'Toga maken luistert heel,
nauw, ook al is ie wijd'
'De wetenschapslijn is geen elitaire instelling'
DAAR WAS LAATST EEN MEISJE LOOS
Eigen visie jonge ontwerpers op ondermode
Opvallend veel vragen over medische zaken
MAANDAG 18 SEPTEMBER 1989
Togamaker Bernard Poelman:
Het van binnen enigszins deftige kledingatelier van kleermaker Bernard Poel
man aan de Haagse Lange Poten biedt uitzicht op de hoofdingang van de Tweede
Kamer. "Daar gaat Lansink net naar binnen. We hebben van hieruit de crisis mooi
kunnen volgen", zegt Poelman. Verdienen doet hij echter niet aan de politici;
Poelman maakt naast kleding voor de wat oudere Haagse clientèle als een van de
weinigen in het land ook toga's. Dominee, advocaat, rechter en burgerlijke stand
vormen zijn klantenkring.
Het bedrijfje van Bernard
Poelman, bestaande uit vier
personen, kan bogen op ruim
25 jaar Rijksleverantie. Het
kort geleden geprivatiseerde
Rijksinkoopbureau kocht van
oudsher de toga's van B. Poel
man sr. Het was toentertijd, zo
rond 1950, een hele eer die
voor het Rijk te mogen ma
ken. Vele kleermakers schre
ven voor de opdracht in, de
oude Poelman was de geluk
kige. Connecties met de rech
terlijke macht had hij niet, wel
was hij een beroemd kleerma
ker. Het Rijksinkoopbureau
is nu niet langer een over
heidsinstantie, maar de lange
periode van exclusieve leve
rantie, het huidige handels
merk van de firma Poelman,
is gehandhaafd.
Poelman sr. is nu 74 en
maakt nog wel mantelpakken
voor zijn vrouw. "Eens een
kleermaker, altijd een kleer
maker. Zijn handen zijn al
leen strammer geworden, dus
hij maakt nu als de donder
nog zoveel mogelijk pakken
voor zichzelf en mijn moe
der", zegt junior. Hij verbaast
zich erover dat zijn vader uit
gerekend hèm van de acht
kinderen uitkoos als zijn op
volger. "Ik heet hetzelfde en
ik doe hetzelfde als mijn va
der. Mijn broers en zussen stu
deerden allemaal door, ik
moest kleermaker worden.
Dat prikte wel een beetje".
Deftig
Nu heeft Poelman er vrede
mee. De zaak loopt goed. Een
togamakerij aan de Haagse
Lange Poten, dat heeft boven
dien iets deftigs. "Ik ben zelf
niet echt deftig, dat zie je ook
wel", haast hij zich te zeggen.
"Mijn vader had dat deftige
veel meer. Gelukkig wordt er
tegenwoordig meer artistici
teit dan deftigheid van een
kleermaker verwacht. Trou
wens, veel advocaten zien er
ook niet meer echt deftig uit.
Er komen hier wel eens men
sen van wie ik denk: dus jij
bent advocaat? De oudere, ho
gere rechters, daar zie je het
soms wel aan, hoor".
Een goede toga gaat - als hij
niet voortijdig wordt gestolen
- een leven lang mee. Toch is
de markt onverzadigbaar. "Er
komen steeds nieuwe advoca
ten bij die trots hun eigen toga
willen. Oudgedienden nemen
'm na hun pensionering mee
naar huis als aandenken. En
de tweedehands-markt in to
ga's is klein, ieder wil het
liefst toch een frisse nieuwe".
Tijdloos
Dominees, rechters, hooglera
ren, ieder heeft zijn of haar ei
gen voorgeschreven toga. Op
de Leidse universiteit is al
sinds de 17e eeuw eenzelfde
soort toga voorgeschreven.
Voor rechters gelden wette
lijk voorgeschreven toga's
met zijden banen en zijden
mouwomslagen van een be
paalde breedte. De bef, het
witte geplisseerde soort slab
betje, dient 8 centimeter
breed en 30 lang te zijn en bij
voorkeur van terlenka, dat
steviger is dan katoen. "Vroe
ger moest het rechtersgewaad
van grein zijn, een doffe ge
verfde zwarte stof, maar dat
sloeg op den duur groen uit.
Grein wordt nu niet meer ge
bruikt, maar een enkele keer
zie je op de rechtbank nog wel
eens een oudere rechter in
zo'n vergroende toga lopen".
De toga lijkt bij uitstek een
tijdloos, statisch kledingstuk,
ver buiten bereik van mode
grillen of esthetiek. Toch is de
stof, dunne scheerwol, steeds
meer lichtgewicht geworden.
"Vroeger waren rechtbanken
nogal koude gebouwen, nu
zijn ze goed verwarmd. En bij
de dominees is altijd al meer
speling geweest. We maken
voor hen nu ook wel eens een
grijze of rode toga. Het is daar
minder plechtig".
Met de garderobe van de ka
tholieke kerk hebben Poel
man en de zijnen niets te ma
ken. "Helaas. Daar zijn legers
nonnen yoor. Ik let altijd op
Roze bef
Voor de rechter die allergisch
is voor wol, heeft Poelman
ooit een toga van zuivere
shantung-zijde gemaakt. Voor
een homoseksuele advocaat
heeft hij op verzoek van vrien
den voor Sinterklaas eens een
roze bef gefabriceerd. Maar
daar blijft het grotendeels bij
wat betreft variatie in kleur en
stof. Een toga luistert heel
nauw, al is ie wijd.
Dat blijkt uit het demon
stratiemodel dat in zijn salon
om een paspop hangt, een da
mesmodel. De maten waren
telefonisch doorgegeven, iets
wat Poelman liever niet heeft.
De toga bleek achteraf te
klein. "Een vrouwentoga
heeft iets meer voorlengte. Je
hebt te maken met balansma-
ten. Een dame heeft nu een
maal een iets andere balans
dan een heer". Het verheugt
de kleermaker overigens dat
de helft van de toga's die hij
nu maakt, bestemd is voor
vrouwen. "De emancipatie zet
echt wel door, al gaat het lang-
Toga's vormen ongeveer de
Poelman jr.:"Ik ben niet echt
deftig. Mijn vader had dat
deftige veel meer. gelukkig
wordt tegenwoordig meer
artisticiteit dan deftigheid
van een kleermaker verwacht.
(foto GPD)
helft van de produktie van
Poelman en zijn medewerk
sters. Is hier nu sprake van
confectie of couture? En waar
ligt de scheidslijn tussen
couture en haute couture?
Poelman trekt zich er in eik
geval weinig van aan en
spreekt over zijn produkten in
termen van couture (voor da
mes) en maatkleding (voor he
ren). "Confectie is werk dat
hangt te wachten op de klant.
Hier vraagt de klant: wanneer
is mijn pak klaar? Dat is het
verschil. Gemiddeld wacht ie
mand een week of vier op een
toga, maar als het moet kan
het ook in twee weken".
Concurrentie
Onder de weinige togamakers
heerst ook concurrentie. De
Amsterdamse firma Cerami-
cas adverteert in het Advoca
tenblad bij voorbeeld met to
ga's 'voor minder dan de helft
van de normale prijs'. Heeft
Poelman, bij wie een toga ge
middeld rond de achthonderd
gulden kost, daarvan te duch
ten? "Ik adverteer niet met 'de
mooiste' en 'de beste'. Als
klanten langskomen zien ze
vanzelf wel dat wij een goed
produkt maken. Ik vind die
manier van adverteren ook
niet zo stijlvol, het past niet bij
het karakter van een toga".
Wandelkoord
voor kleine
weglopers
Kinderen die nog aan het
handje met pa of ma de straat
op moeten, hebben vaak de
neiging zich los te rukken en
er in hun eentje vandoor te
gaan. In de drukte van de
straat, in warenhuizen, of bij
voorbeeld op het perron kan
dat gevaar opleveren, of min
stens een paniekerige zoekac
tie.
Een praktische oplossing is
het 'wandelkoord' van stevig
nylondraad. Het is aan beide
uiteinden voorzien van een
polsbandje dat met een klitte-
bandsluiting op elke ge
wenste polsdiameter afge
steld kan worden. Het koord
is rekbaar tot 2 meter, zodat
het kind voldoende bewe
gingsvrijheid heeft. In ieder
geval meer dan aan 't handje.
Bovendien heeft de begeleid
(st)er beide handen vrij.
Het lijkt misschien wat
vreemd: een kind 'aan de lijn'
(alsof het een hondje was),
maar wie dat als een bezwaar
ziet moet daar terwille van het
veiligheidsaspect maar over
heen stappen.
Het 'Jippic's Wandelkoord' is
voor 7,95 in babyzaken en wa
renhuizen te koop.
Cora Gerritsen: Wij zetten
öp het goede spoor".
Een foundationpak, dat het
midden houdt tussen corset-
tene en cocktailkleding, heeft
de 22-jarige Liesbeth van der
Holst, studente van de Ko
ninklijke Academie van Beel
dende Kunsten in Den Haag
de eerste prijs opgeleverd in
de ondermode-ontwerpwed
strijd van de Nederlandse
Lingerie en Foundation Pre
sentatie. Deze had de wed
strijd voor leerlingen van alle
Nederlandse mode-acade- moedigingsprijs van 250 gul
mies uitgeschreven ter gele- den.
genheid van de twintigjarig De jury was unaniem in
bestaan van de lingerie-vak- haar mening, dat de eerste
beurs.
Doel van de wedstrijd is bij
aankomende mode-ontwer-
prijs voor Liesbeth van der
Holst was weggelegd. De
tweede prijs ging naar de 22-
de
i Bri
die een badpak liet zien, de
derde prijs naar Inge Go (23)
van de Koninklijke Academie
van Beeldende Kunsten in
Den Haag voor een witte pyja
ma en de vierde prijs naar
Henk Brummans (28) van de
verder bestaande uit Adèle Akademie Beeldende Kun
sten in Maastricht, die met
het een herenbadpak voor het
weekblad Margriet, Elly La- voetlicht trad.
ruimschoots aanwezig is
bleek bij de show van de crea
ties - zowel lingerie als badkle
ding -, die de 25 deelnemers
hadden ingezonden.
Een jury onder voorzitter
schap van Wout Snijders
maker, mode-docente
stylisten Günther Frank en
Guus Schlatmann, selecteer
de zeven ontwerpen. De vier
hoofprijswinnaars ontvingen
een geldbedrag van respectie
velijk 1000,750,500 en 250 gul
den en een stageplaats bij een
bedrijf. Voor de overige drie
geselecteerden was er aan-
De aanmoedingsprijzen wa
ren voor Gea Uineker van de
Koninklijke Akademie voor
Kunst en Vormgeving in Den
Bosch, voor B. S. Gray (24)
van de Akademie voor Beel
dende Kunst AKI in Ensche
de en naar Marchien van Zo
meren (23), eveneens studente
aan de Enschedese academie.
Hoe betrouwbaar is ons
geheugen? Hoe kun je
een milieubesparend
huishouden voeren?
Waarom kraken
gewrichten? Brengen
muggen AIDS over?
Hoeveel sterren zitten er
in de Amerikaanse vlag?
Is beeldschermstraling
gevaarlijk voor zwangere
vrouwen? Een greep uit
de stroom van vragen die
binnenkomen bij de
Wetenschapslijn, die
sinds een half jaar draait.
Vanaf oktober gaat de
Wetenschapslijn
meewerken aan een
nieuw populair-
wetenschappelijk
televisieprogramma van
de NCRV.
"Met de Wetenschapslijn."
„Ja, ik weet niet of mijn vraag
bij u wel thuis hoort, maar
weet u misschien ofVeel
mensen die deze telefoonlijn
bellen, zijn wat schuchter,
vertelt Cora Gerritsen, coördi
natrice van de Wetenschaps
lijn (06-821.21.44). Vaak lopen
mensen al maanden met een
bepaalde vraag rond en weten
ze niet hoe ze daarop een ant
woord kunnen krijgen. Door
de wir-war aan organisaties in
ons land, zien ze door de bo
men het bos niet meer. Via de
Wetenschapslijn kan het gro
te publiek op een gemakkelij
ke manier toch een antwoord
krijgen," zegt Gerritsen.
door
Robin Uitham
De lijn voorziet volgens haar
in een behoefte. In het eerste
kwartaal kwamen er 1867 vra
gen binnen, gemiddeld 144
per week. Het tweede kwar
taal waren er in totaal 896 vra
gen, ongeveer 82 per week.
Gemiddeld komen er dus ie
dere week 113 telefoontjes
binnen.
Rariteiten
Het kantoor van de Weten
schapslijn oogt als een piep
kleine bibliotheek. Op de bu
reaus staan een paar beeld
schermen en onvermijde
lijk diverse telefoons. In de
kast dikke ordners waarin de
binnengekomen vragen staan
ingedeeld naar onderwerp:
Tussen de mappen cultuur-,
milieu- en medische weten
schap, zit ook de map diver
sen: een vergaarbak van de
meest vreemde en uiteenlo
pende rariteiten. Wat te den
ken van een 'brief die geheel
is opgesteld in abracadabra-
taal. Volgens de schrijver is de
bijbel een grote vervalsing.
In een apart kamertje is het
archief, waarin meer dan dui
zend onderwerpen zijn gebor
gen. Boeken over allerlei the
ma's vullen de schappen van
de kasten in het kantoortje.
De Wetenschapslijn is een
initiatief van de Stichting
voor Publieksvoorlichting
over Wetenschap en Tech
niek. PWT geeft informatie
over "de mogelijkheden en
beperkingen van wetenschap
en techniek". De stichting is
ruirn twee jaar geleden opge
richt, na de opheffing van de
dienst wetenschapsvoorlich
ting van de Koninklijke Ne
derlandse Akademie van We
tenschappen. PWT wil het pu
bliek 'wetenschapsbewust'
maken. De stichting houdt
onder meer voorlichtingsbij
eenkomsten, organiseert ma
nifestaties, geeft een nieuws
brief uit voor journalisten en
publiceert wekelijks een
agenda met actuele gebeurte
nissen.
Jaarlijks krijgt PWT vijf
miljoen subsidie van de mi
nisteries van onderwijs en van
economische zaken. Daarvan
gaat meer dan de helft naar or
ganisaties en instellingen die
zich bezig houden met voor
lichting over wetenschap en
techniek. Zo geeft PWT op
zijn beurt weer subsidie voor
bij voorbeeld een speciaal
boek, toneelstuk of televisie
programma.
Drempelverlagend
De telefoonlijn is opgericht
omdat deze 'drempelverla
gend' werkt. "Mensen hoeven
niet zelf te zoeken. Dat stimu
leren we echter wel. Vooral
jongeren vinden het wel ge
makkelijk om via de telefoon
kant en klaar antwoord te krij
gen. Dan zeggen we 'ga eens
naar de bieb, daar is meer in
formatie te vinden'. Maar ze
ker voor ouderen is de lijn een
uitkomst".
"Er komen veel vragen bin
nen over onderwerpen die
mensen persoonlijk raken",
zegt Gerritsen. Een kwart van
de vragen gaat over medische
aangelegenheden. Zeker de
helft daarvan betreft persoon
lijke kwesties. "Mensen vra
gen dan 'Wat denkt u van deze
diagnose' of 'Krijg ik wel de
goede medicijnen'. Die kun
nen we niet beantwoorden,
dat is te riskant. Wij verwijzen
ze dan weer naar een arts of
apotheker". Er zou dan ook ei
genlijk een soort gezond-
heidslijn moeten komen,
artsen meewerken.
vindt ze. "Aan hun eigen huis
arts vragen ze dit niet. Je ver
wijst ze weer terug, terwijl je
weet dat ze eerder niet naar
hun arts zijn gegaan".
Zure regen
"Verder worden er veel vra
gen gesteld over milieu-on
derwerpen als het gat in de
ozonlaag, het broeikaseffect
en de zure regen. Ook komen
er vragen over techniek, wis-
en natuurkunde en cultuur.
Zo'n 25 tot 30 procent van de
mensen wordt doorverwezen
naar andere instanties van
welke we weten dat ze inder
daad het antwoord kunnen
bieden," aldus Gerritsen. Een
groot deel van de bellers krijgt
een speciale actuele informa
tiemap toegestuurd. Vooral
scholieren en studenten bel
len, maar ook huisvrouwen,
ouderen en mensen die voor
hun werk iets moeten weten.
"Wij zetten ze op het goede
spoor".
"Maar sommigen bellen al
leen om hun ei kwijt te kun
nen. Zo hangen er ook wei
eens miskende uitvinders aan
de lijn," zegt medewerker
Harry. "Laatst belde iemand
die een perpetuum mobile
had uitgevonden dat zich zelf
niet alleen in stand kon hou
den, maar ook energie kon op
wekken".
Cora Gerritsen: "We krijgen
veel vragen die onder de noe
mer diversen vallen. Mensen
weten vaak niet wat ze onder
wetenschap en techniek moe
ten verstaan. Maar ze moeten
niet schromen ons te bellen.
Wij zijn geen elitaire instel
ling".
VR0LIJKHIED EN FOLKLORE
De jeugd kan
deze winter op de
folkloristische
toer.
Bont gebloemde
broeken en
vestjes,
romantische
rokken en witte
bloesjes met veel
kant. Ook voor
jongens is er
folklore, al was
het alleen maar
het overhemd met
fraai Roemeens
borduursel. En
koulijden is er
helemaal niet bij,
want onder de
rokken van
winterkatoen
mag
gerust een broek
worden
gedragen.
(foto C&A)
Met deze creatie won Lies
beth van de Holst de ontwerp
wedstrijd die was uitgeschre
ven ter gelegenheid van het 20-
jarig bestaan van de lingerie
vakbeurs.
EINDREDACTIE
HENK HOUTMAN EN
HENRIÉTTE v.d. HOEVEN
Voor het geringe aantal transseksuelen is
er relatief gezien grote aandacht. Het be
treft mensen die een drang voelen zich tot
het andere geslacht te laten 'ombouwen'.
Het stemt me altijd weer wat onbehagelijk
als mensen vertellen dat hun eigenlijke
identiteit van het andere geslacht is, dat ze
zich niet thuisvoelen in hun eigen lichaam.
Want daarmee zeggen ze ondertussen óók,
dat er twee soorten mensen zijn en niet vele
miljarden unieke exemplaren die zich naar
believen kunnen gedragen. Maar het is ui
teraard waar, dat een beginnende emanci
patiestrijd absoluut niet heeft weggevaagd
wat zich in vele eeuv/en in de identiteit van
mannen en van vrouwen heeft vastgenes-
teld.
Naast het verschijnsel van transseksue
len kennen we de travestieten. Deze men
sen voelen een onbedwingbare neiging in
kleding van het andere geslacht rond te lo
pen. Dat er tegenwoordig veel meer man
nen dan vrouwen travestiet heten, hoeft
geen verbazing te wekken. Vrouwen kun
nen gerust een broek, overhemd, das en
jasje aantrekken; mannen kunnen niet zo
maar in jurk, hoge hakken en met make-up
over straat. Daarmee zijn vrouwen op dit
terrein geëmancipeerder, ze hebben meer
keuzes hetgeen ook hun zwakke positie
weerspiegelt. Want het verschijnsel van
mannen in vrouwenkleren is alleen daar
om al zo 'verachtelijk', omdat ze zich dan
verlagen tot een mindere soort. Vrouwen
doen het omgekeerde.
Enkele eeuwen terug lag de situatie an
ders. Travestie werd niet getolereerd, dus
je af en toe verkleden was er niet bij. Wat er
op dit gebied gebeurde, moest in het ge
heim. Hoofdzakelijk vrouwen hulden zich
in mannenkleren. Alhoewel de Renaissan
ce enige verbetering bracht in de slechte
positie en waardering van vróuwen, bood
het man-zijn toch aanzienlijke voordelen.
Je zou je als man wel drie keer bedenken
om die prijs te geven door je in vrouwen
kleren te steken. In de huidige tijd wordt
de gelijkwaardigheid van mannen en vrou
wen tenminste nog hoog gewaardeerd, al
hoewel man en vrouw van nature zouden
verschillen hetgeen verschillen in de prak
tijk veroorzaakt. In vroeger tijden was er
geen sprake van gelijkwaardigheid, de
man was meer waard en hoorde de vrouw
de baas te blijven.
De maatschappij was erop ingericht. In
de film 'Gentl' vertolkt Barbra Streisand
bij voorbeeld een vrouw die als man door
het leven gaat om bijbelwetenschappen te
mogen studeren: universiteiten stonden
niet open voor vrouwen. Een mooi boek
over 'Vrouwen in mannenkleren' is dit jaar
verschenen van de hand van Rudolf Dek
ker en Lotte van de Pol. Zij beschrijven 120
gevallen van vrouwen die in de periode
1500-1800 in Europa als man door het leven
gingen. Vooral armoede maar ook vader
landsliefde of een lesbische liefde dreven
hen ertoe. Het is een topje van de Ijsberg,
want velen werden in het geheel niet ont
maskerd, dus belandden ook niet in de ar
chieven. De meerderheid van deze man
vrouwen werd matroos of zee-soldaat (een
beroep waar de kans op ontdekking groot
was). Van anderen, pijpenmakers, stal
de
knechten e.d. werd de travestie pas
dood bij de lijkschouwing ontdekt.
Geheimhouding betekende verandering
van omgeving als het andere geslacht werd
aangenomen. Maritgen Jans, die in Am
sterdam woonde, ging ervoor naar Utrecht
waar ze haar haar 'afsneed', het 'mansha-
bijt' aantrok en zich verder David Jans
noemde. Als vrouw verdiende Maritgen op
een zijde-twijndenj zes stuivers per dag,
nauwelijks genoeg om van in leven te blij
ven. Toen ze als 'man' in dit beroep terug
keerde, verdiende ze direct veel meer en
werkte zich in korte tijd op tot meester
knecht.
Verschillende 'mannen' trouwden om
geen argwaan te wekken, bij voorkeur met
een zwangere vrouw. Als een enkeling hun
geheim ontdekte, wisten ze die soms mee
te krijgen in de geheimhouding. De 'man
nen' moesten hun kleren op de onmogelijk
ste momenten aanhouden. Over Marit-
gen/David, als soldaat verblijvend in de
brandende Afrikaanse zon, staat geschre
ven: ..Altemet ging hij met de soldaten in
het rivierke baden, doch alzo hij zeide niet
te kunnen zwemmen, hield hij altijd zijn
hemd en rokje aan ende liep niet verder
dan tot zijn kuiten in het water". Alhoewel
werd gezegd dat 'hij te schoon van tronie
was voor een man', werd de verwisseling
pas ontdekt toen ze ernstig ziek en ver
pleegd en verschoond moest worden.
Ontdekking kon hele verschillende ge
volgen hebben; vrouwen werden als mys
tieke heldinnen beschouwd, of bestraft,
verbannen. Voor Maritgen werd in Afrika
als oplossing een huwelijk gearrangeerd
met een bestuursambtenaar aldaar. Toen
hij overleed, werd ze teruggestuurd naar
Holland. Voor de meesten gold toch dat
ontdekking vervelende gevolgen had;
mensen gingen er vanuit dat er iets goed
fout zat met deze vrouwen. Een bekend,
oud volksliedje getuigt ervan: „Daar was
laatst een meisje loos, Die wou gaan varen,
die wou gaan varen, Daar was laatst een
meisje loos, Die wou gaan varen als licht
matroos".