'Hoe vrij we nu zijn, weet
alleen een DDR- burger'
Wilfried (53) en Helga May
vermoedelijk de oudste
gevluchte Oostduitsers
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1989
EXTRA
|^^^^^^BIJLAG^/Ajni^^EIDSCH/ALPHEN^AGBLAD
PAGINA 23
De 53-jarige Wilfried May en
zijn vier jaar jongere vrouw
zijn vermoedelijk de oudste
Oostduitsers die de stap
naar het Westen hebben
gewaagd. Via Hongarije
vluchtten ze vorige week
hun zoon achterna. Op een
paar vakantiespullen na
hebben ze alles moeten
achterlaten: een goede
maatschappelijke positie en
een ingericht huis. Ze
hadden het er graag voor
over, "want in de DDR heb je
geen kansen. Je komt er niet
verder".
door Weert Schenk
Helga begint te stralen. "Ineens zag ik
dat hemd tussen twee auto's", zegt ze
en ziet het weer helemaal voor zich.
"Ik riep: 'stop' en stormde de auto uit.
Het was 'm, Michael, onze zoon. Hem
hier te zien, dat is... dat is onbeschrij
felijk. We hebben gejankt en gejuicht.
Het was fantastisch".
Tranen springen in haar ogen. Het
is ook bijna niet te geloven. Veertien
dagen geleden hadden Helga en
Wilfried May in Boedapest drama
tisch afscheid genomen van huh 25-
jarige zoon. Op de laatste dag van zijn
vakantie in Hongarije had Michael
zijn ouders verteld dat hij niet meer
naar Oostduitsland terug ging.
"Zijn besluit stond vast", zegt
Wilfried, "hij riskeerde veel, want hij
werd in de DDR verwacht. Maar hij
was ervan overtuigd dat het zou luk
ken om naar het Westen uit te wijken.
Hij vertrouwde op de inzet van West-
duitsland".
Het verdriet was groot. "We begre
pen dat we elkaar de eerste vijf, tien
jaar, misschien wel nooit meer zou
den zien", zegt Helga, "het was nog
helemaal niet zeker wat er zou gebeu
ren. Het is verschrikkelijk om zo af
scheid te nemen".
De 53-jarige Wilfried May en zijn
vier jaar jongere vrouw hebben niet
geprobeerd Michael over te halen
toch naar huis terug te keren. "We we
ten dat jonge mensen in de DDR geen
kans krijgen om een leven op te bou
wen. We begrepen hem".
Vakantie
Michael ging die avond naar het op
vangkamp voor Oostduitsers in Boed
apest. Wilfried en Helga haalden de
fietsen vap hun Trabant en begonnen
aan hun vakantie in Hongarije. Leuk
vonden ze het niet. Het afscheid van
Michael bleef door het hoofd tollen.
Ze beleefden nergens plezier aan en
sliepen slecht. "Het was geen vakan
tie".
Het echtpaar dacht er niet serieus
aan om zelf ook Oostduitsland voor
goed te verlaten. Een tamelijk goede
maatschappelijke positie, een inge
richt huis en je vrienden geef je niet
zomaar op. Bovendien zijn Wilfried
en Helga op een leeftijd dat helemaal
opnieuw beginnen niet gemakkelijk
is. De May's hadden allang veel be
wondering voor de landgenoten die il
legaal naar het westen vluchtten:
"Maar wij hadden de moed niet".
Afgelopen, zondag waren ze bij
vrienden in zuid-Hongarije, toen het
nieuws kwam dat voor de duizenden
Oostduitsers in Hongaarse opvang
kampen de grens met het vrije Westen
zou opengaan. Hun vrienden drongen
er op aan dat ze ook zouden vluchten.
"Dit is jullie enige kans. Het is nu of
nooit". Wilfried en Helga twijfelden.
Wat moesten ze? Zonder werk, zon
der woning?
Een uur later kwam een telegram
van Michael. In Boedapest hadden ze
afgesproken dat hij zijn eventuele
vertrek aan de Hongaarse vrienden
zou melden. Michael schreef: "We
gaan naar Passau. Denk erover om
ook te gaan". Dat gaf de doorslag.
"De rit naar de Oostenrijkse grens
was verschrikkelijk spannend", zegt
Helga alsof ze het opnieuw beleeft,
"het duurde zes uur. Ik heb nog nooit
zo'n angst gehad. Ik was bang dat de
grens al weer gesloten was. Misschien
waren we te laat". Wilfried zucht diep:
"We konden van de zenuwen amper
met elkaar praten".
Ze haalden het. Vonden Michael te
rug bij een opvangkamp in het West-
duitse Passau. De reünie werd com
pleet door een onverwachte ontmoe
ting met de bejaarde zuster van Helga,
die bij een nicht in Beieren op bezoek
bleek te zijn. Gepensioneerden Oost
duitsers mogen wel vrij naar de
MINISrtRIUM !>£S INNtftN
0£8 D£UTSCHt H DÏ MOKRATISCHI: N KIPUÖLIK
mimi i Hum i
i i i tUHytMii i-f:<WMtoHU
Reiseanlage
für den visafreien Reiseverkehr
K 1020 884
J***#***
„v- v': 5 t-3nd t«:
-10-
- V,.:.v r...
't ïSatv-isi* .-.
si.or.mp/-,
•r.-u; ;V
j
Het papiertje dat
voor zoveel Oost
duitsers de weg
naar de vrijheid
opende: het visum
voor een vakantie
verblijf in Honga
rije.
Bondsrepubliek reizen. "Het was
unglaublich", zegt Helga als ze haar
tranen droogt, "unglaublich".
Ze bezitten nu vrijwel niets meer.
Alleen hun waardeloze Trabant waar
mee ze naar Hongarije afreisden, twee
fietsen, een tent en wat vakantiekle-
ding. Geld hebben ze niet. DDR-bur-
gers die met vakantie naar een ander
Oostblokland gaan mogen slechts 320
Ostmark per persoon meenemen. Dat
is 45 gulden de man. Maak pret.
Volgens DDR-maatstaven hadden
Wilfried en Helga May het niet slecht.
Hij verdiende netto ongeveer 1500
Ostmark in de maand, bijna tweemaal
zoveel als de gemiddelde arbeider.
Ook Helga werkte, zoals bijna iedere
vrouw in Oostduitsland. In die zin wa
ren ze ook niet echt ontevreden.
Maar Wilfried, een werkbouwkun-
dig ingenieur, voelde zich wel heel erg
gefrustreerd in zijn werk. Hij werkte
in een machinefabriek, waar hij het
had gebracht tot afdelingschef. "Het
is heel bijzonder dat ik die functie
had", zegt Wilfried snel om mogelijk
wantrouwen weg te nemen, "ik ben
geen lid van de communistische par
tij en zonder dat lukt het weinigen om
een zo'n leidinggevende positie te
krijgen. Ik ben op eigen kracht zover
gekomen, dank zij mijn vakbe
kwaamheid".
"Normaal kom je bij ons alleen
maar hogerop als je 'ja, ja, ja' zegt",
vult Helga aan. Wilfried: "Er zijn maar
weinigen eerlijk en met overtuiging
lid van de partij. Ze doen het vanwege
de voordelen. Ik heb altijd op het
standpunt gestaan: als het zo moet,
dan liever niet".
Afgeknapt
Hoewel hij het liefst een eigen con
structiebureautje had gehad, wat in
de DDR onmogelijk is, voelde
Wilfried May zich toch met hart en ziel
verknocht aan zijn werk. Hij deed ook
vaak meer dan van hem werd ver
langd, ook al kreeg hij er niet voor be
taald. In de jaren zestig en zeventig
dacht hij dat het met de DDR de goe
de kant op ging. Hij wilde daarvoor
zich inzetten. Nu is hij volledig afge
knapt. "Je hebt geen kansen", zegt hij
somber. "Je kunt niet verder".
Zijn jongste ervaringen op zijn
werk maken de frustratie compleet.
Wilfried en Helga May: "Het verschil is dat je hier met hard werken
iets kunt bereiken". (foto gpd>.
Maandenlang had hij in Oost-Berlijn
met Zwitsers onderhandeld over de
technische eisen van nieuwe machi
nes voor de fabriek. Maar het werd
May niet toegestaan om naar Zwitser
land te gaan om de bouw van de ma
chines te begeleiden.
"Ik had echt alles voorbereid", zegt
Wilfried, terwijl hij zijn vuist op op ta
fel slaat. "Op de fabriek waren ze
daarover ook heel tevreden, maar
minder bekwame lieden, partijgeno
ten, mochten naar Zwitserland. Dat is
heel deprimerend voor iemand die zo
veel voor zijn vak over heeft. Het is
me heel zwaar gevallen".
Wilfried zwijgt even, haalt de
schouders op en zegt. "Ik ben waar
schijnlijk politiek onbetrouwbaar".
Helga legt uit dat iedereen in de DDR
gecontroleerd wordt. "Je gaat hele
maal door de molen, zeker als je op
reis wilt. Je hele familie- en kennis
senkring wordt nagetrokken. En ze
vinden natuurlijk altijd wel iets".
"Misschien heb ik eens een keer te
vrijmoedig gesproken", vervolgt
Wilfried, "of ben ik wat te kritisch ge
weest. Je weet nooit wie je wel of niet
kunt vertrouwen. Maar daar hoeft het
niet eens om te gaan. Als iemand in je
flatgebouw je niet mag en iets nega
tiefs over je beweert, kan dat al bepa-
'end zijn. Zo ver gaat het".
Als Wilfried May naar Oostduits
land was terug gegaan, zou hij vrijwel
zeker worden ontslagen. "Door de
vlucht van Michael zouden we met
ernstige represailles te maken hebben
gehad". Hun zoon zouden ze er niet op
hebben aangekeken.
Wilfried: "Hij is student, en niet een
van de domsten. Hij heeft het voor
beeld van zijn vader gezien. Zelf werd
hij afgewezen voor een studie archi
tectuur. Zonder opgave van reden,
maar ik weet zeker dat het niet kwam
omdat hij niet goed genoeg is. Nu stu
deerde hij bouwkunde".
Ze hebben in Oostduitsland ook
geen architecten nodig", smaalt Hel
ga, "alle gebouwen zijn hetzelfde. Al
lemaal blokken. Lelijk, maar toch is
iedereen blij die in zo'n blok een wo
ning krijgt".
De 25-jarige Michael kon geen aan
spraak maken op een eigen woning:
hij had bij zijn ouders al een eigen ka
mer in de twee en een halve kamer
flat. "Dan kan je toch begrijpen dat
die jongen die stap naar het westen
maakt", zegt zijn moeder.
Michael wilde ook niet meedoen
aan een para-militaire opleiding, waar
hij ook zijn rijbewijs had kunnen ha
len. Nu moest hij vijf tot tien jaar
wachten alvorens voor les in aanmer
king te komen. Daarna zou nog eens
een jaar of vijftien voorbij gaan voor
hij een autootje, "nou ja, een Tra
bant", kon kopen. "En als de jeugd
dan op de Westduitse televisie ziet
hoe het in het westen toegaat"...
"Mijn auto is dertien jaar oud", zegt
Wilfried, "ik heb de derde motor al in
gebouwd. Het probleem is dat er nau
welijks onderdelen zijn. Die moet je
via vrienden en bekenden zien te krij
gen. De wachttijd voor een officiële
reparatie is bijna een jaar. Dus je moet
zelf wel handig worden, ook al heb ik
er helemaal geen zin in om me daar in
mijn vrije tijd mee bezig te houden".
M i
Zo tekenen Helga en Wilfried een
mozaïek van het leven in de DDR en
de problemen van alledag. Ze vertel
len verder over hoe ze uiteindelijk
naar hun twee en een halve kamerflat
mochten verhuizen: aan de woning-
coöperatie moest contant 2500 mark
worden betaald en bovendien moest
Wilfried voor die instelling in zijn
vrije tijd 500 uur zonder vergoeding
werken. Wilfried kreeg de opdracht
sleuven te graven voor leidingen.
Telefoon kon het echtpaar niet krij
gen, ook al had Wilfried een leidingge
vende functie. Met uitzondering van
appels was er nauwelijks fruit te
koop. De prijs van kleding lag hoog:
120 mark voor een hemd; 300 mark
voor een broek. Helga: "De bestuur
ders zeggen: je kan toch ook een
broek voor 50 mark kopen. Dat is zo.
Maar die zijn van zeer slechte kwali
teit en volledig uit de mode. De jeugd
wil er toch ook leuk uitzien, hoewel je
met die broeken van 300 mark ook
vrijwel geen keus hebt".
Wilfried en Helga maakten graag
gebruik van de beperkte wintersport-
mogelijkheden in de DDR. Ze moes
ten daarvoor ski's smokkelen uit
Tsjechoslowakije. "Bij ons kan je
geen ski's kopen. Maar de lui van de
Staatsveiligheidsdienst hebben de
mooiste en beste ski's".
"Het zijn allemaal van die dingen
die je langzamerhand uit je vel doen
barsten", zegt Wilfried. "Door het ge
brek aan vrijheid en vooral innerlijke
vrijheid is er onder de mensen altijd
een zekere spanning. Ze zijn niet vro
lijk".
"Er is altijd ook angst om iets te zeg
gen. Je moet steeds goed nadenken
wat je doet. Spontaan zijn is gevaar
lijk. Een gesprek als dit is in de DDR
volstrekt ondenkbaar. Ik zou u niet
eens hebben durven groeten. Op de
internationale Leiziger Messe mogen
we niet met westerlingen praten. Ze
zijn bang dat we geheimen verraden".
Is er in de DDR, de communisti
sche heilsstaat, dan niets beter dan in
de kapitalische wereld? Wilfried: "De
prijzen van brood, boter en melk en
die van het openbaar vervoer zijn niet
hoog. Er is geen werkloosheid en er is
geen drugsgebruik, althans daarover
is niets bekend. Er is geen grote crimi
naliteit, hoewel die toeneemt".
Wilfried denkt na. Het goede wil
hem niet zo snel te binnen schieten.
"De woningnood is groot", zegt hy
zacht voor zich uit, "de sociale voor
zieningen zijn niet goed. Er zijn te
weinig artsen en helemaal te weinig
tandartsen... Tsja, wat is beter... geen
werkloosheid...". Wilfried zucht,
schudt het hoofd. "Het is heel moei
lijk te zeggen. Misschien ken ik West-
duitsland ook niet goed genoeg. Over
een jaar kan ik wellicht meer zeggen".
Heimwee
Het echtpaar, vermoedelijk de oud
ste man en vrouw die gevlucht zijn,
ziet erg op tegen de komende tijd. De
onzekerheid is ook groot, wat veel
Oostduitsers waarschijnlijk heeft
doen afzien van de open weg naar het
vrije westen. Opnieuw beginnen, dat
zal niet meevallen, beseffen ze.
De May's weten dat in het 'ideale'
Westen 'de gebraden duiven niet zo
maar de mond binnen vliegen'. "Ik
denk dat de meeste vluchtelingen
heel goed weten dat er gewerkt moet
worden. Maar het verschil is dat je
hier met hard werken iets kan berei
ken. Thuis kan ik heel hard werken en
nog niet doen wat ik wil. We houden
heel erg van reizen. Ik weet dat ik nu
eerst andere dingen moet regelen,
maar het is heerlijk om te gaan als ik
wil. Dan mag het ook. Dat is mijn per
soonlijke vrijheid".
Helga straalt weer: "We voelen ons
nu zo vrij. Dat is niet te beschrijven.
Dat kan alleen een DDR-burger voe
len. Er zijn geen woorden voor". Toch
hebben ze angst voor heimwee. Hel
ga: "Tot nu toe is alles zo overweldi
gend, dat we maar hopen dat die
heimwee niet komt. En misschien
valt het ook wel mee omdat we hier
onze zoon kunnen ontmoeten".
Wilfried wrijft met zijn handen over
zijn gezicht als hij opnoemt wat hij
heeft achtergelaten. "In feite alles
dus. We hadden alleen onze vakan-
tiespuletjes mee. We hebben dus geen
enkel aandenken. Geen enkele foto
van vroeger, van onze ouders, niets.
Onze vrienden zullen we missen. Ik
heb een grote boekenverzameling.
Mijn collectie klassieke muziek zal ik
missen. Mijn vrouw had een volks
tuintje. Dat was haar grootste vreug
de".
Helga's ogen worden weer nat als
Wilfried vertelt hoe ze het tuintje ver
zorgde en er speciale groenten in ver
bouwde. "We konden daar doen wat
we wilden. We konden er vrij praten
met vrienden".
Ze zijn nieuwsgierig naar wat er
met hun spulletjes gebeurt. "Het is
niet mogelijk om het vrienden te laten
weghalen. Ik denk dat de Staatsvei
ligheidsdienst de boel al verzegeld
heeft. Wij hadden pas volgende week
moeten terugkomen. Maar het is vrij
wel zeker dat ze al aan de deur zijn ge
weest omdat Michael niet op tijd te
rug was".
"We moeten maar kijken hoe het
verder gaat", zegt Wilfried, "terug
gaan kan niet meer, want dan gaan we
voor vijf of tien jaar de gevangenis in.
Ik hoop hier ergens binnen mijn eigen
vakgebied aan de slag te kunnen. Mi
chael is al naar Baden-Württemberg,
maar wij willen liever hier in Beieren
blijven. Het landschap bevalt ons. Het
lijkt op thuis".