'Van zo'n nazi-groet krijg je kippevel' 'Musical hier kunst met kleine k' Drie generaties spelen 'Cabaret" Fred Butter speelt hoofdrol in 'Sweet Charity' VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1989 7///EA TER KR A NT 'R9! '90 PAGINA 33 ..We zijn dan \v el een typisch na-oor- logse generatie." zegt Theo Ni.jland <34). ..Maar door onze ouders heb ben wi.i die oorlog toch indirect meegemaakt, we zijn opgegroeid in het kielzog van die oorlog. Hi j speelt een Amerikaans auteur, die in Ber lijn de mooiste roman aller tijden wil schrijven. Door zijn ogen volgt het publiek de gebeurtenissen. Hij krijgt er een verhouding met een nachtclubdanseresje maar als hij ook homoseksuele contacten blijkt te hebben raakt hij in conflict met een vriend, bij wie de nazi-sympa- thieen ontluiken. Nazi's houden niet van homo's. Lia Dorana (71), de 'veterane' van het gezelschap, kent het fascisme wel degelijk van nabij. In de oorlog speelde ze illegaal tussen de schuif deuren bij het cabaret van Wim Sonneveld. Ze heeft in 'Cabaret'een verhouding met een joodse meneer die ze laat schieten als het 'gesundes Volksempfinden' ook iets onover komelijks tegen joden blijkt te heb ben. „To,ch hoef je voor zo'n rol de oorlog niet echt te hebben meege maakt", zegt ze. .Iedereen is er zo, enorm bij betrokken. Je hoort voortdurend mensen tegen elkaar zeggen: heb jij dit gelezen en dat al gezien?" door Hans Visser Willem Nijholt (55) speelt in de 'Kit Kat Club' de 'master of ceremo ny'. Hij is de schakel die alle ele menten in 'Cabaret' met elkaar ver bindt en voorziet van commentaar, zoals het koor in de Griekse trage die. Nijholt is ouder dan de mees ten. jonger dan Lia Diorana. maar heeft niettemin zelf kunnen ervaren wat de Japanners in de oorlog met Nederlandse mannen, vrouwen en kinderen voor hadden. Geen traditie 'Cabaret' is een musical met 'een se rieuze ondertoon'. Het klinkt haast als een excuus, om toch in Neder land een musical, dus amusement, in de theaters te mogen brengen. Maar volgens Theo Nijland valt dat mie. „Musical heeft in Nederland geen traditie. Daarom kan het zijn dat mensen denken dat musical, net als operette, iets vrijblijvends is. Maar 'Cabaret' wordt op een be paald moment echt wrang." „Zelf heb ik tijdens de repetities al een paar keer kippevel gehad. Dan gingen die handen voor de na zi-groet omhoog en werden er fas cistische liederen gezongen. Net als 'Chorusline' is 'Cabaret' gebaseerd op echte gebeurtenissen, maar uit eindelijk blijft het theater. Mis schien spelen we morgen 'King Lear' en dat bewind hebben we ook niet meegemaakt." je een geestige dialoog kunt schrij ven met dan ergens middenin een maagstomp. Zelf probeer ik nu vooral die choreografie in mijn po ten te krijgen en moet ik ervoor zor gen dat ik daarbij op mijn leeftijd nog kan blijven zingen. Op dit mo ment denk ik dus absoluut niet dat ik een partijtje wereld verbeteren sta te spelen. Dat komt als de voor stelling klaar is om aan het publiek te laten zien." „En paar jaar geleden heb ik een soloprogramma gespeeld, waarin een stuk voorkwam over een Jap penkamp. Daar droomde ik van, daar was ik toen heel erg 'mee be zig'. Uiteindelijk kreeg ik tijdens de repeties een enorme huilbui. Maar alleen tijdens de repetities. Het was ook mijn verhaal. En ik wilde dat een keer door de strotten van de Ne derlanders douwen. Ik heb ze ook in het Japans 'In de houding en bui gen' laten meezingen. Ze deden dat ook allemaal heel lief. En dan kre gen ze daarna een klap op hun bek. Ik heb dat bewust zo gerepeteerd. Maar met 'Cabaret' is dat anders. Deze musical spreekt voor zichzelf. En de jongeren die het fascisme niet hebben meegemaakt zullen het toch herkennen." Van de drie acteurs is alleen Nij holt ooit in Berlijn geweest. ,,De sfeer van 'Cabaret' vind je in West- Berlijn niet terug. Wel in Oost-Ber- lijn. Unter den Linden en Alexan- derplatz, al die straten en pleinen zijn er nog. Met alle grauwe Stalinis tische sluiers waarmee het is behan gen dacht ik toen ik daar liep: op dé ze boulevards, in die gebouwen, daar heeft een weelde geheerst, daar had je uitspattingen." Decadentie „In West-Berlijn is het net anders om. Je kunt er uitgaan, er zijn nachtclubs, travestie-tenten, je kunt 's ochtenda om zeven uur op een terras champagne bestellen en ontbijten. Die decadentie is er nog altijd. Die zit in de Berliner. Maar van het oude Berlijn vind je uiterlijk niets meer terug. Alleen die oude gebombardeerde kerk is er nog. Verder is het allemaal welvaart." In hoeverre is deze tijd, hier in Nederland decadent? Theo Nijland reageert zonder aarzelen: „Het hele leven is decadent, de arbeidersklas se is decadent. Of bedoel je dat deze show zo duur is?" Willem Nijholt is wat bedachtza mer: „Er mag tegenwoordig zo veel. De decadentie van de 'uitgelaten stiekemigheid', dat 'uitgelatene', dat bestaat niet meer. Meisjes van twaalf hebben de pil en jongetjes scheppen op over seks. Dat vind ik al niet eens meer decadent. Ik denk dat er voor decadentie geen plaats meer is. Decadentie heeft iets kun stigs, het is een bepaalde stijl van le- .Het woord past niet meer in deze tijd." stelt Lia Diorana vast. Waarop Willem vervolgt: „'Cabaret' brengt je naar de decadentie van 1929. Maar het leuke is dat de master of ceremony geen enkel schutting woord gebruikt. Hij doet reuze chi que. maar in zijn suggesties is hij ontzettend smerig." En Theo: „We hebben alle drieletterwoorden uit de tekst geschrapt. Ook alle moder nismen van de jaren tachtig en de yuppie-taal". Topkunst Hebben de drie theatergeneraties het gevoel dat ze in een toneelstuk anders werken dan in een musical? „Geen idee," zegt Lia Dorana. „Als je bezig bent voel je wel dat je een scène hier of daar een lichte charge geeft, omdat je hem boven allerlei andere momenten met ballet en liedjes uit moet tillen." „Het hangt van de musical af," vindt Willem. „Als de spelscènes mager zijn moet je overdrijven, maar volgens mij is deze musical waanzinnig goed geschreven. Meestal ligt er een concurrentie tus sen spelscènes en grote muzikale momenten. Je zet een zwaarder contour om een scène. Dat is denk ik het geheim is van musicalspe- len." „In het buitenland is het heel ge woon dat je bij een theateroplei ding, behalve ouwehoeren - wat hier heel veel gebeurt - ook nog eens bezig bent je te verdiepen in zang en dans. Buitenlandse acteurs hebben volgens mij veel minder moeite om in een musical te gaan staan. Laatst ontmoette ik hier Derek Jacobi. Hij vertelde me dat hij Richard V' van Shakespeare zou gaan spelen. Met mijn ogen wees ik toen alleen even naar de affiche van 'Cabaret'. Toen zei hij: 'Oh ga jij de master of cere mony spelen? Wat zou ik dat graag willen doen'." Theo: „Sommige acteurs kunnen niet zingen of dansen, die moeten dan niet zeuren als iemand dat toe vallig wél kan. Maar als je het toe vallig kunt is het heel verleidelijk dat te laten zien. Het is anders dan een toneelscène spelen, maar min stens zo moeilijk. Toch is er in Ne derland veel veranderd. Vroeger wilde ik nooit musical spelen. Hau- ser Orkater en het Werkteater wa ren mijn voorbeelden." „Tegenwoordig komt in het thea ter het idee van topkunst sterk naar voren, net als in de beeldende kunst. Dat is goed, ook al kan er naar mijn idee nooit genoeg worden geëxperimenteerd. Mensen willen weer uitgaan en iets groots zien. En dan vind ik het leuk dat deze musi cal zeven miljoen gulden kost. Mis schien komen de mensen daarjuist op af. Dat heeft dan niets met de in houd te maken. Het is de yuppie maatschappij." AMSTERDAM De musical 'Cabaret' gaat niet over cabaret. De show die op 17 september in Carré zijn Nederlandse première beleeft en van 21 t/m 25 november in de Leidse Schouwburg is te zien, is de levensechte geschiedenis van mensen die elkaar treffen rond het cabaret 'De Kit Kat Club', een luxe lokaliteit voor vermaak van minder hoog niveau in het Berlijn van 1929. Een show die ogenschijnlijk is opgebouwd met veel vrolijkheid, maar die naarmate het verhaal vordert een uiterst wrange ondertoon blijkt te hebben. Rond de hoofdpersonen speelt zich een drama af, veroorzaakt door het opkomend nazisme, een ontwikkeling die zou eindigen in alle ellende van de Tweede Wereldoorlog. Daarmee moet 'Cabaret' tegelijkertijd een waarschuwing zijn. 'Serieus amusement', derhalve, op het toneel gebracht door een groep mensen van wie er slechts een enkeling oud genoeg is om te weten wat de ideeën van Hitier en de zijnen in de praktijk betekenden. Een aantal hoofdrolspelers uit de musical 'Cabaret': v.l.n.r. Theo Nijland, Alexandra van Marken. Willem Nijholt, Lia Dorana en Guus Verstraete sr. (foto GPD) Ligt het verhaal over de aanloop tot de oorlog Lia en Willem gevoels matig niet te dichtbij? De actrice vindt van niet. En Nijholt haakt daar gretig op in: „Lia en ik, die al zo lang spelen, hebben daar geen last van. En bovendien: wie zich zo sterk met zijn werk identificeert, moet in therapie. Acteren is ons vak. Het gaat om watje bereikt in de zaal. Daar moeten de mensen een shock krijgen. En dat moeten wij met deze Amerikaanse musical, ge baseerd op een Europees gegeven, tot stand brengen. Maar in de eerste plaats maken we theater." Lia Dorana stemt in: „Juist als je iets wilt bereiken moet je de bood schap onder de tafel doorschuiven. Niet met een bonk van 'jongens kijk eens wat een ellende'. Je moet het brengen als een clown die lol ver koopt, maar wiens hart weent. Tra gikomisch. Toch zou 'Cabaret' de mensen een beetje aan het schrik ken moeten maken. Het fascisme steekt immers weer de kop op. Maar ik vraag me af of je het publiek nog kunt shockeren. Iedereen is zo met zijn eigen welzijn bezig, dat het lijkt alsof het geduld om naar anderen te luisteren is verdwenen. Mensen hebben genoeg aan hun eigen moei lijkheden." Maar Nijholt heeft de moed nog niet verloren: „Amerikanen weten hoe heeft daar geen moeite mee." „Duitsland is ook zo anders. Elke stad heeft er een eigen theater. Kin deren worden er mee opgevoed. Thuis wordt over voorstellingen na gepraat. Duitsers reizen ook veel meer om iets te zien. En als acteur sta je er sociaal veel hoger op de maatschappelijke ladder. Hier val je soms nog - om met Wim lbo te spre ken - in de categorie hoeren en or geldraaiers. Je bent gewoon 'ie mand van de tv'. Musicalcultus „Ik moest een keer auditie doen in Berlijn. Ik kreeg de tip een bepaald pension te nemen aan de Kurfür- stendamm. Maar toen ik daar aan belde, zeiden ze dat er geen plaats meer was. Daarop vertelde ik over mijn auditie in het Theater des Wes ten. Zegt die meneer: 'Aber sie sind Schauspieler. Kommen sie doch'. Kijk: zo denkt Duitsland over ar tiesten." „Ze vergeten je daar ook niet. Als ik in Hamburg over straat loop her kennen de mensen me hier en daar toch nog van 'Cats'. Hier gebeurt dat niet. Maar de show was daar toch veel meer geïntegreerd in de samenleving. De hele stad stond in het teken van die show. Toch geniet ik ervan dat ik hier nog niet zo wordt nagewezen." „'Cats' bewijst dat ook het Neder landse publiek opvoedbaar is. De mensen waren opeens bereid om naar Amsterdam te komen, zodat de show niet hoefde te reizen. Er kan dus echt een musicalcultus ont staan. Als je nagaat dat ze in Duits land speciaal voor 'The phantom of the opera' een theater bouwen.... Het is, geloof ik. goed dat Joop van den Ende hier een musicaltheater wil bouwen. En als hij in 1991 opent met 'Les Miserables' zal die voor stelling hier beslist aanslaan. Die musical heeft alles: cultuur, revolu tie, noem maar op. Televisie heb ik bewust wat afge houden. Ik speel nu in vier afleve ringen van 'Medisch Centrum West' en verder spreek ik de stemmen in bij talloze tekenfilms. Maar ik heb het nooit echt gezocht. Je kunt op televisie van de ene op de andere dag groot worden, maar ook diep vallen. Wim Kan zei niet voor niets: 'televisie is een moordwapen voor jonge artiesten'." Met een lichte zweem van weemoed stelt Butter vast dat het Heerenloge ment inmiddels is afgebrand. „Daar kon ik leren in de huid van een an der te kruipen, al dacht ik toen nooit dat het nog eens mijn beroep zou worden. De routine en discipline heb ik later bij Jos Brink en Frank Sanders opgedaan." „Die periode was echt van wezen lijk belang voor mijn carrière. Dat ik toen ook met Simone heb gespeeld kwam al meteen in de auditie voor 'Sweet Charity' naar voren. Onze kameraadschap uit die tijd, straalde van ons af. De regisseur, Chet Wal ker, viel dat meteen op. Voor hem gaf dat de doorslag." AMSTERDAM (GPD) „De liefde voor het vak heb ik opgedaan in het Heerenlogement", zegt Fred Butter. Zijn gedachten gaan even terug naar zijn jeugd in Purmerend. Daar maakte hij in de schouwburgzaal van een plaatselijke horecagelegenheid als amateur kennis met het toneel. Na in een aantal internationale produkties te hebben gespeeld stond Butter naderhand in de Nederlandse versie van 'Cats' en speelde hij in 'Barnum' waarin hij een groot aantal malen de fysiek zware hoofdrol van Mike Burstyn overnam. Het komend seizoen speelt Fred Butter naast Simone Kleinsma de hoofdrol in 'Sweet Charity', een musical naar Fellini's met een Oscar bekroonde speelfilm 'Nights of Cabiria'. Cy Coleman schreef er bekend geworden songs voor als 'If they could see me now' en 'Big spender'. In de jaren zestig speelden Jasperina de Jong en Jacco van Renesse de hoofdrollen in de eerste Nederlandse versie van deze show. Komend seizoen reist er een totaal vernieuwde 'Sweet Charity' door het land. Van 4 t/m 6 januari staat de musical op de planken van de Leidse Schouwburg Fred Butter en Simone Kleinsma: samen in de musical 'Sweet Charity'. door Hans Visser Uitdaging „Het is een heerlijke rol. Niet dat ik er al mijn hele loopbaan op heb zit ten wachten. Maar er zit veel humor ïn voor mij is dat reuze belang rijk. Het is een uitdaging om een lach uit de zaal te krijgen. Als je een rol te geroutineerd speelt merk je dat meteen, dan is die lach minder moetje het anders doen. Maar als je werkt aan een grap en ze lachen niet, dan is dat om gek te worden. Je weet niet wat je moet doen, je zou diep in de grond willen wegzakken. Je voelt je voor joker staan." „Ik speel een saaie verzekerings- meneer die leidt aan claustrofobie. Als hij naar de laatste avond van zijn therapie gaat, komt hij Charity tegen, een meisje uit een dansbar, ïex bordeel. Ze-wil een kantoor baan en volgt daarom een cur; ze samen in de lift staan, blijft die natuurlijk ergens onderweg ste ken. De verzekeringsmeneer krijgt er last van zijn fobie en dat roept bij Charity allerlei moederlijke ge voelens wakker." „'Sweet Chanty' is bepaald niet verouderd. In Amerika is de show opnieuw uitgebracht en in Duits land lopen er nu drie versies van in de theaters. Bob Fosse heeft er bo vendien een choreografie voor ge schreven die tijdloos is om zijn kwa liteit en herkenbaar omdat hij het verhaal zo helemaal van de jaren zestig met zijn flower power laat i. En dat sluit weer zo helemaal i bij de huidige trend. Mensen hebben opeens weer belangstelling >r die periode, realiseren zich op eens hoe vrij alles toen was. vergeten dat wij met de Engelsen en de Amerikanen de enigen zijn die een eigen musicalcultuur hebben. Mensen'als Annie M.G. Schmidt en Jos Brink zijn van internationale al lure. Maar de musical is hier altijd kunst met een 'kleine k' gebleven. Misschien omdat onze musical uit het cabaret voortkomt, en in Duits land, Frankrijk en Oostenrijk uit de operette en de revue." Minderwaardig „We doen in Nederland zo minder waardig over onze musicals, maar „Een show met louter veren in je kont kan niet in Nederland. Er moet toch altijd even een dominee aan te pas komen. Je merkt dat Jos Brink ook steeds meer een boodschap wil meegeven. Eigenlijk zijn die Parijse shows ook vreselijk, ze zijn niet echt. Het leuke van de allernieuw ste musicals is dat daar zo veel mo derne techniek in wordt verwerkt, terwijl er genoeg drama in zit om de acteurs te laten schitteren." „Bovendien merk ik dat Neder landse acteurs in het buitenland heel gewild zijn. Maar als je aan de Nederlandse manier van werken bent gewend, is de overgang naar Duitsland groot. De mentaliteit is daar heel anders. Het werken is er zeker niet onaangenaamm maar heel 'tüchtig', heel gediciplineerd. Zestig procent van de musicalspe lers is daar trouwens Amerikaans. Ze krijgen spraakles en het publiek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 33