'Het leek of de wereld verging' Ginjaar: 'Gekleurde scholen zijn soms onvermijdelijk' Reportage Eerste nierdonor in oktober geopereerd PAGINA 2 ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1989 ontdekte de zwarte schaduw van een tank. Het was een prachtig doel, geschikt voor zijn laatste granaat en op makkelijke afstand van zijn mortier. Nadat McAnelly de afstand be paald had, schoot hij de granaat af en dook weg voor de lichtflits. Een fractie van een seconde later werd zijn wereld uiteengespleten in een gloed van vuur. Alles ver dween. Hij was bewusteloos en besefte niet dat zijn lichaam door de lucht vloog. Op een paar meter afstand van hem was een granaat ontploft. "Het was alsof de wereld tot een einde kwam. Je ligt onder vuur, te midden van hels lawaai en ontploffende granaten, het ge ratel van machinegeweren en het gegil van mensen. Maar op het moment dat je wordt geraakt, stopt alles. Ik hoorde en zag niets meer. Door de luchtdruk werden mijn ogen platgedrukt en ik zag alleen nog een hoop vonken. Het is te vergelijken met een behoor lijke klap op je kop: je ziet een soort sneeuw, maar dan in ver schillende kleuren en die vlokken dwalen heel langzaam rond. Te gelijkertijd hadden ook mijn oren ook een opdoffer gekregen". De hevig bloedende McAnelly leek al dood, toen korporaal en ziekenbroeder Ronald Tidball zich over hem heen boog. McA nelly: "Er waren in totaal 22 ge wonden, die veel lawaai maakten. Tidball heeft ons allemaal eerste hulp gegeven. Mijn linkerarm was weg: hij heeft de wond ver bonden. Later kwam hij terug met een kruiwagen". Terwijl de kogels om hem heen vlogen, reed Tidball de gewonden stuk voor stuk met de kruiwagen onder de spoorbrug naar een pand aan de Utrechtseweg. McAnelly: "Ro nald Tidball heeft iets gedaan waarvoor hij het Victoria Cross had moeten hebben of de Neder landse militaire Willemsorde Eer ste Klas. De man is een held". Vernietigd Voor Tidball en de gewonden ein digde de Slag om Arnhem, toen zij binnen tien minuten in het huis aan de Utrechteweg door de Duitsers werden overrompeld. De gewonden werden daarna op handkarren afgevoerd naar het ziekenhuis, waar later ook com mandant Heek zou komen te lig gen. Zijn tank werd vernietigd door een kanon van de Britten. McAnelly: "Heck is ervoor ver antwoordelijk dat ik mijn arm kwijt ben geraakt, maar hij raakte zijn arm ook kwijt. Zijn tank werd geraakt door een kanon van ons. De hele tankbemanning is daarbij gesneuveld, ook de schutter, Ber nard Westerhoff. Maar Heek kon er op tijd uitkomen. Hij is daarna naar het ziekenhuis gebracht en behandeld door een Britse para chutistenarts. Intussen had zich koudvuur in zijn verbrande arm vastgezet: daarom heeft de Britse chirurg hem moeten amputeren". Vlak bij McAnelly lag ook de zwaar gewonde generaal J. W. Hacket, commandant van de Vierde Parachutistenbrigade. Zijn leven en dat van McAnelly werd gered door de Britse arts Lipmann Kessel. McAnelly: "Lipmann Kessel besloot om ge neraal Hacket en mij voorrang van behandeling te geven. Dat was in strijd met het selectiesys teem van de Duitsers. Daarbij gold namelijk: iedereen met hoofdletsel en buikletsel 'sprit- zen': dood spuiten. Het Duitse medische systeem was erop ge richt om de lichtgewonden te be handelen en ze daarna terug te sturen naar het slagveld. De Brit ten gaven echter voorrang aan be handeling van de zwaar gewon den. Dat hebben ze dus stiekem moeten doen". DEN HAAG - Nell Ginjaar-Maas is niet van zins haar politieke loop baan als staatssecretaris geruisloos af te sluiten. Voordat de deur van het ministerie van onderwijs defini tief achter haar in het slot valt, wil ze een "pittige discussie" doen ont branden over het onderwijs aan kin deren van migranten. "Het beste is deze kinderen in eer ste instantie in hun moedertaal èn het Nederlands les te geven. Na drie jaar tweetalig basisonderwijs in de eigen taal kunnen ze geleidelijk aan overschakelen op het Nederlands". Zo luidt de kern van Ginjaars af- scheidssurprise: een doorwrochte notitie over het wegwerken van de onderwijsachterstanden bij etni sche minderheden. door Margreet Vermeulen Daarin breekt Ginjaar-Maas ook een lans voor handhaving van het omstreden onderwijs in de eigen taal en cultuur in de hoogste klas sen in het basisonderwijs. Opmer kelijke standpunten voor een WD- bewindsvrouw. "Toch verwacht ik ook mijn eigen partij met argumen ten te kunnen overtuigen", lacht Ginjaar-Maas. Ook als 'gewoon' ka merlid?. "Jazeker, ook als kamer lid':. Sinds 1970 kunnen kinderen van buitenlandse afkomst onderwijs krijgeh in de eigen taal en cultuur. Het prille schoolvak is van meet af aan inzet geweest van een heftige strijd. Voorstanders achten de les sen broodnodig voor de ontwikke ling van de eigen identiteit. Tegen standers zien in apart onderwijs een struikelblok voor integratie. Inmid dels zwerven twee gezaghebbende adviezen over de werktafel van Gin jaar-Maas waarin het omstreden schoolvak flink wordt gekraakt. "Louter symbolisch", luidt het vernietigende oordeel van de Ad viesraad voor het basisonderwijs. Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid ver groot het onderwijs in de eigen taal zelfs de achterstand van anderstali gen, omdat er wekelijks 2,5 uur 'ge wone' Nederlandse lestijd voor wordt opgeofferd. "Dat is dus niet waar", reageert Ginjaar-Maas triomfantelijk. "Bin nenkort publiceert het Instituut voor Toegepaste Sociale weten schappen haar onderzoeksresulta ten en daaruit blijkt dat migranten kinderen geen essentiële schoolu ren missen door lessen in de eigen taal. Scholen hebben daar hele crea tieve oplossingen voor gevonden. Bovendien blijkt uit onderzoek dat kennis van de eigen taal van groot belang is voor het leren van nieuwe talen", aldus Ginjaar-Maas. Ginjaar-Maas benadrukt dat een glansrijke schoolcarrière staat of valt bij een goede beheersing van het Nederlands. "Daar is geen enke le twijfel over mogelijk. Daar gaat de discussie ook niet over. Alle in spanningen moeten gericht zijn op het beheersen van het Nederlands, daar is iedereen het over eens. De vraag is alleen hóe je dat bereikt. Mijn overtuiging is dat kinderen die geen enkele taal goed beheersen komen. Men wil zijn eigen taal en cultuur behouden". Is een dergelijk emancipatiepro ces niet tot mislukken gedoemd als de minderheden er niet zelf het ini tiatief toe nemen? Ginjaar-Maas: "Dat is te gemak kelijk. Die verantwoordelijkheid kun je als overheid niet zo maar af schuiven. Daarvoor zijn de proble men veel te ernstig". Tegenstanders menen dat de les sen in de eigen taal geen kwaliteit hebben. Bovendien gaan er geruch ten dat vooral het Turkse lesmateri aal racistisch zou zijn. Ginjaar-Maas: "Daarom zijn we er op gebrand de leerkrachten hier in Nederland op te leiden. Dan heb je dergelijke dingen beter in de hand. De kwaliteit van de lessen kan ver groot worden door het oetc te inte greren in het lespakket. Dan is de vrijblijvendheid er af en dan wordt een betere controle mogelijk". Voor Ginjaar-Maas staat één ding vast: voor de taalontwikkeling is het funest een kind abrupt los te rukken uit zijn eigen cultuur als het zich de Nederlandse cultuur nog niet eigen heeft gemaakt. "Daarmee zit ik op de lyn van wetenschappers, onderwijswethouders in de grote steden en allerlei mensen uit het on derwijs", beklemtoont Giryaar- Maas. Ze hoopt en verwacht ("want het is een goede notitie die ik bin nenkort uitbreng") dat haar werk stuk de machtswisseling op het de partement overleeft. Dan kan Gin jaar-Maas het zendingswerk voor haar rekening nemen. Want het zyn vooral de liberalen die nog bekeerd moet worden. HENGELO - Ver over de duizend reacties heeft hij gehad en "onge veer 800" daarvan zitten inmiddels voorzien van een eenvoudig con- tractje met handtekening in het dossier van zijn bemiddelingsbu reau ROGB. Reiner Oude Groote Beverborg (32) uit Hengelo heeft twee maanden na publikatie van zijn handel in nieren dagelijks werk aan het bezoeken van kandidaat-do noren. Nog niemand in Nederland heeft echter een transplantatie on dergaan. door Dolf Ruesink Oude Groote Beverborg zegt "nog geen tijd gehad te hebben" om met cliënten op stap te gaan naar Engeland, waar hij het verwijderen van de nier wil laten uitvoeren. Bin nenkort komt daar echter verande ring in. "Op 2 oktober ga ik met de eerste donor naar het buitenland. Een vrouw van 38 jaar, die haar nier tegen betaling afstaat en 6 oktober wordt geopereerd". Waar die opera tie geschiedt, onder wiens supervi sie en voor welke koper het orgaan is bestemd, mag de Hengelose be middelaar "in opdracht van superi euren" niet zeggen. Hij is te zijner tijd echter bereid de pers een kijkje in de keuken te gunnen. Mits het verslag objectief wordt, er geen na men van klinieken en dokters val len èn de al eerder genoemde supe rieuren akkoord gaan. Kritiek Na een lawine aan publikaties, be gin juli, werd het in de zomermaan den rustig rond Reiner Oude Groote Beverborg en zijn commercieel be middelingsbureau in Hengelo. Dat wil zeggen in de media. De hoofd persoon liet alle kritiek langs zich heen gaan, luisterde zijn telefoon- beantwoorder af en reageerde met het toezenden van een 'standaard contract' op de honderden brieven uit binnen-en buitenland. "De post bracht hier brieven, waarop alleen 'nierhandelaar in Hengelo' stond". Gelokt door een tegemoetkoming van 80.000 gulden boden velen ("zestig procent mannen, veertig procent vrouwen") zonder noe menswaardig voorbehoud hun nier Rechtskundig adviseur mr. Ro bert Lassche uit Enschede moet zorgen voor 'juridisch waterdichte contracten' met de nierdonoren, want zo wil Oude Groote Beverborg wel toegeven, "die formulieren die we nu hebben zijn niet zo erg duide lijk. Er valt eigenlijk niets uit op te pnaken en ik wil zelf straks ook geen financieel risico lopen". De kaartenbak van ROGB is rij kelijk gevuld met vrijwilligers uit de Randstad. "Amsterdam, Rotter dam en die kant op. Ook Brabant en Limburg doen het op het moment heel goed. Zeeland loopt het minst". De directeur van ROGB dringt zich niet op. "Ik heb al een moeder van een kandidaat-donor aan de telefoon gehad, die niet wil de dat ik nog eens contact zou heb ben. Geen probleem, zeg ik dan. Pas kwam er nog een wat oudere man aan de deur. Die wilde een aan vraagformulier voor zijn tante. Die vrouw zou wel een nier kunnen af staan. Hoe oud is die dan? De tante bleek 82 te zijn. Nou, zo^n mensje overleeft de operatie niet eens, dus daar begin ik dan niet aan. Zelfs als iemand met mij naar het buitenland zou gaan voor een operatie en het dan Spaans benauwd krijgt, kan 'ie nog terug. Ik laat ze écht liever naar tussen de wal en het schip vallen. Veelal spreken jonge kinderen al leen de thuistaal. Daar moet je bij aansluiten door de kinderen in eer ste instantie op te vangen in de moe dertaal". Overstap De filosofie is dat kinderen die hun eigen taal goed beheersen er ge makkelijker een taal bijleren. Pas na drie jaar basisonderwijs in twee talen kunnen de minderheden de overstap maken naar de gewone ba sisschool, waar Nederlands de voer taal is. Daarmee wordt wel de vorming van 'zwarte' scholen in de hand ge werkt, beaamt Ginjaar-Maas. "Het heeft nadelen. Vooral op het platte land zal het soms moeilijk zijn om genoeg kinderen van één taalgroep bij elkaar te krijgen. Dus zal er meer gereisd moeten worden. Soms zul len 'gekleurde' scholen onvermijde lijk zijn, maar het is een tijdelijk ver schijnsel. Na driejaar kan iedereen weer naar de buurtschool". Met haar betoog staat Ginjaar- Maas lijnrecht tegenover de Weten schappelijke Raad èn de Advies raad voor het basisonderwijs. Daar heerst de opvatting dat onder ande re Turkse en Marokkaanse kinde ren beter af zijn als de lesstof in één taal opgediend wordt. "Volgens mij liggen die conclusies veel genuan ceerder. Meertaligheid heeft wel de gelijk een meerwaarde", meent Ginjaar-Maas. "Vooral als je alle taallessen op elkaar afstemt. Dat be tekent dat je bij Turks, Nederlands en Engels dezelfde structuur han- ben ervaring opgedaan met kinde ren die thuis Fries spreken. Op school is de voertaal dan eveneens Fries, maar geleidelijk aan wordt er meer en meer Nederlands inge stopt. Men doet het daar zo en het werkt perfect". Cultuur Na de eerste drie jaar basisonder wijs wil Ginjaar-Maas de lessen in de eigen taal terugbrengen tot wat nu het onderwijs in de eigen taal en cultuur is. Onderzoek wijst uit dat Spaanse, Turkse of Marokkaanse kinderen ondanks lessen in de eigen taal nau welijks iets op papier krijgen in hun moedertaal. Ginjaar-Maas: "Je kunt je afvra gen of het voor een Spaans kind van de tweede of derde generatie wel zo nodig is om perfect Spaans te kun nen schrijven. Je kunt je afvragen of dat de doelstelling moet zijn". De achterstand van minderheden in het onderwijs is er sinds de invoe ring van de lessen in de eigen taal niet minder op geworden. Ginjaar-Maas: "Daarom moet de nadruk liggen op onderwys in de ei gen taal en minder op de eigen cul tuur. De effectiviteit moet vergroot worden", aldus Giryaar-Maas die niet gelooft in het failliet van de les- Staatssecretaris Ginjaar-Maas: 'Voor de taalontwikkeling is het funest sen in de eigen taal. "Die conclusie een kind abrupt los te rukken uit zijn eigen cultuur(foto gpd) deel ik niet. Dat onderwijs is niet ge noeg, maar het levert een bijdrage teert. Die structuur fungeert dan als stand daadwerkelijk kunnen inlo- in taalbewustzijn en zelfbewustzijn, hulpmiddel om welke taal dan ook pen, durft Ginjaar-Maas niet te ge- En dat is heel belangrijk. Daarnaast snel op te pakken". ven. "Ik geef toe, het ei van Colum- kan ik me voorstellen dat minder- Een absolute garantie dat met bus is nog niet gevonden, in het bui- heden niet ondergedompeld willen meertalig onderwijs de culturele tenland ook nog niet. Maar we zijn worden in een grote smeltkroes om minderheden hun onderwijsachter- wel op de goede weg. Maar we heb- er als kleine Nederlandertjes uit te Morgen, zondag 17 septem ber, wordt herdacht dat pre cies 45 jaar geleden de Slag om Arnhem werd gestreden. Een gevecht dat te boek staat als één van de bitterste uit de Tweede-Wereldoor log. De Britse oorlogsvete raan Henry McAnelly was er bij, raakte levensgevaarlijk gewond, ontsnapte aan de dood en doet, bijna een hal ve eeuw later, verslag van zijn ervaringen. Het per soonlijke relaas van een ser geant als klassiek oorlogs drama. door Harry van der Ploeg Britse veteraan kijkt terug op Slag om Arnhem Het was stom toeval McAnelly raakte tijdens de Slag om Arn hem levensgevaarlijk gewond door een granaat van een Duitse tank. Stom toeval, zo blijkt 45 jaar na dato. De Duitse tankschutter had de granaat in het holst van de nacht per ongeluk afgevuurd, na dat zijn voet in een vage reflex de pedaal van het machinegeweer naar beneden had gedrukt. De schutter werd vervolgens bijna gelyncht door zijn woedende commandant, omdat het schot voor hetzelfde geld een bloedbad kon hebben veroorzaakt onder Duitse infanteristen in de buurt. Pas kort geleden kwam McA nelly achter deze feiten. Een on derzoeker van het Historical Re search Center in Irvine in de USA wist de Duitse commandant op te sporen, de enige overlevende van de tankbemanning. Bovendien sprak de onderzoeker met de man die McAnelly's leven redde: een korporaal die hem en 21 anderen op een kruiwagen door het vuur heen sleepte. Hun verhalen staan in het boek 'Before I sleep' van het Historical Research Center, handelend over het menselijk drama van de Slag om Arnhem. Een boek dat zowel het lot van Britse als de Duitse ge wonden behandelt. Volgend jaar zal het door de Britse brigadege neraal J.W. Hacket worden aan geboden aan Prins Bernhard. McAnelly wijst op een foto van achttien parachutisten in een zweefvliegtuig. "Kijk; ze lachen allemaal. Ze lachen naar de dood. Er is niemand bij die ernstig kijkt". De foto werd op 17 sep tember 1944 gemaakt in de vroege ochtend, op een van de plaatsen in Engeland waar de luchtlan dingstroepen van de Airbornedi- visie opstegen. Vol goede moed gingen de para's op weg naar Arn hem. Niemand besefte nog dat ze bij die stad bovenop de keurtroe pen van de Waffen SS zouden lan den. Slechts twee van hen overleef den de hel, onder wie McAnelly. Hij was sergeant van het Eerste Parachutisten Bataljon onder lei ding van luitenant-kolonel D. Do- bie. Dit bataljon maakte weer deel uit van de Eerste Parachuti- schen Brigade onder leiding van generaal G. W. Lathbury. McA nelly en zijn makkers sprongen 's middags af boven de Boshoeve bij Wolfheze. Het bataljon had, net als vele anderen, de opdracht om zo snel mogelijk naar de brug bij Arnhem op te rukken. Zoals zovelen zouden ze het niet halen. Hinderlaag McAnelly citeert het dagboek van brigadegeneraal Lathbury over de verliezen. "Om 14.00 uur 's middags op 17 september waren wij met 600 mensen op de Boshoeve bij Wolfheze. Een et maal later was de sterkte van mijn bataljon ingeslonken tot 75 man. Vier dagen later waren er nog am per 39 man. De andere mensen McAnelly terug op het slagveld nabij Arnhem: "De Duitsers zaten op 50 tot 75 meter afstand in de bossen en juurden continu hun machinegeweren op ons af. Het was geen kwestie meer van lopen, maar van kruipenzes xurlang". (fotoGPD) wc.»c.i gewond of dood. Van mijn bataljon keerden ongeveer i terug naar de basis ij waren opgestegen". De Britten stuitten al snel op een SS-bataljon dat onder leiding stond van de Duitse msyoor Sepp Krafft. Deze speelde het volgens McAnelly klaar om de troepen van Dobie negen keer achter el kaar in een hinderlaag te lokken. Het SS-bataljon bediende zich van raketten en mitrailleurs. De para's bereikten niettemin het bos bij de Amsterdamseweg. Daar werd het bataljon in tweeën geplitst. Kolonel Dobie nam 300 man mee door het bos. De 300 an deren die waren achtergebleven, zouden verpletterd worden door door de Duitse versterkingen van de Negende SS-divisie Hohen- staufen. "Zij waren duidelijk de sigaar", aldus McAnelly. De rest probeerde zich een weg te banen naar het zuiden. "De Duitsers zaten op 50 tot 75 meter afstand in de bossen en vuurden continu hun machinegeweren op ons af. Het was geen kwestie meer van lopen, maar van krui pen, zes uur lang. De hele opzet van de Duitse strategie was af komstig van generaal Harzer: het was niet de bedoeling om ons te verslaan, maar om de Britse op mars te vertragen. Wij konden geen kant meer op en hebben zware gevechten moeten leveren om in Oosterbeek te komen. En dei-K niet dat er aan Duitse kant evenveel slachtoffers vielen als bij ons". Dobies mannen bereikten uit eindelijk Mariëndaal in Arnhem, waar de vijand zich had ver schanst in de huizen en bij de Ke- ma, rondom de spoorbrug. Daar werd opnieuw een bloedige strijd gevochten, die velen het leven kostte. Granaat Toen McAnelly in de vroege och tend van 21 september zojuist'een mortiergranaat had afgevuurd op de schaduw van een Duitse tank bij de Utrechtseweg, maakte een ontploffing bijna een einde aan zijn leven. Dank zij het Ameri kaanse Historical Research Cen ter weten we thans wat zich op dat moment afspeelde bij de Duit se tankbemanning. Hauptscharführer Erwin Heek wist niets van de plannen van een Britse para om in het duister zijn laatste mortiergranaat op de tank af te schieten. Hij keek op de lichtgevende wijzers van zijn hor loge en zag dat het 3.17 uur was. Na zich ervan te hebben over tuigd dat hun tank uitstekend verdekt stond opgesteld, sloot hij zijn ogen weer. Opeens rukte de 'an een granaat de hun slaap. Iedereen was verstijfd van schrik. Te midden van het la waai schreeuwde Heek de longen uit zijn lijf. "Stop met vuren!" Het werd ogenblikkelijk doodstil. De tankbemanning duizelde en Heek raakte buiten zichzelf van woede. "Ben je helemaal gek gewor den?", raasde hij tegen de schut ter. "Waarom waren die wapens niet op veilig afgegrendeld? Wie heeft je verteld dat je moest vu ren? Besef je wel dat je je eigen kameraden daar buiten kan heb ben vermoord? Ik sleepje voor de krijgsraad of ik maak je af! Jullie zijn allemaal gek! Als dit nog een keer gebeurt, schiet ik eigenhan dig het zwijn dood dat zonder be vel handelt!" De schutter antwoordde met een zwakke stem. "Ik had mijn hand op de vuurhendel liggen en mijn voet stond op het pedaal van het machinegeweer. Ik denk dat ik instinctief geschoten heb. Ik zou kunnen zweren dat ik een mortierflits door mijn periscoop heb gezien. Het spijt me". Bewusteloos De tankbemanning sliep weer in, zonder enig besef van het vernie tigend effect van hun granaat. Buiten had McAnelly enkele mi nuten geleden nog een doel ge- zocht in de duisternis van de vroege ochtend. De Arnhemse tramlijnen glinsterden flauw in het licht van de sterren. McAnelly huis gaan, dan later problemen te krijgen". Ervaring met de begeleiding van Nederlandse donoren mag Oude Groote Beverborg dan niet hebben, er tegenop zien doet hij niet. "Ik heb immers al een tijdje stage gelopen in Duitsland. Daar heb je van die bureaus". In Westduitsland heeft hij inmiddels ook een aantal ("ik weet natuurlijk niet precies hoe veel") cliënten laten onderzoeken. Dat gebeurde, blijkens een fotoco- pie, in een Institut für Radiologie und Nuklearmediair van het Aka- demisches Lehrkrankenhaus der UniversitatDe naam van de uni versiteitsstad is op het formulier weggestreept. Een moreel oordeel over het be schikbaar stellen van een orgaan, heeft de Hengeloër eigenlijk niet, al vindt hij "iemand die dat alleen doet om er een mooie nieuwe auto van te kopen, niet goed bij zijn hoofd is". Meer begrip kan de be middelaar opbrengen voor mensen .in fihanciële nood. Die kunnen het geld immers goed gebruiken. Immoreel Staatssecretaris Dees liet in juli we ten de handel 'immoreel' te vinden en kondigde nader onderzoek aan. De inspectie volksgezondheid bracht het standpunt van Dees on langs over aan Oude Groote Bever borg. De geneeskundig inspectie volksgezondheid kan op dit mo ment niet optreden tegen de handel in donororganen. "De wet biedt daartoe geen mogelijkheden" ver klaart H. Makel van de inspectie Overyssel. De bemiddelingsactiviteiten zijn niet strafbaar. Omdat de geplande operaties (verwijdering donornier) in Engeland plaats hebben, kan vanuit Nederland niets onderno men worden. Inspecteur Makel zal bij het de partement van WVC wel aandrin gen op nader onderzoek van Neder land, Engeland en West-Duitsland naar artsen en klinieken, die mede werking verlenen aan op nierdona tie gericht onderzoek èn operaties. "Als artsen in Nederland hieraan medewerking zouden verlenen, zal ik ze zeker voor het medisch tucht college halen". R.J.G. Oude Grote Beverborg. (foto

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 2