OEKEN De dood tastbaar gemaakt Hoogspanning in nieuwe roman W.F. Hermans Fazil Iskander maakt lezen tot genoegen Een beetje 'scheel' kijken met Alice in Wonderland LITERATUUR In het laatste Nieuw Wereldtijdschrift staat een verhaal van de Russische schrijver Fazil Iskander, dat ik in de afgelo pen weken een paar keer heb gele zen. Het is een verhaal waarin Is kander vertelt over zijn gekke oom Kolja. Telkens weer stemde het ver haal me vrolijk. Omdat ik niet direct onder woor den kon brengen waarom, ben ik op zoek gegaan naar ander - vertaald - werk van Iskander. Zo stuitte ik op 'Sterrenbeeld Geitegems' dat jaren geleden bij Van Oorschot ver scheen en het onlangs vertaalde 'Het oude huis onder de cipres'. 'Sterrenbeeld Geitegems' is een satire waarin Iskander het Sovjet- beleid gewiekst belachelijk maakt. Toen ik het boek uit had, had ik het ook écht uit: behoefte aan herlezen had ik niet, zoals in het geval van 'Oom Kolja'. Zij het dat een paar passages herinneringen opriepen aan dat verhaal in het Nieuw We reldtijdschrift. Ik begon aan 'Het oude huis on der de cipres', dat dezer dagen werd uitgegeven door Contact. En zie: de Oom Kolja-sensatie was terug. Re-, gelmatig begon ik opnieuw aan een passage, puur uit genoegen. Eigen lijk las ik, zoals het zusje van de hoofdpersoon uit het boek een bo terham met spek eet: zo langzaam mogelijk, en de lekkerste stukken het laatst. Evenals 'Oom Kolja' bestaat 'Het oude huis onder de cipres' uit jeugdherinneringen. De hoofdper soon is een jongen die geen klok kan kijken. Het décor: de Sovjetu nie van vóór de Tweede Wereldoor log, toen de terreur van Stalin op z'n hevigst was. Die tijd en de handicap van de jongen worden door Iskander in één passage aan elkaar gekoppeld. Dat doet hij aldus: "Laten we het nu over de tijd hebben. Maar alvorens het over de historische tijd te heb ben moet ik zeggen dat ik destijds met de gewone tijd ingewikkelde, gecompliceerde betrekkingen had ontwikkeld, of beter gezegd, niet. met de tijd, maar met de klok". Het is niet zo dat Stalin door het hele boek spookt. Pas tegen het ein de als de vader van het jongetje is opgepakt doemt hij in al zijn ver schrikkelijkheid op. Dat gedeelte is ook het meest ontroerende deel van 'Het huis onder de oude cipres'. Voor het eerst laat Iskander - die steeds een laconieke toon aanslaat - zich dan 'gaan'. Het is trouwens die laconieke toon die me zo bevalt in het werk van deze Rus. (Of eigenlijk Abcha- ziër, want Iskander is geboren in Abchazië, een provincie in het noordwesten van de Sovjetrepu bliek Georgië) De toon van Iskan der is de toon van iemand voor wie het leven in de eerste plaats een merkwaardig toneelstuk is. Van daar dat hij zich vaak vrolijk maakt, en als hij zich beklaagt dan doet hij dat op een humoristische manier, waardoor de angel uit de klacht is gehaald. Maar laat ik een voorbeeld geven. Stelt u zich een groot gezin voor, er zijn niet genoeg bedden voor ieder een, dus moet de jongste op de grond slapen. Geef een Nederlands auteur dit gegeven en we krijgen een huilpartij voor onze kiezen. skander daarentegen schrijft: "Er waren niet genoeg bedden voor ie dereen, maar op de grond was plaats genoeg. Persoonlijk had ik niets aan een bed omdat ik in deze onrustige periode van mijn leven toch uit mijn bed viel, zodat een bed voor my zelfs gevaarlijk was". Soms moest ik tijdens het lezen van Iskander aan het werk van Bies heuvel denken. Ze hebben gemeen dat ze met een zekere graagte een andere weg inslaan tijdens het ver tellen, of opeens ophouden midden in een verhaal. Een zekere grillig heid dus. Er is alleen één groot ver schil: de bokkesprongen van Iskan der komen niet voort uit onmacht, hij heeft de hele tijd de touwtjes ste vig in handen. Ik hoop dat er meer werk van hem wordt vertaald. WIM BRANDS Het oude huis onder de cipres, Fazil Is kander, vert. Marja Wiebes en Margriet Berg, uitgeverij Contact. Werk dat tijdens de ouderdom van een kunstenaar is ontstaan is vaak gedurfd en ongedwongen. Alsof de wetenschap dat hem nog weinig tijd rest hem ineens de kans biedt los te breken uit de gevestigde norm om een ultieme en markante stelling te poneren. Dit zegt Ethel Portnoy over de dagboeken van Marcel Jouhandeau, die zij samen met Hebzibah Kousbroek vertaalde. Nu, zoveel gedurfds en markants komt er niet voor in deze dagboe ken. Niet meer dan in andere. Jouhandeau leidde een ongewoon leven, dat is waar. Men valt tijdens het lezen van de ene verbazing in de andere. Maar dat heeft niets met zijn ouderdom te maken. Eerder heeft die zijn extravagantie getemd, lijkt me. Jouhandeau had inderdaad ve le kanten: gekwelde echtgenoot, would be-heilige, verzotte grootva der, ultra-rechtse conservatief, ho moseksueel, voetenfetisjist, mysti cus, filosoof. Maar wat opvalt is dat hij bij al de ze eigenschappen niet bevrijd los breekt uit een gevestigde norm, maar juist wordt opgenomen in een nieuwe orde, een nieuwe wereld die hij nog niet kende en die al die ro buuste karaktertrekken een won derlijke mildheid en onzekerheid geven: de wereld van de bijna-do- den. Deze dagboeken gaan over de dood. Ze zijn niet gedurfd en onge dwongen; ze zijn huiverig, tastend, zoekend. Jouhandeau probeert zich voor te bereiden op de dood: "Soms de indruk er al niet meer te zijn. Mijn lichaam lijkt niet meer dezelfde dichtheid te hebben als vroeger. Langzamerhand voel ik mijzelf mijn eigen spook worden, anderen lijken me van een andere soort dan ikzelf, alsof ik mij bewoog tussen mieren of termieten van reus achtige afmetingen". Omdat Jouhandeau zich geen li teraire kunstgrepen of gemaakthe den meer veroorlooft en min of meer rechttoe-rechtaan schrijft, wordt de dood voor de lezer zo voel baar als voor hemzelf. Het is sinis ter, maar ook spannend. Alsof we iets zien dat we niet hadden mogen zien. Met simpele zinnetjes bereikt hij dit effect: "Het is een troost om netjes te kun nen sterven, zonder de wereld de herinnering te laten van een langza me en weerzinwekkende ontbin ding. Mocht niettemin een dergelijk einde voor mij zijn weggelegd, dan zou ik desondanks trachten mij er bij neer te leggen, ervan te genieten zelfs, tot de laatste vleug licht en warmte me werd ontnomen". De laatste vleug licht en warmte. Niettemin valt er ook veel te la chen in dit boek, al is het bijna alle maal tragi-komisch wat er gebeurt. Met name Jouhandeau's huwelijk met Elise Apremont, een danseres voor wie Satie muziek schreef, le vert veel stof tot hilariteit. Met een lankmoedigheid die aan masochis me grenst laat hij zich de soms ronduit verschrikkelijke grillen van deze vrouw welgevallen. Ergens vergelijkt hij haar zelfs met Hitier. Als ze met een slagaderwandont- steking wordt opgenomen in het ziekenhuis schrijft hij blij: "Al sinds tien jaar heb ik in dit huis geen bad kunnen nemen. Ik ga dit morgen doen, want ze is er niet". Een andere keer noteert hij: "Ik droomde dat ik lag te sterven en dat Elise zich over mijn bed boog; voor ik de laatste adem uitblies wurgde ik haar, zon der te weten waarom. Waarom? Misschien omdat ik wilde voorko men dat ze in mijn paperassen zou gaan snuffelen'. Marcel Jouhandeau was een zeer bijzondere man, een zeer innemen de man ook. Veel van wat hij schrijft wil je wel geloven, omdat hij zo aardig is. Ik raad iedereen die kampt met een slecht huwelijk, en iedereen die twijfelt aan zyn onster- felijkheid dit boek aan. PETER BEKKERS Dagboeken. Marcel Jouhandeau, vert. Hebzibah Kousbroek, gekozen en van een nawoord voorzien door Ethel Port noy, uitg. De Arbeiderspers. Nieuwe Uitgaven Literatuur/proza De rekening. Lothar Mantoua leidt verwarrend bestaan en gaat op zoek naar zijn verleden. Laatste roman in een reeks n drie van Boudewijn Büch. Uitgeverij derspers, f39,90. Abahn Sabana David. Roman van De Arbeidersp 19,50. Hartslag in Barcelona. Verhalenbun del van Liesbeth Vroege. Uitgeverij De Prom.J" 27,50. De langt vertaling van Salman Rushdie's fel i Uitgeverij Veen, De Duivelsverzen. De langverwachte ing va streden Satc f39,90. Zomc Polak. Debuutt joodse verhalen'. Uitg. Amber, 22,90. Bewegingen van heimwee, Alfred Bir- ney. Na Tamara's Lunapark' de tweede roman in een serie over mensen die hun jeugd in een tehuis hebben doorge bracht. Uitg. In de Knipscheer, 25,-. well Grant. Romantiek en avontuur in het China ten tijde van de revolutie. Uitg. De Boekerij, ƒ39,90. Haastig oponthoud. Man en vrouw ontmoeten elkaar op een pedagogisch congres en storten zich in een avontuur dat onverwachte emoties en frustraties losmaakt. Roman van Joris Tulkens. Uit geverij Manteau, f29,90. Het oude huis onder de cipres. Verhaal over een zeer intelligent jongetje, dat niet kan klokkijken en voortdurend leeft in de angst voor ontdekking. Zijn sadis tische vriendje maakt er misbruik van. Verhaal dat zich afspeelt in de tijd van de Stalinistische terreur van Fazil Iskander, een schrijver uit de Sovjetprovincie Ab chazië (Georgië). Uitgeverij Contact, f27,90. Moeders en dochters. Vrouw dwaalt stuurloos rond in het niemandsland tus sen jeugd volwassenheid, bang zo te wor den als haar moeder. Roman Eva Bentis. Uitgeverij Contact, f24,90. Akropolis. Verhalenbundel van Cees Verburg. Uitgeverij Amber, f27,50. Zonder jas de straat op. Debuut van Helene Weyel. waarin ze de lotgevallen beschrijft van drie jonge mensen in de ja ren zeventig in Amsterdam. Uitgeverij Van Gennep, ƒ27,50. 'Au pair', de nieuwe roman van W.F. Hermans, is een onderhoudend boek. Vierhonderdvijftien pagina's lang weet de oude vos de lezer in de ban te houden met dit thriller-achti- ge verhaal. De nodige polemische uitstapjes, vooral richting Neder land, zorgen voor de boosaardige twinkeling in dit proza. Het hoofdthema? Het is het oude, maar nog steeds actuele, liedje dat Hermans hier weer zingt: de wereld is slecht, de mensen liegen; nooit zullen wij weten wat er zich werke lijk afspeelt in het hart van de an der; de leugen is de basis van onze samenleving. In 'Au pair' maken wij kennis met Paulina, een 1 meter 92 lange Vlis- singse die in Parijs kunstgeschiede nis wil gaan studeren. Om in haar le vensonderhoud daar te kunnen voorzien, besluit ze zich te verhuren als 'au pair'. Paulina komt in huis bij een advo- catenechtpaar, waar ze moet zorgen voor een vroegrijp, moddervet, jon getje. Ze krijgt een smerig kamertje ergens op de zolderverdieping. Al ze de eerste avond thuiskomt, treft ze haar buurman dronken aan in haar bed. De volgende morgen moet ze meemaken hoe haar werk geefster, mevrouw Pauchard, zich in haar bijzijn ontlast. Aangetekend zij hierbij dat de advocate aan de dunne is. Hermans schrijft dat de Frangaise Paulina 'toelaat' zoals mensen op hun huid een vlo of luis toelaten. Voor een luis hoef je je niet te schamen. Narigheid dus wat de klok slaat, schaamteloze uitbuiting van een 'gastarbeidster'. Maar al snel wijzigt Hermans de koers. Paulina neemt ontslag. Haar tweede werkgever is W.F. Hermans: nog steeds messcherp de rijke generaal De Lune. De kuipen op gouden leeuwepoten dit te danken heeft. Ze hoeft niets te Zeeuwse kan baden in weelde. Du- wachten op haar bevallige rondin- re parfums en lotions staan voor gen, kortom: het ontbreekt haar aan haar klaar, zij mag zich kleden in niets. 'haute couture' en marmeren bad- Paulina vraagt zich af in Vlissingen is geweest, de geboor teplaats van Paulina. Later komt de aap uit de mouw: ze wordt door de familie zeer geraffineerd ingescha keld bij het over de grens smokke len van een groot kapitaal. Generaal De Lune heeft dat geld in bewaring gekregen van een jood se man die Frankrijk in de Tweede Wereldoorlog heeft moeten ont vluchten. Deze man heeft nog maar één wettige erfgenaam: een familie lid dat - godbetert - bij de SS heeft gezeten. De generaal ziet zich ge plaatst voor een moreel dilemma. Hij wil het geld schenken aan een joodse instelling, maar hoe moet hij dat regelen zonder in aanvaring te komen met de wet? Hermans is uitermate goed öp dreef in 'Au pair'. Hij schudt niet meteen alle troefkaarten uit zijn mouw, maar bouwt de spanning langzaam op. Hij schrijft messcherp en beeldend. "Hij schroefde de dop van zijn vulpen. Voordat hij haar op papier zette, maakte hij er een paar schrijf bewegingen mee in de lucht, zoals kappers ook eerst een paqr maal hun schaar open en dicht laten klap pen, alvorens er een stukje haar mee af te knippen". Dat hij geen hoge pet op heeft van Nederland, steekt Hermans nog steeds niet onder stoelen of banken. Zo vergelijkt hij de Amsterdamse universiteitsbibliotheek bijvoor beeld met een 'lege kippenfokkerij'. Met 'Au pair' heeft Hermans we derom bewezen dat hij zich als Ne derlands romancier nog steeds op eenzame hoogte bevindt. En dat li doen, alleen maar af en toe te luiste- teratuur ook erg spannend kan zijn. ren naar de uiteenzettingen die de CEES VAN HOORE Voor alles een dame. Renate Dorres- tein maakte een soort almanak voor het komende jaar met als leidraad de beleve nissen van een vrouw die de zorg heeft voor een aantal moeilijk opvoedbare meisjes. Uitgeverij Contact, 27,50. Zij komen...Herinneringen van Ans van der Heide-Kort aan de bevrijding en vooral aan de vele geruchten over de be vrijding die daaraan vooraf gingen. Uit geverij Zevenster. Non fiction Boodschap aan de Bijbel. 60 bekende Ne derlanders over 'het boek'. Uitgeverij Ne derlands Bijbelgenootschap, 37,50. Op weg naar stilte; het leven van Char les 'Buddy' Bolden. Michael Ondaatje maar wiens carrière in 1907 even abrupt als tragisch eindigde met opname in een gekkenhuis. Uitgeverij Bert Bakker, f34,90. Yen. De bekende Amerikaanse journa list Daniel Burstein, die zich al jaren sprecialiseert op het Verre Oosten, vraagt zich af of Tokyo New York heeft verdrongen als centrum van de financië le wereld. Uitgeverij Veen. f39.90 Schaken voor de basisschool. Instruc tief boekje van Rob Brunia en Cor van Wijgerden. Uitgeverij Van Loghum Sla terus, f28,- Truien met sportmotieven. Een keur aan brei-modellen van Judy Dodsen met een apart hoofdstuk over basistechnie ken en tips over materiaalgebruik. Uitge verij M&P, f32,50. Meisjes, een wereld apart. Een onder zoek naar de subculturen van tienermeis jes foot Mieke de Waal. Uitgeverij Boom, f34,50. De geesten van het oerwoud. Tobias Schneebaum doet verslag van zijn erva ringen in Nieuw Guinea, waar hij als eer ste westerling doordrong tot de gemeen schap van de Asmat, een volk dat nog nauwelijks met de westerse beschaving aanraking was geweest. Uitgeverij rij Bert Bakker, f 14,90. De GPOe op de Overtoom. Igor Corne- lissen onderzocht het leven en werken van Russische spionnen in Nederland in de periode 1920-1940. Uitgeverij Van Ge- .eopoli Hets e boek v schert blikt op de lijdensweg van haar dochter, die begon met de ontdekking 27,50. van een bultje en eindigde in haar dood. Een speurtocht die uiteindelijk leidde naar het medisch tuchtcollege. Uitgeve rij De Boekerij. Van broekboom tot boomgek. Kees Duinker en tekenaar Kees van Scherpen- nnep, ƒ44,50. De eerste neger is het i Rudie Kagie waarin de derland op de komst vai centraal staat. Uitgeverij Wereldvenster, zeel brengen zestig bomen tot leven in de vorm van herinneringen of petites histoi- res. Uitgeverij Amber, f 17,50 Over goed geld en kwaad geld. Uit het leven gegrepen stukjes.,van G.L. van Lennep met geld in de hoofdrol. Uitgeve- Jeugdboeken Rutgers reis, Willem Wilmink. Een avon tuurlijke, middeleeuwse jeugdroman *"illem Wilmink. Uitg. Bert Bakker, 19,90. Niet aanraken Kaatje! (ƒ19,50), Wij gaan op berenjacht 24,50) en het derde boek met avonturen van Dikkie Dik ƒ21,50). Drie prentenboeken, uitge bracht door Gottmer. Big. Vier prentenboeken van uitgeverij f22,50 per stuk. stampen van de slang. Avontuur lijk verhaal van Leonie Kooiker. Uitgeve rij Leopold, f24,90. Kikker is verliefd. Prentenboek van Mex Velthuijs. Uitgeverij Leopold, f21,90. Allemaal naar de speelzaal Ritmische teksten van Mieke van Hooft met teke ningen van Ruud Bruijn over de peuter speelzaal. Uitgeverij Holland, 13,90. Maartje-Michiel Gudrun Mebs geeft de gedachtenwereld van een kleuter weer. Uitgeverij Holland, 17,90. Verder kijken dan je neus lang is. Bou dewijn en Emmelientje kijken in dit ver haal van Diet Verschoor wat verder dan hun neus lang is en komen zo in een we reld terecht die heel anders is dan die waarin ze normaal leven. Uitgeverij Hol land. 16,90. Op een zomerdag in 1862 maakt de dertigjarige Charles Lutwige Dodgson een roeitochtje samen met zijn vriend Duckworth. Het tweetal is in gezelschap van de drie doch ters van de directeur van het Christ Church College, waar Dodgson les geeft. Dodgson vertelt de kinderen een verhaal over een meisje dat in een konijnehol walt en zo terecht komt in een fantasiewereld. Edith (8), Alice (10) en Lorina (13) zijn ver rukt. Als het gezelschap pas om kwart over acht terugkeert op het univer siteitsterrein, vraagt Alice hem het verhaal op te schrijven. Dat is de ge boorte van 'Alice Adventures Un derground', de voorloper van het wereldberoemde 'Alice in Wonder land'. Charles Dodgson belooft Ali ce om het verhaal op te schrijven en hij hoopt haar de geschreven tekst met Kerstmis te kunnen geven. In een prachtig, beetje priegelig handschrift schrijft hij zijn vertel ling neer. In februari is het af, maar hij wil er ook nog zelf tekeningen bij maken. In september van het vol gend jaar kan hij haar het boekje aanbieden. Het succes van 'Alice's Adven tures' is bij Alice Liddell nog groter als zij merkt dat veel van wat zij hebben meegemaakt er in verwerkt is. Zijzelf staat model voor Alice, haar lievelingspoes Dinah komt er in voor, haar zusjes Lorina en Edith zijn in het boek Lory en Eaglet. Ook de volwassen vrienden Duckworth en Dodgson hebben in het boek hun alter ego: Duck en Dodo. De gedich ten in het verhaal zijn bewerkingen van bekende (kinder-) gedichten uit die tijd. Een vriend adviseert Dodgson met het verhaal naar een uitgever te gaan. Maar de verlegen wiskunde docent twijfelt over de kwaliteit van zijn eigen tekeningen. Hij besluit om de voor 'Punch' werkende John Tenniel te vragen zijn werk te illu streren. De samenwerking verloopt niet al te soepel. Omdat Dodgson duidelijk voor ogen heeft hoe hij zijn verhaal geïllustreerd wil zien, draagt hij Tenniel precies op hoe hij zijn tekeningen moet maken. Hoewel dit resulteert in een per fecte eenheid tussen tekst en teke ning, was John Tenniel minder te spreken over deze i ken. Daarom ziet hij op tegen een hernieuwde samenwerking bij het tweede deel van 'Alice': 'Trough the Looking Glass'. Op 4 juli 1865 ontvangt Alice Lid dell het eerste gedrukte exemplaar van 'Alice's Adventures in Wonder land'. Dodgson heeft het geschre ven onder de naam Lewis Carroll, een pseudoniem dat ontstond door zijn voornamen eerst in het Latijn te vertalen en vervolgens terug te ver basteren naar het Engels. Gespleten Rond de persoon van Dodgson is veel te doen geweest. Zijn gespleten persoonlijkheid heeft biografen verleid tot uiteenlopende interpre taties van zijn leven. Enerzijds was hij een saaie, dorre man, die altijd wat te zeuren had. Zo zijn er tiental len brieven bewaard gebleven, waarin hij zich bij de huishoudelij ke dienst van zijn college beklaagde over bijvoorbeeld de veel te gare bloemkool. Zijn pietluttigheid blijkt ook uit het feit dat hij op reis altijd van te voren nauwkeurig uit rekende hoeveel geld hij nodig had. De afgepaste bedragen stopte hij in een aantal aparte enveloppen in ver schillende zakken van zijn jas. Hij leefde zeer teruggetrokken en had moeite met het leggen van contac ten. Anderzijds bleek al jong dat Dodgson beschikte over een zeer. speelse geest. Als derde zoon uit een gezin van elf kinderen bleek al vroeg zijn grote voorliefde voor taal spelletjes. In het familietijdschrift maakte hij puzzels, parodieën en teksten vol woordspelingen. Hij studeerde aan de universiteit van Oxford waar hij later docent werd. Onder zijn eigen naam heeft hij een groot aantal wetenschappelijke pu- blikaties geschreven. Onder het pseudoniem Lewis Carroll schreef hij gedichten, onzinverhalen en maakte tekeningen. Zijn voorkeur voor het gezel schap van kleine meisjes blijkt uit zijn verhalen en uit de lijst van jon ge vriendinnetjes die hij bijhield in zijn dagboek. Alice Liddell stond bovenaan zijn lijst en na haar huwe lijk schreef hij haar: "Ik heb talloze kindervrienden gehad sinds jouw tijd, maar die waren heel iets an ders". Ook blijkt zijn voorkeur uit de ve le foto's, die hij van meisjes maakte. Hij mag gerust worden gerekend tot één van de beste portretfotografen van de 19e eeuw. In ieder geval was hij een van de eerste die kinderen als onderwerp van zijn portretten koos. In zijn relatie met jonge meisjes, voelde hij zich op zijn gemak. Hij vertelde hen verhalen, terwijl hij er tegelijkertijd tekeningen bij maakte op een tekenblok. Uit memoires van enkele van 'zijn' meisjes bleek dat hij niet stotterde in zijn contact met kinderen. Seksueel Ook het verhaal van Alice in Won derland is onderwerp geweest van allerhande interpretaties. Werd het in de negentiende eeuw beschouwd als een heerlijk nonsens verhaal, met idiote bewerkingen van be staande gedichten, na Freud werd de reis van Alice op een heel andere manier bekeken. Toen werd Alice voor het eerst ontrafeld via de me thoden van de psycho-analyse. Het boek bleek vol te staan met symbo len, die seksueel geladen zijn. In een konijnehol vallen staat volgens de ze theorie voor cohabiteren en de vijver van tranen is een substituut voor het vruchtwater. Nog later werd Alice geroemd om de prachtige absurde associaties die het boek biedt. Het kon de schrijver niet veel schelen wat men allemaal in zijn werk zag. Hij zei hierover: "Welke goede betekenissen er in mijn werk mogen schuilen, ik ben gaarne bereid die als de betekenis van het boek te aanvaarden". Tegenwoordig wordt Alice vooral geroemd om het speelse taalge bruik. Maar daarin schuilt ook het probleem als het boek vertaald moet worden. In geen enkele taal komt het origineel volledig tot zijn recht. Veel van de typisch Engelse Illustratie van Anthony Browne uit Alice in Wonderland. woordgrapjes zijn bijna niet te ver talen. In het Nederlands zijn er veel bewerkingen, die totaal geen recht meer doen aan het origineel. Deze navertellingen geven hooguit het concrete verhaal van Alice's droom, echter zonder de surrealistische beelden en zonder de rijke taal van Carroll. Verder zijn er acht vertalingen, die - op één na - allemaal onvolledig zijn. Meestal is er 'gekort' op de poë zie die Carroll in het verhaal ver werkt heeft; zo is het begingedicht - de opdracht aan Alice Liddell - 'ver geten'. Ook wordt de toekomstfilo sofie van de oudere zus van Alice aan het eind van het boek weggela ten. Waarschijnlijk hebben de ver talers gedacht dat deze delen niet thuishoorden in een kinderboek. Origineel In de nieuwe vertaling die Nicolaas Matsier heeft gemaakt, wordt geen moment rekening gehouden met kinderen. Matsier gaat uit van het origineel; nergens heeft hij de taal versimpeld. Hij heeft zo volledig en zo nauwkeurig mogelijk de rijke taal van Carroll in het Nederlands willen vertalen. In vergelijking met andere verta lingen valt op dat die van Matsier vol zit met meesterlijke vondsten. In de oorspronkelijke tekst geeft de leraar oude talen ('an old crab') de vakken "Laughing and Grief'. In het Nederlands van Matsier gaf de man ('een dooie visjesvreter') "griep en chagrijn". Betere verwijzingen naar de vakken Grieks en Latijn zijn er niet te bedenken, alleen jammer dat Matsier de hoofdletters uit Le wis tekst niet overneemt. De meeste andere vertalingen gaan dergelijke problemen uit de weg door ze sim pelweg niet te vertalen of door slechts één van de betekenissen te geven. Een goed voorbeeld van die laatste methode is de titel van het boek: in het Engels heeft 'wonder' niet alleen de betekenis van 'mira kel', maar is het ook een afleiding van het werkwoord 'to wonder', 'zich verbazen'. Het Nederlandse 'Alice in Wonderland', is dus maar een gedeeltelijke vertaling van de Engelse titel. Correcter vond Mat sier de titel Alice in Verbazië', maar uiteindelijk kon hij niet om het ingeburgerde 'Wonderland' heen. Hij heeft er zelfs niet voor terug- gedeinst om verwijzingen te gebrui ken naar de Nederlandse literatuur; zo wordt de zwembadpas uit Theo Thijssens 'Kees de jongen' aange leerd bij het vak 'schadelijke oefe ning'. Surrealistisch Veel illustratoren hebben gepro beerd de tekeningen van John Ten niel te overtreffen. Vrijwel nooit is dat gelukt; alleen het werk van Ar thur Rackham uit 1907 geeft een ex tra, romantische dimensie aan de tekst. In de nieuwe Nederlandse uitga ve is voor het eerst gekozen voor het werk van een surrealistische kun stenaar. Anthony Browne werd in Engeland bekroond voor zijn illu straties bij 'Alice'. In Nederland is zijn prenteboek 'Gorilla' in de prij zen gevallen. Zijn messcherpe, hel dere tekeningen laten geen poeslief kindvrouwtje te midden van vreem de wezens zien, maar een grimmig meisje in een bizarre, duidelijke omgeving. Dat is het beeld van Ali ce, dat past bij de open, maar beslis te manier waarop het meisje grotes ke figuren in de tekst tegemoet treedt. Als dertienjarige schreef Carroll in het familiekrantje, dat schrijven te maken heeft met het 'mentaal scheel kijken'. Een schrijver moet de dingen niet op de normale ma nier bekyken, maar moet het ge heim ervan ontdekken. Dat Lewis Carroll fantastisch 'scheel' kon kij ken en dat Nicolaas Matsier en Anthony Browne hebben gepro beerd op deze manier mee te kijken, bewijst deze prachtige nieuwe uit gave van "De Avonturen van Alice in Wonderland". VICTOR FREDERIK De Avonturen van Alice in Wonder land. Lewis Carroll, vert. Nicolaas Matsier, ill. Anthony Browne, uitg. Van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 13