Verbonden door het heelal 'Ruimtevaarders' uit Noordwijk en Frans Guyana vormen één grote familie ZATERDAG 22 JULI 1989 EXTRA PAGINA 23 De badplaats Noordwijk en het van oorsprong piepkleine plaatsje Kourou aan de kust van het Zuidamerikaanse Frans Guyana lijken op het eerste gezicht niets met elkaar gemeen te hebben. Het klimaat, de leefomstandigheden en de geschiedenis bieden weinig punten van overeenkomst. Toch zijn de twee dorpen op een heel bijzondere manier innig met eikaar verbonden: beide vormen een belangrijk centrum voor de Europese ruimtevaart. De nauwe relatie tussen de twee kustplaatsen deed Estec- directeur M. Ie Fèvre besluiten de burgemeester van Noordwijk, J.M. Hoffmann, voor een bezoek aan Kourou uit te nodigen. door Monica Wesseling De Europese ruimtevaartorganisa tie ESA (European Space Agency) heeft zowel in Noordwijk als in Frans Guyana vaste grond onder de voeten gevonden. In Noordwijk is Estec (European Space Research and Technology Centre) gevestigd en in Kourou bevindt zich het Cen tre Spatial Guyanais waarvan on der andere ESA gebruik maakt. Zo worden de lanceringen van satellie ten met de door de ESA ontwikkelde Ari- ane-raketten sedert 1979 vanaf de basis in Kourou uitgevoerd. Medewerkers van Estec zijn geregeld in Kourou te vinden en ook in de andere richting wordt de oceaan vaak overgestoken. De huidige Estec-directeur Le Fèvre is, voordat hij driejaar geleden de leiding in Noordwijk overnam, zelf vier jaar directeur geweest van het Centre Spatial Guyanais. Op het centrum worden momenteel de laatste voorbereidingen getroffen voor de lancering van de satellieten TV-Sat 2 en Hipparcos. Omdat de lancering nog enkele weken op zich laat wachten, was het mogelijk de raket en de satelliet uit voerig te bekijken. Niet alleen de ruimte vaart met al haar technische hoogstand jes kwam tijdens het bezoek voor het voetlicht. Door een bezoek aan de burge meester van Kourou, de heer Rimane, is tevens de basis gelegd voor een geregeld contact tussen de twee dorpen. Hutten Het Centre Spatial Guyana in Kourou beslaat een oppervlakte van negenhon derd vierkante kilometer, in een brede strook langs de kust. Met tal van ont vangststations, gigantische torens en ve le omringende gebouwen steekt het cen trum schril af bij de rest van de omge ving. Nog geen kilometer van de hightech-gebouwen verwijderd, wonen mensen in houten hutten die het predi kaat 'woning' absoluut niet verdienen en staat een koe aan een touw het laatste beetje gras op te eten. Het centrum wordt gebruikt en be taald door drie organisaties: ESA, Aria- nespace en CNES (Centre National des Etudes Spatial). Er werken ruim 1600 mensen, veelal gedetacheerd uit de deel nemende organisaties. Heel opvallend is de manier waarop er wordt gewerkt. Ie dereen, van hoog tot laag, is enthousiast. Ondanks de tropische warmte die het er beslist niet eenvoudiger op maakt, zijn werkdagen van twaalf uur geen uitzon dering. Le Fèvre daarover: "Voor de me dewerkers van het Centre Spatial Guya nais geldt hetzelfde als voor de mensen die bij Estec in Noordwijk werken. In dienst zijn betekent niet alleen dat je er werkt, je bent tevens lid van één grote ruimtevaartfamilie". ESA, Arianespace en CNES werken elk hun eigen programma af op het cen trum en maken, al dan niet gezamenlijk, gebruik van de faciliteiten. Als 'dochter' van ESA is de Nederlandse vestiging Es tec nauw betrokken bij zowel de ESA-ac- tiviteiten als bij die van Arianespace. Voor het in de ruimte brengen van de ESA- en commerciële satellietenten be hoeve van het huidige en toekomstige ruimtevaartprogramma wordt gebruik gemaakt van de Ariane als draagraket. Evenaar Het centrum is in 1964 ingericht. De plaats mag voor een buitenstaander wat vreemd overkomen. Kourou biedt op zichzelf nu niet bepaald een schat aan technologie. Bovendien was de econo mie er begin zestiger jaren volstrekt on derontwikkeld en vrijwel alles moest worden ingevoerd. Directeur André Ré- mondière zet uiteen waarom deson danks voor Kourou is gekozen. "Het cen trum ligt dicht bij de evenaar. De zwaar tekracht is hier iets minder en bovendien is de snelheid waarmee de aarde draait iets groter. Dat betekent dat het in de ruimte brengen van raketten met satel lieten iets eenvoudiger is". Ook de aanwezigheid van de oceaan is volgens de directeur een pre. Die staat borg voor een stuk extra veiligheid. "Mocht een lancering mislukken, dan vallen de brokstukken tenminste in zee", aldus Rémondière. Daarbij is Frans Guyana dun bevolkt (één inwoner per vierkante kilometer). Op de even buiten de kust gelegen lies du Salut (een eilandengroep waaronder het beruchte Duivelseiland) wonen zelfs maar enkele honderden mensen. Omdat de raketten kort na hun lancering over de eilanden vliegen, worden al deze mensen enkele uren voor de lancering geëvacu eerd. Ook de klimatologische omstan digheden zijn in Kourou gunstig. Dicht bij de evenaar komen relatief weinig cy clonen en aardbevingen voor. Verspreid, over het terrein staan tien tallen gebouwen, vele afzonderlijk om muurd en streng bewaakt. De drie be langrijkste centra zijn volgens Rémon dière het z.g. Centre Technique, het En semble Lancement Ariane en de radar stations. Het technisch centrum behelst Een Ariane 4 staat klaar om naar het lanceer platform op de basis in Kourou, Frans Guyana, te worden gereden. o.a. het van televisiebeelden bekende vluchtcontrolecentrum. Ten tijde van een lancering zijn hier tientallen technici druk in de weer met het verzamelen en interpreteren van allerlei gevens omtrent het weer, de conditie van de lanceerraket en de satelliet e.d., die weer worden door gegeven aan de directeur d'operation, die zonodig de lancering met een druk op de knop kan stopzetten. Getest In het technisch centrum worden ook sa tellieten getest en gereed gemaakt voor hun verre reis. Het meest tot de verbeel ding sprekend is evenwel de lanceerba sis ELA (Ensemble de Lancement Aria ne). Tot voor kort had het CSG twee ba ses: ELA 1 en ELA 2. Sinds kort is de ELA 1 niet meer in gebruik omdat deze 'versleten' en niet meer van deze tijd is. De komende tijd worden alle lancerin gen vanaf ELA 2 uitgevoerd. Er wordt echter al gebouwd aan een nieuw plat form, ELA 3, vanwaar de nieuwe raket Ariane 5 zal moeten worden gelanceerd. De ELA bestaat uit een gigantisch ge bouw waar de Ariane in elkaar wordt ge zet, waar zich installaties voor de brand stofvoorziening bevinden, alsmede ver zorgingstorens, een controlecentrum en het eigenlijke lanceerplatform. Het centrum biedt tevens onderdak aan een ruimtevaart-expositiecentrum. Le Fèvre van Estec heeft in zijn Kourou- tijd de ontwikkeling van dit centrum sterk gestimuleerd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij zeer tevreden is met eenzelfde expositiecentrum Space- Expo dat op initiatief van enige Noord- wijkers op het Estec-terrein in Noord wijk wordt gebouwd. "Nederlanders weten minder van ruimtevaart dan bijvoorbeeld Engelsen of Fransen, onder meer omdat er op de scholen niet erg veel aandacht aan wordt besteed. De ruimtevaart gaat de komen de jaren echter voor gigantische veran deringen zorgen. We zullen zowel na tuurlijke en onnatuurlijke gevaren zoals cyclonen en vervuilingen veel eerder kunnen opsporen. Ook natuurlijke bron nen komen dank zij de ruimtevaart veel eerder aan het licht. Dat is nog maar een heel klein stukje van hetgeen de ruimte vaart voor de mensheid gaat betekenen. Een betere kennis van en begrip voor het belang van die ruimtevaart is dan ook be slist noodzakelijk. Met een dergelijk cen trum in Noordwijk kunnen we wat dit betreft goed aan de weg timmeren". De lucht in De lancering van een satelliet vergt jaren van voorbereiding. Afzonderlijk van el kaar maakt Arianespace de lanceerraket en wordt er in opdracht van een commer cieel dan wel wetenschappelijk bedrijf door de Europese industrie een satelliet vervaardigd. Ongeveer twee maanden voor een lanceerdatum komen satelliet en de onderdelen van de lanceerraket aan in Kourou. Van dat moment af wordt een tot op de minuut vastgelegd pro gramma afgewerkt. De onderdelen van de Ariane worden naar de voorberei dingszone van ELA 2 gebracht. In een enorme hal, opnieuw zwaar bewaakt, wordt direct op het lanceerplatform de raket in elkaar gezet. Ariane 3 bestaat uit drie trappen. Elke trap is een motor met brandstoftanks. De eerste en de tweede trap worden kort na de lancering afgestoten en dienen om de raket meer kracht te geven. De derde trap wordt pas afgestoten zodra de satel liet op de gewenste hoogte is aangeko men. De raket wordt op het voorberei dingsplatform in elkaar gezet en tot in den treure gecontroleerd. Dan gaan de deuren van de hal open en rijdt het hele gevaarte over een rails naar de een kilo meter verderop gelegen lanceerzone. Van de andere kant wordt een toren met een hoogte van de Utrechtse Dom te gen de raket aan geschoven. Tientallen elektrische draden zorgen voor de ver bindingen tussen de raket en de contro lestations. Raket en verbindingstoren worden vervolgens omgeven door een tweede toren. Deze dient ter beveiliging, maar geeft bovendien technici de moge lijkheid de satelliet in de raket te plaat- (foto pr> Elke lancering heeft een eigen ploeg. Al met al werkt deze acht weken aan de directe voorbereiding. Zoals bij alles in de ruimtevaart is ook tijdens deze fase volgens Gilbert Rotrou van Arianespace veiligheid en controle prioriteit nummer één. "Elke lancering wordt vooraf nage speeld. We voeren alle handelingen uit die bij de echte lancering ook worden ge daan. Twaalf seconden vóór de eigenlij ke lancering breken we de proef af. Gaat alles tot die tijd goed, dan mogen we tot op zekere hoogte vertrouwen hebben in de goede afloop van de lancering". Simulator Werkelijk niets wordt aan het toeval overgelaten. Ook de satelliet wordt nauwkeurig bekeken. In Noordwijk staat de grootste simulator van de om standigheden van de ruimte. Vrijwel alle satellieten worden eerst in deze Large Space Simulator getest voordat ze naar Kourou afreizen. Toch blijft er voor de technici in Frans Guyana genoeg te con troleren. In een geklimatiseerde en tril- lingsarme ruimte in het technisch cen trum wordt dé satelliet weken achtereen aan testen onderworpen. De kunstmaan is op dat moment al gevuld met uiterst explosieve brandstof, nodig voor de mo toren die de kunstmaan bijsturen als de ze uit zijn geplande baan zou raken. De veiligheidsmaatregelen in verband met het explosiegevaar liegen er niet om. Ook Estec-directeur Le Fèvre en burge meester Hoffmann ontkwamen er niet aan. Beiden heren moesten zich in een overall met laarsen en muts steken voor dat zij de testruimte mochten betreden. Omdat een heel klein beetje statische elektriciteit al tot een ontploffing kan lei den, werden beide 'maanmannen' via elektrische draden om hpn benen met de aarde verbonden. Op dit moment worden in Kourou de laatste voorbereidingen getroffen voor de lancering van de satelliet Hipparcos met een Ariane 4. Deze ESA-satelliet voert een wetenschappelijke missie uit. Hipparcos (High Precision Parallax Col lecting) is voor de sterrenkunde een gi gantische sprong voorwaarts. De kennis over de honderdduizenden sterren die ons omringen is tot nu toe relatief be perkt. Om iets over de aard van een ster te weten te komen, is het met name van belang te weten hoe ver de ster van de aarde verwijderd is. Alleen als die af stand bekend is, kan uit de lichtintensi teit en de kleuren van het licht iets over de aard van de ster zelf worden geconclu deerd. De astronometrie, de wetenschap die het meten van de afstand van sterren als onderwerp heeft, maakt tot nu toe ge bruik van telescopen op aarde. Hoewel de grote telescopen op flinke hoogte zijn gebouwd, hebben de astronometristen veel last van de dampkring. De luchtla gen buigen het licht af waardoor er fou ten ontstaan in de metingen. Bovendien zijn die telescopen behoorlijk zwaar. Daardoor buigen ze op aarde altijd enig zins door, wat de nauwkeurigheid van de metingen eveneens niet ten goede komt. Meten Met het in de lucht brengen van een sa telliet die de afstand tot de sterren gaat meten, zijn al deze problemen in één keer verleden tijd. Veertien jaar later nam ESA het project onder haar hoede. De ontwikkeling en bouw van de weten schappelijke satelliet heeft ruim 800 mil joen gulden gekost. De belangrijkste taak van Hipparcos is het meten van de afstand tot de aarde van 100.000 belangrijke sterren. De me tingen zijn tientallen malen nauwkeuri ger dan die van de telescopen op aarde. Bovendien wordt van 400.000 'iets min der belangrijke' sterren de afstand geme ten met een iefs kleinere nauwkeurig heid, die echter nog altijd veel groter is dan wat op aarde kan worden bereikt. Projectleider H. Hassan laat er geen twijfels over bestaan: Hipparcos bete kent een enorme stap voorwaarts in de kennis van het heelal. "Het is helaas niet in geld uit te drukken wat de schat aan informatie waard is. Voordat we de ruim te op een of andere wijze kunnen exploi teren, zullen we de kennis erover in elk geval moeten vergroten. Hipparcos zorgt daarvoor". De satelliet blijft tweëeneenhalf jaar in de ruimte en stuurt in de tijd miljoenen meetgegevens door. Met die gegevens worden twee catalogussen gemaakt die in 1995 ter beschikking komen van astro nometristen. Het ESA-station ESOC in Darmstadt in Westduitsland verwerkt en ontvangt alle gegevens. De satelliet wordt dan ook in een zogeheten geosta tionaire baan boven Darmstadt gehan gen. Op 36.000 kilometer hoogte en 12 graden westerlengte is de satelliet twee ënhalf jaar vanuit ESOC te zien. De satelliet en de bijbehorende pro jectgroep, bestaande uit zestig technici, is op 8 juni in Kourou aangekomen en heeft sinds die tijd honderden testen doorstaan. "We moeten zeker weten dat de vibraties tijdens de lancering, de enor me temeperatuurverschillen in de ruim te, en de gewichtloosheid geen nadelige gevolgen hebben voor het functioneren van de satelliet. Bovendien bestaat de kans dat het transport beschadigingen heeft veroorzaakt", aldus Hassan. Blikseminslag Het was de bedoeling om Hipparcos op 27 juli samen met de televisiesatelliet TVsat-2 in de ruimte te brengen. Een blikseminslag heeft echter grote schade berokkend aan de televisiesatelliet, zo dat de lanceerdatum is verschoven naar 8 augustus. Dat niet ook Hipparcos door de bliksem is geraakt, is volgens een van de projectmedewerkers zuiver toeval. "We hadden net alle elektrische bedra dingen losgekoppeld om met een andere serie tests te beginnen". Voor de medewerkers aan Hipparcos betekent de pech met TVsat 2 een geluk bij een ongeluk. De lancering moet wor den uitgesteld, maar dat geeft ze de gele genheid tussentijds tien dagen naar huis terug te gaan. Het dorp Kourou, het CSG en wijde omgeving is sinds de komst van het cen trum eigenlijk één grote bouwplaats. In het dorp worden aan de lopende band huizen voor medewerkers gebouwd en wordt gezorgd voor faciliteiten zoals De autochtone bevolking van Kourou leeft onder primi tieve omstandigheden in krotten. De burgemeesters Hoffmann (links) en Rimane: relatie verder verdiepen u«toa Mooie* wtueiiag) scholen, een ziekenhuis en sportaccom modaties. Op het terrein van het centrum wordt met 1000 mensen gewerkt aan de nieuwe lanceerbasis ELA 3 die in 1992 klaar moet zijn. De invloed die de komst van het cen trum op de ontwikkeling van het dorp heeft gehad, is nauwelijks voorstelbaar. CSG is werkelijk overal aanwezig. Toen het centrum in 1964 werd geopend was er nauwelijks sprake van georganiseerd on derwijs, stond de gezondheidszorg op een laag pitje en was de enige manier om dingen te vervoeren over het water. Dat is nu, ruim 25 jaar later, wel anders. Aan de lopende band worden wegen aange legd en worden voorzieningen voor ge zondheidszorg en onderwijs uitgebreid. Tevreden Het is duidelijk dat voor zowel de huidi ge directeur Rémondière als zijn voor ganger Le Fèvre de verantwoordelijk heid niet ophoudt bij de poort van het Centre Spatial Guyanais. Burgemeester Rimane van Kourou, een oude man die zijn hele leven in het dorp heeft doorge bracht, steekt zijn tevredenheid over de aanwezigheid van CSG dan ook niet on der stoelen of banken. "Ons dorp is de af gelopen decennia enorm gegroeid, en ie dereen profiteert daarvan mee. De scho len en het ziekenhuis zijn er voor ieder een, en echt niet alleen voor de medewer kers van het centrum". De snelle ontwikkeling van het dorp heeft naar zijn mening niet voor proble men gezorgd. Het dorp bestaat uit twee gedeelten, die van elkaar zijn gescheiden door het gemeentehuis. Het moderne ge deelte met leuke huizen en tuintjes wordt voornamelijk bewoond door de medewerkers van het centrum. In het oude deel, bestaande uit krotten met zo hier en daar een beetje fatsoenlijk huis, wonen de Kourouanen van wie vrijwel niemand op het centrum werkt. Kinde ren van beide wijken gaan naar dezelfde school, bezoeken hetzelfde ziekenhuis en maken gebruik van dezelfde sport- voorzieningen. Daarmee is overigens niet gezegd dat de levensstijlen overeenkomen. De 'ruimtevaarders' hebben een duidelijk Europese manier van leven. Het eten is goed, armoede onbekend en de kleding verzorgd. Inwoners van het armere deel jagen, vissen, wonen slecht en hebben duidelijk minder toekomst. Rimane: "Het mag vreemd klinken, maar die schrille tegenstelling geeft geen proble- Schril zijn de tegenstellingen inder daad wel te noemen. Vanaf het 'mooie' deel hoefje maar 100 meter te lopen om tussen de loslopende kippen, koeien en in lompen geklede kinderen te komen. Helemaal een fantastisch tafereeltje is vast te leggen bij het transport van on derdelen van de Ariane. De enige grote weg, de door het centrum aangelegde Route National 1, loopt dwars door het tropische bos. De gigantische vrachtwa gens, volgeladen met de crème de la crè me op het gebied van technologie, deelt de weg met inheemsen die met een kaai man of leguaan op de rug van de jacht te rugkeren. Oud en nieuw leven vreed zaam naast elkaar in dit deel van Frans Guyana. Goed huwelijk Zoals eerder gezegd, Kourou en Noord wijk verschillen hemelsbreed van elkaar. De aanwezigheid van Estec in Noord wijk en het Centre Spatial Guyanais in Kourou vormt echter een huwelijk dat gerust goed mag worden genoemd. Hoe wel de burgemeesters van de twee plaat sen ook absoluut niet met elkaar te ver gelijken zijn (Rimane is een oude man met weinig spraakwater en naar het schijnt nog minder besluitvaardigheid) zijn beiden doordrongen van het feit dat de ruimte hen innig verbindt. "Het is echt een prima idee geweest van Estec om ons met elkaar in contact te brengen. Ik wist weinig van het leven hier, en Rimane kwam wat zijn kennis over Nederland betreft ook niet erg ver. Twee dorpen die eigenlijk samen zo be langrijk zijn voor de ontwikkeling van de ruimte, horen elkaar beter te kennen", al dus Hoffmann. Van een echte jumelage, zoals bijvoor beeld Rijnsburg die heeft met het Duitse Siegen, kan het volgens Hoffmann even wel niet komen. "De afstand tot Kourou is te groot. Zo'n relatie ontaardt dan al snel in het heen en weer afleggen van be zoeken van bestuurders. Een jumelage moet een verbintenis zijn tussen de in woners. Omdat de afstand zo groot is zie ik een uitwisseling van voetbalteams er niet zo snel van komen. Dat betekent dat we nooit een echte jumelage kunnen aangaan". Tijdens een officiële, maar met heren in hemdsmouwen en pinda's uit een zak je informeel aandoende bijeenkomst in het gemeentehuis van Kourou, hebben beide burgemeesters wel afgesproken de relatie verder te verdiepen en te verstevi gen. Zo komt Rimane waarschijnlijk ko mende lente naar Noordwijk en wordt er een document opgesteld waarin beiden de wens uitspreken innige relaties aan te gaan. "We moeten bovendien ervoor zor gen dat de scholieren in beide dorpen meer begrip voor elkaar krijgen. Dat kan door een film te maken van Kourou en die op Noordwijkse scholen te laten zien. Omgekeerd kan een film over Nederland onze scholieren nauwer verbinden met Noordwijk", aldus Rimane. Bezegeld Le Fèvre, die met het uitnodigen van Hoffmann het belang van een inniger contact tussen de twee dorpen al duide lijk maakte, is tevreden over de ontmoe ting tussen de twee dorpen. "We gaan op allerlei manieren de kennis over en weer vergroten. Dat komt de samenwerking aleen maar ten goede. De ruimtevaart biedt gigantische mogelijkheden voor de mensheid. Voorwaarde nummer één is een uitstekende samenwerking op alle terreinen. Het huwelijk tussen Kourou en Noordwijk is met dit bezoek verder bezegeld"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 25