'Ik heb nooit om
een rol gebedeld'
'We hebben aan kruk en stoel niet genoeg
Lia Dorana terug op (musical)podium
Frank Sanders en Jos Brink terug naar het cabaret
PAGINA 32
7/HEATERKRANT WIVO
VRIJDAG 15 SEPTEMBER 1989
Ze werkte met Wim Sonneveld, Cor Ruys en Wim Kan.
Als de Rotterdamse Ali Cyaankali in het VARA-
radioprogramma 'De familie Doorsnee' hield zij
jarenlang miljoenen Nederlandse luisteraars aan de
radio gekluisterd. Ze speelde in stukken van Ibsen,
Brecht en Tjechov, en was Irma la Douce in de
Nederlandse versie van deze gelijknamige musical. Nu,
twintig jaar na haar laatste grote rol, werkt
actrice/cabaretière/chansonnière Lia Dorana (71), aan
een nieuw begin. In de Nederlandse versie van de
musical 'Cabaret' staat Lia Dorana naast Willem Nijlholt
en Alexandra van Marken. De vele voorstellingen in het
vooruitzicht ontmoedigen haar niet: "Het is heerlijk om
weer te spelen, met zoveel jonge mensen. Ik hoop alleen
dat ze me geen oude tuttcbol vinden. En als ze dat wel
vinden, moeten ze het maar zeggen".
AMSTERDAM - Actrice en caba
retière Lia Dorana is onvermoei
baar. Ze geniet van de chaotische
drukte, die aan de première van 'Ca
baret' vooraf gaat. Lia Dorana zal
een rol vervullen van hospita Frau
Schneider, naast Willem Nijlholt en
Alexandra van Marken in het stuk
dat dit weekeinde in première gaat.
"Ik vind het heerlijk, die span
ning, al die mensen om je heen. Ie
dereen is zo betrokken en er wordt
met zoveel liefde gewerkt. Het is net
die tijd bij Wim Sonneveld, toen
werd er ook met zoveel inzet aan de
voorstelling geschaafd".
Lia Dorana is het onbetwiste mid
delpunt van de belangstelling. Van
alle kanten vliegen mensen op haar
af, spreken haar aan. Het lijkt of ze
nooit is weggeweest.
Toch is het al meer dan twintig
jaar geleden dat Lia Dorana met
haar laatste grote rol, Olga in
Tjechovs 'De Drie Zusters', in het
theater stond. Daarvoor was ze van
af haar zeventiende jaar actief als
cabaretière bij onder anderen Wim
Sonneveld, Wim Kan en de Bouw
meester-Revue. In 1955 maakte ze
een overstap van kleinkunst naar
het 'groote toneel', met een rol in
het stuk 'Thee en Sympatie' bij het
Rotterdams Toneel. Daarna volg
den de grote rollen elkaar in een ijl
tempo op. met als een van de hoog
tepunt de rol in Berthold Brechts
'De Kaukasische Krijtkring' tijdens
het Holland Festival in 1960, die
haar een zilveren Bouwmeesterpen
ning opleverde. Echte bekendheid
oogstte ze door haar rol als Irma la
Douce in de gelijknamige musical,
en als de onvergetelijke Ali Cy-
door
Monique Brandt
aankali in het VARA-radioprogram-
ma 'De Familie Doorsnee'.
Migraine
De prijs voor die onafgebroken in
spanningen was hoog. Jarenlang
werd ze al geplaagd door hevige mi-
graine-aanvallen. Bij sommige
stukken werd de zwaar vermoeide
actrice op de been gehouden door
dagelijkse vitamine-injecties. Tot
ook die niet meer baatten. Lia Dora
na werd zwaar ziek, overwerkt. Om
tot rust te komen vertrok ze samen
met haar man naar Frankrijk, waar
het echtpaar een oud huis, 'een ruï
ne met een enorme lap grond', bezat
ten zuiden van het Dordogne-ge-
bied. Het podium werd ingeruild
voor zaag en hamer, de vrijgekomen
tijd werd besteed aan het opknap
pen van de bouwval.
Afgesloten van de bewoonde we
reld, zonder telefoon, electriciteit
en water, werd de theatervrouw al
snel geconfronteerd met de vergan
kelijkheid van roem en succes. Het
publiek meende dat Lia Dorana
zich als een Nederlandse Greta Gar-
bo had afgezonderd van de theater
wereld, en regisseurs vergaten haar.
Slechts eenmaal keerde ze terug als
actrice, in een rol die haar op het lijf
geschreven was: die van 'Boerin in
Frankrijk' voor de NCRV-televisie.
Lia Dorana werd een legende. Ten
onrechte, vindt ze zelf.
"Het is nooit mijn bedoeling ge
weest om te stoppen met theater. Ik
had alleen rust nodig. Ik was zo in
tens moé. Ik had voordat 'De drie
zusters' in '66 op de planken kwam,
al drie maanden in het ziekenhuis
gelegen. Daarna was ik óp, uitge
mergeld. Ik dacht: binnenkort hoor
ik wel weer eens wat, maar dat ge
beurde dus niet. Iedereen dacht dat
ik alleen nog maar een beetje wilde
boeren en schoffelen. En ik ben te
trots om te vragen om een rol. Ik
was natuurlijk al ontzettend ver
wend door mijn publiek, en door al
le fantastische rollen die ik heb ge
speeld. Ik heb nóóit gebedeld om
een rol, of aangepapt met een regis
seur om er een te krijgen.
Eenmaal in Frankrijk kwam. ik
weer met beide benen weer op de
grond terecht. Ik leidde opeens het
leven van een vrouw die niet altijd
nummer één is, en ging me bezig
houden met andere mensen, niet
meer alleen met mezelf. Er bestond
opeens meer dan alleen toneel: de
natuur, planten en kruiden. Een
nieuwe wereld. En verder was er al
tijd wat doen. Timmeren, zagen, een
nieuw dak, ik doe alles zelf. Ik heb
het theater dan ook nooit écht ge
mist, hoe gek het ook klinkt. Ik
vond het wel even goed zo".
De intensiteit die Lia Dorana uit
straalt, komt ook in haar werk naar
voren. Als ze bezig is, bestaat er
even niets anders meer. Ze zwoegt,
onafgebroken, tot ze er bij neervalt
desnoods.
"Met mijn perfectionisme heb ik
mezelf vaak dwars gezeten. Ik was
dan zoveel met de details bezig dat
ik de grote lijnen uit het oog verloor.
Tot op de dag van de generale repe
titie liep ik rond met mijn tekstrol,
en medespelers dachten altijd maar
weer, 'die krijgt haar rol nooit ge
léérd'. Zij kenden hun rol in een
week, maar ik was een tijd intens
met een rol bezig, om het typetje te
doorgronden. Ik wil altijd de sleu
tel, de toegang tot een rol vinden, en
daar ben ik dan woord voor woord
mee bezig, Ik heb nooit,een souf
fleur nodig gehad".
Muziek
Lia Dorana wist al heel vroeg dat ze
j toneelspeelster wilde worden. Dit
nadat ze met haar grootmoeder naar
een uitvoering van 'De Kleine Lord'
was geweest. "Ach ik wist verder
ook niet wat het vak inhield, het
leek me gewoon heel leuk. Maar dat
vond ik ook van muziek maken. We
waren thuis eigenlijk altijd met mu
ziek bezig, mijn drie zusjes en ik. We
speelden op de vleugel, de gitaar of
de viool. En anders zongen we. Niet
tijdens lessen, maar gewoon zó, ge
ïnspireerd. Russische en Hongaarse
liederen, zo prachtig, zo roman
tisch".
Haar voorliefde voor deze liede
ren bracht haar ertoe om bij Hon
gaarse orkesten te gaan zingen. Tij
dens een van de optredens ontmoet
te ze de jonge Wim Sonneveld, die
haar in 1943 vroeg voor zijn cabaret
gezelschap.
"De tijd met Wim Sonneveld had
ik voor geen miljoen willen missen.
Het was een prima baas, met een
uitzonderlijk gevoel voor humor,
een soort vadertje van wie we alle
maal veel geleerd hebben. En met
veel initiatief. Hij zag ergens een
pantomime-stuk, en dan dacht-ie,
'dat is misschien wel interessant'.
De hele groep vertrok dus naar Pa
rijs, om een voorstelling te doen, en
dan bleven we er drie weken om
met Marcel Marceau te repeteren.
We moesten het zelf betalen, maar al
kostte het je je laatste cent, je dééd
het".
"Na een paar jaar cabaret gedaan
te hebben, wilde ik toch wel eens
iets anders. Het toneel was altijd
mijn grote droom geweest, maar ik
wist niet goed hoe ik het aan moest
pakken. Daarom stapte ik naar Cor
van der Lugt Melsert, toen één van
de groten van het Nederlands to
neel. om raad. Ik dacht, nu komt
het, nu krijg ik allerlei nuttige raad
gevingen. Het enige dat hij zei was:
'als je toneel wil gaan doen, moet je
dat wat je nu doet, zo goed mogelijk
doen, stééds beter'. Even was ik te
leurgesteld, maar later dacht ik, die
man heeft gelijk, alles wat je doet
moet zo goed mogelijk gebeuren.
Misschien dat er net een keer een re
gisseur in de zaal zit die iemand als
jij nodig hebt. Iedereen vond dat
toen super-romantisch en ook een
beetje gek gedacht, maar het is toch
zo gegaan".
In 1955 vroeg Jan Teulings, toen
bij het Rotterdams Toneel, haar
voor een rol in 'Thee en Sympathie'.
Dat was het begin van een glanzen
de toneelcarrière.
"Ik kwam bij het toneel en kreeg te
horen, 'wat je tot nu toe hebt ge
leerd moet je allemaal vergeten'.
Dat nam ik graag aan. want ik wilde
alles leren. Bovendien had ik een
groot minderwaardigheidscomplex
omdat ik niet op de toneelschool
was geweest. Er was altijd die angst
van 'ik kan niet genoeg'. Toch ver
baasde het me hoe weinig er in die
tijd op de toneelschool werd ge
leerd. De jonge spelers wareh moei
lijk verstaanbaar, ze articuleerden
niet goed. Soms moesten ze een
danspasje doen en dan stonden ze
zó te stuntelen.
Ik kwam er dus achter dat ik toch
een goede leerschool achter de rug
had. Ik ben helemaal van onderop
begonnen, heb alles zelf geleerd.
Het is vaak hard werken, niet altijd
lollig, naar je hebt nu eenmaal een
taak als acteur of actrice, je publiek
vermaken. Je speelt nooit voor je ei
gen lol. Een acteur is verantwoorde
lijk voor zijn publiek. Het maakt
niet uit of er vijftig mensen in de
zaal zitten of vijftienhonderd, je
kunt het publieft niet teleurstellen.
Natuurlijk, met een gebroken been
kun je niet spelen, maar als je koorts,
of griep hebt, haal je éen injectie, en
dan spéél je toch".
Lia Dorana praat verder, geani
meerd, soms van de hak op de tak
springend. Over haar glansrollen.
Over de twijfels of ze wel in Frank
rijk zal blijven wonen, zo afgelegen,
nu ze ouder wordt. Over haar enig
zins mislukte liedjesprogramma
Solo'68, door de meeste critici gena
deloos neergesabeld, met de' verwij
ten dat bijna het gehele programma
bestond uit vertalingen.
"Solo '68 is niet geworden wat ik
gehoopt had. maar het was een po
ging. Het was de wens van de regis
seur om alles in het Nederlands te
doen, en dat werkte niet. De kritiek
was terecht. Er zijn nummers, die
zijn zo mooi datje ze niet mag verta
len, dat kan niet, of je ze nu zingt'
met een gouden stem, het klinkt
nooit hetzelfde. Luister dan naar
het verschil, of je nu zingt 'non, je ne
regrette rien', of'Nooit heb ik spijt".
De tekst van het met krachtige
stem voorgedragen lied, is sterk van
toepassing op' Lia Dorana. De actri
ce zegt uiterst tevreden terug te kij
ken op haar carrière. "Ik heb alles,
alles gedaan wat ik wilde doen, een
fantastische tijd gehad. Niets ge
mist".
Frank Sanders kan er nu omlachen:
"We hadden onszelf een seizoen be
loofd met heel veel pret. Hadden ge
dacht dat we na de try-outs mis
schien nog een nummer of twee
zouden moeten veranderen en dat
het dan goed zou zijn. Dat viel dus
tegen. De eerste voorstellingen in
kleine zalen liepen prima. Het mate
riaal bleek geschikt en wij hadden
iets van jeugdsentiment in die zaal
tjes waar we vijftien jaar geleden
ook stonden te spelen. Maar toen we
naar de grote zalen gingen, klopte
het niet meer. Een grote zaal kijkt
anders. Wat in een kleine zaal vol
doet, werkt niet automatisch ook in
een grote zaal. En dus is de vakantie
voor een belangrijk deel gevuld met
het herschrijven van zeker dé helft
van de in totaal zestien nummers".
Na tien jaar bezig zijn met zelfge
schreven en zelf geproduceerde
musicals zijn Brink en Sanders te
rug bij de bron: het cabaret. Met in
hun kielzog Lucie de Lange en Bas
Groenenberg. Frank Sanders legt
uit dat de nadruk op het verlangen
naar wat onbekommerde pret lag.
Even los van de grote gezelschap
pen die de afgelopen jaren hem en
Jos Brink steeds omringden: "We
wilden een wat rustiger seizoen en
bovendien wisten we, toen we met
de Havelaar bezig waren, dat het
nauwelijks groter en triester zou
kunnen. Dus werd het cabaret. Wij
hebben ons daarbij de opdracht ge
steld dat het een mengvorm zou
worden van musical en cabaret. We
zoeken naar een show met de sfeer
van cabaret en die er uit ziet als een
grote show. Gezien het budget
klopt dat laatste aardig. Nu krijgen
we gaandeweg het gevoel dat ook
het materiaal begint aan te sluiten
bij het decor. Het is een rare vorm
die we gekozen hebben. Er zijn geen
voorbeelden van wat wij willen
gaan doen en je kunt dus ook niet
vergelijken. Ook niet met wat er in
het buitenland gebeurt".
"In Amerika rollen ze al van hun
stoel als je vanaf het podium vertelt
dat je met je vrouw naar bed bent
geweest, maar we zijn wel naar Lon
den en New York geweest en dat in
spireert toch. We zijn hier in Neder
land snel geneigd om het maar sim
pel te houden. Nederlanders zijn
erg woordgericht; een grap gaat al
gauw verloren als je iets met je de
cor doet. Maar wij hebben niet ge-
AMSTERDAM Het gesprek begint wat later. Nadat
Jos Brink is komen vertellen dat hij geen vrij krijgt van
de regisseur, duurt het nog een klein kwartier voordat
Frank Sanders aanschuift. Er wordt hard gerepeteerd,
zoveel is duidelijk. Enkele weken slechts voordat het
nieuwe programma, 'Er wordt gestrooid', in première
gaat, moet er nog veel gebeuren. Frank Sanders en Jos
Brink zijn er voor de zoveelste maal in hun lange
carrière achter gekomen dat in hun vak zich weinig laat
voorspellen.
door
Peter Paul Schmaal
noeg aan een kruk en een stoel. Om
te ondersteunen wat we te zeggen
hebben, is meer entourage nodig
Genuanceerd
Cabaret Tekstpierement, de gezel-
schapsnaam 'die een decennium ge
leden ,met grote regelmaat in pro
grammaboekjes opdook, bracht in
die vervlogen tijden amusements
cabaret 'met een lichte signalerende
toon'. Frank Sanders maakt er geen
geheim van dat dat genre hem nog
steeds na aan het hart ligt. Maar er
zijn wel degplijk verschillen met
toen. Niet alleen in de vorm ('Nee,
we kunnen inderdaad niet meer
klein werken. We zijn een beetje
verpest door die tien jaar musicals'),
maar ook in de teksten. "Doordatje
ouder bent geworden, wordt alles
wat genuanceerd. De teksten heb
ben meer diepgang gekregen. Jos
schrijft veel beter dan vroeger. Zijn
teksten hebben meer draagkracht,
meer zeggingskracht. Als je jong
bent, zijn de dingen óf zwart, óf wit.
Nu we ouder zijn duurt het langer
voordat je een mening hebt gefor
muleerd, maar het uiteindelijke re
sultaat is dan wel veel helderder.
Muziek en teksten sluiten beter op
elkaar aan, de eenheid tussen mu
ziek en teksten is ook beter. Het ge
heel heeft meer potentie gekregen.
Dat komt ook door die musical-pe
riode. Ik merk als ik mijn eigen
nummers breng hoe makkelijk ik
terugpak uit mijn musical-erva
ring".
En dat heeft niet alleen te maken
met de hoge eisen die Brink en San
ders stellen aan decors en aankle
ding, het forse startkapitaal is voor-
De musicals van Brink en San
ders waren steeds puur Nederland
se produkten. Fra^k Sanders: "Ja,
we hebben nooit de behoefte gehad
om een musical uit het buitenland
te bewerken. Ik vind het van het
grootste belang dat in het Neder
landse theater een oorspronkelijk
Nederlands produkt wordt ge
bracht. Daarom is het ook zo terecht
dat de musicalprijs dit jaar naar
'Zeldzaam' is gegaan. Wat is er nou
creatief aan het brengen van een
musical van over de grenzen? Als je
een top-musical uit het buitenland
gaat brengen hoef je alleen maar
goed te kunnen produceren. En als
je dat kunt en met de juiste mensen,
dan lukt het. Kijk maar naar 'Cats'.
Maar waar blijft de creativiteit? Die
musicals moeten exact zo gebracht
worden als het oorspronkelijke
voorbeeld, er mag geen spot anders
gericht staan en er mag geen noot
anders gezongen worden. Je geeft
er een aantal jonge mensen een
kans en werk mee, maar daarmee
houdt het ook wel op".
Startkapitaal
Wie Frank Sanders hoort praten
over de achterliggende tien jaar kan
zich niet aan de indruk onttrekken
dat hij en Jos Brink absoluut niet
van plan zijn de musical voorgoed
de rug toe te keren. Dat klopt. San
ders bevestigt dat een extra reden
voor het cabaretprogramma 'Er
wordt gestrooid' een financiële is:
"Over twee jaar gaat onzë nieuwe
musical 'Revu Revu' draaien en'óns
cabaret moet de musical betalen",
al nodig om de prijs te kunnen beta
len van goed werkgeversschap. Zo
zijn medewerkers aan hun produk-
ties verzekerd van .een vast en voor
de geplande duur van de produktie
gegarandeerd salaris. "Daarom heb
ben we ook het jubileumprogram
ma voor Georgette Hugedoorn ge
maakt. Toén we een half jaar in re
traite gingen om ons op 'Er wordt
gestrooid' voor te bereiden, konden
we onze technische ploeg zo door
schuiven naar Georgette. Wij vin
den dat logisch. Als mensen toege
wijd zijn aan ons bedrijf, dan heb
ben ze ook recht'Op een sociale ze
kerheid. Wat wij doen, zou nooit
zonder de in^et van die mensen
kunnen. Succes heb je nooit alleen
aan jezelf te danken".
Hoe bang is Frank Sanders voor
de mogelijkheid dat hij vanaf de qa-
baretpodia teniet doet wat hij door
middel van de musicals aan klan
tenbinding bereikt heeft? "Het zal
best wel schokken hier en daar,
maar we durven veel aan. Kijk, wij
schofferen en kwetsen niet. Dat ligt
niet in onze lijn. Maar ik koester wel
de illusie dat het bij ons duidelijk
ergens over zal gaan. In een wereld
waarin alles fout verdeeld is, is het
goed om aan te geven waar het fout
zit. Als je ziet hoe wij met onze pla
neet omgaan! Iedeen vindt het te
gek voor woorden, maar aan de an
dere kant lijkt niemand bereid er
iets aan te doen. Ik vind het de taak
van de cabaretier om te laten zien
hoe belachelijk dat is. Als ik er van
af het podium op wijs dat het heel
zinnig is om de waterkraan dicht te
draaien zolang je aan het tanden
poetsen" bent en een aantal mensen
denkt daarover en draait pak weg
drie dagen die kraan ook daadwer
kelijk dicht, dan is er iets gebeurd.
Als je weet datje bij 140 km per uur
een boom om zeep helpt, dan kan
dat ertoe leiden dat het gas wat min
der diep wordt ingedrukt. Ja, caba
ret heeft een signaalfunctie en die
mag je niet ongebruikt laten liggen.
Dat vind ik nou zo mooi van onze
gang terug naar de bron: ik heb tien
jaar van een afstandje gekeken naar
het cabaret en hoe het zich ontwik
kelde en nu mag ik er weer wat over
zeggen. Ik heb weer recht van spre
ken gekregen".
Tekstpierement met 'Er wordt
gestrooid' is te zien in de Leidse
Schouwburg van 24 t/m 28 oktober
Frank Sanders: "Ik heb weer recht van spreken gekregen'