Het leven aan
een elastiekje
De schrik van iedere schapenhouder
lp
Blauwgroene vleesvliegen vreten
zich als piranha's door de vacht
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1989
EXTRA
PAGINA 27
Via Frankrijk en Belgie waait een nieuwe rage over naar Nederland:
het elastiekspringen. Als het aan de winkeliersvereniging van het
Zeeuwse stadje Hulst ligt, krijgt zij eind van deze maand de primeur
voor ons land. De vraag is nog of de burgemeester een vergunning
zal verstrekken voor wat in Frankrijk verboden werd en wat in België
voorzien werd van een dringend ministerieel advies er niet aan mee te
werken. Onlangs gaf de Belgische organisator van het
elastiekspringen, Nicolas Verbert, journalisten de kans zelf te
springen en te ervaren wat zijn omstreden attractie inhoudt.
door Peter Heerkens
"Laatje maar gewoon voorover vallen", is het proefkonijn daar hoven ingefluisterd. "En toen werd ik ineens bang".
(foto-s GPD)
Omstreden rage eiste in Frankrijk al drie doden
Zo conservatief als het Belgisch Fransta
lige dagblad La Libre Belgique is, zo pro
gressief blijkt redactrice milieuzaken,
Mireille. "Ach, waarom niet?", zegt de
27-jarige blondine. Op een persbijeen
komst tussen boerengewas langs de pro
vinciale weg Brussel-Charleroi gaat ze
als eerste in op de uitnodiging van orga
nisator Nicolas Verbert, die vindt dat de
journalisten zelf maar eens moeten on
dervinden hoe het voelt, die omstreden
rage van elastiekspringen.
Onder het staal van de hijskraan, waar
van de arm op 65 meter hoogte een vuist
maakt, lijkt het alsof Mireilles moed
slinkt bij elke beweging die de medewer
kers van Nicoals Verbert maken om haar
in het springtuig te werken.
Ze heeft beenkappen gekregen. Daar
komt elastiek aan te zitten. Haar onder
lijf wordt gevat in bandages die aan een
kindertuigje doen denken. Dat is voor
het allesdragende elastiek, zo dik als een
dikke duim en een meter of tien lang.
Nee, niet bang, zegt ze. Maar het is duide
lijk: bij het mandje waarin ze naar boven
moet, jaagt collegiale belangstelling de
spanning op.
Zoals dat gaat in een land van twee ta
len, zoemen de televisiecamera's dubbel.
Ook de radio heeft zich weer opgesplitst
in BRT en RTB. En wat de zaak er niet
rustiger op maakt, is wat een van de vele
fotografen roept als de ogen van Mireille
vragen of er ooit een eind zal komen aan
dat geklik. Hij roept: "Da's voor het in
Afgang
Eenmaal boven, een nietige stip tegen
het hemelsblauw, blijft ze bij haar be
sluit; dat was voor de toeschouwers toch
even afwachten. Gemiddeld laten vijf op
de honderd zich weer naar beneden zak
ken, wanneer ze de gapende diepte van
65 meter zien. Tijdens de Gentse feest-
week, vorige maand, leverde dat voor het
publiek groot vermaak op. Toen kwam
adjunct-politiecommissaris Steven de
Smet terug. Hij had zoveel ruchtbaar
heid gegeven aan zijn voornemen, dat
het Sint Pietersplein bijna te klein was
voor alle belangstellenden.
De afgang werd er voor de politie-auto-
riteit nog pijnlijker op toen een onderge
schikte deed 'wat hij niet durfde. Dag
blad Het Volk beschreef dat zo: "Politie
man Peter Leeman liet zich niet pramen.
Resoluut stapte hij het bakje in. Ginds
boven trok hij zijn politiepet nog een
keer diep over de oren, zette hij een
mooie glimlach op, en hop!".
Mireille stort als een aangeschoten vo
gel naar beneden. "Laatje maar gewoon
voorover vallen", heeft een van Verberts
medewerkers daarboven gezegd. "En
toen werd ik ineens bang. Toch wilde ik
niet terug. Ik vind dat als je over iets
schrijft, je ook moet weten wat het is...".
Daar komt ze achter met een snelheid
Als een aangeschoten vogel stort
Mireille naar heneden.
van rond 110 kilometer per uur. Op het
moment dat de vraag zich opdringt of ze
die laatste 15 meter zal overleven, geeft
de kabel van elastiek het antwoord: ja.
Dat huiveringwekkende deel van de ver
halen is dus niet waar, namelijk dat het
terugveren pas begint op het moment
dat het lichaam tegen de grond te pletter
dreigt te slaan.
Nicolas Verbert, de man achter deze
attractie waarvan hij vindt dat die voor
vijftig procent ook sport is, hanteert een
absolute grens van vijf meter boven de
aarde. De test daarvoor wordt uitgevoerd
met gewichten, vandaag 100 kilo. Om die
reden moet een corpulente journalist
van de deelnemerslijst.
Navelstreng
Met een sierlijke schok vliegt Mireille
hoog terug, daarna nog eens en nog eens,
Tot haar handen een remmende controle
krijgen over de kunstmatige navelstreng
waarmee ze aan de bak hangt. Licht wie
gend brengt de stalen arm, gestuurd
door de hijskraanchauffeur, haar tot
rust.
Mireille: "Een fantastische sensatie".
Zo denken ze er allemaal over. In totaal
geven elf persvertegenwoordigers zich
over aan wat bij de autoriteiten te boek
staat als een onverantwoorde bezigheid,
tegen welke kwalificatie Nicolas Verbert
ernstige bezwaren heeft.
Behalve de sensatie delen de elastiek-
springende journalisten nèg een erva
ring: de angst als het zo ver is. Patrick
Verstraeten van dagblad Het Volk:
"Eerst schakelde ik in mijn geest iets uit,
toen dacht ik ineens: als het met een van
die haken niet goed zit is het gedaan met
En om dat laatste - het gevaar - draait
het bij de autoriteiten. In Frankrijk -
waar ooit vanaf de Eiffeltoren werd ge
doken - is elastiekspringen na drie dode
lijke ongelukken dit jaar verboden. In
twee gevallen (in Metz en Briangon) lag
de oorzaak bij de begeleiders die het elas
tiek verkeerd spanden. Het derde inci
dent (Valence) ontstond doordat de orga
nisatie omgekeerd te werk ging: niet
vanuit de bak, maar vanaf de grond. In
plaats van de deelnemer te laten vallen,
werd hij met katapult-effect naar boven
geschoten, wat eindigde met een dodelij
ke klap tegen de bak. "Geen van alle zijn
het ongelukken die bewijzen dat elas
tiekspringen onverantwoord is", vindt
Nicolas Verbert.
Verbert (26 jaar) gaf dit vooijaar zijn
baan als marketing manager bij een elek
triciteitsfirma eraan, toen hij werd geat
tendeerd op de elastiekspring-rage in
Frankrijk. Een bezigheid overigens, die
van veel verder komt. De oorsprong ligt
bij Zuidamerikaanse indianenstammen
waar de mannen hun moed bewijzen
door van grote hoogte aan een liaan naar
beneden te duiken. In de jaren '50 kreeg
de Engelse koningin Elisabeth daarvan
een demonstratie tijdens een bezoek aan
I
eilandengroepen in de Stille Zuidzee.
Voor haar ogen sloeg toen een moedig
man te pletter.
Nicolas Verbert begon een Belgische
vestiging van de Franse firma 'Vertige',
een naam die in de vertaling alle aspec
ten van het elastiekspringen raakt: dui
zeling, hoogtevrees, verdwazing. Materi
aal en technische kennis haalde hij uit
Frankrijk, om er in mei mee aan de slag
te gaan.
Totdat de Belgische minister van bin
nenlandse zaken, Louis Tobback, op 26
juli ingreep met een advies aan de burge
meesters om voor dit doel geen vergun
ning te verstrekken, was Verbert in acht
gemeenten actief. Anders dan twee con
currenten in zijn land, die zich beperkten
tot demonstraties, betrok hij publiek bij
het elastiekspringen.
Van de plaatselijke organisatie vroeg
Verbert een garantiesom die de kosten
dekte (vooral voor de huur van de hijs
kraan, waarmee gemiddeld 2750 gulden
gemoeid was). Zijn winst kwam uit de
deelnemersgelden, die rond 12,50 gulden
schommelden. "Daarvan ging steeds een
bepaald percentage naar een goed doel".
In totaal werden er 1300 sprongen uitge
voerd. Verbert: "Zonder één ongeluk of
incidentje. Een betere referentie is on
denkbaar, en toch....".
Toch besloot de minister de rek uit het
elastiekspringen te halen. Verbert: "We
kregen veel aanvragen, maar sindsdien
staat het stil". De meest recente reactie
kwam van de gemeente Hoeilaart, waar
Nicolas Verbert met een persdemonstra
tie ongestoord zijn gang meende te kun
nen gaan omdat hij een privé-terrein
huurde. Waarnemend burgemeester Van
Orshoven - voor wie het plan niet verbor
gen bleef - reageerde met een gloedvolle
verordening waarin hij deze activiteit
verbood "op het ganse grondgebied van
de gemeente Hoeilaart".
Hij schreef onder meer: "....gelet op het
decreet van 14 december 1789, artikel 50,
Igelet op het decreet van 16-24 augustus
1790, titel XI, artikel 3; gelet op de nieuwe
gemeentewet, artikel 134; overwegende
dat er momenteel tot de bevolking een
aantrekking op gang wordt gebracht tot
beoefening van het elastiekspringen;
overwegende dat voor het materieel, be
stemd voor de beoefening van deze spron
gen, riog geen enkele veiligheidsnorm is
uitgewerkt en er bovendien ook geen
strikte regels zijn vastgesteld voor de be
oefening van het elastiekspringen
Geen garantie
Met dat laatste is Verbert - die de bijeen
komst voor journalisten snel wist te ver
plaatsen naar een buurgemeente waar ze
hem niet dwarszaten - het absoluut on
eens. "Er zijn wél veiligheidsgaranties
met betrekking tot het materieel. Het
elastiek officieel niet, da's waar. Al het
andere is beoordeeld en goedgekeurd
door het AIB, de Association des Inge
nieurs Beiges".
Een brief, gedateerd 8 maart 1989, le
vert het bewijs. Maar de garantie dat het
elastiek veilig is dan? Die ontbreekt, ter
wijl het toch niet het minst belangrijke
onderdeel vormt. Verbert: "Voor ons be
staat er geen twijfel: dat materiaal deugt.
Zie Frankrijk. Tienduizend sprongen en
geen enkel defect met de elastieke kabel.
Die drie dodelijke ongevallen waren te
wijten aan menselijke fouten, niet aan de
kwaliteit van het elastiek. De minister
vraagt om garanties, maar mijn pro
bleem is: voor elastiek ten behoeve van
het springen bestaat nog geen officiële
norm omdat het zo'n nieuw verschijnsel
is. Daar ligt voor mij, ik kan het niet ont
kennen, het grootste probleem".
Dus gaat Verbert er wat aan doen. Hij
hoopt komende week zijn gelijk te halen
met behulp van een onderzoek van TNO
in Delft.
Dat het aan regels zou mankeren, be
strijdt Nicolas Verbert in een tekst van
negen vellen A-4. Daarop variëren de
punten van sterkteberekeningen tot het
voorschrift dat de begeleider die in de
bak mee naar boven gaat, voorzien moet
zijn van een portofoon, en van instructies
voor de hijskraanchauffeur tot het veilig
heidscoëfficiënt van de metalen onder
delen aan het springtuig. In een nauw
keurige taakomschrijving heeft hij het
werk van zeven man vast personeel bij
de sprongen inhoud gegeven. "Echt, het
gevaar is nul".
Niet opgeven
Intussen ligt zijn werk plat door de mi
nisteriële ingreep. Ook al geeft hij zijn
strijd niet op: "Ik zal me toch op een an
dere markt moeten richten". Dat wordt
iets met kleine vliegtuigjes (Wulm-type)
waarvoor - aldus Verbert - het brevet ui
terst eenvoudig is te behalen. "Wat ik
met mijn bedrijf wil", zegt hij, "is de sen
satie in de lucht toegankelijk maken
voor iedereen".
V.v_
*Ji
Bleef de dreiging van de blauwgroene vleesvlieg vroeger beperkt tot het eiland Texel, thans kan het probleem overal
in Nederland de kop opsteken. Inzet: een aangevreten achterlijf. <r0to gpd>
Een insekt met de naam blauwgroene
vleesvlieg is de schrik van iedere
schapenhouder of boer. Gezonde
schapen kunnen er doodzieke dieren
door worden. Vroeger bestond het
probleem voornamelijk op hel eiland
Texel. Inmiddels wordt ook het vasteland
bedreigd. Een vaccin bestaat nog niet,
wel preventieve middelen. Maar die zijn
niet de oplossing waarop de boeren met
smart ziten te wachten.
door Peter Contant
De dode Texelaar ziet er afschuwelijk
uit. Een groot deel van het achterlijf is
weggevreten. Het bot is zelfs zichtbaar.
Maden krioelen tussen de open wonden.
De blauwgroene vleesvlieg heeft op
nieuw een slachtoffer gemaakt. De eige
naar van de onfortuinlijke ooi staat er
wat verloren bij en kijkt naar het afgrijse
lijke beeld.
De blauwgroene vleesvlieg, ook wel
kopervlieg genoemd, is deze maanden
de schrik van menige schapenhouder en
agrariër. Enkele honderden slachtoffers
heeft deze vlieg dit jaar alweer geëist.
Vast staat dat het er nog meer zullen wor
den. Gelukkig beduidend minder dan in
een land als Australië, waar jaarlijks on
geveer 3 miljoen schapen sterven aan
wat daar wordt aangeduid als 'de blow-
fly-strike'.
De klamme Nederlandse zomerperio
de van dit jaar is een prima voedingsbo
dem voor eitjes van de blauwgroene
bromvlieg, die vaak na één dag al uitko
men. Ze legt deze in de wol van schapen
en lammeren. De maden doen zich eerst
tegoed aan het huidvocht, maar vreten
zich enkele dageh later als piranha's een
weg door de huid.
Open wonden zijn het gevolg. In een
groot aantal gevallen is de dood van het
schaap niet meer te voorkomen. De vlieg
is bij voorkeur gecharmeerd van scha
pen die last hebben van diarree. Hun
vacht is een geliefkoosde plek om er ei
tjes te leggen.
Het is niet eenvoudig te constateren of
een schaap besmet is door de blauwgroe
ne vleesvlieg. Een verstandige boer zal
zijn kudde er in de zomermaanden fre
quent op controleren. Maar elke keer een
schaap beetpakken is ondoenlijk. Als het
dier last heeft van huid-irritatie, dan zal
het tegen een paaltje schuren of af en toe
een sprintje trekken door het land. Dit
zijn voor de veehouders belangrijke sig
nalen dat er iets mis is. Nader onderzoek
leert dat er na besmetting verhoogde
ademhaling en koorts optreedt. Dit is af
hankelijk van de hoeveelheid larven
waarmee het schaap is opgetast.
Myiasis (afgeleid van het Griekse muia
vlieg), zoals de officiële benaming luidt
van het parasitisme van vliegelarven bij
voornamelijk schapen, wordt in ons land
een steeds groter probleem. Sinds minis
ter Braks van landbouw de melkquota
introduceerde, waardoor veel kleine Ne
derlandse boeren gedwongen werden
hun melkvee aan de kant te doen en vaak
overgingen op het houden van schapen,
is het totale schapenbestand in record
tijd naar de anderhalf miljoen geklom-
Tegelijkertijd heeft ook de blauwgroe
ne vleesvlieg zich massaal vermenigvul
digd. Niet alleen in Nederland, maar
vooral ook in landen als Zuidafrika en
Australië. Doordat de vlieg temperatu
ren tot veertig graden kan verdragen,
komt ze met name in deze warme landen
voor. Ze heeft een voorkeur voor hoge
temperaturen, en daaruit kan misschien
verklaard worden waarom het insekt dit
jaar zo actief is in ons land.
Omdat een doeltreffend vaccin tegen
deze vliegen de eerstkomende decennia
niet te verwachten valt, zal het probleem
volgens dr. J. Boersema van de vakgroep
infectieziekten van de Rijksuniversiteit
van Utrecht alleen maar toenemen. On
danks het feit dat er langere tijd een pre
ventief middel op de markt is dat de ma
den van de vleesvlieg doodt, wijst alles er
op dat myiasis in toenemende mate een
schrikbeeld zal worden. "Het is een van
de smerigste ziekten die ik ken", aldus
Boersema.
Het preventieve middel (Vetrazin)
helpt slechts voor een periode van acht
weken en is erg kostbaar. Gemiddeld
moet er vier gulden worden neergeteld
voor de behandeling van één schaap. En
wil de schapenhouder het goed doen,
dan zal die behandeling in de zomer
maanden zeker twee keer moeten wor
den uitgevoerd. Daarom gokt de veehou
der er vaak op dat de gevreesde vlieg zijn
kolonie niet zal aandoen.
Maar is een schaap eenmaal goed aan
getast, dan zal een spuitje van de veearts
het dier uit z'n lijden moeten verlossen.
Is de besmetting nog te behandelen, dan
moeten eerst de aangetaste plekken wor
den geschoren of geknipt, vervolgens al
le larven verwijderd en gedood, en moet
de huid worden behandeld met antibioti-
De aandoening is in Nederland de
laatste twintig jaar opvallend beperkt ge
bleven tot het eiland Texel. De voorlief
de voor Texel kan verklaard worden uit
de vele kadavertjes van konijnen die in
de duinen worden aangetroffen. Opval
lend is echter dat hierin de laatste vijf
jaar verandering is gekomen. Want ook
het vasteland lijdt onder de vlieg.
Uit een recente enquête van de Stich
ting Gezondheidsdienst voor Dieren in
West- en Midden-Nederland over para-
sietenbestrijding bij de schapenhouderij
blijkt dat ruim 45 procent van 653 boe
renbedrijven in Nederland met de huid
maden van de vlieg te maken heeft ge
had. Myiasis komt het meest voor in
Zuid-Holland.
De Gezondheidsdienst voor Dieren in
West- en Midden-Nederland heeft inmid
dels een nieuw wapen in de strijd ge
bracht: Neocidol. Het is voor langere tijd
preventief en kan ook gebruikt worden
tegen andere insecten. Dit produkt is bo
vendien beduidend goedkoper dan Vet
razin. Maar of het de definitieve oplos
sing is, valt te betwijfelen. Daarvoor lijkt
een vaccin onontbeerlijk.