Toxoplasmose
Blikseminslag
blijft iets
ongrijpbaars
SPREEKUUR
door Barbara Thiel, arts
Nuttig om te weten wat ie moet doen en...laten
ZATERDAG 29 JULI 1989
ningsverschillen in de aarde ontstaan.
Wie zich dicht bij zo'n inslag bevindt,
krijgt te maken met een stroomstoot tus
sen de lichaamsdelen die de grond ra
ken.
Verlamming
Bij mensen die staan trekt de stroom van
het ene been in het andere. Er ontstaan
verlammingsverschijnselen: de reden
waarom slachtoffers vaak door de knie
ën zakken en niet verder kunnen lopen.
Wie ligt kan door een stroomstoot van
hoofd/schouder tot voeten worden ge
troffen met alle ernstige gevolgen van
dien. Vee wordt vaak op deze manier
door de bliksem getroffen. Er is een vrij
grote afstand tussen voor- en achterpo
ten en er ontstaat dus een vrij groot span
ningsverschil, Waarbij de stroom langs
vitale lichaamsdelen (het hart) loopt.
Behalve rechtstreeks, als 'geleider' of
via de grond, kan de mens ook door de
bliksem worden getroffen als deze over
springt van bijvoorbeeld een boom of
een andere persoon. De bliksem zoekt al
tijd een hoog punt en gaat vervolgens via
de gemakkelijkste weg naar de grond.
De weerstand van de lucht die zich be
vindt tussen de stam en het hoofd van de
persoon die schuilt is kleiner dan de
weerstand in de stam van de boom. De
bliksem zal daarom overslaan naar ie
mand die vlak bij een getroffen boom
staat. Onder een alleenstaande boom
schuilen is dus levensgevaarlijk.
De kans op blikseminslag in een bos is
te verwaarlozen. Wie in het vrije veld
door onweer wordt overvallen, moet al
leenstaande bomen mijden en kan het
best schuilen in een greppel. Je moet je
altijd zo klein mogelijk maken (hurken)
om de kans op een rechtstreekse inslag
te verminderen en de voeten tegen el
kaar houden om spanningsverschillen in
het lichaam na een inslag in de grond te
voorkomen.
Door vocht neemt de weerstand van de
huid af en kan er in principe een belang
rijk deel van de stroom door het lichaam
vloeien. Anderzijds bevordert een voch
tig huidoppervlak het afvloeien van de
stroom aan de buitenkant van het li
chaam, zodat minder inwendige letsels
optreden. In die gevallen 'explodeert' de
lucht die zich tussen kleren en lichaams
oppervlak bevindt en worden kleren en
schoenen uiteengereten. Zwemmen tij
dens onweer is levensgevaarlijk.
Fabeltjes
Het is onduidelijk hoe de stroom door
het menselijk lichaam wordt getranspor
teerd. Door het extreem hoge voltage
zijn de gevolgen voor de slachtoffers niet
te vergelijken met die van 'gewone'
stroomgelukken. Volgens Ten Duis doen
er op dat gebied veel fabeltjes de ronde.
"We weten dat de stroom niet alleen
door de bloedvaten stroomt, wat vaak
wordt gedacht. Weefsels vormen een
soort gek Maar het is onduidelijk wat er
precies gebeurt en of er bijvoorbeeld ver-
•schil is tussen een haakse en schuine in
slag. Dat komt omdat het om enorm hoge
stroomstoten gaat. Zo lang we niet in
staat zijn die na te bootsen, kunnen we ze
ook niet onderzoeken. Bij een directe in
slag of overslag ontstaan brandwonden,
waardoor we meestal precies weten waar
de inslag is geweest en op welke plaats
de stroom het lichaam heeft verlaten.
Maar het is onbekend waar de stroom
langs gaat. We weten dit diverse organen
kunnen worden aangetast en dat stoor
nissen soms pas na geruime tijd ont
staan. Verlammingsverschijnselen kun
nen maanden duren, met blijvende rest-
verschijnselen. De brandwonden door
de bliksem zijn vaak niet ernstig. Als kle
ren in brand raken kunnen er wèl ernsti
ge brandwonden ontstaan".
"Het meest interessant aan dit soort
ongelukken is het ontstaan van bliksem-
fïguren of Lichtenbergse figuren op de
huid. Die kunnen ontstaan bij een indi
recte inslag of als de stroom langs het li
chaam afvloeit. Het zijn oppervlakkige
brandwonden of huidirritaties in de
vorm van varens of bloemen. De oor
sprong van deze bijzondere figuren, die
meestal binnen 24 uur verdwijnen, is on
duidelijk. We zien ze niet zo vaak, je moet
er snel bij zijn. Het curieuze varenpa
troon is inmiddels, behalve bij verwon
dingen, teruggevonden in de aarde
rondom plekken waar de bliksem is in
geslagen. Aan de hand van die figuren
kunnen we zien of iemand door een posi
tieve of negatieve bliksemontlading is
getroffen, veel meer weten we niet. Was
het maar waar dat we wisten hoe deze fi
guren precies ontstaan, dan snapten we
waarschijnlijk heel wat meer van blik
seminslag".
Zo zou het mogelijk zijn alle zwange-
ren in het begin van de zwangerschap te
testen op antistoffen tegen toxoplasmose.
Als ze de ziekte al gehad hebben, is er
geen gevaar. Zo niet, dan kunnen ze re
gelmatig worden gecontroleerd, bijvoor
beeld eens in de twee maanden. Ook als
een vrouw geen verschijnselen heeft, kan
een besmetting in dat geval in het bloed
worden geconstateerd.
Mocht dit gebeuren, dan kan zij met
medicijnen worden behandeld en wordt
de kans op problemen bij het kind sterk
verkleind. De kans is dan zo klein dat de
meesten het verrichten van een abortus
niet nodig achten, al is het begrijpelijk
dat sommigen het wei-zullen overwegen.
Een andere mogelijkheid is voorlichting
over het voorkomen van infectie aan
vrouwen die de ziekte niet hebben gehad.
Prenataal onderzoek op toxoplasmose
wordt in Nederland helaas niet op grote
schaal verrichtslechts op enkele plaat
sen in het land controleert men alle zwan-
geren hierop.
Er zit dus voor vrouwen niets anders
op dan zelf maatregelen te nemen om een
infectie tijdens de zwangerschap te voor
komen. Aangezien de Nederlandse
veestapel voor een groot deel besmet is, en
dus cysten met levende parasieten in de
spieren (het vleesheeft, is het van belang
geen rauw of halfgaar vlees te eten.
Verder hebben (hoofdzakelijk jonge)
katten de parasieten in hun ontlasting.
Deze worden pas na twee dagen besmet
telijk, dus het is zaak de kattebak vaak te
verschonen, en dit vooral door een ander
te laten doen.
Ten slotte is het aan te raden, aange
zien nu eenmaal in alle tuinen poezen ko
men, alleen met handschoenen in de tuin
te werken. En omdat groenten ook uit de
aarde komen, deze altijd goed te wassen.
Een onweersbui maakt met haar grillige lichtflitsen en oorverdovende
donderslagen diepe indruk. Knoerten van bomen worden als luciferhoutjes
geveld, vee blijft dood achter in de wei, huizen en boerderijen branden tot de
grond toe af. Onweer is een voortdurende bron van ongelukken en
veroorzaakt soms mysterieuze verschijnselen, zoals een tijdelijk
varenpatroon in de huid van getroffen mensen. Bliksem is ongrijpbaar.
Natuurwetenschappers in de hele wereld proberen dit raadsel al
eeuwenlang te ontrafelen.
door Frits Poelman
Mensen die nog nooit een blik
seminslag van dichtbij hebben mee
gemaakt 'vinden het misschien al
leen maar een boeiend verschijnsel
waar je niet bang voor hoeft te zijn.
Voor hen heeft de ongevalschirurg
H.J. ten Duis van het Academisch
Ziekenhuis in Groningen, die onge
vallen met bliksem onderzoekt, een
waarschuwing.
"Onweer? Maak gauw dat je binnen
komt. En als je je in het open veld be
vindt, hurk dan met de voeten tegen el
kaar en de armen om de knieën. Blijf
vooral uit de buurt van alleenstaande bo
men". Ten Duis sluit niet uit dat hef aan
tal bliksemslachtoffers, dat sterk was
verminderd, de komende jaren zal toene
men door toenemende buitensportacti
viteiten en onvoldoende voorlichting.
Een onweersbui. Vaak is het een war
me, vochtige dag geweest en voelen we
haar aankomen. We zien haar ook als ze
in de buurt komt. Hoge, zwart-grijze don
derwolken zijn vaak de aankondiging
van een briljant vuurwerk aan het eind
van wat meestal een stralende dag is ge
weest. Iemand angst aanpraten voor on
weer is niet nodig, zegt Ten Duis. Maar
het is wel nuttig om te weten watje moet
doen en, nog veel beter, wat je moet la
ten. Want onvoorzichtigheid is uit den
boze. Bliksem laat zich niet sturen, is niet
te voorkomen en kan op elk moment toe
slaan.
Ingewikkeld
Ten Duis onderzoekt het verschijnsel on
weer, net zoals tal van weer- en natuur
kundigen in de hele wereld dat doen. Ten
Duis en zijn collega M.W.N. Nijsten be
horen niettemin tot de weinige artsen die
zich op dit verschijnsel hebben toege
legd. Zoveel mensen worden in ons land
immers ook weer niet het slachtoffer van
onweer. Enkelen sterven, anderen raken
soms zwaar gewond.
Wie precies wil weten wat bliksem is,
stuit op een ingewikkelde natuurkundi
ge uitleg die neerkomt op een ontlading
van statische elektriciteit. Als gevolg van
grote spanningsverschillen binnen een
onweerswolk, de cumulonimbus, ont
staat een stroomstoot van 10 tot 100 mil
joen volt en 20.000 ampère. Door de korte
duur van de ontlading, circa elfduizend
ste seconde, is de hoeveelheid energie in
een enkelvoudige bliksemontlading be
trekkelijk gering, tussen 10 en 1000 Kwh.
Niet ,alle cumulonimbus-wolken zijn
echter onweerswolken. En onweer is er
ook in een andere vorm: de front-onwe-
ders op grensvlakken waar warme op
koude lucht wordt geschoven.
Het ontladingskanaal waarlangs de
bliksem zich voortbeweegt ontstaat door
ionisatie. Er ontstaan voorontladingen
waarvan we alleen de zeer lichtintensie-
ve tip kunnen zien. Zo'n voorontlading
zoekt met een snelheid van 'maar' 150 ki
lometer per seconde een baan naar de
aarde. Dat gebeurt stapsgewijs over af
standen van 50 tot 100 meter. Het grillige
patroon is echter nauwelijks waarneem
baar.
De voorontlading wordt ingehaald
door een tweede (9000 km per seconde)
en krijgt op dat moment energie voor een
nieuwe stap van 50 tot 100 meter. Dat
gaat zo verder tot bij een ladingsconcen
tratie in de wolk of vlak onder de wolk
boven het aardoppervlakte. Dan wordt
de veldsterkte aan uitstekende delen van
het aardoppervlak (zoals huizen, bomen
en personen) zo groot, dat voorontladin
gen ontstaan die het ontladingskanaal te
gemoet groeien.
Ontladingen
Wanneer beide ontladingen contact ma
ken, volgt de hoofdontlading die zich
met intensieve lichtverschijnselen van
de aarde naar de wolk beweegt. Dat ge
beurt echter zo snel (30.000 km per se
conde) dat ze niet apart wordt waargeno
men, hooguit als een opheldering van het
oorspronkelijke ontladingskanaal rich
ting aarde. Na de eerste deelontlading
volgen meestal nog meer deelontladin-
gen via hetzelfde kanaal. De warmte-ont-
wikkeling in de bliksemstraal is enorm,
ongeveer 30.000 graden Keivin.
De bliksemkrachten zijn zo groot dat
ze tot op de dag van vandaag niet kunnen
worden nagebootst. Het verschijnsel in
trigeert al sinds mensenheugenis en (na
tuurwetenschappers pogen al meer dan
tweehonderd jaar even driftig als ver
geefs een verklaring ervoor te vinden.
Sommigen hebben het onderzoek zelfs
met hun dood moeten bekopen.
De bliksem, hoe angstaanjagend ook,
is altijd onderschat. Onder anderen door
professor Richmann, hoogleraar aan de
universiteit van St. Petersburg (het hui
dige Leningrad). Halverwege de acht
tiende eeuw hield hij binnenshuis expe
rimenten om de aanwezigheid van elek
triciteit in onweerswolken te bewijzen.
Een ijzeren staaf op het dak was verbon
den met meetapparatuur in de kamer.
Richmann had de installatie geïsoleerd
zonder daarvan de gevolgen te kennen.
Bij de eerste de beste blikseminslag
sprong de stroom over naar het dichtst
In deze rubriek is toxoplasmose al eens
genoemd als oorzaak van aangeboren af
wijkingen. Net als de ziekte van Pfeiffer
is toxoplasmose een veel voorkomende
ziekte, die ook een soortgelijk ziektebeeld
kan veroorzaken. Deze ziekte is echter
veel belangrijker, door het risico voor het
ongeboren kind als een vrouw het tijdens
de zwangerschap oploopt. Vrouwen kun
nen zelf maatregelen nemen om dit te
voorkomen.
Toxoplasmose wordt veroorzaakt door
een parasiet, genaamd 'toxoplasma gon
dii'. Bekende ziekteverwekkers zijn vi
russen en bacteriën; maar er zijn ook nog
andere ziekteverwekkers, die parasieten
worden genoemd, en daar is toxoplasma
er een van. Een ander voorbeeld is de ma
laria-parasiet, Plasmodium geheten. Pa
rasieten kunnen in het algemeen niet di
rect van mens op mens worden overge
bracht, maar alleen via een andere 'gast
heer', zoals de muskiet bij malaria.
De toxoplasma-parasiet kan veel ver
schillende dierenwaaronder de mens.
besmetten. De belangrijkste bronnen
voor de mens zijn het vlees van varkens,
schapen en runderen, en de ontlasting
van de poes. Hoe die besmetting tot stand
komt zal later worden uitgelegd.
Van een besmetting met toxoplasma
worden de meeste mensen niet ziek: zo'n
40 procent van de zwangere vrouwen
blijkt zonder het te weten toxoplasmose te
hebben gehad. Bij hen kunnen namelijk
afweerstoffen tegen de parasiet in het
bloed worden aangetoond. Ongeveer zes
tig procent van de oudere bevolking heeft
afweerstoffen in het bloed.
Een enkeling wordt echter wel ziek, en
dat gebeurt het meest bij volwassenen.
Zij kunnen een 'klierkoorts' krijgen, met
koorts, opgezette klieren in de hals, moe
heid en spierpijnen. Soms zijn ook lever
en milt vergroot. Het geneest in een paar
weken tot enkele maanden, vrijwel altijd
zonder problemen. De verschijnselen on
derscheiden zich niet van veel virusziek
ten.
Wel blijft de parasiet in het lichaam
aanwezig, in kleine holtes (cysten) in
vooral de spieren. Daarin blijft het 'beest
je' sluimeren en geeft in het algemeen
geen last. Als echter de weerstand sterk
daalt, bij ernstige ziekten als sommige
vormen van kanker, bij aids, of bij ge
bruik van afweeronderdrukkende medi
cijnen, kan de ziekte weer opvlammen en
dan wel een ernstig ziektebeeld veroorza
ken.
Ongeboren kinderen hebben nog geen
afweer en kunnen dus bij besmetting
door de parasiet ook ernstig ziek worden.
Dat gebeurt echter alleen alé de moeder
tijdens de zwangerschap voor het eerst
toxoplasmose doormaakt, en bovendien
vreemd genoeg vrijwel alleen bij
eerstgeborenen. Niet altijd, maar in on
geveer veertig procent van de gevallen
zal dan ook het kind besmet raken. Die
kans is groter naarmate de zwanger
schap verder gevorderd is, maar de kans
op ernstige problemen wordt dan weer
kleiner.
Besmetting van het kind tijdens de
zwangerschap kan een aantal verschil
lende gevolgen hebben. In het ernstigste
geval overlijdt het kind en volgt een mis
kraam. Ook kan er een vroeggeboorte op
treden. Het kind kan echter ook geheel ge
zond ter wereld komen.
Verder is het mogelijk dat het kind ziek
geboren wordt. Het kan dan een ernstige
ontsteking hebben van hersenen, lever of
longen. Ook kunnen er verkalkingen be
staan in de hersenen of de ogen, als litte
kens van de doorgemaakte ziekte. Ten
slotte kunnen er aangeboren afwijkingen
aan ogen of hersenen bestaan, zoals een
waterhoofdje, blindheid of geestelijke
achterstand.
Soms heeft het kind geen verschijnse
len, maar zijn er wel littekens in de ogen
en hersenen. In een deel van de gevallen
kunnen die littekens later (na maanden
tot jaren) alsnog problemen veroorzaken
in de vorm van achteruitgang van het
zien of van de geestelijke vermogens.
Toxoplasmose is te behandelen met me
dicijnen. Dat is bij een gewone infectie
niet nodig, maar wanneer een zwangere
vrouw de ziekte krijgt kan door die be
handeling besmetting van het kind vaak
worden voorkomen. Voor het kind is het
uiteraard beter te proberen de ziekte bij
zwangeren hélemaal te voorkomen.
Per jaar worden ongeveer 180.000 kin
deren geboren; 2000 zwangeren maken
voor het eerst een toxoplasmose door. Zij
besmetten ongeveer 750 kinderen. Geluk
kig zullen de meesten hiervan gezond ter
wereld komen, maar bij vijftig tot hon
derd kinderen ontstaan wel ernstige pro
blemen. Voldoende reden dus om te pro
beren toxoplasmose bij zwangeren te
voorkomen.
bijzijnde geaarde voorwerp: het voor
hoofd van de professor. De stroom liep
door het lichaam via zijn borst naar de
aarde. Richmann was op slag dood.
Vermoedelijk is het ademcentrum ver
lamd, dat voor zeer hoge stroomdoorgan-
gen kwetsbaarder is dan het hart. Het
ademhalingscentrum blijft na een inslag
gedurende 5 a 10 minuten verlamd. Het
hart blijft direct na het passeren van de
hoogspanningsstroom stilstaan, maar
begint meestal na enkele ogenblikken
weer spontaan te kloppen. Dit in tegen
stelling tot de 'hartstilstand', wanneer
mensen door 200 Volt wisselspanning
worden getroffen.
Gevaarlijk
Ten Duis schrijft in het blad 'Burns' van
het Internationaal Genootschap voor
Specialisten in Brandwonden dat het
aantal bliksemslachtoffers in Nederland
in deze eeuw enorm is teruggelopen. In
de. periode 1969-1978 registreerde het
CBS nog 'maar' zestien doden. In de tien
jaar daarvoor waren dat er nog 45, en in
de jaren 1909-1918 maar liefst 147. Het
CBS registreerde in 1987 voor het eerst
zelfs geen enkel dodelijk slachtoffer.
Ten Duis verklaart de sterke afname
"door de trek van het platteland naar de
stad, de mechanisatie van de landbouw
(gekooide tractoren), verbeterde wo
ningbouw (geen vrijliggende leidingen),
het gebruik van bliksemafleiders en het
vervoer per auto: een zeer veilig trans
portmiddel tijdens onweer.
"Maar ik sluit .niet uit, dat het aantal
weer stijgt door het toenemende aantal
buitensportactiviteiten. Sommige daar
van zijn buitengewoon gevaarlijk, zoals
hengelsport met carbonhengels, golf
vanwege de sticks, en wandelen met een
paraplu. Onder voetballers komen door
het grote aantal vrij veel slachtoffers
voor, ze lopen net zo veel risico als hoc
keyers en korfballers".
Wie in een auto zit hoeft niet bang te
zijn voor de bliksem, omdat men als het
ware in het blik wordt beschermd. De
elektrische energie verspreidt zich over
de auto en verdwijnt via de wielen naar
de aarde. D&energie die op een auto ach
terblijft is zo klein dat de inzittenden di
rect na een inslag gewoon kunnen uit
stappen en geen sprongetje hoeyen te
maken, zoals vaak wordt gedacht. Voor
wie niet te dicht bij een raam staat, is een
huis tegenwoordig relatief veilig. Vroe
ger was dat met vrijliggende stroom- en
waterleidingen (ideale geleiders) veel
minder het geval.
Franklin
Hoewel wetenschappers lang in het duis
ter hebben getast over de oorzaak van
bliksem en onweer, werd al in een heel
vroeg stadium ontdekt dat er zoiets als
bliksemafleiding mogelijk was. Dat önt-
dekte de Amerikaanse onderzoeker (en
staatsman) Benjamin Franklin, een ge
neratiegenoot van Richmann. Franklin
was een van de eersten die het verschijn
sel durfde te onderzoeken, nadat de
mens eeuwenlang alleen maar bang voor
de bliksem was geweest.
De Amerikaan liet in 1752 tijdens on
weer een vlieger op aan een henneptouw
Bliksem laat zich niet sturen, is niet te voorkomen en kan op elk moment toeslaan. (archieffoto)
en hield daar zijn vinger bij: de vonken
sprongen over. De Fransman d'Allibard
toonde op 10 mei 1752 ten koste van zwa
re elektrische schokken voor het eerst
het bestaan van elektriciteit in onweers
wolken aan in Marly, een voorstadje van
Parijs.
Franklin ontdekte dat gebouwen on
beschadigd bleven als er op het dak ijze
ren staven werden geplaatst die met me
talen draden met de grond werden ver
bonden. In zijn land nam de toepassing
van de bliksemafleider meteen een grote
vlucht. In Europa gebeurde dat pas eind
19de eeuw.
Het plaatsen van bliksemafleiders riep
in de oude wereld ongeloof en grote
weerstanden op. Het plaatsen van een
bliksemafleider op een kerk was hele
maal uit den boze. Een ijzeren staaf op
een torenspits zetten was zoiets als hei
ligschennis. Dat heeft veel mensen indi
rect het leven gekost. Bliksem zoekt al
tijd het hoogste punt en sloeg daarom bij
voorkeur in kerktorens in. Daar werd op
zo'n moment ook nog vaak de klok ge
luid om het onweer (de duivel) te verdrij
ven. Het heeft vermoedelijk vele tiental
len rituele klokkenluiders het leven ge
kost, omdat de bliksem zich bij voorkeur
ontlaadde via de bronzen klokkén en het
luitouw.
Buskruit
Het bestuur van de republiek Venetië be
sloot uit veiligheidsoverwegingen bus
kruit op te slaan onder de gewelven van
de St. Nasariuskerk in Brescia. Toen de
ze kerk in augustus 1767 door de bliksem
werd getroffen, ontplofte 103.800 kilo
gram buskruit. Daardoor verloren drie
duizend mensen het leven en werd een
zesde deel van de stad weggevaagd.
Een vergelijkbaar ongeval gebeurde in
1856 in Rhodes waarbij vierduize/id
mensen omkwamen. Ontploffingen door
blikseminslag in kruitmagazijnen in Su
matra (1782), Luxemburg (1807) en Se-
marang (1846) zijn volgens Ten Duis van
doorslaggevende betekenis geweest
voor het invoeren van de bliksemaflei
der. "Dat er zoveel tijd verliep onder
streept nog eens dat gelijk hebben iets
anders is dan gelijk krijgen".
De klokkenluiders zijn omgekomen,
terwijl ze indirect door de bliksem zijn
getroffen. Indirecte blikseminslag is een
veel voorkomende doodsoorzaak. De
kans op een rechtstreekse inslag is klein.
Die hoeft trouwens niet dodelijk te zijn.
Dat hangt af van de plaats waar de blik
sem in het lichaam inslaat en welke orga
nen er liggen tussen die plek en plaats
waar de stroom uittreedt. In het geval
van de klokkenluiders moeten vitale li
chaamsdelen als d^ hartspier, die tussen
armen en voeten ligt, verlamd zijn ge-
raakt. Zonder snelle reanimatie is de
kans op overleven gering, met snelle rea
nimatie vrij groot.
Soms wordt een groep mensen getrof
fen nadat de bliksem vlakbij in de grond
sloeg. Dat komt doordat grote span-