'Geef ons een paar jaar vrede' Museveni, sterke man van een verdeeld Uganda Voor de weduwen in de Luwero-Driehoek is de oorlog nog niet voorbij ZATERDAG 22 JULI 1989 EXTRA PAGINA 29 Yoweri Museveni: van rebellenleider tot president van Uganda. Bij zijn aantreden in januari 1986 wordt hij gefeliciteerd door interim-president Godfrey Binaisa. (foto ap> Uganda, eens de parel aan de Britse Afrikaanse kroon genoemd, lijkt na een reeks burgeroorlogen alle glans te hebben verloren. Het is er niet rustig meer geweest sinds 1971In het noorden van het land wordt nog steeds gevochten. Namen als Amin, Obote en door Arnold Fortuin Okello zijn bijna synoniem geworden voor geweld en onderdrukking. Voor corruptie, economische neergang en inflatie. Het rijkste en meest vruchtbare Oostafrikaanse land heeft te veel oorlogen gekend en dus honger en armoede. De nieuwe leider van het land, Yoweri Museveni, geniet veel vertrouwen, ook onder zijn eigen volk. De drie jaar vrede in een groot deel van zijn land heeft weer voor heel bescheiden tekenen van enige welvaart gezorgd. Er is weer voldoende eten, en er wordt, ondanks de nadrukkelijke sporen van oorlog in de steden en vooral op het platteland, overal druk gebouwd. Museveni voelt zich redelijk zeker van zijn zaak. Dat bleek onlangs tijdens een bijeenkomst in Bushenyi, eens een Obote-bolwerk, waar hij tot verbazing van iedereen inging op een vraag van iemand uit het publiek over de verkiezing van een president. "Het meest belangrijke punt is niet wie de macht heeft, maar hoe we de moeizaam verworven vruchten van onze strijd kunnen behouden", reageerde Museveni onder minutenlang applaus. Het enige wat de Ugandezen intussen nog bezig houdt is vrede. "Geef ons een paar jaar rust en je zult je ogen niet geloven. We leven in een goed en sterk land. We zijn op de goede weg", hoor je in menig gesprek. Op die goede weg kom je nog veel versperringen tegen van militairen en politie. De corruptie toont haar gezicht al bij binnenkomst in het land, als in een forse koffer tientallen sloffen sigaretten worden ingevoerd en de douaneman eventjes de andere kant op kijkt. Met een net verkregen slof in zijn hand. Dat heeft hij liever dan een biljet van honderd shilling, want daarvan heb je al gauw een dikke stapel nodig om een lap stof voor je vrouw te kunnen kopen. De inflatie houdt alleen de geldpers aan het werk. Corruptie hoort nog bij het Ugandese leven. Maar sterker dan deze gevolgen van zo veel jaren onderdrukking door despoten als Amin en Obote en Okello is het vertrouwen in de toekomst van het land. Museveni realiseert zich dat herstel van de economie alleen mogelijk is als hij zijn volk achter zich heeft. En dat volk is hard bezig z'n wonden te likken, zoals blijkt uit onderstaande reportage. De weduwen van de Luwero-Driel beurd. Maar ook wat er nu gebeurt". persingen waren ook het gevolg van het feit dat de soldaten nauwelijks betaald werden. Zij boorden daarom eigen inko mensbronnen aan en die vonden ze overal. Het beste van de oogsten werd voortdurend in beslag genomen en de plantages in brand gestoken. Woningen werden leeggeroofd, de golfplaten van de daken gerukt en de stenen uit de mu ren van huizen, scholen en kerken ge bikt. Nu nog kun je op een van dé vele markten van Kampala de gestolen waar aantreffen. "Toen ik hier zo'n anderhalfjaar gele den terugkwam waren er alleen wat puinhopen van kapotgeschoten muren. Bomen groeiden waar eens mijn bed stond". Emiosi veegt met een bijna teder gebaar wat dement van de muurresten waarop ze zit. Dan kijkt ze naar de tegen overliggende hut. De schoorsteen rookt. Binnenin een lemen vloer. In twee van elkaar gescheiden ruimten van 3x3 me ter liggen matjes en wat dekens. Het zijn de slaapkamers voor in totaal 12 mensen. Maar ze hebben weer een dak boven hun hoofd. En de taaie strijd tegen de opruk kende jungle is bijna gewonnen. Onder de bananebomen staan wederom de pindaplanten; er is weer een bescheiden koffieoogst. 'k. "Vertel de mensen wat hier is ge- (foto's GPD) "Dat is een geweldig mens", zeggen ze bij het bisschoppelijk ontwikkelingsbu reau dat zich het lot van de weduwen en wezen heeft aangetrokken. Het bureau krijgt steun van Nederlands grootste ontwikkelingsorganisatie, het katholie ke Cebemo in Oegstgeest. De vrouwen kregen hulp om bakstenen te maken, huizen te bouwen en het land weer te be werken. De leningen die ze daarvoor kre gen worden sneller dan verwacht terug betaald. Het verdriet over het oorlogsleed is er, maar er is ook een bewonderenswaardig optimisme in de toekomst. Er zijn geen standbeelden om alle slachtoffers te ge denken. Ze leven nog dagelijks met de gevolgen van de oorlog. Hun traumati sche herinneringen hebben nog geen monument nodig. De kapotgeschoten huizen en overwoekerde plantages vor men een bizar monument. Emiosi is ook haar buren zeggen het - een geweldig mens. Ze heeft niet al leen eigenhandig een nieuw onderko men voor haar familie gebouwd, zij helpt bovendien andere vrouwen in de omge ving. Helpt herbouwen en herplanten, stimuleert de kinderen hard mee te wer ken en vindt steeds nieuwe wegen om het leven weer leefbaar te maken. Ze Emiosi Kibalama (56) kijkt naar twee buurkinderen die spelen op de ruïnes van wat eens haar huis was. Ze kijkt. Maar ze ziet ze niet. Ze blijft onbeweeglijk voor zich uit staren in de zojuist begonnen regen. De kinderen scheppen een hoopje koffie snel in een grote bak. De oogst, hoe klein ook, mag niet verloren gaan. Dat leer je daar in Wabikohoma in de Ugandese Lu- wero Driehoek al heel jong. Emiosi praat met verstikte stem. De herinneringen tekenen zich op haar eb- behoutkleurige gezicht. Ze vertelt met tranen in de ogen hoe haar man en oud ste zoon twee jaar geleden op beestachti ge manier door soldaten om het leven werden gebracht. Ze is een van de grofweg 200.000 oor logsweduwen in het junglegebied, éen kilometer of 20 buiten de hoofdstad Kampala. Dit gebied, bekend als de Lu wero-Driehoek, was tot driejaar geleden meer dan vijf jaar strijdtoneel tussen de troepen van de dictatoriaal regerende Obote, zijn opvolgers, en de revolutionai re beweging waaruit uiteindelijk Yoweri Museveni als nieuwe president naar vo ren kwam. Niet geliefd Obote was niet geliefd bij de bevolking. Integendeel. Mannen, vrouwen en kin deren vochten vaak mee in die burger oorlog. Kozen de kant van de revolutio naire beweging, omdat de Obote-solda- ten hen daartoe wel dwongen. Die soldaten wedijverden in wreed heid. Ze schoten huizen in puin en ver brandden hutten, oogsten en plantages; verkrachtingen en mishandelingen wa ren aan de orde van de dag. Mensen wer den in stukken gehakt voor de ogen van hun familie; zwangere vrouwen stierven nadat een om hun buik gebonden staaf dynamiet tot explosie was gebracht; er werd in het wilde weg op schoolklassen geschoten en terug in hun legerplaats werd onderling de score van het aantal slachtoffers vergeleken. De verhalen daarover overheersen nog steeds elk gesprek. De herinneringen zijn nog springlevend. Er kwamen in de tientallen dorpjes in het Luwero-gebied meer dan 200.000 mannen om. Lang zaamaan keerden de vrouwen uit schuil plaatsen en uit het wat veiliger geachte Kampala terug. Maar er staan nog veel kapotgeschoten huizen te wachten op bewoners die nog niet durven of kunnen terugkeren. Hun plantages verwilderen steeds meer. Vandaag zijn er in het gebied vrijwel alleen nog maar vrouwen en kinderen. En soms een enkele man die het geluk heeft gehad te overleven. Vrouwen, in de Derde Wereld overigens toch al vaak de motor van economische en sociale ont wikkelingen, staan er nu vrijwel alleen En het lijkt te lukken. "Geef ons een paar jaar vrede en we komen er weer bo venop", klinkt het hoopvol als je met een groep vrouwen in gesprek komt. Er ligt rijke landbouwgrond in het gebied rond Luwero; drie maïsoogsten per jaar is nor maal. Er kan doorlopend koffie worden geplukt van de beste kwaliteit, er groeien volop bananen, cassaven en ananas. En koeien en schapen hoeven niet echt te zoeken naar voedsel. En er is water. Niet voor niets werd in dit gebied om elke vierkante meter grond gevochten. Maar de jungle groeit er even snel. Na hun terugkeer zijn de vrouwen, vaak sa men, begonnen de grond op die snel groeiende bomen eij struiken uit hun plantages te kappen. Een strijd zonder goed materiaal; zonder een hakschop zelfs, want alles wat maar geroofd kon worden werd door de soldaten geroofd. Langzaam maar zeker leverden de plan tages weer oogsten op; zijn er, naast de niet meer te herstellen stenen woningen, nieuwe lemen hutten gebouwd, worden de vaak nog niet opgeknapte scholen weer bevolkt. En er is weer voedsel en medische hulp. In de vijfjaren van burgeroorlog had Mil ton Obote zijn 'troepen duidelijk niet in de hand. Moorden, mishandelingen, af- Een van de vele kapotgeschoten huizen in Luwero-Driehoek. welijks te betalen. Ze heeft het gered, en kan het nu zonder ontwikkelingshulp al leen aan. Nu helpt zij haar familie en bu ren, als bestuurslid van een actieve vrou wengroep. Oorlogsleed Elizabeth Zigulaki (40) in het dorp Kibye, dicht tegen de hoofdstad Kam pala aan, heeft ook een eigen verhaal vol oorlogsleed. Haar man werd 'zomaar' door een militaire vrachtauto doodgere den. Midden op de dag. De bestuurder van de vrachtwagen deed het volgens ooggetuigen met opzet. Zijn vrouw bleef met vier kinderen achter. En kreeg er nog vier te verzorgen toen ook haar broer en schoonzuster door soldaten om het leven waren ge bracht. Elizabeth vluchtte naar een dorpje dichter bij de grote stad, waar het veiliger was. Het liefst zou ze weer naar haar land terug willen; naar haar onge twijfeld vernielde woning en haar koffie- planten en bananebomen. Maar zfi heeft geen tijd gehad om er zelfs maar eventjes te gaan kijken. "Ik ben hier begonnen met een ijzer- winkeltje. Met één ijzerzaagje en één las- staafZe wijst trots naar wat ze sedert dien heeft gepresteerd. Een echt winkel tje, met doorlopend klanten. Achter het pandje werkt een van haar zoons. Hij maakt maïsmolens, waaraan in dit land grote behoefte bestaat. Een gat in de markt dus. Maar het heeft nog niet vol doende opgebracht om haar droom wer kelijkheid te laten worden: terug naar haar oude dorp, om er een nieuw huisje te kunnen bouwen en het land weer op te knappen. Noodlottig Verbijsterend is ook het verhaal van ver pleegster Ann Mary Bukenya (52). Zij woont en werkt in Nakasozi, dicht bij de hoofdstad. Haar toekomst zag er stralend uit. Ze volgde een opleiding voor ver pleegster; haar man was bezig met een internationale loopbaan waarvoor hij Spaans en Frans studeerde. In zijn vrije tijd leidde hij, als scheidsrechter, inter nationale voetbalwedstrijden en ook op dat terrein leek hij een fraaie carrière voor de boeg te hebben. Maar die sportieve vooruitzichten wer den hem juist noodlottig. Een collega- scheidsrechter met intensieve contacten bij de Obote-kliek maakte er een abrupt einde aan. Toen de man van Ann Mary te rugkwam van een interland in Zambia werd hem tijdens een dineetje vergiftigd voedsel voorgezet. Dat hij vergiftigd was werd openbaar na een lijkschouwing die ze door een bevriende arts liet verrich ten. De collega-scheidsrechter heeft nu internationale bekendheid. In het (veel te kleine) gezondheidscen trum dat ze samen met twee collega's runt (en met een arts op wie ze steeds een beroep kunnen doen) werkt ze niet al leen voor de toekomst van de kinderen (alleen al aan schoolgeld betaalt ze jaar lijks 345.000 shilling), maar ook omdat er tot ver in de omgeving geen vorm van ge zondheidszorg is. "Op dit moment wordt mijn land door vrienden bewerkt. Ik zou graag terug willen naar mijn huis in de Luwero-Drie hoek. Maar ik kan ze hier ook niet in de steek laten. Als ik hier meer ruimte had zou ik al dolgelukkig zijn", zegt ze. Stempel In het kleine wachtkamertje zitten acht moeders met kinderen. In de ziekenboeg liggen een ernstig zieke vrouw en een jonge moeder die wat apathisch naar haar pasgeboren baby staart. Het cen trum draait 24 uur continu. Patiënten die het niet kunnen betalen - en dat zijn er nogal wat - worden kosteloos geholpen. Zonder hulp komt er dus nooit voldoen de geld beschikbaar om de droom van een beter geoutilleerd centrum werke lijkheid te laten worden. Er zijn honderdduizenden Ann Mary's. Elizabeths en Belleta's. Voor hen is een speciaal ontwikkelingsprogramma op gesteld dat ze, onder meer met leningen die steeds prompt worden terugbetaald, vooruit helpt. Ze hebben het moeilijk. Leren leven-met wat je verloren hebt is zelfs in een met alle goede zorgen om ringde samenleving gemakkelijker ge zegd dan gedaan. De zinloosheid van een burgeroorlog, het verlies van meer dan 200.000 mannen drukt een onuitwisbaar stempel op de moeders en de kinderen in de Driehoek. Emiosi Kibalama verzucht aan het eind van ons gesprek in de regen: "Vertel de mensen in Nederland wat hier is ge beurd. Maar ook wat er nti gebeurt. Wij komen er bovenop. Maar als het kan, help ons dan. We hebben nu genoeg gele den". Elizabeth Zikulaki (rechts). Haar man was een van de duizenden slacht offers van de Obote-kliek. Hij werd opzettelijk doodgereden. heeft al gevraagd om de i mee ze nieuwe bakstenen kan maken. Er zijn er maar een paar van, en die worden gemeenschappelijk beheerd. Als ze haar bakstenen klaar heeft bouwt ze zelf, met familie en buren, het nieuwe huis. Dat, hoopt ze, nog mooier wordt dan wat ze had. Weer plannen om een nieuw stenen huis te bouwen. Ze gold in de vooroorlogse jaren als een vrouw die het getroffen had. Het huis stond op een flink stuk land, waarvan al leen al 25 are beschikbaar was voor de. koffïeteelt. Ze had een gelukkig gezin. "Ze hadden tegen mijn man, die zich voor de soldaten van Obote in de jungle had verstopt, verteld dat de oorlog voor bij was. Hij ging naar huis, en werd die zelfde dag nog door die soldaten opge pakt. Hij kreeg het gebruikelijke aan bod: je betaalt ons 200.000 shilling (toch zo'n slordige f 20.000) of je gaat er aan". Toen Emiosi van de afpersing hoorde, kwam ook zij terug met haar kinderen. Ze slaagde er in, vooral ook met hulp van familie en buren, het geld bij elkaar te schrapen. Maar haar man kwam niet vrij. Integendeel. De volgende dag werd ook zij met haar kinderen in een van de vele concentratiekampen opgesloten. Haar zoons wisten te ontsnappen; zij wilde dicht bij haar man blijven. Na een paar weken zag ze hoe zo'n 40 mannen op een vrachtwagen werden gedreven. Haar moeilijk lopende, sterk vermagerde man was de laatste. Ze heeft hem nooit terug gezien. De vrachtwagen kwam leeg te rug. Na de oorlog werd zijn in stukken gehakte lijk teruggevonden op een van de vele knekelhopen in de omgeving. Daar vond ze ook de resten van haar oud ste zoon, die na zijn ontsnapping op nieuw was gepakt. 'Bescherming' Het verhaal van Belleta Kayaga (45) uit Ssemuto is niet minder triest. Ze moest, met haar zéven kinderen, ooggetuige zijn van de wijze waarop haar man door sol daten met kapmessen werd doodgesla gen. Zonder enige reden. Hij had met zijn gezin bescherming gezocht bij de militai re post in zijn dorp. Na zijn dood ont snapte Belleta met haar kinderen aan de dodelijke 'bescherming' van de militai ren. Ze vond onderdak bij familie en kwam direct na de oorlog terug. Met een lening van het ontwikkelings bureau slaagde ze er in weer een stenen huis. met dak van golfplaten ('in een rie ten dak vreten de ratten grote gaten') te bouwen. Voor haar zoon, die elke dag zo'n 15 kilometer moet afleggen om naar school te gaan, staat er een spiksplinter nieuwe fiets. Die heeft hij samen met zijn moeder bij elkaar verdiend in de koffïe teelt. En ook de andere kinderen kunnen naar school. Een prestatie van formaat, want het (verplichte) -onderwijs is nau-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 31