Een vedette tegen wil en dank Afscheid in teken van Stichting Blijfhuis Gerrie Knetemann rijdt laatste koers op 23 september 'Ik heb de beker tot op de bodem leeggedronken' ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1989 EXTRA PAGINA 33 Zijn lijf kende twee sterke punten: zijn benen en zijn mond. Zijn benen zorgden voor de overwinningen en onder meer een wereldtitel, zijn mond voor de contracten en contacten maar tegelijkertijd ook voor heel wat kinnesinne. Gerrie Knetemann merkt het nu zijn afscheid van de wielersport nabij is. De pias van het peloton rijdt zijn laatste koers op 23 september in de veilinghallen van Aalsmeer. Wat hij daarna gaat doen weet hij nog niet. Het liefst zou hij in de wielrennerij blijven, maar niemand heeft hem nog gevraagd. Hij zit er niet mee: "Als ik geen werk vind hoeft niemand zich zorgen over me te maken. Als we willen kunnen we toch wel het Zwitserleven gevoel- hebben". door Govert van Veen Het afscheid dat Gerrie Knete mann (38) op zaterdag 23 septem ber door zijn ploeg PDM in Aals meer wordt bereid, zal in het teken staan van de Stichting Blijfhuis. Die Stichting heeft tot doel op vangcentra bij kankerklinieken te bouwen zodat doodzieke patiënten en patiëntjes na periodieke behan deling niet direct naar huis hoeven maar, eventueel met hun ouders, gelegenheid krijgen dicht bij het ziekenhuis te herstellen van een bestraling of chemo-therapie. Gerrie Knetemann, inmiddels ambassadeur van de Stichting Blijfhuis, zal iedereen die hem bij zijn afscheid in de Veilinghallen van Aalsmeer wat wil aanbieden, verzoeken dat te doen via een over schrijving op de bank- of giroreke ningen van de Stichting. PDM's pr-man Harrie Jansen: "We zijn echt van plan iets van dat afscheid te maken. Gerrie wilde het eigenlijk liever niet. maar kon zich ermee verenigen als we alles in het teken van de actie Blijfhuis zouden doen. Dat gebeurt dus. Het is in de veilinghallen altijd een ge weldige happening, het is de groot ste overdekte wielerwedstrijd ter wereld in de grootste overdekte ac commodatie die er bestaat. Gerrie zal in Aalsmeer eerst met veel toe ters en bellen opkomen, dan de wedstrijd rijden en later worden gehuldigd in het bijzijn van vele bekenden uit de wielerwereld. Daarna is er een receptie. Op een ander tijdstip hebben we nog een afscheidsbijeenkomst gepland, met notabelen als Van Thijn en Nij- pels. En dat alles om zoveel moge lijk geld in het laatje van de Stich ting Blijfhuis te brengen". Een goed georganiseerde wanorde. De huiskamer van Gerrie Knetemann weer spiegelt diens karakter. Maar even zo vrolijk haalt de lolbroek snel een invita tie tussen de stapels paperassen vandaan bij weer een telefoontje uit Hilversum. "Dag Myrna Goossen. Ja, dat briefje moet ik nog ergens hebben liggen. Op 19 oktober in een panel? Is dat net zoiets als die show van Joop van Ellende?" Gerrie Knetemann krijgt nu meer uit nodigingen om zitting te nemen in pa nels, dan invitaties voor wielerwedstrij den. Dat is een teken aan de wand. Tijd om op te stappen. Dat doet hij dan ook op 23 september in de veilinghallen van Aal smeer. Daar rijdt hij zijn laatste koers. Met gemengde gevoelens ongetwijfeld. Of die gevoelens dan weer zullen uit draaien op een van zijn befaamde huil buien, kan Gerrie Knetemann niet belo ven. De tranen zitten hem bij bepaalde gelegenheden nog wel eens hoog, zoals na de wereldtitel in 1978, de gewonnen Goldrace in '85 en de benoeming tot rid der in de orde van Oranje Nassau in '87. "Maar of het in Aalsmeer straks weer ge beurt, betwijfel ik. Juist als de mensen het van je verwachten, gaat het niet". "Als het maar geen geforceerde troep wordt. Ik vind zo'n afscheid net een be grafenis van iemand die nog niet dood is. En ik voel me verre van dood. Ik ben nog springlevend. Vraag maar aan Gré". Bescheiden Gré Knetemann: samen met Gerrie een twee-eenheid vormend in wat met name buitenlandse (lees: Belgische) journalis ten met verbazing omschreven als een bescheiden twee-onder-een kap woning in Huijbergen. Gré heeft het er mis schien nog wel moeilijker mee dan Ger rie. met dat afscheid. Jarenlang paste ze braaf op de portemonnee. Ze was niet veeleisend en dacht aan later. Aan nu. Reden ook waarom Gerrie ooit verkon digde, dat Gré "de beste verzekering was voor een goeie ouwe dag". Die oude dag staat nu dan voor de deur. Gerrie Kneteman is er klaar voor. "Als we willen, kunnen we het Zwitserle ven-gevoel hebben". Een deel van zijn als renner verdiende geld is gestort in het KNWU-fonds, een fiscaal aantrekkelijke financiële regeling voor renners, die na hun actieve carrière jaarlijks tot hun 65ste een uitkering ontvangen. Gerrie: "Een perfecte regeling voor ons". Gré echter: "Jammer dat het er niet jaren eerder was". Gerrie weer: "In dit land kun je in principe niet rijk worden. Daar zorgt het belastingstelsel wel voor. Maar niemand hoeft bezorgd te zijn als ik straks niet direct werk vind in de wiel rennerij. Dan scharrel ik gewoon toch nog even om het huis heen. We hebben het geld nooit over de balk gesmeten, zijn altijd hier blijven wonen, hebben geen villa gekocht. Ik hoef echt niet te gaan bedelen". Het liefst was hij in de wielrennerij ge bleven. Zoals zijn generatiegenoten Raas, Zoetemelk en Kuiper. Maar het lijkt er op dat zij meer krediet hebben in het metier dan Gerrie Knetemann. De Gerrie KnetemannHet is goed zo". Europ Decor, Skil en PDM) en bereikte op 24 maart 1983 het dieptepunt van zijn carrière met een bijna fatale crash in Dwars door België. Hij botste op een ge parkeerd staande auto. "Dat was echt een rampdag, maar elke wielrenner heeft er zulke dagen bijzitten. Het positieve is dan wel dat je merkt dat er veel mensen met je meeleven al is dat met iemand zoals ik, met zo'n hoofd er op en Gré er achter, niet zo moeilijk". Gerrie Knetemann trekt weer een grijhs. Lachen, daar gaat het om in het le ven. Je leeft maar één keer. Maar het is ook de facade die hij nodig heeft om zijn eigen onzekerheid te verbergen. Knete mann, wie kent hem echt? Gré mis schien? Kent Gerrie Knetemann zichzelf eigenlijk wel? Z'n omgeving kan hem in elk geval maar moeilijk taxeren. Is Kne temann gekunsteld of niet? Hij weet het waarschijnlijk zelf niet. Of, zoals hij weer in zijn rol van pias verkondigt: "Ik peins weieens over leven na de dood, maar dan vraag ik me af, is er wel leven voor de dood? Denk daar maar weer eens over na. Die Knetemann, ik schud ze toch zo maar uit m'n mouw hè. Nietwaar Gré?" Kamervragen De wielerwereld zal er na 23 september in elk geval grijzer uitzien dan ervoor. Met Knetemann verliest het peloton een renner die nooit om een woordje verle gen zat, maar bij wie de randverschijnse len de laatste jaren steeds meer de plaats van het echte beroepsfietsen gingen in nemen. Zijn woorden braken hem wei eens op, getuige deze anekdote: "Ik werd eens na een goede wedstrijd geïnter viewd en flapte eruit dat ik me sterk had gevoeld omdat ik Liga had gegeten. Daarover zijn later Kamervragen ge steld. Ik heb een brief van de minister ge kregen, of ik er geld voor ontvangen had van Liga. Belachelijk toch". Een telefoontje onderbreekt het ge sprek. Knetemann, aan de lijn: "Een symposium over doping? Daar heb ik geen zin in hoor. Vraag daar Theunisse maar voor". En even later, terug van het toestel: "Over doping is niets te vertel len. Ik geloof er gewoon niet in, in elk ge val niet in de effecten. Ik heb nog nooit op een potje zien staan: dit is geschikt voor renners die harder willen rijden. Ik heb zestien jaar lang niets gepakt. Heb ben de anderen dat wel gedaan, dan zijn er een paar verklaringen: of ik ben wer kelijk zo uniek geweest of die anderen hebben ook niks gepakt, of het werkt ge woon niet. Ik geloof in het laatste. Het is allemaal onzin". "Kijk, ik ben astmatisch, ik heb veel last van hooikoorts. Als ik weer eens last had, ging ik naar de huisarts. Ik heb nooit een of andere dokter in België ge had of zo. De huisarts schreef me een me dicijn voor, daar ging ik van rijden als een lier. Er zaten wel cortisonen in. Maar ik reed niet beter door die cortisonen, wel door het feit dat ik geen last meer had van m'n luchtwegen, dat ik kon fiet sen als een gezond mens. Cortisonen werden twee jaar later verboden en sindsdien tob ik in de maanden april en mei steeds met hooikoorts-aanvallen. Belachelijk, normale mensen kunnen wel geholpen worden, renners niet. Ter wijl ik die spullen niet nam om harder te rijden maar puur op medische indicatie. Nu maar wachten tot er een of andere malloot uitvindt datje op penicilline ook harder gaat rijden". Geen boek Het zijn woorden die de wielerliefhebber straks vergeefs zal zoeken in een boek over Gerrie Knetemann. De Kneet heeft geen zin in een boek. "Zonde van mijn tijd. In dat boek van Rooks bijvoorbeeld, staat een heleboel kritiek op Post. Die man zou van geen kant deugen. Een paar maanden later tekent Rooks een con tract bij Panasonic. Ik bedoel maar. Ik heb wel aanbiedingen gehad om een boek te schrijven en goede ook. Maar ach, de leukste dingen kun je toch niet schrijven". Er zijn dingen die zelfs Gerrie Knete mann niet vertelt. "Laat mij nu maar. Ik heb de beker leeggedronken tot op de bodem. Het is goed zo". Grapje van de actrice Tatjana Sim ie die het startpistool op Knetemann richt. Tijd om op te stappen dus. H De klapper uit de carrière van Gerrie Knetemannde wereldtitel in 1978. In de sprint versloeg hij Francesco Moser man van de grote bek en het kleine hartje had in sommige situaties beter zijn mond kunnen houden. De rekening komt nu. Knetemann over jaloezie en collegiali teit: "Je gelooft het niet, maar ik heb nooit voorop willen staan. Aan dat soort mensen heb ik echt de schurft. Ik ben ie mand die in zijn naïviteit tegen heilige huisjes heeft aangeschopt. Ik heb altijd gezegd wat ik dacht en daarom is niet ie dereen een vriendje gebleven". Sterke punten Zijn lijf kende twee sterke punten: zijn benen en-zijn mond. De benen zorgden in zestien jaar wielercarrière voor over winningen in elf Touretappes, een gele trui, tweemaal de Gold Race, Parijs-Ni- ce, vier keer de Ronde van Nederland, de Ronde van Andalusië, de Vierdaagse van Duinkerken, de Ronde van België en het wereldkampioenschap in '78 op de Nür- bur'gring, waar hij Francesco Moser met een bandikte in de sprint versloeg. Zijn mond hielp hem aan contacten en con tracten in het Gooise, maar zorgde tege lijkertijd ook voor heel wat kinnesinne in het peloton. Knetemann wordt in deze dagen overal voor gevraagd, maar niet voor een rol in een begeleidingsteam van een prof formatie. Zelf doet hij daar nogal luchtig over. "Ik heb geen honger. Het is net het verhaal van de kleine negertjes. Er ko men haast geen wielerploegen meer bij, er worden er wel opgeheven. Alle plaat sen zijn bezet en de stellingen zijn inge nomen. Ik heb daar geen moeite mee. Ik weet van mezelf dat ik goed met renners om kan gaan. Ploegen moeten het ploeg leiderschap en het management goed scheiden. De ploegleider is er voor de renners, de manager voor de contacten met de sponsors. Zou een ploegleider van twee kanten de contacten moeten onderhouden, dan gaat het fout. PDM doet het goed met Gisbers en Krikke. Post wil alles alleen doen en heeft stro mannen als assistent-ploegleider inge huurd. Dat werkt niet. Renners moeten weten waar ze terecht kunnen". Dit zullen ze hem ook wel weer niet in dank afnemen. Gerrie Knetemann is er min of meer aan gewend. Hij lijdt er niet onder, is gewoon zichzelf gebleven: recht-voor-zijn-raap. Hij zegt z'n eenvou dige afkomst nooit te hebben verloo chend en doet alle mogelijke moeite be scheiden over te komen. "Talent? Van m'n lichting, met jon gens als Priem, Raas, Van den Hoek, Den Hertog en Kuiper was ik degene met de minste capaciteiten. Toch ben ik het langste actief bezig gebleven en ben ik er qua prestaties ook nog goed uitgeko men. Dat typeert een beetje m'n manier van fietsen. En dat WK op de Nür- burgring, dat was naturlijk iets fantas tisch. Ik weet het nog als de dag van gis teren, het is pas twaalf jaar geleden. De herinnering zit fotografisch in m'n ge heugen gegrift". "Ja, ik was natuurlijk een slimme jon gen. Als renner kun je maar op twee ma nieren een echte klapper maken: door de Tour te winnen of door wereldkampioen te worden. De Tour winnen was me na tuurlijk nooit gegegeven. Dat WK wel. Want zeg nu zelf, weet jij nog wie vorig jaar de Ronde van Lombardije won? Maar je weet wel wie er wereldkampioen in '89 is geworden. Zo zit dat". Vedette Het heeft een vedette van hem gemaakt. Ofschoon hij niet uit een nest komt dat met dat soort dingen te koop loopt. Kne temann: "Je houdt het niet voor moge lijk misschien: om half zes werd ik we reldkampioen. M'n moeder heeft dat op tv gezien. Om vijf over half zes werd ze thuis overvallen door buren die kwamen feliciteren. En toen stond dat mens ge woon in de keuken al weer aardappelen te schillen. Die instelling heb ik ook. Ik een vedette? Daar heb ik in elk geval geen moeite voor gedaan. Ik heb altijd m'n best gedaan zo gewoon mogelijk te blijven. Kijk maar naar het huis hier. Het is hier altijd een troep. Maar ik voel me er gelukkig bij". Geluk, daar gaat het om in het leven van Gerrie Knetemann. Twee sterfgeval len in de familie en recentelijk ook dat van Bert Oosterbosch, hebben hem weer eens met de neus op de betrekkelijkheid geduwd. "Ik ben iemand die stil staat bij de dingen. Samen met Johan van de Vel de was ik de enige actieve renner op de begrafenis van Oosterbosch, toch raar, niet? Bertje was een fijne vent, maar daar koop je nu natuurlijk niks meer voor. M'n zuster was 48 toen ze stierf. Er zijn belangrijkere dingen dan het wielren nen, al wil ik dat nu niet negatief gaan af schilderen. Integendeel. Ik heb het altijd erg graag gedaan. Het was geen opoffe ring. Mensen hoeven me ook niet te be danken bij mijn afscheid voor het wieler- plezier dat ze aan mij hebben beleefd. Ik vind dat onzin. Ik fietste voor mezelf en niet voor de rest van de wereld". Hij werd in 1974 professional, versleet 'slechts' vyf ploegen (Mercier, Raleigh,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 33