraffineerde techniek hebben
we de technische vooruitgang in onze ei
gen hand, in onze eigen achtertuin of op
onze eigen oprit. Zelfs als we absoluut
niet meer kunnen begrijpen hoe het alle
maal werkt, heeft de gedachte de nieuw
ste, allerlaatste, allerpienterste techniek
de onze te mogen noemen toch het effect
van een injectie op onze persoonlijkheid.
En tot slot biedt de auto ons een tweede
huid, één die sterker is dan onze vleselijke
huid en waardoor we tegen weer en wind
worden beschermd. In die huid gehuld
kunnen we ons warm en comfortabel
door een koude avond als een kind vrij-
wel moeiteloos heen en weer laten wiegen
in een pas verschenen advertentie, waar
in een nieuw type wordt geïntroduceerd
als het middel om het janhagel ver achter
je te laten met de slogan: "Een auto die
gebouwd is vanuit een vertrekpunt waar
voor anderen de eindstreep ligt".
Afstand in sociale status wordt nu ver
taald in de snelheid waarmee je met be
hulp van je motorvermogen andere auto
gebruikers op afstand kunt zetten. De au
to is zover 'gepsychologiseerd' dat het
voor veel mensen al voldoende is te weten
dat hun auto sneller en high-technischer
is dan die van de meeste anderen. Het
hoeft niet eens meer echt op de weg bewe
zen te wordenwat ook steeds lastiger
wordt door de verkeersintensiteit en de
geestelijke slachtoffer worden. Wachtend
voor een stoplicht kunnen bepaalde auto
mobilisten het niet laten om overstekende
medemensen de schrik op het lijf te jagen
door heel even het gaspedaal in te druk
ken. Het aanzwellende motorgeluid heeft
het effect van het geblaas van een draak.
De potentiële slachtoffers weten niet hoe
snel ze wet moeten komen.
Omdat ieder van ons behept is met
een zeker machtsstreven, heeft de auto
een psychologische meerwaarde ten op
zichte van de trein en ander openbaar
vervoer, die zich door verbetering van het
aanbod en verlaging van de prijs van het
laatste toch moeilijk zal laten wegcon
curreren.
waarheen we maar willen. De auto als
een baarmoeder voor de volwassene, zij
het een blikken baarmoeder.
Zelden heeft de techniek psychologisch
gezien zo'n succesvolle behoeftebevredi-
ger voortgebracht als de auto, en het is
onwaarschijnlijk dat ze dat kunststuk
ooit nog een tweede keer zal uithalen.
Maar het is juist dit succes waarop de au
to zich aan het stuk rijden is. Zoals vol
wassenen de bevrediging van hun kin
derlijke behoeften voor een belangrijk
deel zullen moeten intomen wil het onder
elkaar een beetje leefbaar blijven, zo zul
len ze ook voor een groot deel van de auto
afscheid moeten nemen. Het was ook te
mooi om waar te blijven.
koninklijke weg naar het onbewuste'
noemde en die een belangrijke rol speel
den in zijn analyses, zijn nooit bewezen.
Sterker nog, er zijn de laatste jaren eigen
lijk alleen maar aanwijzingen gevonden
dat dromen niet de plaats zijn waar de
verboden wensen zich ongestoord kun
nen uitleven. Desondanks durft nog bij
na niemand hardop te zeggen dat die
droomtheorieën écht onzin zijn.
Anders is dat met Freuds al genoemde
Electra-complex. Freud zag in het kleine
meisje, aldus De Nobel, eigenlijk een ke
reltje. "De ontwikkeling naar een vol
wassen vrouwelijke seksuele identiteit
verloopt via een aaneenschakeling van
narigheid. De schok van de ontdekking
van het geslachtsverschil doet het meisje
belanden in mismoedigheid en een po
ging er toch nog maar het beste van te
maken, dit alles in het besef dat de posi
tie van de man voor haar toch nooit haal
baar is. Het veronderstelde castratiecom
plex (penisnijd) definieert de vrouwelij
ke seksualiteit strikt negatief, niet als
iets eigens, maar als een minderwaardige
variant op de mannelijke ontwikkeling.
Daar is inmiddels wel verandering in ge
komen".
Psychiater Heerma van Voss merkt op
dat dank zij bijvoorbeeld de wereldbe
roemde dr. Benjamin Spock ('een grote
popularisator van Freud') zeer veel van
Freuds ideeën over het belang va,n dro
men, de vroege kindertijd èn de seksuele
gevoelens van kleine kinderen, gemeen
goed zijn geworden. "We weten nu dat
kinderen wezens zijn met wie je zorgvul
dig moet omspringen, kennen het belang
van de kindertijd en de rol van de ouders
daarin", aldus Heerma van Voss.
Zijn collega Van den Berg ziet het be
lang van Freud er vooral in dat we zijn
gaan inzien dat zich dingen in onze ge
voelswereld afspelen waarvan we ons
niet altijd direct bewust zijn. "Maar die,
als we er even bij stilstaan, tot inzicht
kunnen leiden over onze eigen en ander
mans daden". Niet alleen individueel,
maar ook op het niveau van landen of
maatschappijen.
De psycho-analyticus Groen bijvoor
beeld ziet de koopwqede die elke zater
dagmiddag overal te observeren valt, als
een symptoom van onvolwassenheid. De
verzorgingsstaat speelt daarbij de rol van
plaatsvervangend moeder: "Zo hou je
het idee: ik krijg het wel, ik krijg het van
moeder. En daardoor kan ik mij iemand
voelen. Je komt dan niet tot een ik-
ben-ik, ïk-ben-mezelf en hebt dan al
tijd het andere nodig om je iets te voelën.
Als volwassene moet je het weliswaar
zelf kopen, maar de betekenis blijft het
zelfde. Mede daardoor ontstaan er pro
blemen wanneer je de geldkraan dicht
draait. Dan krijgen mensen het gevoel
dat de zaak instort Want verlating
door de moeder is het ergste dat een kind
kan overkomen. Het gilt, schreeuwt,
wordt kwaad, slaat met de kop tegen de
muur want het moet die agressie kwijt".
Blaadje
Vergezocht of waar? Het is een vraag
waarop een definitief antwoord nauwe
lijks te geven is. Voor een oordeel over de
waarde van Freuds ideeën is het mis
schien nog te vroeg, misschien komt dat
moment nooit. De balans opmakend'
stelt de internist Hoogendoorn dat Freud
in elk geval een revolutie teweeg heeft
gebracht in de psychiatrische praktijk:
"En de intense aandacht voor de patiënt,
het volledig tot zijn recht laten komen
van het gevoelsleven, de vrije associatie
en het serieus nemen van klachten die
eerder als onbelangrijk of aanstellerij
werden afgedaan, hebben een niet te on
derschatten vermenselijkende invloed
gehad op de geneeskunde en de hulpver
lening".
Want, zoals de Tilburgse hoogleraar
Soudijn het onlangs uitdrukte: "Elke
stroming in de hedendaagse psychologie
is wel een blaadje aan de Freudiaanse
boom, hoe ver hij ook van stam is verwij
derd".
In de zomer van 1902 rijdt een Duitse
schrijver, Otto Julius Bierbaum, in een
open Adler-Phaeton, vandaag de dag
een van de zeldzaamste oldtimers, van
Berlijn naar Sorrento in Italië en weer te
rug. In het verslag van die reis legt hij op
vlijmscherpe wijze bloot hoe het komt dat
de trein het steeds weer tegen de auto
heeft moeten afleggen: "De trein trans
porteert. ons en dat heeft met echt reizen
niks van doen. Wij worden tot passiviteit
veroordeeld en reizen betekent de
meest vrije beweging. De trein spant ons
in een dienstregeling, maakt ons tot ge
vangenen van door anderen opgestelde
tijdschema's, sluit ons op in een kooi, die
we niet open kunnen maken, laat staan
kunnen verlaten als we dat willen. De
trein sleept ons heen en weer, niet van de
ene plaats naar de andere maar van het
ene station naar het andere. Wie dat rei
zen noemt die kan net zo goed een militai
re parade als boswandeling aanduiden".
In de tweede helft van de vorige eeuw
had de trein begrippen als afstand en
tijd op een ingrijpende manier ineen
doen krimpen. De welgestelde klassen in
de samenleving konden van deze moge
lijkheid alleen genieten ten koste van hun
oude voorrechten. Door dé koets waren ze
aan een souvereine reisstijl gewend ge
raakt, een reisstijl waarbij ze het gewone
volk op afstand konden houden en naar
believen en op hun eigen tijd konden
gaan en stoppen waar ze wilden. Maar
nu moesten ze zich, wilden ze van de voor
delen van de trein gebruik maken, aan
dienstregeling en spoornet onderwerpen.
De afstandelijkheid waarmee ze hun so
ciale superioriteit altijd hadden duide
lijk gemaakt, was niet langer meer te
handhaven. Met het gewone volk moesten
ze in een en hetzelfde voertuig en in één
reisschema.
En toen kwam de auto. Opeens kon men
alle vruchten van de transportrevolutie
plukken, zonder op de voordelen van de
koets iets te hoeven inleveren'. Zo werd
vanaf het allereerste begin de auto geas
socieerd met het idee van onafhankelijk
heid, van reizen zonder de dwang van
dienstregelingen en van het ontvluchten
aan de grote massa. De automobiele le
venstijl beleefde zijn geboorte in de 'hoog
ste' klassen van de samenleving. Wie de
ledenlijsten van de automobielclubs tot
1930-35 bekijkt, heeft het gevoel een soort
van Wie is Wie in de High Society? onder
ogen te hebben: het krioelt van de adel.
van bankiers, fabrikanten, welvarende
kooplieden en bekende academici. De rij
ken demonstreerden voor de verbaasde
ogen van de massa wat het betekende om
met een auto door de wereld te trekken.
"Ondanks het feit
dat hij pioniers
werk verrichtte
heeft Freud er
nooit echt naast ge
zeten". (archieffoto)
clandestien. Welnu, dat is precies wat er
gebeurt met het geweten: de verdrongen
waarheid blijft bestaan, maar overge
bracht in een andere taal, een neuroti
sche taal".
Volgens Freud was het van de herken
ning van de diepere oorzaak en de erken
ning daarvan door de patiënt nog,maar
een te verwaarlozen klein stapje naar ge
nezing. Al wordt, zo waarschuwde hij
wel, in het beste geval de 'neurotische el
lende' -omgezet in de 'Kummer des
Alltags'.
Bedrog
Toch is dat standpunt van 'kennis is ge
nezing' een van de punten waarop Freud
vaak 'fel is aangevallen. Zoals door de
hoogleraar Karei van 't Reve: 'in de me
dische wetenschap zoek je naar een oor
zaak van pijn of ziekte en naar een medi
cijn, een middel. Als iemand een virusin
fectie heeft, kan hij een serum proberen
te vinden. Als iemand ziek wordt van te
veel aardappelen eten, moet hij daarmee
ophouden. Freud beweert dat als iemand
eenmaal weet waarom hij neureotisch is,
hij beter is. En dat is onzin. Er zijn geval
len bekend van zijn patiënten die later
nog even kierewiet bleken te zijn als in
het begin Ik ben gaan denken dat het
bedrog was wat hij opschreef en dat ge
loof ik nog steeds".
Het tweede verwijt dat de psycho-ana
lyse altijd naar het hoofd is geslingerd, is
het gebrek aan wetenschappelijkheid.
Freud noemt in zijn tientallen geschrif
ten in totaal 133 gevallen die hij heeft be
handeld, waarvan hij er zes uitgebreid
beschreef. Twee daarvan behandelde hij
op afstand, drie patiënten genazen maar
gedeeltelijk en één ervan (de Wolven
man) bleef tot aan zijn dood aan zijn
dwangneurose lijden. Geen doorslaand
succes dus.
Los daarvan voldoet de theorie van
Freud niet aan de eis van voorspelbaar
heid als ditdan dat), een norm die de
wetenschapsfilosoof Popper ooit formu
leerde Zoals Van 't Reve zegt: "Nooit
heeft Freud gezegd: een persoon met die
en die symptomen kan nooit zo en zo
dromen. Nee, iedereen kan alles dromen,
Freud heeft voor alles een verklaring".
Maar is daarmee de psycho-analyse
waardeloos? Niet alleen tijdens Freuds
leven gingen veel van zijn aanvankelijke
aanhangers (met name Alfred Adler met
zijn Individualpsychologie en Carl
Gustav Jung met zijn analytische psy
chologie) hun eigen weg. Via mensen als
Otto Rank, Wilhelm Reich,* en Melanie
Klein lopen de lijnen van Freuds denken
door tot in onze tijd.
Bovendien is binnen de psycho-analy
se zelf ook het nodige veranderd. Vol
gens Leo de Nobel, directeur van het
psycho-an^lytisch instituut in Amster
dam, is Freud nog altijd de vaandeldra
ger van de psycho-analytische beweging,
maar is een kritische discussie over zijn
werk meer regel dan uitzondering. Al
heeft Freud er, zo zei De Nobel onlangs
in een interview, ondanks het feit dat hij
pionierswerk verrichtte vrijwel nooit
echt naast gezeten.
Nooit bewezen
Zijn theorieën over dromen, die hij 'de