OEKEN
De dood tastbaar gemaakt
Hoogspanning in nieuwe roman W.F. Hermans
Fazil Iskander maakt
lezen tot genoegen
Een beetje 'scheel' kijken met Alice in Wonderland
LITERATUUR
In het laatste
Nieuw Wereldtijdschrift staat een
verhaal van de Russische schrijver
Fazil Iskander, dat ik in de afgelo
pen weken een paar keer heb gele
zen. Het is een verhaal waarin Is
kander vertelt over zijn gekke oom
Kolja. Telkens weer stemde het ver
haal me vrolijk.
Omdat ik niet direct onder woor
den kon brengen waarom, ben ik op
zoek gegaan naar ander - vertaald -
werk van Iskander. Zo stuitte ik op
'Sterrenbeeld Geitegems' dat jaren
geleden bij Van Oorschot ver
scheen en het onlangs vertaalde
'Het oude huis onder de cipres'.
'Sterrenbeeld Geitegems' is een
satire waarin Iskander het Sovjet-
beleid gewiekst belachelijk maakt.
Toen ik het boek uit had, had ik het
ook écht uit: behoefte aan herlezen
had ik niet, zoals in het geval van
'Oom Kolja'. Zij het dat een paar
passages herinneringen opriepen
aan dat verhaal in het Nieuw We
reldtijdschrift.
Ik begon aan 'Het oude huis on
der de cipres', dat dezer dagen werd
uitgegeven door Contact. En zie: de
Oom Kolja-sensatie was terug. Re-,
gelmatig begon ik opnieuw aan een
passage, puur uit genoegen. Eigen
lijk las ik, zoals het zusje van de
hoofdpersoon uit het boek een bo
terham met spek eet: zo langzaam
mogelijk, en de lekkerste stukken
het laatst.
Evenals 'Oom Kolja' bestaat 'Het
oude huis onder de cipres' uit
jeugdherinneringen. De hoofdper
soon is een jongen die geen klok
kan kijken. Het décor: de Sovjetu
nie van vóór de Tweede Wereldoor
log, toen de terreur van Stalin op z'n
hevigst was.
Die tijd en de handicap van de
jongen worden door Iskander in
één passage aan elkaar gekoppeld.
Dat doet hij aldus: "Laten we het nu
over de tijd hebben. Maar alvorens
het over de historische tijd te heb
ben moet ik zeggen dat ik destijds
met de gewone tijd ingewikkelde,
gecompliceerde betrekkingen had
ontwikkeld, of beter gezegd, niet.
met de tijd, maar met de klok".
Het is niet zo dat Stalin door het
hele boek spookt. Pas tegen het ein
de als de vader van het jongetje is
opgepakt doemt hij in al zijn ver
schrikkelijkheid op. Dat gedeelte is
ook het meest ontroerende deel van
'Het huis onder de oude cipres'.
Voor het eerst laat Iskander - die
steeds een laconieke toon aanslaat -
zich dan 'gaan'.
Het is trouwens die laconieke
toon die me zo bevalt in het werk
van deze Rus. (Of eigenlijk Abcha-
ziër, want Iskander is geboren in
Abchazië, een provincie in het
noordwesten van de Sovjetrepu
bliek Georgië) De toon van Iskan
der is de toon van iemand voor wie
het leven in de eerste plaats een
merkwaardig toneelstuk is. Van
daar dat hij zich vaak vrolijk maakt,
en als hij zich beklaagt dan doet hij
dat op een humoristische manier,
waardoor de angel uit de klacht is
gehaald.
Maar laat ik een voorbeeld geven.
Stelt u zich een groot gezin voor, er
zijn niet genoeg bedden voor ieder
een, dus moet de jongste op de
grond slapen. Geef een Nederlands
auteur dit gegeven en we krijgen
een huilpartij voor onze kiezen.
skander daarentegen schrijft: "Er
waren niet genoeg bedden voor ie
dereen, maar op de grond was
plaats genoeg. Persoonlijk had ik
niets aan een bed omdat ik in deze
onrustige periode van mijn leven
toch uit mijn bed viel, zodat een bed
voor my zelfs gevaarlijk was".
Soms moest ik tijdens het lezen
van Iskander aan het werk van Bies
heuvel denken. Ze hebben gemeen
dat ze met een zekere graagte een
andere weg inslaan tijdens het ver
tellen, of opeens ophouden midden
in een verhaal. Een zekere grillig
heid dus. Er is alleen één groot ver
schil: de bokkesprongen van Iskan
der komen niet voort uit onmacht,
hij heeft de hele tijd de touwtjes ste
vig in handen. Ik hoop dat er meer
werk van hem wordt vertaald.
WIM BRANDS
Het oude huis onder de cipres, Fazil Is
kander, vert. Marja Wiebes en Margriet
Berg, uitgeverij Contact.
Werk dat tijdens de ouderdom van
een kunstenaar is ontstaan is vaak
gedurfd en ongedwongen. Alsof de
wetenschap dat hem nog weinig tijd
rest hem ineens de kans biedt los te
breken uit de gevestigde norm om
een ultieme en markante stelling te
poneren. Dit zegt Ethel Portnoy
over de dagboeken van Marcel
Jouhandeau, die zij samen met
Hebzibah Kousbroek vertaalde.
Nu, zoveel gedurfds en markants
komt er niet voor in deze dagboe
ken. Niet meer dan in andere.
Jouhandeau leidde een ongewoon
leven, dat is waar. Men valt tijdens
het lezen van de ene verbazing in de
andere. Maar dat heeft niets met zijn
ouderdom te maken. Eerder heeft
die zijn extravagantie getemd, lijkt
me. Jouhandeau had inderdaad ve
le kanten: gekwelde echtgenoot,
would be-heilige, verzotte grootva
der, ultra-rechtse conservatief, ho
moseksueel, voetenfetisjist, mysti
cus, filosoof.
Maar wat opvalt is dat hij bij al de
ze eigenschappen niet bevrijd los
breekt uit een gevestigde norm,
maar juist wordt opgenomen in een
nieuwe orde, een nieuwe wereld die
hij nog niet kende en die al die ro
buuste karaktertrekken een won
derlijke mildheid en onzekerheid
geven: de wereld van de bijna-do-
den. Deze dagboeken gaan over de
dood. Ze zijn niet gedurfd en onge
dwongen; ze zijn huiverig, tastend,
zoekend. Jouhandeau probeert zich
voor te bereiden op de dood:
"Soms de indruk er al niet meer te
zijn. Mijn lichaam lijkt niet meer
dezelfde dichtheid te hebben als
vroeger. Langzamerhand voel ik
mijzelf mijn eigen spook worden,
anderen lijken me van een andere
soort dan ikzelf, alsof ik mij bewoog
tussen mieren of termieten van reus
achtige afmetingen".
Omdat Jouhandeau zich geen li
teraire kunstgrepen of gemaakthe
den meer veroorlooft en min of
meer rechttoe-rechtaan schrijft,
wordt de dood voor de lezer zo voel
baar als voor hemzelf. Het is sinis
ter, maar ook spannend. Alsof we
iets zien dat we niet hadden mogen
zien. Met simpele zinnetjes bereikt
hij dit effect:
"Het is een troost om netjes te kun
nen sterven, zonder de wereld de
herinnering te laten van een langza
me en weerzinwekkende ontbin
ding. Mocht niettemin een dergelijk
einde voor mij zijn weggelegd, dan
zou ik desondanks trachten mij er
bij neer te leggen, ervan te genieten
zelfs, tot de laatste vleug licht en
warmte me werd ontnomen".
De laatste vleug licht en warmte.
Niettemin valt er ook veel te la
chen in dit boek, al is het bijna alle
maal tragi-komisch wat er gebeurt.
Met name Jouhandeau's huwelijk
met Elise Apremont, een danseres
voor wie Satie muziek schreef, le
vert veel stof tot hilariteit. Met een
lankmoedigheid die aan masochis
me grenst laat hij zich de soms
ronduit verschrikkelijke grillen van
deze vrouw welgevallen. Ergens
vergelijkt hij haar zelfs met Hitier.
Als ze met een slagaderwandont-
steking wordt opgenomen in het
ziekenhuis schrijft hij blij: "Al sinds
tien jaar heb ik in dit huis geen bad
kunnen nemen. Ik ga dit morgen
doen, want ze is er niet". Een andere
keer noteert hij: "Ik droomde dat ik
lag te sterven en dat Elise zich over
mijn bed boog; voor ik de laatste
adem uitblies wurgde ik haar, zon
der te weten waarom. Waarom?
Misschien omdat ik wilde voorko
men dat ze in mijn paperassen zou
gaan snuffelen'.
Marcel Jouhandeau was een zeer
bijzondere man, een zeer innemen
de man ook. Veel van wat hij
schrijft wil je wel geloven, omdat hij
zo aardig is. Ik raad iedereen die
kampt met een slecht huwelijk, en
iedereen die twijfelt aan zyn onster-
felijkheid dit boek aan.
PETER BEKKERS
Dagboeken. Marcel Jouhandeau, vert.
Hebzibah Kousbroek, gekozen en van
een nawoord voorzien door Ethel Port
noy, uitg. De Arbeiderspers.
Nieuwe Uitgaven
Literatuur/proza
De rekening. Lothar Mantoua leidt
verwarrend bestaan en gaat op zoek naar
zijn verleden. Laatste roman in een reeks
n drie van Boudewijn Büch. Uitgeverij
derspers, f39,90.
Abahn Sabana David. Roman van
De Arbeidersp
19,50.
Hartslag in Barcelona. Verhalenbun
del van Liesbeth Vroege. Uitgeverij De
Prom.J" 27,50.
De langt
vertaling van Salman Rushdie's fel i
Uitgeverij Veen,
De Duivelsverzen. De langverwachte
ing va
streden Satc
f39,90.
Zomc
Polak. Debuutt
joodse verhalen'. Uitg. Amber, 22,90.
Bewegingen van heimwee, Alfred Bir-
ney. Na Tamara's Lunapark' de tweede
roman in een serie over mensen die hun
jeugd in een tehuis hebben doorge
bracht. Uitg. In de Knipscheer, 25,-.
well Grant. Romantiek en avontuur in
het China ten tijde van de revolutie. Uitg.
De Boekerij, ƒ39,90.
Haastig oponthoud. Man en vrouw
ontmoeten elkaar op een pedagogisch
congres en storten zich in een avontuur
dat onverwachte emoties en frustraties
losmaakt. Roman van Joris Tulkens. Uit
geverij Manteau, f29,90.
Het oude huis onder de cipres. Verhaal
over een zeer intelligent jongetje, dat niet
kan klokkijken en voortdurend leeft in
de angst voor ontdekking. Zijn sadis
tische vriendje maakt er misbruik van.
Verhaal dat zich afspeelt in de tijd van de
Stalinistische terreur van Fazil Iskander,
een schrijver uit de Sovjetprovincie Ab
chazië (Georgië). Uitgeverij Contact,
f27,90.
Moeders en dochters. Vrouw dwaalt
stuurloos rond in het niemandsland tus
sen jeugd volwassenheid, bang zo te wor
den als haar moeder. Roman Eva Bentis.
Uitgeverij Contact, f24,90.
Akropolis. Verhalenbundel van Cees
Verburg. Uitgeverij Amber, f27,50.
Zonder jas de straat op. Debuut van
Helene Weyel. waarin ze de lotgevallen
beschrijft van drie jonge mensen in de ja
ren zeventig in Amsterdam. Uitgeverij
Van Gennep, ƒ27,50.
'Au pair', de nieuwe roman van W.F.
Hermans, is een onderhoudend
boek. Vierhonderdvijftien pagina's
lang weet de oude vos de lezer in de
ban te houden met dit thriller-achti-
ge verhaal. De nodige polemische
uitstapjes, vooral richting Neder
land, zorgen voor de boosaardige
twinkeling in dit proza.
Het hoofdthema? Het is het oude,
maar nog steeds actuele, liedje dat
Hermans hier weer zingt: de wereld
is slecht, de mensen liegen; nooit
zullen wij weten wat er zich werke
lijk afspeelt in het hart van de an
der; de leugen is de basis van onze
samenleving.
In 'Au pair' maken wij kennis met
Paulina, een 1 meter 92 lange Vlis-
singse die in Parijs kunstgeschiede
nis wil gaan studeren. Om in haar le
vensonderhoud daar te kunnen
voorzien, besluit ze zich te verhuren
als 'au pair'.
Paulina komt in huis bij een advo-
catenechtpaar, waar ze moet zorgen
voor een vroegrijp, moddervet, jon
getje. Ze krijgt een smerig kamertje
ergens op de zolderverdieping. Al
ze de eerste avond thuiskomt, treft
ze haar buurman dronken aan in
haar bed. De volgende morgen
moet ze meemaken hoe haar werk
geefster, mevrouw Pauchard, zich
in haar bijzijn ontlast. Aangetekend
zij hierbij dat de advocate aan de
dunne is. Hermans schrijft dat de
Frangaise Paulina 'toelaat' zoals
mensen op hun huid een vlo of luis
toelaten. Voor een luis hoef je je niet
te schamen.
Narigheid dus wat de klok slaat,
schaamteloze uitbuiting van een
'gastarbeidster'. Maar al snel wijzigt
Hermans de koers. Paulina neemt
ontslag. Haar tweede werkgever is
W.F. Hermans: nog steeds messcherp
de rijke generaal De Lune. De kuipen op gouden leeuwepoten dit te danken heeft. Ze hoeft niets te
Zeeuwse kan baden in weelde. Du- wachten op haar bevallige rondin-
re parfums en lotions staan voor gen, kortom: het ontbreekt haar aan
haar klaar, zij mag zich kleden in niets.
'haute couture' en marmeren bad- Paulina vraagt zich af
in Vlissingen is geweest, de geboor
teplaats van Paulina. Later komt de
aap uit de mouw: ze wordt door de
familie zeer geraffineerd ingescha
keld bij het over de grens smokke
len van een groot kapitaal.
Generaal De Lune heeft dat geld
in bewaring gekregen van een jood
se man die Frankrijk in de Tweede
Wereldoorlog heeft moeten ont
vluchten. Deze man heeft nog maar
één wettige erfgenaam: een familie
lid dat - godbetert - bij de SS heeft
gezeten. De generaal ziet zich ge
plaatst voor een moreel dilemma.
Hij wil het geld schenken aan een
joodse instelling, maar hoe moet hij
dat regelen zonder in aanvaring te
komen met de wet?
Hermans is uitermate goed öp
dreef in 'Au pair'. Hij schudt niet
meteen alle troefkaarten uit zijn
mouw, maar bouwt de spanning
langzaam op. Hij schrijft messcherp
en beeldend.
"Hij schroefde de dop van zijn
vulpen. Voordat hij haar op papier
zette, maakte hij er een paar schrijf
bewegingen mee in de lucht, zoals
kappers ook eerst een paqr maal
hun schaar open en dicht laten klap
pen, alvorens er een stukje haar mee
af te knippen".
Dat hij geen hoge pet op heeft van
Nederland, steekt Hermans nog
steeds niet onder stoelen of banken.
Zo vergelijkt hij de Amsterdamse
universiteitsbibliotheek bijvoor
beeld met een 'lege kippenfokkerij'.
Met 'Au pair' heeft Hermans we
derom bewezen dat hij zich als Ne
derlands romancier nog steeds op
eenzame hoogte bevindt. En dat li
doen, alleen maar af en toe te luiste- teratuur ook erg spannend kan zijn.
ren naar de uiteenzettingen die de CEES VAN HOORE
Voor alles een dame. Renate Dorres-
tein maakte een soort almanak voor het
komende jaar met als leidraad de beleve
nissen van een vrouw die de zorg heeft
voor een aantal moeilijk opvoedbare
meisjes. Uitgeverij Contact, 27,50.
Zij komen...Herinneringen van Ans
van der Heide-Kort aan de bevrijding en
vooral aan de vele geruchten over de be
vrijding die daaraan vooraf gingen. Uit
geverij Zevenster.
Non fiction
Boodschap aan de Bijbel. 60 bekende Ne
derlanders over 'het boek'. Uitgeverij Ne
derlands Bijbelgenootschap, 37,50.
Op weg naar stilte; het leven van Char
les 'Buddy' Bolden. Michael Ondaatje
maar wiens carrière in 1907 even abrupt
als tragisch eindigde met opname in een
gekkenhuis. Uitgeverij Bert Bakker,
f34,90.
Yen. De bekende Amerikaanse journa
list Daniel Burstein, die zich al jaren
sprecialiseert op het Verre Oosten,
vraagt zich af of Tokyo New York heeft
verdrongen als centrum van de financië
le wereld. Uitgeverij Veen. f39.90
Schaken voor de basisschool. Instruc
tief boekje van Rob Brunia en Cor van
Wijgerden. Uitgeverij Van Loghum Sla
terus, f28,-
Truien met sportmotieven. Een keur
aan brei-modellen van Judy Dodsen met
een apart hoofdstuk over basistechnie
ken en tips over materiaalgebruik. Uitge
verij M&P, f32,50.
Meisjes, een wereld apart. Een onder
zoek naar de subculturen van tienermeis
jes foot Mieke de Waal. Uitgeverij Boom,
f34,50.
De geesten van het oerwoud. Tobias
Schneebaum doet verslag van zijn erva
ringen in Nieuw Guinea, waar hij als eer
ste westerling doordrong tot de gemeen
schap van de Asmat, een volk dat nog
nauwelijks met de westerse beschaving
aanraking was geweest. Uitgeverij
rij Bert Bakker, f 14,90.
De GPOe op de Overtoom. Igor Corne-
lissen onderzocht het leven en werken
van Russische spionnen in Nederland in
de periode 1920-1940. Uitgeverij Van Ge-
.eopoli
Hets
e boek v
schert blikt op de lijdensweg van haar
dochter, die begon met de ontdekking 27,50.
van een bultje en eindigde in haar dood.
Een speurtocht die uiteindelijk leidde
naar het medisch tuchtcollege. Uitgeve
rij De Boekerij.
Van broekboom tot boomgek. Kees
Duinker en tekenaar Kees van Scherpen-
nnep, ƒ44,50.
De eerste neger is het i
Rudie Kagie waarin de
derland op de komst vai
centraal staat. Uitgeverij Wereldvenster,
zeel brengen zestig bomen tot leven in de
vorm van herinneringen of petites histoi-
res. Uitgeverij Amber, f 17,50
Over goed geld en kwaad geld. Uit het
leven gegrepen stukjes.,van G.L. van
Lennep met geld in de hoofdrol. Uitgeve-
Jeugdboeken
Rutgers reis, Willem Wilmink. Een avon
tuurlijke, middeleeuwse jeugdroman
*"illem Wilmink. Uitg. Bert Bakker,
19,90.
Niet aanraken Kaatje! (ƒ19,50), Wij
gaan op berenjacht 24,50) en het derde
boek met avonturen van Dikkie Dik
ƒ21,50). Drie prentenboeken, uitge
bracht door Gottmer.
Big. Vier prentenboeken van uitgeverij
f22,50 per stuk.
stampen van de slang. Avontuur
lijk verhaal van Leonie Kooiker. Uitgeve
rij Leopold, f24,90.
Kikker is verliefd. Prentenboek van
Mex Velthuijs. Uitgeverij Leopold,
f21,90.
Allemaal naar de speelzaal Ritmische
teksten van Mieke van Hooft met teke
ningen van Ruud Bruijn over de peuter
speelzaal. Uitgeverij Holland, 13,90.
Maartje-Michiel Gudrun Mebs geeft
de gedachtenwereld van een kleuter
weer. Uitgeverij Holland, 17,90.
Verder kijken dan je neus lang is. Bou
dewijn en Emmelientje kijken in dit ver
haal van Diet Verschoor wat verder dan
hun neus lang is en komen zo in een we
reld terecht die heel anders is dan die
waarin ze normaal leven. Uitgeverij Hol
land. 16,90.
Op een zomerdag in 1862 maakt de
dertigjarige Charles Lutwige
Dodgson een roeitochtje samen met
zijn vriend Duckworth. Het tweetal
is in gezelschap van de drie doch
ters van de directeur van het Christ
Church College, waar Dodgson les
geeft. Dodgson vertelt de kinderen
een verhaal over een meisje dat in
een konijnehol walt en zo terecht
komt in een fantasiewereld. Edith
(8), Alice (10) en Lorina (13) zijn ver
rukt.
Als het gezelschap pas om kwart
over acht terugkeert op het univer
siteitsterrein, vraagt Alice hem het
verhaal op te schrijven. Dat is de ge
boorte van 'Alice Adventures Un
derground', de voorloper van het
wereldberoemde 'Alice in Wonder
land'. Charles Dodgson belooft Ali
ce om het verhaal op te schrijven en
hij hoopt haar de geschreven tekst
met Kerstmis te kunnen geven.
In een prachtig, beetje priegelig
handschrift schrijft hij zijn vertel
ling neer. In februari is het af, maar
hij wil er ook nog zelf tekeningen bij
maken. In september van het vol
gend jaar kan hij haar het boekje
aanbieden.
Het succes van 'Alice's Adven
tures' is bij Alice Liddell nog groter
als zij merkt dat veel van wat zij
hebben meegemaakt er in verwerkt
is. Zijzelf staat model voor Alice,
haar lievelingspoes Dinah komt er
in voor, haar zusjes Lorina en Edith
zijn in het boek Lory en Eaglet. Ook
de volwassen vrienden Duckworth
en Dodgson hebben in het boek hun
alter ego: Duck en Dodo. De gedich
ten in het verhaal zijn bewerkingen
van bekende (kinder-) gedichten uit
die tijd.
Een vriend adviseert Dodgson
met het verhaal naar een uitgever te
gaan. Maar de verlegen wiskunde
docent twijfelt over de kwaliteit van
zijn eigen tekeningen. Hij besluit
om de voor 'Punch' werkende John
Tenniel te vragen zijn werk te illu
streren. De samenwerking verloopt
niet al te soepel. Omdat Dodgson
duidelijk voor ogen heeft hoe hij
zijn verhaal geïllustreerd wil zien,
draagt hij Tenniel precies op hoe hij
zijn tekeningen moet maken.
Hoewel dit resulteert in een per
fecte eenheid tussen tekst en teke
ning, was John Tenniel minder te
spreken over deze i
ken. Daarom ziet hij op tegen een
hernieuwde samenwerking bij het
tweede deel van 'Alice': 'Trough the
Looking Glass'.
Op 4 juli 1865 ontvangt Alice Lid
dell het eerste gedrukte exemplaar
van 'Alice's Adventures in Wonder
land'. Dodgson heeft het geschre
ven onder de naam Lewis Carroll,
een pseudoniem dat ontstond door
zijn voornamen eerst in het Latijn te
vertalen en vervolgens terug te ver
basteren naar het Engels.
Gespleten
Rond de persoon van Dodgson is
veel te doen geweest. Zijn gespleten
persoonlijkheid heeft biografen
verleid tot uiteenlopende interpre
taties van zijn leven. Enerzijds was
hij een saaie, dorre man, die altijd
wat te zeuren had. Zo zijn er tiental
len brieven bewaard gebleven,
waarin hij zich bij de huishoudelij
ke dienst van zijn college beklaagde
over bijvoorbeeld de veel te gare
bloemkool. Zijn pietluttigheid
blijkt ook uit het feit dat hij op reis
altijd van te voren nauwkeurig uit
rekende hoeveel geld hij nodig had.
De afgepaste bedragen stopte hij in
een aantal aparte enveloppen in ver
schillende zakken van zijn jas. Hij
leefde zeer teruggetrokken en had
moeite met het leggen van contac
ten.
Anderzijds bleek al jong dat
Dodgson beschikte over een zeer.
speelse geest. Als derde zoon uit een
gezin van elf kinderen bleek al
vroeg zijn grote voorliefde voor taal
spelletjes. In het familietijdschrift
maakte hij puzzels, parodieën en
teksten vol woordspelingen. Hij
studeerde aan de universiteit van
Oxford waar hij later docent werd.
Onder zijn eigen naam heeft hij een
groot aantal wetenschappelijke pu-
blikaties geschreven. Onder het
pseudoniem Lewis Carroll schreef
hij gedichten, onzinverhalen en
maakte tekeningen.
Zijn voorkeur voor het gezel
schap van kleine meisjes blijkt uit
zijn verhalen en uit de lijst van jon
ge vriendinnetjes die hij bijhield in
zijn dagboek. Alice Liddell stond
bovenaan zijn lijst en na haar huwe
lijk schreef hij haar: "Ik heb talloze
kindervrienden gehad sinds jouw
tijd, maar die waren heel iets an
ders".
Ook blijkt zijn voorkeur uit de ve
le foto's, die hij van meisjes maakte.
Hij mag gerust worden gerekend tot
één van de beste portretfotografen
van de 19e eeuw. In ieder geval was
hij een van de eerste die kinderen
als onderwerp van zijn portretten
koos.
In zijn relatie met jonge meisjes,
voelde hij zich op zijn gemak. Hij
vertelde hen verhalen, terwijl hij er
tegelijkertijd tekeningen bij maakte
op een tekenblok. Uit memoires
van enkele van 'zijn' meisjes bleek
dat hij niet stotterde in zijn contact
met kinderen.
Seksueel
Ook het verhaal van Alice in Won
derland is onderwerp geweest van
allerhande interpretaties. Werd het
in de negentiende eeuw beschouwd
als een heerlijk nonsens verhaal,
met idiote bewerkingen van be
staande gedichten, na Freud werd
de reis van Alice op een heel andere
manier bekeken. Toen werd Alice
voor het eerst ontrafeld via de me
thoden van de psycho-analyse. Het
boek bleek vol te staan met symbo
len, die seksueel geladen zijn. In een
konijnehol vallen staat volgens de
ze theorie voor cohabiteren en de
vijver van tranen is een substituut
voor het vruchtwater.
Nog later werd Alice geroemd om
de prachtige absurde associaties die
het boek biedt. Het kon de schrijver
niet veel schelen wat men allemaal
in zijn werk zag. Hij zei hierover:
"Welke goede betekenissen er in
mijn werk mogen schuilen, ik ben
gaarne bereid die als de betekenis
van het boek te aanvaarden".
Tegenwoordig wordt Alice vooral
geroemd om het speelse taalge
bruik. Maar daarin schuilt ook het
probleem als het boek vertaald
moet worden. In geen enkele taal
komt het origineel volledig tot zijn
recht. Veel van de typisch Engelse
Illustratie van Anthony Browne uit Alice in Wonderland.
woordgrapjes zijn bijna niet te ver
talen. In het Nederlands zijn er veel
bewerkingen, die totaal geen recht
meer doen aan het origineel. Deze
navertellingen geven hooguit het
concrete verhaal van Alice's droom,
echter zonder de surrealistische
beelden en zonder de rijke taal van
Carroll.
Verder zijn er acht vertalingen,
die - op één na - allemaal onvolledig
zijn. Meestal is er 'gekort' op de poë
zie die Carroll in het verhaal ver
werkt heeft; zo is het begingedicht -
de opdracht aan Alice Liddell - 'ver
geten'. Ook wordt de toekomstfilo
sofie van de oudere zus van Alice
aan het eind van het boek weggela
ten. Waarschijnlijk hebben de ver
talers gedacht dat deze delen niet
thuishoorden in een kinderboek.
Origineel
In de nieuwe vertaling die Nicolaas
Matsier heeft gemaakt, wordt geen
moment rekening gehouden met
kinderen. Matsier gaat uit van het
origineel; nergens heeft hij de taal
versimpeld. Hij heeft zo volledig en
zo nauwkeurig mogelijk de rijke
taal van Carroll in het Nederlands
willen vertalen.
In vergelijking met andere verta
lingen valt op dat die van Matsier
vol zit met meesterlijke vondsten.
In de oorspronkelijke tekst geeft de
leraar oude talen ('an old crab') de
vakken "Laughing and Grief'. In
het Nederlands van Matsier gaf de
man ('een dooie visjesvreter') "griep
en chagrijn". Betere verwijzingen
naar de vakken Grieks en Latijn zijn
er niet te bedenken, alleen jammer
dat Matsier de hoofdletters uit Le
wis tekst niet overneemt. De meeste
andere vertalingen gaan dergelijke
problemen uit de weg door ze sim
pelweg niet te vertalen of door
slechts één van de betekenissen te
geven.
Een goed voorbeeld van die
laatste methode is de titel van het
boek: in het Engels heeft 'wonder'
niet alleen de betekenis van 'mira
kel', maar is het ook een afleiding
van het werkwoord 'to wonder',
'zich verbazen'. Het Nederlandse
'Alice in Wonderland', is dus maar
een gedeeltelijke vertaling van de
Engelse titel. Correcter vond Mat
sier de titel Alice in Verbazië',
maar uiteindelijk kon hij niet om
het ingeburgerde 'Wonderland'
heen.
Hij heeft er zelfs niet voor terug-
gedeinst om verwijzingen te gebrui
ken naar de Nederlandse literatuur;
zo wordt de zwembadpas uit Theo
Thijssens 'Kees de jongen' aange
leerd bij het vak 'schadelijke oefe
ning'.
Surrealistisch
Veel illustratoren hebben gepro
beerd de tekeningen van John Ten
niel te overtreffen. Vrijwel nooit is
dat gelukt; alleen het werk van Ar
thur Rackham uit 1907 geeft een ex
tra, romantische dimensie aan de
tekst.
In de nieuwe Nederlandse uitga
ve is voor het eerst gekozen voor het
werk van een surrealistische kun
stenaar. Anthony Browne werd in
Engeland bekroond voor zijn illu
straties bij 'Alice'. In Nederland is
zijn prenteboek 'Gorilla' in de prij
zen gevallen. Zijn messcherpe, hel
dere tekeningen laten geen poeslief
kindvrouwtje te midden van vreem
de wezens zien, maar een grimmig
meisje in een bizarre, duidelijke
omgeving. Dat is het beeld van Ali
ce, dat past bij de open, maar beslis
te manier waarop het meisje grotes
ke figuren in de tekst tegemoet
treedt.
Als dertienjarige schreef Carroll
in het familiekrantje, dat schrijven
te maken heeft met het 'mentaal
scheel kijken'. Een schrijver moet
de dingen niet op de normale ma
nier bekyken, maar moet het ge
heim ervan ontdekken. Dat Lewis
Carroll fantastisch 'scheel' kon kij
ken en dat Nicolaas Matsier en
Anthony Browne hebben gepro
beerd op deze manier mee te kijken,
bewijst deze prachtige nieuwe uit
gave van "De Avonturen van Alice
in Wonderland".
VICTOR FREDERIK
De Avonturen van Alice in Wonder
land. Lewis Carroll, vert. Nicolaas
Matsier, ill. Anthony Browne, uitg. Van