'KGB is geen liefdadigheidsinstelling'
Oerritme
m
Denkwijzer
Onze taal
r
Nieuwe chef Russische geheime dienst voor het eerst in tv-interview
eu.
fjij
oe.
ZATERDAG 22 JULI 1989
PAGINA 25
De nieuwe KGB-chef Vladimir Aleksandrovitsj Krjoetsjkov is er veel aan
gelegen zijn dienst een beter aanzien in de wereld te verschaffen. En daartoe
liet hij zich onlangs voor het eerst in de geschiedenis voor de Russische
televisie interviewen door Stanislav Polzikov, journalist bij het
Sovjetpersbureau Novosti. Hieronder een gedeeltelijke, letterlijke weergave
van dat gesprek: over het gezinsleven van Krjoetsjkov, zijn liefde voor het
theater, zijn streven naar meer openheid, zijn bereidheid het budget van de
KGB publiek te maken, zijn lange werkdagen.
door Stanislav Polzikov
KGB-chef Vladimir Aleksandrovitsj Krjoetsjkov (65): "Ik denk dat demo
cratie en glasnost een goede gelegenheid bieden het publiek beter te informe
ren". (foto Tass)
Niets in de Sovjetunie lijkt tegen
woordig nog heilig. Zelfs het eens zo
onaantastbare Staatscomité voor de
Veiligheid, beter bekend als de
KGB, ontkomt niet meer aan de
glasnost. En dat heeft heel uiteenlo
pende gevolgen.
Enerzijds wordt de KGB tegenwoordig
openlijk gekritiseerd. Zo werden bij
voorbeeld tijdens de eerste zitting van
het Congres van Volksafgevaardigden
een paar harde noten gekraakt, toen par
lementslid Joeri Vlasov uit zijn slof
schoot en de KGB betitelde als "een on
dergronds rijk", de "meest gesloten, sa
menzweerderige organisatie die wij heb
ben" met een "almachtige greep op de
samenleving en elk individu".
Anderzijds tracht de KGB onder aan
voering van zijn nieuwe chef Vladimir
Aleksandrovitsj Krjoetsjkov (65) met zijn
tijd mee te gaan, wat al tot een paar zeer
opmerkelijke gebeurtenissen heeft ge
leid. Zo werd onlangs bij de zelfmoord
van 'geheim agent' Glenn Michael
Souther, alias Michael Orlov, de hele
doopceel gelicht van deze 'held van het
onzichtbare front', die veel had gedaan
bij het bemachtigen van kernwapenge
heimen in de VS.
Vladimir Krjoetsjkov zelf, die rechten
heeft gestudeerd en de diplomaten-
school doorlopen, heeft ook al het nodige
opzien gebaard. Hij was nog maar amper
tot opvolger van Viktor Tsjebrikov be
noemd, of hij arrangeerde in de eerste ja
nuaridagen van dit jaar een opmerkelij
ke ontmoeting met de Amerikaanse am
bassadeur in Moskou, Jack Matlock. Zij
hadden een vriendschappelijk tète a tète
van negentig minuten in het hoofdkwar
tier van de KGB aan het Dzjerzinski-
plein.
In de Verenigde Staten is Krjoetsjkov
geen onbekende. Hij was onder meer in
Washington als top-veiligheidsman van
Sovjetleider Michail Gorbatsjov bij
diens historische bezoek aan Ronald
Reagan in 1987. Hij zat met Amerikaanse
en Sovjet-officials aan tafel tijdens een
informeel diner in een Chinees eethuis
en later met het hoofd van Reagans Na
tionale Veiligheidsraad, Colin Powell, en
de toenmalige onderdirecteur van de
CIA, Robert Gates, in het elitaire Maison
Blanche-restaurant.
Tot zo ver wat achtergronden over de
persoon Krjoetsjkov.
- Vladimir Aleksandrovitsj, dit ge
sprek is mogelijk geworden door het hui
dige proces van democratisering van on
ze maatschappij. Laat dat dus het onder
werp zijn.
Krjoetsjkov: "Ik wil graag mijn dank
baarheid tot uitdrukking brengen dat u
mij in de gelegenheid stelt een paar
woorden over het werk van de KGB te
zeggen, over zijn rol en plaats in onze
maatschappij. Perestrojka is een proces
dat het geheel van onze maatschappij
aangaat en het omvat natuurlijk ook alle
wetshandhavende organisaties en dien
sten, inclusief de KGB. Wij leren hoe wij
democratie en glasnost moeten gebrui
ken in het werk van de staatsveiligheids-
organen en wij doen dat. Wij zijn begon
nen ons Sovjetpubliek en, vanzelfspre
kend, het wereldpubliek beter te infor
meren over wat de staatsveiligheidsorga-
nen doen".
"Natuurlijk, de KGB is geen liefdadig
heidsinstelling. Wij bestrijden degenen
die de wetten overtreden. En ik denk dat
alle Sovjetburgers dit vanzelfsprekend
begrijpen. Dat wordt ook in het buiten
land begrepen. Het comité heeft de vol
gende werkterreinen: spionage, contra
spionage inclusief de militaire contra
spionage, wat betekent dat wij onze
strijdkrachten ondersteunen met contra
spionage en de grensbewakingseenhe
den. Wij bestrijden smokkel, wij bestrij
den terrorisme en, nu ik dat onderwerp
heb genoemd, ik moet zeggen dat wij ge
ïnteresseerd zijn in de breedst mogelijke
samenwerking op dit gebied en contac
ten met alle soortgelijke organisaties in
het buitenland".
"Ik zou willen zeggen dat vele proble
men die met het werk van de staatsveilig-
heidsorganen te maken hebben in de eer
ste plaats ontstaan omdat mensen niet
geïnformeerd zijn. Ik denk dat democra
tie en glasnost ons een goede .gelegen
heid bieden om het publiek beter te in
formeren".
- Het is duidelijk deze wens geweest om
meer geïnformeerd te raken, om meer in
lichtingen te hebben, die sommige Afge
vaardigden ertoe bracht vragen testellen
en soms wat harde oordelen uit te spreken
over het Staatscomité voor de Veiligheid.
Krjoetsjkov: "Ik wil ten eerste dit zeg
gen: natuurlijk juich ik dergelijke op
merkingen niet toe, omdat ik bezwaar
maak tegen vele conclusies en boven
dien vind ik ze niet objectief. Er zijn pe
rioden geweest, en die kent u ook, waarin
de staatsveiligheidsorganen ook een ne
gatieve rol speelden. Dat wil zeggen, ze
hadden een zeer actief aandeel in de
schendingen van de socialistische wet
ten. Bij de geuite kritiek ging het over de
toestanden in de jaren dertig, veertig en
begin jaren vijftig. Maar we leven nu in
het jaar 1989 en de staatsveiligheidsorga
nen zijn anders en hun plaats in de maat
schappij is anders en hun rol is eveneens
anders".
"Ik moet zeggen dat we in ons werk
strikt uitgaan van twee gegevens en dat
zijn de wet en de waarheid. Alleen deze
twee gegevenheden zijn ons doel en ons
referentiekader. Er is niks anders. Dat
wil niet zeggen dat alles in ons werk van
een leien dakje gaat en dat er geen over
tredingen voorkomen. Zulke dingen ge
beuren. We straffen degenen die zich
daaraan schuldig maken streng en rap
porteren zulke gevallen aan de pers".
"En dan nu de controle op onze activi
teiten. U weet dat het werk van de staats
veiligheidsorganen wordt gecontro
leerd. Deze controle is in de laatste jaren
zeer streng geweest. Ik zou willen zeggen
dat de controle door de partij een zeer se
rieuze aangelegenheid is. Maar waar het
nu om gaat is een andere vorm van con
trole. Er ligt nu het plan om een comité of
een commissie in het leven te roepen die
van dag tot dag een permanente controle
uitoefent over de operaties van de staats
veiligheidsorganen. Laat ik wellicht
een geheim verklappen. U moet weten
dat het Staatscomité voor de Veiligheid
een van de initiatiefnemers is van het
idee om een dergelijk comité op te rich
ten. Wij zijn daar zeer in geïnteresseerd".
"Het zal een forum zijn, waardoor wij
in staat worden gesteld om ons publiek
en het wereldpubliek beter te informe-
"ren over wat we aan het doen zijn. En ik
denk dat dat ons aanzien zal verbeteren.
Ik denk dat het een forum zal zijn dat ons
in staat stelt om de lessen van democra
tie en glasnost heel serieus te leren. Dat
zal ons ook helpen. Dus, wij verwelko
men zulke controle".
"Ik denk dat we zelfs eens moeten kij
ken naar de ervaring van andere landen.
Neem bijvoorbeeld de Amerikaanse er
varing: in dat land heeft het Congres een
speciaal comité dat de controle uitoe
fent, dat de operaties van de Central In
telligence Agency controleert. Ik denk
dat we een beetje leentjebuur moeten
spelen. Daar worden openbare hoorzit
tingen gehouden, het budget en andere
dingen worden publiek gemaakt. Wij
staan daar volledig achter".
- Dat betekent dat u gelooft dat het
voorgestelde comité zijn fiat zou moeten
geven aan het publiceren van gegevens?
Krjoetsjkov: "Natuurlijk, natuurlijk,
ja. Het Staatsveiligheidscomité zal voor
stellen voorbereiden, zijn oordelen ge
ven, maar de beslissingsmacht ligt daar
niet. En ik veronderstel dat we vele fei
ten publiek kunnen maken die bevesti
gen dat we in alle eerlijkheid werken om
de veiligheid van onze staat te bescher
men en dat ons werk niet strijdig is met
de belangen van ons Sovjet-volk".
- Vladimir Aleksandrovitsj, de pubica-
tie van budgetgegevens zal ongetwijfeld
ook de publicatie inhouden van het aan
tal personeelsleden.
"De menselijke soort ontwikkelde zich on
der omstandigheden, die heel verschil
lend waren van die waaronder de meeste
mensen vandaag leven". Met deze op het
eerste gezicht open deur begint een heel
opmerkelijk boek, dat als titel heeft 'De
Westerse Beschaving in Biologisch Per
spectief. Wat het boek zo opmerkelijk
maakt is het feit dat het een heleboel van
onze alledaagse ervaringen en proble
men verklaart, en vaak op een overtui
gende manier, als gevolg van het feit dat
onze erfelijke uitrusting en lichaams
bouw bedoeld was voor het leven in een
hele andere omgeving dan die van bij
voorbeeld de randstad Holland.
Zo zou volgens de schrijver de manier
waarop wij onze werk- of schooldag inde
len niet passen bij de manier waarop ons
lichaam functioneert. Sterker nog, we
scheppen zelfbepaalde problemen en ont
nemen ons de nodige levensvreugde door
onze dagindeling van ruwweg 8.30 tot
12.30 werken, dan middageten, daarna
van 13.30 tot 17.30 weer werken en dan
naar huis voor het avondeten.
Laten we eens kijken in een van de gro
te wildparken in Afrika, het continent
waar onze soort zich naar verluidt het
eerst heeft ontwikkeld. Tegen het begin
van de middag is de jacht over. Een roe
del leeuwen, na zich te hebben volgegeten,
verzamelt zich in de schaduw van een bo
mengroep. In buurt zijn ook andere dier
soorten aan het luieren, aan het spelen of
elkaar op hun gemak aan het verzorgen.
De dieren gedragen zich op dit tijdstip
van de dag al miljoenen jaren op deze i
manier, m een gebied waar de hitte van
de zon allesoverheersend is.
Op dezelfde tijd van de dag, ver van de
tropen, maken Noordeuropese fabrieks-
arbeiders meer fouten in hun werk en
hebben schoolkinderen meer moeite met
hun rekensommen. In de landen rondom
de Middellandse zee sluiten de kooplie- l
den hun winkels. Overal ter wereld ko- l
Krjoetsjkov: "Natuurlijk. Als het bud
get openbaar wordt gemaakt, dan wordt
alles publiek wat daarin staat en alles wat
het dekt".
- Degenen die meer willen weten, moe
ten een actieve rol gaan spelen bij het sa
menstellen van die commissie of dat co
mité om het zo snel mogelijk te laten be
ginnen met het werk.
Krjoetsjkov: "De manier waarop het
comité of de commissie gaat werken, is
aan dat comité of die commissie om te
beslissen. Wij zullen proberen actief te
zijn in het werk van dat comité. Ik zou
daar nog iets aan willen toevoegen: open
bare aanklagers, de organen van het mi
nisterie van binnenlandse zaken, noch
men werknemers terug van de Lunch
naar hun kantoren, maar hun alertheid
staat op een laag pitje, en dagdromen be
heersen hun denken. Sommige mensen
vertellen zichzelf en anderen dat ze blijk
baar te zwaar geluncht hebben, terwijl
anderen zich afvragen of dat haastige
broodje wel genoeg was en hun oor te luis
teren leggen voor de geluiden van de kar
van de koffiejuffrouw.
We ervaren allemaal af en toe, en som
migen zelfs al te af en toe, 'het wil niet lek
ker gevoel' gedurende zo'n uur of twee na
ons middageten. Maar later in de mid
dag of we nu een dutje hebben gedaan,
sloten koffie hebben gedronken of gewoon
hebben doorgemodderd neemt onze op
lettendheid en scherpte weer toe. We
haasten ons dan om op tijd de dingen
van die dag af te maken, ruimen onze bu
reaus op, en maken dat we thuis komen.
De verleiding is groot om dit middag
patroon toe te schrijven aan de lichame
lijke invloed van voedsel, maar waarom
hebben we gewoonlijk niet net zo'n reac
tie na het ontbijt of het avondeten? Vaak
eten we dan nog veel meer dan 's mid
dags. In een onderzoek werden drie groe
pen mensen, die op heel verschillende
tijdstippen hun lunch gebruikten (om 10
uur, 12 uur of 2 uur) op vijf momenten
van de dag getest op zaken als scherpte
van hun aandacht, oplossen van reken
problemen, reactiesnelheid en dergelijke.
Tussen de groepen bleek in geen van de
testuitslagen verschil te bestaan. Maar
bij alle drie de groepen bleek dat de
testuitslagen het meest ongunstig waren
zo rond half drie 's middags. Dit type on
derzoek is in allerlei landen en bij men
sen in allerlei beroepen herhaald, en
steeds werden dezelfde resultaten gevon
den.
Als voeding niet de verklaring van on
ze middagdreun is, wat dan? Een tijd
lang hebben wetenschappers gedacht dat
lichaamstemperatuur de mogelijke sleu-
de staatsveiligheidsorganen kunnen in
hun eentje de problemen aan, waarmee
zij worden geconfronteerd. Zij kunnen
die alleen oplossen in hun vertrouwen op
het volk, alleen in het vertrouwen op de
steun van de werkcollectieven. De
laatste tijd hebben we onze banden en de
contacten met de werkcollectieven aan
zienlijk uitgebreid".
"Wat het verleden betreft, zou ik het
volgende willen zeggen. Wij zijn tot de
bodem gegaan van vele problemen, maar
wij hebben nog geen definitieve conclu
sies getrokken, definitieve beoordelin
gen gemaakt. De zaak is zeer ernstig. Wij
zijn nu actief betrokken in het proces van
rehabilitatie van slachtoffers van de ver
volgingen. En tussen haakjes, vele con
té! tot dit raadsel was. Gedurende de dag
schommelt de temperatuur van ons li
chaam volgens een min of meer vast pa
troon, en de gedachte was dat onze 'han
delingsbekwaamheid' met die tempera
tuur stijgt en daalt. Feit is echter dat de
lichaamstemperatuur in de loop van de
ochtend voortdurend oploopt en de hoog
ste waarde in het begin of halverwege de
middag bereikt, precies op het moment
dat we alleen nog maar in staat zijn de
eenvoudige dingen goed te doen. En onze
efficiëntie neemt later in de middag weer
toe. wanneer de lichaamstemperatuur
geleidelijk daalt naar het dieptepunt
dat bereikt wordt tijdens onze slaap.
De verklaring voor de 'middagdip' ligt
naar alle waarschijnlijkheid in de tropi
sche omgeving waarin de menselijke
soort zich ontwikkeld heeft. Mensen heb
ben nog geen miljoen jaar geleefd in ge
matigde klimaten en pas in de laatste
100.000 jaar zijn we ons in koudere gebie
den gaan vestigen. In evolutietijd is dit
net zoiets als vorige week.
De mens is in wezen nog steeds een tro
pisch schepsel. Warmbloedige tropische
dieren vertonen een twee-piekig dage
lijks activiteitsritme, met een late och-
tendpiek, die meer uitgesproken is dan
de late namiddagpiek. Dit ritme hebben
we behouden toen we de Afrikaanse vlak
ten verlieten en ons over de aardbol ver
spreidden. En het blijft onze pogingen
crete of beter grote zaken worden
beslist op initiatief van het Staatsveilig
heidscomité. Echter, er is veel tijd ver
streken, er zijn geen mensen meer, er zijn
geen documenten meer. Dit is, dat is ze
ker, geen simpele zaak. Maar wij zullen
alles doen zodat de waarheid kan worden
gehoord. Met al zijn volume en in al zijn
omvang".
- Vladimir Aleksandrovitsj, heeft u een
grote familie?
Krjoetsjkov: "Ik heb zonen, een klein
zoon en een kleindochter, waar ik heel
erg van houd. Ik ben getrouwd, ja, ik ben
een huisvader. Maar, helaas, ik kan maar
heel weinig tijd met mijn familie door
brengen".
- Wat is uw eigen werkschema? Hoe
lang werkt u?
Kijoetsjkov: "Weet u, ik vind het een
beetje gênant om het te zeggen, maar ik
werk lange uren, veertien, zestien uur.
Op zondag gun ik mezelf een pauze van
vier, vijf uur. Dat wil zeggen, overdag.
Het enige dat me redt is mijn uitzonder
lijke constructieve en positieve houding
ten opzichte van fysieke training".
- Dus u vindt nog wel tijd om te zwem-
Kijoetsjkov: "Inderdaad, iedere och
tend een uur. Hoewel ik het moeilijk
vind. Daarnaast houd ik als Rus, als een
man die in Rusland woont, erg veel van
skiën".
- Als we naar dit tempo kijken, gaat u
dan nog wel op vakantie?
Kijoetsjkov: "Ik ga op vakantie. Dat
doe ik. Maar dit jaar en vorig jaar is het er
niet van gekomen. Ik heb één hobby:
theater. Ik houd bijzonder veel van thea
ter".
- Ook het moderne theater; spreekt het
hedendaagse theater u aan?
Krjoetsjkov: "Over het algemeen houd
ik erg van Brecht, een groot toneelschrij
ver, zonder twijfel, en het is ook niet toe
vallig dat het Sovjet-publiek hem met zo
veel respect behandelt. Maar ik houd ook
van onze academische theatertraditie.
De theatergroepen die in die stijl wer
ken, hebben zich uit het motteballentijd-
perk bevrijd. Ze houden zich nu bezig
met hedendaagse onderwerpen en dat
kan alleen maar worden toegejuicht. En
dan, wie kan er omheen om van het Bol-
sjoi te houden?".
- Misschien is er nog iets dat u zou wil
len zeggen? Misschien heb ik verzuimd
een vraag te stellen die in uw ogen be
langrijk is.
Kijoetsjkov: "Wel, wat kan ik nog zeg
gen? Dit is het eerste televisie-interview
in mijn leven. Ik probeer een beetje op de
achtergrond te blijven, wat misschien
wel verklaard kan worden uit het feit dat
ik lange tijd de inlichtingendienst van de
Sovjetunie heb geleid, iets watje niet aan
de grote klok hangt. Ik hoop dat onze
eerste ontmoeting niet de laatste zal zijn.
Ik wil graag mijn persoonlijke bijdrage
leveren om het imago van de staatsveilig
heidsorganen, niet alleen in ons land,
maar in de wereld als geheel, in overeen
stemming te brengen met de nobele doe
len die wij, naar ik meen, met ons werk
proberen te verbinden. Dank u wel".
- Dank, Vladimir Aleksandrovitsj,
voor dit eerste interview. Ik denk dat het
een grote eer is voor welke journalist dan
ook. Dank u.
dwarsbomen om te leven en te werken als
of de uren van de dag bougies zijn die we
op afroep en naar believen kunnen ont
steken.
De diersoorten die ons het meest nabij
zijn nemen allemaal een middagpauze
in acht. Apen zijn 's ochtends actief en
luidruchtig bezig met voedsel verzamelen
en consumeren. Op het heetste punt van
de dag, ruwweg 's middags tussen 1 en 3
uur, neemt de activiteit af. Dit is niet zon
der meer een rustperiode, maar vooral
een tijd voor een ander soort bezigheden.
De oudere apen verzorgen elkaar en hun
jongen, geduldig zoekend naar ongedier
te in de vacht van soortgenoten. Anderen
gebruiken de tijd om een slaapplaats in
te richten voor de komende nacht. Chim
pansees doen een middagdutje van zo'n
half uur en zitten voor de rest van de tijd
wat aan elkaar te friemelen. Later in de
middag worden ze weer actief en gaan ze
weer voedsel verzamelen en gebruiken.
De periode van grote gezamenlijke ac
tiviteit zijn dus te beschouwen als werk
tijden, terwijl het ontspannen, verzorgen
en spelen zo halverwege de middag voor
al een sociale functie heeft. De daginde
ling is trouwens uitermate slim geregeld,
want de ontspannen sociale activiteiten
worden uitgevoerd op een tijdstip waar
op andere diersoorten die een bedreiging
vormen zelf ook in ruste zijn, zodat de
waakzaamheid minder groot hoeft te
zijn.
In niet-industriële samenlevingen,
vaak ten onrechte en laatdunkend als
primitief aangeduid, is het ook onder
mensen een universele gewoonte om een
middagpauze van globaal 1 tot 3 uur in
te lassen. De mensen trekken zich dan in
de schaduw terug en wijden zich aan
klusjes die alleen of in kleine groepjes ge
daan kunnen worden, zoals het repare
ren van gebruiksvoorwerpen. Of ze zitten
gewoon bij elkaar om over van alles en
nog wat te 'ouwehoeren'. Hoewel de mees
te noordelingen geloven dat zo'n siësta
inhoudt dat men gaat slapen, is de mid
dagslaap zelfs in de tropen eerder uitzon
dering dan regel. Later in de middag
pakken de meeste mensen hun activiteit
van de ochtend weer op, maar in een
langzamer tempo. Ze gaan ermee door tot
de zon ondergaat, afhankelijk van de
tijd van het jaar en hoe lang het duurt om
van werk naar huis terug te keren. Daar
na is er opnieuw een periode voor sociale
activiteiten.
Vergelijken we dit ritme met het dag
ritme waaraan wij gewend zijn vier
werkuren voor de lunch en nog zo'n vier
daarna dan vallen twee dingen op.
Het eerste is, dat we te vroeg lunchen.
Door dat tussen twaalf en één te doen,
verliezen we voor werk het meest produk-
tieve gedeelte van de dag. Het zou slim
mer zijn om zo rondom 2 uur te lunchen,
aan het begin van de middagdip. Het
tweede punt is dat we over het algemeen
ons werk afsluiten op een tijd in de mid
dag dat onze alertheid nou net weer toe
neemt en we dus beter met veeleisende ta
ken zouden kunnen omgaan.
En er is nog een derde punt. Als we eten
op de momenten dat we het meest alert en
actief zijn, en dat doen we helaas
meestal, eten we meer en sneller dan goed
voor ons is. Stijging van produktxviteit
en gezondheid sluiten elkaar dus hele
maal niet uit, als we maar iets primitie
ver zouden gaan leven.
De columns van René Diekstra zijn ge
bundeld onder de titel 'Dcnkwijzer' in de
boekhandel verkrijgbaar (uitgeverij Ambo).
UI.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Waarom heet een slang een slang? Bil-
derdijk heeft het meer dan anderhalve
eeuw geleden als volgt verklaard: een
slang heet zo omdat hij 'sss' zegt en lang
is. Schitterend bedacht, maar onzin Dat
kan iedereen inzien die bedenkt dat de
slang in bijna alle talen van de wereld an
ders heet. Er moet dus minstens nog een
andere oorzaak zijn waarom onze slang
een slang heet.
Vooral in de vorige eeuw hebben veel
taalkundigen zich beziggehouden met de
vraag waarom de woorden zijn zoals ze
zijn. Waarom heet een slang een slang?
Het antwoord is in de meeste gevallen
heel simpel: puur toeval. Bij de meerder
heid van alle woorden is er geen enkel
verband tussen de betekenis en hoe we
die uitdrukken. Het enige is, dat iedereen
zo'n beest nu eenmaal een slang noemt.
Zo'n gewoonte komt natuurlijk niet uit
de lucht vallen. Er zijn twee manieren om
tot zo'n gewoonte te komen: ofwel over
nemen van de vorige generatie, ofwel
overnemen uit een andere taal. Sommige
woorden zijn al heel lang 'in de familie'.
Het 19de-eeuwse taalkundig onderzoek
was vooral geïnteresseerd in zulke oude
familiestukken in de taal.
Het woord paard bijvoorbeeld is al heel
lang m onze taal Omdat het Duits met
Pferd net zo'n woord heeft, neemt men
aan dat het er al was voordat Nederlands
en Duits uiteenvielen in twee talen Het
woord zien is waarschijnlijk nog ouder,
omdat het Latijn al sequi had, ook al bete
kent dat 'volgen' Ons woord zien heeft
vermoedelijk eerst betekend 'met de
ogen volgen'.
De resultaten van dit soort taalvergelij
kend onderzoek vinden we in een etymo
logisch woordenboek. Daarin kunnen we
dus opzoeken tot hoe ver de geschiede
nis van een woord teruggaat. In een ety
mologisch woordenboek staan geen ver
klaringen la Bilderdijk, maar wel wordt
erin verteld dat zien, om de genoemde re
den, vermoedelijk al meer dan 2000 jaar
in onze taal(familie) aanwezig is. En bij
slang wordt verteld dat we aan slingeren
moeten denken; vergelijk binden/band,
zingen/zang en drinken/drank. Op dezelf
de manier is er naast slingeren dus een
woord slang te verwachten. Dat is ook
een soort verklaring, maar van een ander
soort dan bij Bilderdijk.
Er waren tot voor kort drie verschillen
de etymologische woordenboeken voor
het Nederlands. Twee grote wetenschap
pelijke en één beknoptere voor een groot
publiek. De grote zijn die van Franck, Van
Wijk Van Haeringen en van De Vries,
de kleinere is van De Vries en De Tol-
lenaere en verschenen als aulapocket.
Maar zojuist is er een geheel nieuw ety
mologisch woordenboek verschenen: het
Van Dale Etymologisch Woordenboek.
samengesteld door P A F. van Veen. Het
kost ƒ125,-, maar voor die prijs heeft
men dan ook een dik boek in huis.
Is het een goed boek? Is het iets om
aan te bevelen7 Dat is niet zo makkelijk te
zeggen. Het zou heel goedkoop zijn om
zo'n boek, waaraan iemand zes jaar ge
werkt heeft, in een paar zinnen de grond
in te boren. Anderzijds is 125 gulden
geen kattepis, en ik wil zoiets niet aanra
den als ik niet zeker weet dat het dat
waard is. En niet iedereen verwacht het
zelfde van zo'n boek. Ik wil daar volgende
week eens op terugkomen. Als u onder
tussen in een boekwinkel bent, moet u
het beslist ook zelf eens vergelijken: dit
nieuwe Van Dale Etymologisch Woor
denboek en het al langer bestaande
boekje in de aula-reeks van De Vries en
De Tollenaere.
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden