Angola is
moe van
de oorlog
Unita zoekt verzoening met linkse regering in Luanda
MAANDAG 4 SEPTEMBER 1989
EXTRA
PAGINA 23
Vorige week is een einde gekomen aan het korte
bestand in de al veertien jaar durende Angolese
burgeroorlog. Na de handdruk tussen de Angolese
president Dos Santos en guerrilla-leider Jonas
Savimbi tijdens de Afrikaanse top in juni in het
Zaïrese Gbadolite was er een staakt-het-vuren
afgekondigd. Onder het toeziend oog van president
Mobutu kwamen de delegaties van beide partijen
zelfs enkele keren bijeen. Ondanks het opgeschorte
bestand lijkt de kans op. vrede, mede onder invloed'
van het vredesakkoord rond Namibia vorig jaar,
dichterbij dan ooit. Leonie van Bladel bezocht
onlangs het door de verzetsbeweging Unita
beheerste deel van Angola.
door Leonie van Bladel
Guerrilla-leider Jonas Savimbi: "Wie in het water ligt, omringd door krokodillen, grijpt de hand die hem tui! redden".
Als een in elkaar gedoken insekt zit hij in
zijn rolstoel. Blind, volledig verlamd, en
nooit meer in staat te praten. Pedro Ma
nuel Luciana, negentien jaar oud, werd
in 1987 getroffen door gifgas. Hoop op
verbetering van zijn situatie is er niet
meer. Alleen de schaduw van de bomen
biedt nog enige yerlichting.
Binnen in het kleine, maar goed inge
richte hospitaaltje van Jamba ligt Mario
Antonio, achttien jaar. In december 1988
werd hij in de slag om Cuito Cuanavale
geraakt door een gifgasbom uit een Mig-
23 gevechtsvliegtuig. Hij is nog wel in
staat te communiceren, maar voor het
overige ook geheel verlamd. Zijn knappe
gezicht licht op bij de vraag naar de toe
komst: "Ik wil werken", is het antwoord.
De aanwezigen doen «er het zwijgen toe.
Deze slachtoffers van de oorlog zijn
een zichtbaar onderdeel geworden van
het dagelijkse leven in heel Angola. Meer
dan twintigduizend mensen raakten ar
men of benen kwijt door op een mijn te
lopen. Dë variëteit aan invaliden is zo
groot dat zelfs menselijk leed na veertien
jaar strijd onderhevig lijkt aan inflatie.
Dokter Morgado, een blanke Angolees
die sinds 1975 in Unita-gebied werkt,
«prikt het masker van ogenschijnlijke on
verschilligheid snel door.
Het gifgas is in 1985 en 1986 voor het
eerst ingezet in de provincie Lunda, het
rijke diamantgebied in het noordoosten
van Angola. Morgado: "Geen journalist
noch arts was ooit in de buurt wanneer
het gebeurde. Totdat een Westduitse ver
slaggever in maart van dit jaar sporen'
van chemisch wapengebruik meende te
herkennen. Via hem is toen een onder
zoek door de Belgische toxicoloog pro
fessor Heyndrickx op gang gekomen".
Daaruit bleek dat het in Angola ge
bruikte gas behoort tot de soort die door
Iraq tegen de Koerden is gebruikt. Het
gas tast het centrale zenuwstelsel en de
kleine hersenen aan, waardoor verlam
ming optreedt. Er is geen medicijn tegen
opgewassen. Voorlopig wordt volstaan
met het toedienen van vitaminen.
Toekomst
De sfeer in het door Unita beheerste deel
van Angola is overigens niet doordrenkt
van pessimisme, eerder is sprake van het
tegendeel. Alles is gericht op de toe
komst. Dat is het best te proeven in het
onderwijs, dat onder de meest primitieve
omstandigheden gewoon doorgaat.
Een kleuterklas met 65 peuters wordt
geleid door een juf met baby op de rug.
Het kleintje trommelt mee op de maat
van een liedje. Er heerst orde. Verderop
wordt geploeterd op de Portugese taal.
Gebogen lijfjes op boomstammen, soms
zelfs in de felle zon. De snoetjes zijn vol
toewijding gericht op een kromgetrok
ken bord in de Verte. IJverig wordt er
hardop gedreund. In de hogere klassen
worden Portugese gedichten met een
bijna Zuideuropese pathetiek voorge
dragen.
Naast de taal uit het eigen stamgebied
en het Portugees, wordt er zowel Frans
als Engels onderwezen. De geschiedenis
les gaat over de Grieken want, zo ver
klaart Eduardo Chiuqufo, inspecteur-ge
neraal van het onderwijs in Jamba, "Ze
moeten een visie krijgen op wat er buiten
Angola gebeurt".
Volgens de minister van onderwijs, Ja-
ka Jamba, die filosofie in Genève stu
deerde en deel uitmaakte van de Angole
se overgangsregering even na het vetrek
van de Portugezen in 1975, is het onder
wijs in Unita-gebied heel wat beter dan
in de rest van Angola. "Ouders sturen te
genwoordig hun kinderen naar ons toe.
Wat Gorbatsjov al lang niet meer toe
staat, dat de geschiedenisboekjes begin
nen bij de proletarische revolutie, dat
wordt in Luanda nog onderwezen".
Het meest zorgen maakt Jamba zich
over de Angolese kinderen die nog in Cu
ba zijn of een training van jaren op het ei
land achter de rug hebben. "Dat zijn
geen Angolezen of Afrikanen meer. Die
zullen we in de toekomst moeten opvan
gen".
Overheersing
De strijd van Unita is gericht op het ver
drijven van Cubanen en Oosteuropeanen
en het houden van verkiezingen. Aan het
huidige conflict gaat een ingewikkelde
geschiedenis vooraf.
Tijdens de oorlog tegen de Portugese
overheersing in de jaren zestig en zeven
tig opereerden er drie bevrijdingsbewe
gingen in het land. Diep in het binnen
land vocht Unita, de Nationale Bewe
ging voor de Totale Onafhankelijkheid
van Angola. In het begin bestond er Chi
nese steun voor de groep. De invloed
daarvan is nog herkenbaar in de vormge
ving van de militaire, politieke en admi
nistratieve kaders van Unita. Meer in het
oosten van het land streed de door Zaïre
en de CIA gesteunde FNLA van Holden
Roberto. Die groepering bleek geen ech
te steun van de Angolezen te hebben, en
is inmiddels dan ook geheel verdwenen.
In Luanda en omgeving bevond zich de
marxistisch georiënteerde MPLA.
In de overeenkomst van Alvor werd
met de Portugezen afgesproken dat An
gola op 11 november 1975 onafhankelijk
zou worden. Een overgangsregering, be
staande uit de drie bevrijdingsbewegin
gen, zou de verkiezingen voorbereiden.
Het liep allemaal anders.
Dé toenmalige Portugese gouverneur
van Angola, Rosa Coutinho, bijgenaamd
'de rode admiraal', zal later in een inter
view verklaren er trots op te zijn de
MPLA aan de macht te hebben gehol
pen. Coutinho was al vroegtijdig op de
hoogte van de wapenleveranties uit Mos
kou aan de MPLA.
De vlam sloeg in de pan toen Unita-lei-
der Jonas Savimbi geheel buiten ver
wachting in Luanda een enthousiaste
ontvangst door de bevolking te beurt
viel. Een rapport van de Organisatie van
Afrikaanse Eenheid had bovendien uit
gewezen dat Unita de verkiezingen zou
gaan winnen. Gevechten braken uit in de
buitenwijken van Luanda tussen MPLA
en FNLA. Het werd een gruwelijke
moordpartij.
Stalin-orgels
De militaire versterkingen uit het Oost
blok en Cuba brachten het naburige
Zuidafrika, ook op aandringen van de
Zambiaanse president Kenneth Kaunda,
in beweging. De Zuidafrikanen kwamen
tot vlak bij de hoofdstad maar moesten
zich terugtrekken door het enorme mili
taire potentieel van de MPLA, waaron
der de effectieve Stalin-orgels. Voor
Luanda en Havana was de komst van de
Zuidafrikanen zeer welkom. Voor het
wereldforum kon de strijd in Angola nu
worden geafficheerd als de strijd tegen
het Zuidafrikaanse apartheidsregime.
De Angolese regering van de niet ge
kozen president Agostinho Neto had in
alle opzichten de tijd mee. In Europa was
men het kolonialisme in Afrika beu, en
de nieuwe leiders van de jonge Afrikaan
se naties konden geen kwaad doen. Ame
rika zat intussen midden in de verwer
king van het debacle in Vietnam. In het
Congres werd het zogeheten Clark-
amendement aangenomen, dat iedere
bemoeienis van de Amerikanen met het
verre en onbekende Angola verbood. Die
situatie bleef zo tot Reagan president
werd.
In Angola werd inmiddels de jacht op
Jonas Savimbi ingezet. Achtervolgd
door Migs en helikopters trok hij met ge
zin en strijdmakkers zes maanden lang
door de jungle. De MPLA-regering ver
klaarde hem al dood en liet hem in
Huambo symbolisch begraven.
Met veel publiciteit omgeven volgde in
Luanda een proces tegen de gevangen
genomen huurlingen van de FNLA. De
hele wereldpers stortte zich erop. Na af-
loop bleek de vrije pers minder welkom
te zijn in Angola. Maar het effect was be
reikt. De progressieve MPLA-regering
van Angola lag onder schot van huurlin
gen en racisten. De wereld bleek tevre
den met dit beeld.
Savimbi, die na een korte studie medi
cijnen in Genève politieke wetenschap
pen had gestudeerd, trok nu profijt van
die kennis. Het inzicht in de loop van de
wereldgeschiedenis hielp. Zijn sterke en
charismatische persoonlijkheid, die ook
nu nog inspireert, deed de rest. De bewe
ging bleek voldoende steun in Angola
zelf te hebben om te kunnen overleven.
Steun
Dat was het sein voor enkele zwarte Afri
kaanse landen, Arabische oliestaten,
Marpkko, en pas ver in.de jaren tachtig
ook voor de Verenigde Staten, om be
perkte materiële steun te geven. De aan
val op het niet gekozen MPLA-bewind
kon worden ingezet. Dat verzet kan Uni
ta alleen in de vorm van een guerrilla
oorlog voeren. Voor een conventionele
oorlog zou de beweging over andere mili
taire middelen moeten beschikken.
De Zuidafrikaanse steun, die feitelijk
altijd beperkt is gebleven, is beëindigd
na het vredesakkoord rond Namibia in
december vorig jaar. Maar een Zuidafri
kaanse politicus verklaarde onlangs nog
in een uitzending van de World Service
van de BBC dat Unita op de 'morele
steun' van zijn land kan blijven rekenen.
Savimbi zelf heeft zich altijd fel tegen
apartheid verklaard. "Wie in het water
ligt, omringd door krokodillen, grijpt de
hand die hem wil redden", is zijn veel ge
hoorde verweer tegen de wereldwijde
aanvallen op zijn relatie met het bewind
in Pretoria. Zijn openlijke contact met de
Zuidafrikanen stelt hij dikwijls tegen
over de veel intensievere economische
relaties die de omliggende frontlijnsta-
ten met het apartheidsbewind hebben.
Die contacten vinden echter in het ge
niep plaats. De Angolese diamantmijnen
bijvoorbeeld, zouden niet functioneren
zonder de Zuidafrikaanse mijninge
nieurs. Ook voedselimporten uit Zuid
afrika worden door het MPLA-bewind in
Luanda niet versmaad.
MPLA en Unita beschuldigen elkaar
de laatste weken over en weer van schen
dingen van het bestand. Zo kwam er kort
geleden een abrupt einde aan een achter-
grondgesprek met Unita secretaris-gene
raal N'zau Puna in Jamba. Vier door Cu
banen bestuurde Migs hadden het zie
kenhuis van Mavinga platgegooid. Vrou
wen en kinderen kwamen om.
Reveil
In de verte barst een schietpartij los. Een
kudde van vijftig olifanten staat op het
punt het kamp binnen te wandelen, en
moet worden verjaagd. De nacht'ken
merkt zich, ondanks de oorlog, door een
intense rust. De bewaking buiten is een
deel van de begroeiing geworden. Bij da
geraad klinkt het reveil. Het 75.000 man
tellende guerrilla-leger begint aan de da
gelijkse oefening.
Door het open veld sluipen gecamou
fleerde soldaten met buitgemaakte Rus
sische AK-geweren in de aanslag. De
oorlog wordt levensecht nagebootst.
Kruipend over de grond en over obsta
kels klimmend wordt tussen de benen en
over de hoofden heen met scherp ge
schoten. De oefening wordt besloten met
een soort krijgslied. De Afrikaan komt
boven.
Generaal Huambo, 28 jaar, hoofd van
de militaire inlichtingendienst, geeft
aansluitend een schets van het offensief
dat de MPLA-regering in voorbereiding
heeft tegen Unita. De aanvallen worden
onder andere verwacht vanuit Lucusse
in het noorden. Verder zijn er troepenbe
wegingen rond Cuito Cuanavale gesigna
leerd, kennelijk met de bedoeling om
Mavinga, de grootste door Unita bezette
stad, te heroveren. Ook heeft de MPLA
troepen naar het zuiden gestuurd.
De intimidatie vanuit Luanda wordt
door hem afgedaan met de opmerking:
"Laten we de emoties in toom houden en
onderhandelen. Het zou een ramp bete
kenen weer met de oorlog verder te
gaan". Ruim een week na dit gesprek
verklaart Unita gedwongen te zijn het
bestand op te zeggen.
De Angolezen zijn niettemin moe van
de oorlog. Dat wordt nog eens bevestigd
door zuster Irma Maria, afkomstig van de
Liebe Gottes Orde van de Niederbron-
nen Schwestern uit de Bondsrepubliek.
Na een bombardement door de Cubanen
op Novo Rodondo in het Benguela-dis-
trict heeft ze als krijgsgevangene van
Unita 68 dagen te voet afgelegd naar
Jamba. Daar kreeg ze de vrijheid om
naar haar eigen land terug te keren. Het
zelfde overkwam de zusters Gabriela uit
Portugal, en Carmen uit Spanje. Alle drie
keerden ze na vakantie in Europa terug
naar Unita-gebied.
Humanitair
Over het leven in het andere deel van An
gola valt bij hen nauwelijks iets të weten
te komen. Het enige dat zuster Maria er
over kwijt wil is: "We zijn hier niet om
politieke maar om humanitaire redenen.
We hebben nog zusters aan de andere
kant".
Op de vraag naar de reactie in eigen
land op haar werk voor Unita, zegt zuster
Maria: "Wanneer Unita een linkse orga
nisatie zou zijn geweest, zou die al beju
beld zijn. Maar nu het een organisatie
blijkt te zijn die werkelijk wat wil, en ook
nog westers georiënteerd is, heeft nie
mand interesse".
Ook een delegatie van zwarte Ameri
kanen is verbaasd over de houding in ei
gen land ten opzichte van het Angolese
conflict. Het zijn vooral de opvattingen
van de prominente democraat Jesse
Jackson die de meningsvorming hebben
bepaald. Jackson was in Angola ge
weest. Hij had de MPLA zowel in als bui
ten Angola aanbevolen, en de Unita ver
ketterd als een slaaf van het Zuidafri
kaanse apartheidsbewind.
Tijdens een gesprek met Valence Chi-
quembre, een uitgeweken oorlogsver
slaggever van het Angolese persbureau
Angop, zijn de bezoekende zwarte Ame
rikanen heel wat aan de weet gekomen.
Ze willen nu Jackson en ook de Raad van
Kerken in de Verenigde Staten daarop
aanspreken.
Al Edwards, lid van het parlement van
de staat Texas, en dominee Willie Smith
uit New Yersey, zeggen nu een goed
beeld te hebben gekregen van hoe de
propagandamachine in Luanda werkt.
Zo is daar bijvoorbeeld het presenteren
van soldaten in burgerkleding als slacht
offers van het oorlogsgeweld. "Jessie
Jackson heeft ook nooit iets verteld over
concentratiekampen in Bentiabe, Dam-
ba, en Tari. Ook niet over verdwijningen
in de nieuw gebouwde Estrada de Catete
gevangenis, waar via een ondergrondse
gang in een aansluitend gebouw mensen
worden geëxecuteerd. Of over de execu
ties in de gevangenis van Huambo", al
dus de Amerikanen. "Van deze schen
dingen van de mensenrechten in ^ïgola
hebben we nooit iets geweten".
Pedro Ma
nuel Luciana
werd in 1987
getroffen
door gifgas.
Hij is blind,
l volledig ver-
lamd, en
J nooit meer in
staat te pra
ten.