WEST- EKT Efe°fFEN ...èntostzeop! Werd er al gesproken in de prehistorie? Astronomen ontdekken bizarre sterrenwieg SPHCIAL|GLA/^g|? BRIL 58: EEN OVERDADIG ASSORTMENT... M/v ,7\VJ=i4=I;f.-M:7;I-J Kernenergie geen remedie tegen broeikaseffect Gevolgen straling 6R\U58,óoVt <acllen h1?de lens van u* fe^oeuG pr-JI HEEMSTEDE: BINNENWEG 114 TEL 023-2849.21 HILLEGOM: MEERSTRAAT 19 TEL 02520-23.346 KATWIJK: VOORSTRAAT 80. TEL 01718-12 765 SASSENHEIM: HOOFDSTRAAT 253 TEL. 02522-11254 VLAARDINGEN: HOOGSTRAAT 209. TEL. 010-43.43.410 VOORSCHOTEN: SCHOOLSTRAAT 115. TEL. 01717-20.24 WASSENAAR: LANGSTRAAT 7. TEL. 01751-14.396 LEIDEN: HAARLEMMERSTRAAT 58. TEL. 071-14.01.48^ GROTE FRUITVERKOOP A.s. maandag 31 juli di dag 1 aug. in de Groenoordhallen Lei den, tijdens de Veemarkt. Verk. van 8-1 uur bij W. J. Sira. Nu voordelig sperziebonen en snijbonen invriezen. Sperziebonen p. kilo 1,25 p. 5 kilo6,00 Snijbonen p. kilo 2,50 p. 5 kilo12,00 Prima Ooré aardappelen 10 kilo8,50 50 Pers sinaasappelen voor10,00 1 kg Granny Smith1,95 I 10 rode Gr. fruit7,50 25 gr. Maroc sinaas10,00 1 gr. bloemkool1,25 Verk. iedere ma.dag di.dag in de Groenoordhallen W.J. SIRA TEL 224769 Wij zijn tijdens de bouwvakantie geopend voor al uw glasreparaties GLASHANDEL TON DE GUNST Haagweg 9 Tel. 071-767494 GRATIS APK bij een grote onderhoudsbeurt 071 - 125709 -153627 ST. AAGTENSTRAAT 14 LEIDEN J MACHINEFA Wij zijn beslist niet bang voor een beetje uitdaging. Een lastig constructie- of reparatie- vraagstuk ligt ons net zo goed als een snelle routineklus. Problemen zijn er om opgelost te worden. Zonder inzicht, expertise en praktische ervaring (ruim 40 jaar) is dat natuurlijk onmogelijk. Machinefabriek West-End heeft alles in huis om vooral lastige klussen echt goed aan te pakken; engineeringsafde- ling, analitisch vermogen, ervaren vakmensen en uitgebreide gespecialiseerde apparatuur. Machinefabriek West-End kiest daarbij altijd voor de béste oplossing, binnen het werkbudget. En dat is lang niet altijd de meest voor de hand liggende. aluminium, koper, gietijzer etc. door gekwalificeerde lassers. Plasmasnijden voor het snijden van roest vaststaai en aluminium. Revisie van verbrandingsmotoren en compressoren. Kotteren max. diam. 1000 diep 1200 mm. Draaien max. diam. 1800 t.d.c. 3200 mm. Freesen tot max. verplaatsingenvertikaal 1800, dwars 2500, lang 2400 mm. Vlak- en rondslijpen. Plaatbewerken zoals knippen, zetten, uithoeken en knabbelen. Diverse lasprocessen, voor het lassen van roestvaststaai, machinefabriek west-end b.v. Meer en Duin 25,2163 HB lisse, Tel. 02521-19048, Fax 02521-18902 De vraag wanneer er voor het eerst daadwerkelijk door de mens werd gesproken is bijna net zo intrigerend als de vraag of we nu wel of niet alleen zijn in het ons omringende heelal. door Ben Apeldoorn Een van de weinige zekerheden die we omtrent de eerste vraag hebben is dat het een geleidelijk proces moet zijn geweest, te beginnen met keelklanken die uiting gaven aan een of andere vorm van opwinding tot de allereerste meer gerichte klanken die woorden kunnen zijn geweest met de bedoeling informa tie over te dragen. Maar werden die woorden al door de Neanderthalers gebruikt, door de mensen van Steinheim, door de Cro-Magnonmensen of misschien al door de hominiden (mensachtigen) die miljoenen jaren geleden door de savannen van Oost-Afrika wandel den Een andere zekerheid is dat we nooit achter het precieze moment zullen kunnen komen waarop het eerste woord de prehistorische lucht inging. Als er al gesproken werd, geschreven werd er toen, in die eerste gedenkwaardige periode Kernenergie is geen remedie te gen het broeikaseffect. Dat is de conclusie van een studie van de milieuorganisatie Friends of the Earth (FOE). door Herman Damveld Het broeikaseffect, waardoor de zeespiegel kan stijgen, wordt voor de helft veroorzaakt door kooldioxyde (CO 2). Deze stof komt vrij bij de verbranding van olie, gas of kolen. De laatste tijd wordt kernenergie naar voren geschoven als antwoord op het broeikaseffect, omdat kerncen trales geen CO 2 zouden veroor zaken. Maar dit is niet waar, al dus de Friends of the Earth. Bij de bouw van kerncentrales wor den machines gebruikt die op olie werken. Ook bij de winning en bewerking van uranium wor den graafmachines en andere installaties ingezet die fossiele brandstoffen nodig hebben. Transporten van radioactieve materialen gebeurt met auto's of schepen die benzine of olie als brandstof gebruiken. Daarom gaat de opwekking van atoomstroom toch gepaard met de uitstoot van CO 2. In de stu die van de FOE is uitgerekend hoeveel CO 2 er vrij komt. Het blijkt dat dit vooral afhangt van de winning en bewerking van uraniumerts. Op het ogenblik worden de rijkere ertsen gewon nen, die over het algemeen 0,1 tot 0,3 percent uranium bevat ten. In 1000 kilo gesteente zit dan een tot drie kilo uranium. FOE berekende hoeveel CO 2 er geproduceerd wordt bij win ning en bewerking van uranium waar een kerncentrale een jaar stroom op levert. Dit vergeleek FOE met de uitstoot van een ko lencentrale, die dezelfde hoe veelheid stroom produceert. Dan blijkt dat bij de huidige ura niumertsen de CO 2-uitstoot door de kerncentrale lager is dan die bij een kolencentrale. Dit wordt gebruikt als argument om meer kerncentrales te bou wen, ter vervanging van kolen centrales. Aldus zou de CO 2-uit stoot en daarmee een broeikas effect tegen gegaan kunnen worden. FOE wijst er in de studie ech ter op, dat er slechts een beperk te hoeveelheid rijker uranium erts is. Indien meer kerncentra les dan nu gepland worden ge bouwd, zal men over een jaar of tien over moeten gaan op arme re ertsen. Dan moet veel meer gesteente afgegraven en ver werkt worden voor eenzelfde hoeveelheid uranium. Daarom stijgt de uitstoot van CO 2. Bij een erts met 0.05 procent urani um is deze uitstoot groter dan by een kolencentrale. Kernener gie kan slecht voor korte tijd een lichte vermindering van de uit stoot van CO 2 betekenen. De FOE concludeert dat kernener gie niet beschouwd kan worden als een blijvende remedie tegen de problemen die veroorzaakt worden door het broeikaseffect. van even schuchtere als primitieve communicatie, zeer zeker niet. Maar de archeoloog kan er aan de hand van fossielen wel achter ko men of de mogelijkheid tot spreken bestond. Dat moeten dan fossielen zijn van strottehoofden en schedels. Bij het maken van geluid via onze keel gebruiken we de in het strotte- hoofd aanwezige stembanden die fungeren als een soort instelbare 'spleetsluiter' waarmee een veel heid van hoge en lage tonen kan worden geproduceerd. Dat geluid kunnen we vervolgens met behulp van tong en lippen tot woorden om vormen waarbij de bewegingen van de onderkaak min of meer onder steunend werken. In het tegen woordige vergadeijargon heet dit uiterst ingewikkelde proces 'formu leren'. Toch is er een, net als de stemban den, van buitenaf onzichtbaar on derdeeltje dat bij het spraakproces een centrale rol kan worden toege dicht: het tongbeentje (met de La tijnse aanduiding 'os hyoideum'). Dit is een hoefijzervormig stukje been dat achter en onder de onder kaak ligt. Het is door middel van spierstrengen verbonden met de onderkaak, het borstbeen, het slaapbeen en zelfs met de schouder bladen. De positie, vorm en 'ophan ging* van het tongbeentje is van cru ciaal belang voor het vermogen te kunnen articuleren. Tong, lippen, stembanden en spieren vormen vergankelijk weef sel dat, nadat de dood is ingetreden, verteert en verdwijnt. Dit in tegen stelling tot beenderen die fossilise ren en nog vele duizenden of miljoe nen jaren als zodanig herkenbaar blijven. Franse en Israëlische paleo-anthro- pologen en archeologen hebben in de Kabara-grot, gelegen in de Israë lische berg Carmel, een fossiel tong beentje gevonden van een uit het midden-Paleolithicum stammend en bijna geheel gaaf skelet van 60.000 jaar oud. Het fossiele skelet werd al in 1983 ontdekt en nadien millimeter voor millimeter blootge legd. Grootte en vorm van dit tong beentje en ook de posities van de aanhechtingspunten voor de spie ren verschillen maar heel weinig met die van de tongbeentjes van de tegenwoordige mens. En daaruit blijkt dat dat onderdeeltje van het menselijke lichaam gedurende de laatste 60.000 jaar maar heel weinig is veranderd. Volgens de onderzoekers moet het in ieder geval voor deze mens (achtige) mogelijk zijn geweest klin kers en medeklinkers in de vorm van woorden te produceren. Dit werpt een heel ander licht op de al gemeen aanvaarde theorie dat de mens communicatieve vaardighe den pas tien- tot vijftienduizend jaar geleden begon te ontwikkelen. Maar wat zegt de vondst van dit tongbeentje nu meer dan dat alleen het fysische vermogen tot spreken aanwezig was 'Niets' zegt John Marshall van het Neuro-psycholo- gisch Instituut in Oxford in het we tenschapsblad 'Nature', 'De discus sie over het eerste woordgebruik zal net zo lang duren tot we onverhoopt op een diepgevroren Neanderthaler stuiten die weer tot leven blijkt te kunnen worden gewekt en ons ver volgens de oren van het hoofd kletst'. In het algemeen gaat men er dat sterren werden en worden ge vormd uit zich samentrekkende hoeveelheden stof en gas. In het centrum van zo'n wolk zal de tem peratuur steeds verder stygen, er ontstaat een 'proto-ster'. Op een ge geven moment is de temperatuur zo hoog opgelopen (tot miljoenen gra den) dat spontaan kernfusie op treedt en dat is het moment waarop de ster een enorme hoeveelheid ook zichtbaar licht begint uit te zenden. Door de 'blazende' werking van de sterrenwind wordt de materiewolk waarin de ster zich nog bevindt weggeblazen en in volle glorie ver schijnt ineens ërgens, geleidelijk of betrekkelijk plotseling, een spartel- verse, lichtende boreling. Astronomen menen onlangs op het spoor te zijn gekomen van een pasgeboren ster waaraan de nodige dramatiek ten grondslag lijkt te lig gen. In het sterrenbeeld Orioh bevin den zich gebieden waar stervor ming plaats heeft. Speciaal objec ten die lijken op materieklompen trekken daarbij de aandacht. Al in de jaren vijftig waren het de astro noom G. Herbig en de sterrenkun dige G. Haro die dit soort objecten zorgvuldig in kaart brachten. Zo groeide het vermoeden dat het hier wel eens om gebieden kon gaan waar nieuwe sterren werden ge vormd. De objecten werden bekend als 'Herbig-Haro's' (HH's). De astronoom Bo Reipurth nam kort geleden met behulp van een te lescoop in Chili een gebied waar van de gigantische materiewolk waartoe ook het nevelcomplex in Orion behoort. Hy vond op elektro nisch bewerkte opnamen een aantal verschijnselen die wezen op de ge boorte van een nieuw ster maar ook een geweldige stroom materie, een 'jet', die van de nieuwe ster afwijst. Het object wordt nu HH-llln ge noemd. Men verklaart de aanwezig heid van een dergelijke jet door aan te nemen dat de materie tussen de proto-ster en de omringende hoe veelheden stof en gas, een ruimte die ook wel 'accretieschijf wordt genoemd, als het ware 'kookt'. In de accretieschyf bevindt alles zich in een heftig draaiende beweging rond de proto-ster maar van tijd tot tijd worden gedeelten, vooral als gevolg van intense magnetische velden, weggestoten en dat kan alleen in een richting loodrecht op de accre tieschijf. Die van HH-111 is zeer veel groter dan de tot nu toe gevonden jets in 'sterrenwiegen'. Het lijkt er op dat dergelijke 'jets', die zeer turbulente Een schematische weergave van de luchtpijp met de belangrijkste bron- chiën, het strottehoofd en daarboven het tongbeentje dat bij het spreken een belangrijke rol speelt. (Tekening gpd> bewegingen verraden, zeer belang rijke factoren vormen bij allerlei as tronomische processen in of bij he mellichamen van uiteenlopende aard. De afstand tot HH-111 wordt geschat op 1500 lichtjaar en aan de hand van de waargenomen afmetin gen van de 'jet' kan men afleiden dat de zichtbare lengte ervan niet minder dan 3,4 biljoen kilometer bedraagt, ofwel 23.000 maal de af stand van de aarde tot de zon. Het merendeel van de jet wordt volgens Bo Reipurth verborgen door de stofwolken er omheen en de werkelijke afmetingen ervan kun nen wel 20 biljoen kilometer bedra gen (ruim twee lichtjaar). Reipurth verwacht dat in betrekkelijk korte tijd detailveranderingen in HH-111 zullen worden waargenomen die meer licht moeten werpen op deze 'bizarre sterrenwieg'. De gevolgen van lage doses straling zijn 17 tot 35 keer ernstiger als men tot nu toe aannam. Dat blijkt uit re cente studies van Duitse en Ameri kaanse stralingsdeskundigen. De stralingsnormen zouden derhale ze ventien tot 35 keer strenger moeten worden. Om de gevolgen van lage stra- lingsdoses te bepalen worden sinds 1950 de overlevenden onderzocht van de atoombommen die in 1945 op Hiroshima en Nagasaki in Japan zijn afgeworpen. Het optreden van kanker bij deze groep mensen wordt vergeleken met een andere groep, de zogeheten controle-groep. Dit zijn mensen die zich ten tijde van de atoombommen-explosie op zo'n afstand bevonden dat ze geen straling zouden hebben ontvangen. De resultaten van begin '70 vorm den de basis voor de normstelling voor straling. De afgelopen tien jaar zijn er steeds meer vraagtekens gezet bij de Japanse onderzoeksresultaten. Men is gaan twijfelen aan de verge lijkbaarheid van de gezondheids toestand van de overlevenden van de atoombommen met die van de controlegroep. Immers alleen de sterksten over leefden de verschrikkelijke eerste 5 jaar na het vallen van de bom. Toch zal ook in deze groep het weer standsvermogen tegen ziekte aan getast zijn. Daarom kan verwacht worden dat een deel van deze groep na 1950 gestorven is aan infectie ziekten, nog voordat kanker op had kunnen treden. Uit nader onderzoek is bovendien gebleken dat een deel van de con trolegroep wel aan straling door de fall-out is blootgesteld. Dit verte kende het verschil in het aantal kan kergevallen bij de overlevenden en de controlegroep. Daar kwam nog by, dat eind 1987 door de Japans- Amerikaanse onderzoeksgroep een nieuwe schatting werd gepubli ceerd van de straling die door de atoombommen daadwerkelijk is vrijgekomen. Er werd een nieuwe schatting ge maakt van de dosis die overleven den hebben opgelopen. Daaruit volgde dat de gevolgen van lage stralingsdoses ernstig zijn onder schat. In Nederland zijn de stra- lings-normen vastgelegd in het KB Stralenbescherming van februari '87. Dit besluit gaat uit van gege vens uit begin van de jaren '70. Om dat bij de discussie in de Tweede Kamer bekend was dat er nieuwe gegevens over stralingsdoses zou den verschijnen, heeft de oppositie moties ingediend voor een ver scherping van de normen. Dat werd door minister Nijpels, CDA en WD afgewezen. KEES WIESE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 6