'KGB is geen liefdadigheidsinstelling' Oerritme m Denkwijzer Onze taal r Nieuwe chef Russische geheime dienst voor het eerst in tv-interview eu. fjij oe. ZATERDAG 22 JULI 1989 PAGINA 25 De nieuwe KGB-chef Vladimir Aleksandrovitsj Krjoetsjkov is er veel aan gelegen zijn dienst een beter aanzien in de wereld te verschaffen. En daartoe liet hij zich onlangs voor het eerst in de geschiedenis voor de Russische televisie interviewen door Stanislav Polzikov, journalist bij het Sovjetpersbureau Novosti. Hieronder een gedeeltelijke, letterlijke weergave van dat gesprek: over het gezinsleven van Krjoetsjkov, zijn liefde voor het theater, zijn streven naar meer openheid, zijn bereidheid het budget van de KGB publiek te maken, zijn lange werkdagen. door Stanislav Polzikov KGB-chef Vladimir Aleksandrovitsj Krjoetsjkov (65): "Ik denk dat demo cratie en glasnost een goede gelegenheid bieden het publiek beter te informe ren". (foto Tass) Niets in de Sovjetunie lijkt tegen woordig nog heilig. Zelfs het eens zo onaantastbare Staatscomité voor de Veiligheid, beter bekend als de KGB, ontkomt niet meer aan de glasnost. En dat heeft heel uiteenlo pende gevolgen. Enerzijds wordt de KGB tegenwoordig openlijk gekritiseerd. Zo werden bij voorbeeld tijdens de eerste zitting van het Congres van Volksafgevaardigden een paar harde noten gekraakt, toen par lementslid Joeri Vlasov uit zijn slof schoot en de KGB betitelde als "een on dergronds rijk", de "meest gesloten, sa menzweerderige organisatie die wij heb ben" met een "almachtige greep op de samenleving en elk individu". Anderzijds tracht de KGB onder aan voering van zijn nieuwe chef Vladimir Aleksandrovitsj Krjoetsjkov (65) met zijn tijd mee te gaan, wat al tot een paar zeer opmerkelijke gebeurtenissen heeft ge leid. Zo werd onlangs bij de zelfmoord van 'geheim agent' Glenn Michael Souther, alias Michael Orlov, de hele doopceel gelicht van deze 'held van het onzichtbare front', die veel had gedaan bij het bemachtigen van kernwapenge heimen in de VS. Vladimir Krjoetsjkov zelf, die rechten heeft gestudeerd en de diplomaten- school doorlopen, heeft ook al het nodige opzien gebaard. Hij was nog maar amper tot opvolger van Viktor Tsjebrikov be noemd, of hij arrangeerde in de eerste ja nuaridagen van dit jaar een opmerkelij ke ontmoeting met de Amerikaanse am bassadeur in Moskou, Jack Matlock. Zij hadden een vriendschappelijk tète a tète van negentig minuten in het hoofdkwar tier van de KGB aan het Dzjerzinski- plein. In de Verenigde Staten is Krjoetsjkov geen onbekende. Hij was onder meer in Washington als top-veiligheidsman van Sovjetleider Michail Gorbatsjov bij diens historische bezoek aan Ronald Reagan in 1987. Hij zat met Amerikaanse en Sovjet-officials aan tafel tijdens een informeel diner in een Chinees eethuis en later met het hoofd van Reagans Na tionale Veiligheidsraad, Colin Powell, en de toenmalige onderdirecteur van de CIA, Robert Gates, in het elitaire Maison Blanche-restaurant. Tot zo ver wat achtergronden over de persoon Krjoetsjkov. - Vladimir Aleksandrovitsj, dit ge sprek is mogelijk geworden door het hui dige proces van democratisering van on ze maatschappij. Laat dat dus het onder werp zijn. Krjoetsjkov: "Ik wil graag mijn dank baarheid tot uitdrukking brengen dat u mij in de gelegenheid stelt een paar woorden over het werk van de KGB te zeggen, over zijn rol en plaats in onze maatschappij. Perestrojka is een proces dat het geheel van onze maatschappij aangaat en het omvat natuurlijk ook alle wetshandhavende organisaties en dien sten, inclusief de KGB. Wij leren hoe wij democratie en glasnost moeten gebrui ken in het werk van de staatsveiligheids- organen en wij doen dat. Wij zijn begon nen ons Sovjetpubliek en, vanzelfspre kend, het wereldpubliek beter te infor meren over wat de staatsveiligheidsorga- nen doen". "Natuurlijk, de KGB is geen liefdadig heidsinstelling. Wij bestrijden degenen die de wetten overtreden. En ik denk dat alle Sovjetburgers dit vanzelfsprekend begrijpen. Dat wordt ook in het buiten land begrepen. Het comité heeft de vol gende werkterreinen: spionage, contra spionage inclusief de militaire contra spionage, wat betekent dat wij onze strijdkrachten ondersteunen met contra spionage en de grensbewakingseenhe den. Wij bestrijden smokkel, wij bestrij den terrorisme en, nu ik dat onderwerp heb genoemd, ik moet zeggen dat wij ge ïnteresseerd zijn in de breedst mogelijke samenwerking op dit gebied en contac ten met alle soortgelijke organisaties in het buitenland". "Ik zou willen zeggen dat vele proble men die met het werk van de staatsveilig- heidsorganen te maken hebben in de eer ste plaats ontstaan omdat mensen niet geïnformeerd zijn. Ik denk dat democra tie en glasnost ons een goede .gelegen heid bieden om het publiek beter te in formeren". - Het is duidelijk deze wens geweest om meer geïnformeerd te raken, om meer in lichtingen te hebben, die sommige Afge vaardigden ertoe bracht vragen testellen en soms wat harde oordelen uit te spreken over het Staatscomité voor de Veiligheid. Krjoetsjkov: "Ik wil ten eerste dit zeg gen: natuurlijk juich ik dergelijke op merkingen niet toe, omdat ik bezwaar maak tegen vele conclusies en boven dien vind ik ze niet objectief. Er zijn pe rioden geweest, en die kent u ook, waarin de staatsveiligheidsorganen ook een ne gatieve rol speelden. Dat wil zeggen, ze hadden een zeer actief aandeel in de schendingen van de socialistische wet ten. Bij de geuite kritiek ging het over de toestanden in de jaren dertig, veertig en begin jaren vijftig. Maar we leven nu in het jaar 1989 en de staatsveiligheidsorga nen zijn anders en hun plaats in de maat schappij is anders en hun rol is eveneens anders". "Ik moet zeggen dat we in ons werk strikt uitgaan van twee gegevens en dat zijn de wet en de waarheid. Alleen deze twee gegevenheden zijn ons doel en ons referentiekader. Er is niks anders. Dat wil niet zeggen dat alles in ons werk van een leien dakje gaat en dat er geen over tredingen voorkomen. Zulke dingen ge beuren. We straffen degenen die zich daaraan schuldig maken streng en rap porteren zulke gevallen aan de pers". "En dan nu de controle op onze activi teiten. U weet dat het werk van de staats veiligheidsorganen wordt gecontro leerd. Deze controle is in de laatste jaren zeer streng geweest. Ik zou willen zeggen dat de controle door de partij een zeer se rieuze aangelegenheid is. Maar waar het nu om gaat is een andere vorm van con trole. Er ligt nu het plan om een comité of een commissie in het leven te roepen die van dag tot dag een permanente controle uitoefent over de operaties van de staats veiligheidsorganen. Laat ik wellicht een geheim verklappen. U moet weten dat het Staatscomité voor de Veiligheid een van de initiatiefnemers is van het idee om een dergelijk comité op te rich ten. Wij zijn daar zeer in geïnteresseerd". "Het zal een forum zijn, waardoor wij in staat worden gesteld om ons publiek en het wereldpubliek beter te informe- "ren over wat we aan het doen zijn. En ik denk dat dat ons aanzien zal verbeteren. Ik denk dat het een forum zal zijn dat ons in staat stelt om de lessen van democra tie en glasnost heel serieus te leren. Dat zal ons ook helpen. Dus, wij verwelko men zulke controle". "Ik denk dat we zelfs eens moeten kij ken naar de ervaring van andere landen. Neem bijvoorbeeld de Amerikaanse er varing: in dat land heeft het Congres een speciaal comité dat de controle uitoe fent, dat de operaties van de Central In telligence Agency controleert. Ik denk dat we een beetje leentjebuur moeten spelen. Daar worden openbare hoorzit tingen gehouden, het budget en andere dingen worden publiek gemaakt. Wij staan daar volledig achter". - Dat betekent dat u gelooft dat het voorgestelde comité zijn fiat zou moeten geven aan het publiceren van gegevens? Krjoetsjkov: "Natuurlijk, natuurlijk, ja. Het Staatsveiligheidscomité zal voor stellen voorbereiden, zijn oordelen ge ven, maar de beslissingsmacht ligt daar niet. En ik veronderstel dat we vele fei ten publiek kunnen maken die bevesti gen dat we in alle eerlijkheid werken om de veiligheid van onze staat te bescher men en dat ons werk niet strijdig is met de belangen van ons Sovjet-volk". - Vladimir Aleksandrovitsj, de pubica- tie van budgetgegevens zal ongetwijfeld ook de publicatie inhouden van het aan tal personeelsleden. "De menselijke soort ontwikkelde zich on der omstandigheden, die heel verschil lend waren van die waaronder de meeste mensen vandaag leven". Met deze op het eerste gezicht open deur begint een heel opmerkelijk boek, dat als titel heeft 'De Westerse Beschaving in Biologisch Per spectief. Wat het boek zo opmerkelijk maakt is het feit dat het een heleboel van onze alledaagse ervaringen en proble men verklaart, en vaak op een overtui gende manier, als gevolg van het feit dat onze erfelijke uitrusting en lichaams bouw bedoeld was voor het leven in een hele andere omgeving dan die van bij voorbeeld de randstad Holland. Zo zou volgens de schrijver de manier waarop wij onze werk- of schooldag inde len niet passen bij de manier waarop ons lichaam functioneert. Sterker nog, we scheppen zelfbepaalde problemen en ont nemen ons de nodige levensvreugde door onze dagindeling van ruwweg 8.30 tot 12.30 werken, dan middageten, daarna van 13.30 tot 17.30 weer werken en dan naar huis voor het avondeten. Laten we eens kijken in een van de gro te wildparken in Afrika, het continent waar onze soort zich naar verluidt het eerst heeft ontwikkeld. Tegen het begin van de middag is de jacht over. Een roe del leeuwen, na zich te hebben volgegeten, verzamelt zich in de schaduw van een bo mengroep. In buurt zijn ook andere dier soorten aan het luieren, aan het spelen of elkaar op hun gemak aan het verzorgen. De dieren gedragen zich op dit tijdstip van de dag al miljoenen jaren op deze i manier, m een gebied waar de hitte van de zon allesoverheersend is. Op dezelfde tijd van de dag, ver van de tropen, maken Noordeuropese fabrieks- arbeiders meer fouten in hun werk en hebben schoolkinderen meer moeite met hun rekensommen. In de landen rondom de Middellandse zee sluiten de kooplie- l den hun winkels. Overal ter wereld ko- l Krjoetsjkov: "Natuurlijk. Als het bud get openbaar wordt gemaakt, dan wordt alles publiek wat daarin staat en alles wat het dekt". - Degenen die meer willen weten, moe ten een actieve rol gaan spelen bij het sa menstellen van die commissie of dat co mité om het zo snel mogelijk te laten be ginnen met het werk. Krjoetsjkov: "De manier waarop het comité of de commissie gaat werken, is aan dat comité of die commissie om te beslissen. Wij zullen proberen actief te zijn in het werk van dat comité. Ik zou daar nog iets aan willen toevoegen: open bare aanklagers, de organen van het mi nisterie van binnenlandse zaken, noch men werknemers terug van de Lunch naar hun kantoren, maar hun alertheid staat op een laag pitje, en dagdromen be heersen hun denken. Sommige mensen vertellen zichzelf en anderen dat ze blijk baar te zwaar geluncht hebben, terwijl anderen zich afvragen of dat haastige broodje wel genoeg was en hun oor te luis teren leggen voor de geluiden van de kar van de koffiejuffrouw. We ervaren allemaal af en toe, en som migen zelfs al te af en toe, 'het wil niet lek ker gevoel' gedurende zo'n uur of twee na ons middageten. Maar later in de mid dag of we nu een dutje hebben gedaan, sloten koffie hebben gedronken of gewoon hebben doorgemodderd neemt onze op lettendheid en scherpte weer toe. We haasten ons dan om op tijd de dingen van die dag af te maken, ruimen onze bu reaus op, en maken dat we thuis komen. De verleiding is groot om dit middag patroon toe te schrijven aan de lichame lijke invloed van voedsel, maar waarom hebben we gewoonlijk niet net zo'n reac tie na het ontbijt of het avondeten? Vaak eten we dan nog veel meer dan 's mid dags. In een onderzoek werden drie groe pen mensen, die op heel verschillende tijdstippen hun lunch gebruikten (om 10 uur, 12 uur of 2 uur) op vijf momenten van de dag getest op zaken als scherpte van hun aandacht, oplossen van reken problemen, reactiesnelheid en dergelijke. Tussen de groepen bleek in geen van de testuitslagen verschil te bestaan. Maar bij alle drie de groepen bleek dat de testuitslagen het meest ongunstig waren zo rond half drie 's middags. Dit type on derzoek is in allerlei landen en bij men sen in allerlei beroepen herhaald, en steeds werden dezelfde resultaten gevon den. Als voeding niet de verklaring van on ze middagdreun is, wat dan? Een tijd lang hebben wetenschappers gedacht dat lichaamstemperatuur de mogelijke sleu- de staatsveiligheidsorganen kunnen in hun eentje de problemen aan, waarmee zij worden geconfronteerd. Zij kunnen die alleen oplossen in hun vertrouwen op het volk, alleen in het vertrouwen op de steun van de werkcollectieven. De laatste tijd hebben we onze banden en de contacten met de werkcollectieven aan zienlijk uitgebreid". "Wat het verleden betreft, zou ik het volgende willen zeggen. Wij zijn tot de bodem gegaan van vele problemen, maar wij hebben nog geen definitieve conclu sies getrokken, definitieve beoordelin gen gemaakt. De zaak is zeer ernstig. Wij zijn nu actief betrokken in het proces van rehabilitatie van slachtoffers van de ver volgingen. En tussen haakjes, vele con té! tot dit raadsel was. Gedurende de dag schommelt de temperatuur van ons li chaam volgens een min of meer vast pa troon, en de gedachte was dat onze 'han delingsbekwaamheid' met die tempera tuur stijgt en daalt. Feit is echter dat de lichaamstemperatuur in de loop van de ochtend voortdurend oploopt en de hoog ste waarde in het begin of halverwege de middag bereikt, precies op het moment dat we alleen nog maar in staat zijn de eenvoudige dingen goed te doen. En onze efficiëntie neemt later in de middag weer toe. wanneer de lichaamstemperatuur geleidelijk daalt naar het dieptepunt dat bereikt wordt tijdens onze slaap. De verklaring voor de 'middagdip' ligt naar alle waarschijnlijkheid in de tropi sche omgeving waarin de menselijke soort zich ontwikkeld heeft. Mensen heb ben nog geen miljoen jaar geleefd in ge matigde klimaten en pas in de laatste 100.000 jaar zijn we ons in koudere gebie den gaan vestigen. In evolutietijd is dit net zoiets als vorige week. De mens is in wezen nog steeds een tro pisch schepsel. Warmbloedige tropische dieren vertonen een twee-piekig dage lijks activiteitsritme, met een late och- tendpiek, die meer uitgesproken is dan de late namiddagpiek. Dit ritme hebben we behouden toen we de Afrikaanse vlak ten verlieten en ons over de aardbol ver spreidden. En het blijft onze pogingen crete of beter grote zaken worden beslist op initiatief van het Staatsveilig heidscomité. Echter, er is veel tijd ver streken, er zijn geen mensen meer, er zijn geen documenten meer. Dit is, dat is ze ker, geen simpele zaak. Maar wij zullen alles doen zodat de waarheid kan worden gehoord. Met al zijn volume en in al zijn omvang". - Vladimir Aleksandrovitsj, heeft u een grote familie? Krjoetsjkov: "Ik heb zonen, een klein zoon en een kleindochter, waar ik heel erg van houd. Ik ben getrouwd, ja, ik ben een huisvader. Maar, helaas, ik kan maar heel weinig tijd met mijn familie door brengen". - Wat is uw eigen werkschema? Hoe lang werkt u? Kijoetsjkov: "Weet u, ik vind het een beetje gênant om het te zeggen, maar ik werk lange uren, veertien, zestien uur. Op zondag gun ik mezelf een pauze van vier, vijf uur. Dat wil zeggen, overdag. Het enige dat me redt is mijn uitzonder lijke constructieve en positieve houding ten opzichte van fysieke training". - Dus u vindt nog wel tijd om te zwem- Kijoetsjkov: "Inderdaad, iedere och tend een uur. Hoewel ik het moeilijk vind. Daarnaast houd ik als Rus, als een man die in Rusland woont, erg veel van skiën". - Als we naar dit tempo kijken, gaat u dan nog wel op vakantie? Kijoetsjkov: "Ik ga op vakantie. Dat doe ik. Maar dit jaar en vorig jaar is het er niet van gekomen. Ik heb één hobby: theater. Ik houd bijzonder veel van thea ter". - Ook het moderne theater; spreekt het hedendaagse theater u aan? Krjoetsjkov: "Over het algemeen houd ik erg van Brecht, een groot toneelschrij ver, zonder twijfel, en het is ook niet toe vallig dat het Sovjet-publiek hem met zo veel respect behandelt. Maar ik houd ook van onze academische theatertraditie. De theatergroepen die in die stijl wer ken, hebben zich uit het motteballentijd- perk bevrijd. Ze houden zich nu bezig met hedendaagse onderwerpen en dat kan alleen maar worden toegejuicht. En dan, wie kan er omheen om van het Bol- sjoi te houden?". - Misschien is er nog iets dat u zou wil len zeggen? Misschien heb ik verzuimd een vraag te stellen die in uw ogen be langrijk is. Kijoetsjkov: "Wel, wat kan ik nog zeg gen? Dit is het eerste televisie-interview in mijn leven. Ik probeer een beetje op de achtergrond te blijven, wat misschien wel verklaard kan worden uit het feit dat ik lange tijd de inlichtingendienst van de Sovjetunie heb geleid, iets watje niet aan de grote klok hangt. Ik hoop dat onze eerste ontmoeting niet de laatste zal zijn. Ik wil graag mijn persoonlijke bijdrage leveren om het imago van de staatsveilig heidsorganen, niet alleen in ons land, maar in de wereld als geheel, in overeen stemming te brengen met de nobele doe len die wij, naar ik meen, met ons werk proberen te verbinden. Dank u wel". - Dank, Vladimir Aleksandrovitsj, voor dit eerste interview. Ik denk dat het een grote eer is voor welke journalist dan ook. Dank u. dwarsbomen om te leven en te werken als of de uren van de dag bougies zijn die we op afroep en naar believen kunnen ont steken. De diersoorten die ons het meest nabij zijn nemen allemaal een middagpauze in acht. Apen zijn 's ochtends actief en luidruchtig bezig met voedsel verzamelen en consumeren. Op het heetste punt van de dag, ruwweg 's middags tussen 1 en 3 uur, neemt de activiteit af. Dit is niet zon der meer een rustperiode, maar vooral een tijd voor een ander soort bezigheden. De oudere apen verzorgen elkaar en hun jongen, geduldig zoekend naar ongedier te in de vacht van soortgenoten. Anderen gebruiken de tijd om een slaapplaats in te richten voor de komende nacht. Chim pansees doen een middagdutje van zo'n half uur en zitten voor de rest van de tijd wat aan elkaar te friemelen. Later in de middag worden ze weer actief en gaan ze weer voedsel verzamelen en gebruiken. De periode van grote gezamenlijke ac tiviteit zijn dus te beschouwen als werk tijden, terwijl het ontspannen, verzorgen en spelen zo halverwege de middag voor al een sociale functie heeft. De daginde ling is trouwens uitermate slim geregeld, want de ontspannen sociale activiteiten worden uitgevoerd op een tijdstip waar op andere diersoorten die een bedreiging vormen zelf ook in ruste zijn, zodat de waakzaamheid minder groot hoeft te zijn. In niet-industriële samenlevingen, vaak ten onrechte en laatdunkend als primitief aangeduid, is het ook onder mensen een universele gewoonte om een middagpauze van globaal 1 tot 3 uur in te lassen. De mensen trekken zich dan in de schaduw terug en wijden zich aan klusjes die alleen of in kleine groepjes ge daan kunnen worden, zoals het repare ren van gebruiksvoorwerpen. Of ze zitten gewoon bij elkaar om over van alles en nog wat te 'ouwehoeren'. Hoewel de mees te noordelingen geloven dat zo'n siësta inhoudt dat men gaat slapen, is de mid dagslaap zelfs in de tropen eerder uitzon dering dan regel. Later in de middag pakken de meeste mensen hun activiteit van de ochtend weer op, maar in een langzamer tempo. Ze gaan ermee door tot de zon ondergaat, afhankelijk van de tijd van het jaar en hoe lang het duurt om van werk naar huis terug te keren. Daar na is er opnieuw een periode voor sociale activiteiten. Vergelijken we dit ritme met het dag ritme waaraan wij gewend zijn vier werkuren voor de lunch en nog zo'n vier daarna dan vallen twee dingen op. Het eerste is, dat we te vroeg lunchen. Door dat tussen twaalf en één te doen, verliezen we voor werk het meest produk- tieve gedeelte van de dag. Het zou slim mer zijn om zo rondom 2 uur te lunchen, aan het begin van de middagdip. Het tweede punt is dat we over het algemeen ons werk afsluiten op een tijd in de mid dag dat onze alertheid nou net weer toe neemt en we dus beter met veeleisende ta ken zouden kunnen omgaan. En er is nog een derde punt. Als we eten op de momenten dat we het meest alert en actief zijn, en dat doen we helaas meestal, eten we meer en sneller dan goed voor ons is. Stijging van produktxviteit en gezondheid sluiten elkaar dus hele maal niet uit, als we maar iets primitie ver zouden gaan leven. De columns van René Diekstra zijn ge bundeld onder de titel 'Dcnkwijzer' in de boekhandel verkrijgbaar (uitgeverij Ambo). UI. DOOR JOOP VAN DER HORST Waarom heet een slang een slang? Bil- derdijk heeft het meer dan anderhalve eeuw geleden als volgt verklaard: een slang heet zo omdat hij 'sss' zegt en lang is. Schitterend bedacht, maar onzin Dat kan iedereen inzien die bedenkt dat de slang in bijna alle talen van de wereld an ders heet. Er moet dus minstens nog een andere oorzaak zijn waarom onze slang een slang heet. Vooral in de vorige eeuw hebben veel taalkundigen zich beziggehouden met de vraag waarom de woorden zijn zoals ze zijn. Waarom heet een slang een slang? Het antwoord is in de meeste gevallen heel simpel: puur toeval. Bij de meerder heid van alle woorden is er geen enkel verband tussen de betekenis en hoe we die uitdrukken. Het enige is, dat iedereen zo'n beest nu eenmaal een slang noemt. Zo'n gewoonte komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Er zijn twee manieren om tot zo'n gewoonte te komen: ofwel over nemen van de vorige generatie, ofwel overnemen uit een andere taal. Sommige woorden zijn al heel lang 'in de familie'. Het 19de-eeuwse taalkundig onderzoek was vooral geïnteresseerd in zulke oude familiestukken in de taal. Het woord paard bijvoorbeeld is al heel lang m onze taal Omdat het Duits met Pferd net zo'n woord heeft, neemt men aan dat het er al was voordat Nederlands en Duits uiteenvielen in twee talen Het woord zien is waarschijnlijk nog ouder, omdat het Latijn al sequi had, ook al bete kent dat 'volgen' Ons woord zien heeft vermoedelijk eerst betekend 'met de ogen volgen'. De resultaten van dit soort taalvergelij kend onderzoek vinden we in een etymo logisch woordenboek. Daarin kunnen we dus opzoeken tot hoe ver de geschiede nis van een woord teruggaat. In een ety mologisch woordenboek staan geen ver klaringen la Bilderdijk, maar wel wordt erin verteld dat zien, om de genoemde re den, vermoedelijk al meer dan 2000 jaar in onze taal(familie) aanwezig is. En bij slang wordt verteld dat we aan slingeren moeten denken; vergelijk binden/band, zingen/zang en drinken/drank. Op dezelf de manier is er naast slingeren dus een woord slang te verwachten. Dat is ook een soort verklaring, maar van een ander soort dan bij Bilderdijk. Er waren tot voor kort drie verschillen de etymologische woordenboeken voor het Nederlands. Twee grote wetenschap pelijke en één beknoptere voor een groot publiek. De grote zijn die van Franck, Van Wijk Van Haeringen en van De Vries, de kleinere is van De Vries en De Tol- lenaere en verschenen als aulapocket. Maar zojuist is er een geheel nieuw ety mologisch woordenboek verschenen: het Van Dale Etymologisch Woordenboek. samengesteld door P A F. van Veen. Het kost ƒ125,-, maar voor die prijs heeft men dan ook een dik boek in huis. Is het een goed boek? Is het iets om aan te bevelen7 Dat is niet zo makkelijk te zeggen. Het zou heel goedkoop zijn om zo'n boek, waaraan iemand zes jaar ge werkt heeft, in een paar zinnen de grond in te boren. Anderzijds is 125 gulden geen kattepis, en ik wil zoiets niet aanra den als ik niet zeker weet dat het dat waard is. En niet iedereen verwacht het zelfde van zo'n boek. Ik wil daar volgende week eens op terugkomen. Als u onder tussen in een boekwinkel bent, moet u het beslist ook zelf eens vergelijken: dit nieuwe Van Dale Etymologisch Woor denboek en het al langer bestaande boekje in de aula-reeks van De Vries en De Tollenaere. door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 27