De Vierdaagse
verbroedert
lopers en
strompelaars
DONDERDAG 20 JULI 1989
PAGINA 13
De broers Gerard, Sjaak en Jan van Leeuwen lopen al jaren samen de
Vierdaagse. Sjaak uit Haastrecht vierde gisteren zelfs het koperen Vier-
daagse-jubileum, zijn in Warmond woonachtige broers Gerard en Jan von
den dat dit heugelijke feit even in de krant mocht. 'O ja, mogen we onze
moeder in Leiden nog even de groeten doen?" Dat mag.
Zowat heel wandelend Nederland is begin deze week uitgelo
pen voor de 73ste Vierdaagse van Nijmegen. Het jaarlijkse
weerzien met talloze lopers uit het nabije en verre buitenland
is maandag begonnen. Onder hen voor het eerst ook Russische
militairen. Traditioneel is het veel geïmiteerde, maar nimmer
overtroffen evenement voor de een zoiets als de martelgang
van Kromme Lindert, terwijl de ander met soepele tred door
het wandelfestijn heen tippelt alsof het om een blokje om gaat.
Vreemd genoeg oefent de Nijmeegse Vierdaagse sinds jaar en
dag niet alleen op geoefende tippelaars een onweerstaanbare
aantrekkingskracht uit. Aan heel wat bars worden de wedden
schappen afgesloten, die uiteindelijk leiden tot een al dan niet
verantwoorde inschrijving. Op zo'n stapavondje is het met een
glas in de hand gauw gezegd: de Vierdaagse? Dóen we even.
Temidden van het heterogene gezelschap van potentiële uitlo
pers bevindt zich dan ook altijd weer dat legertje kanslozen,
bij wie de kater na alle branie dikwijls al op de tweede dag on
verbiddelijk toeslaat. Per kilometer zie je de twijfel bij hen
groeien. Of langer afzien nog wel zin heeft; of het toch niet be
ter is om toch maar verder af te zien van die zelf opgelegde
kwelling.
Heel wat van die uitvallers zijn naderhand in een andere ge
daante teruggekeerd op het parcours, als geoefende wande
laars. In het besef dat het Vierdaagsekruisje veel meer is dan
een stuk blik. Het is de beloning voor een prestatie die mag
worden gezien.
De Vierdaagse schijnt verslavend te werken. Ook vele wan
delaars uit Leiden en omgeving, uit de kust- en bollenstreek, en
uit de Rijnstreek laten dit jaar hun inmiddels ook in Nijmegen
vertrouwde gezichten weer zien. Om onderweg vriendschap
pen af te sluiten met wildvreemden. Zelfs wordt een enkele
keer nog de tijd gevonden een schuchtere liefdesverklaring af
te steken. En natuurlijk zijn er die hartgrondig balen vanwege
de blaren. Maar er zijn er ook die blijmoedig laten weten dat
blaren uitsluitend aan bomen groeien.
Een dagje op pad met erkende kilometervreters, halve zolen
en hele dwazen, waggelaars, wandelaars, happers en stappers.
Volhouden, zo hield menige wandelaar zich gisteren op de
tweede dag voor, doet overwinnen. "Wat er ook gebeurt onder
weg, Nijmegen zullen we vrijdag halen. Al moet het op de
wenkbrauwen".
Tekst Gerard van Putten Foto's Wim Dijkman
De 21-jarige Rhea Roeien uit Nieuw-Vennep en Martien Tooien uit Haar
lem kenden elkaar al van de wandelvereniging. En nu hebben ze er een
wandelvriend bij in de persoon van de 16-jarige Leidenaar Jeroen Muur-
ling ("voor mij is het de eerste keer, een weddenschap")die ze ergens op het
parcours troffen. Rhea vindt het hartstikke gezellig, zo tussen twee mannen
in. "We lopen ongeveer in hetzelfde tempo, we peppen elkaar op. En ik móét
en zal het halen, desnoods op mijn wenkbrauwen".
Ze wonen op luttele kilometers van elkaar, maar Nico de Fretes uit Kat
wijk aan den Rijn ontmoette Herman Boskoop uit Katwijk aan Zee in
Nijmegen. "Zo zie je maar dat de wereld klein is", zeggen de heren. Boskoop
loopt al voor de negende keer mee, voor De Fretes ishet de derde maal. Vo
rig jaar mocht de laatste niet meedoen van de dokter. "Een knieblessure. Ik
heb langs de kant staan janken toen ze voorbij liepen".
Gerard de Groot (58) uit Sassenheim en Lenie Verhulst uit Middelburg
hebben elkaar gevonden. Ze kenden elkaar al van gezicht, maar onlangs
tijdens de Vierdaagse van Apeldoorn hebben ze elkaar écht leren kennen.
Gerard, van huis-uit een wandelaar die gewend is de pas er flink in te hou
dendoet het nu wat kalmèr aan. Samen lopen is wel zo gezellig. "Ik kom nu
anderhalf uur later aan dan normaal"zegt hij, "maar dat heb ik er graag
voor over". "En blaren", zegt Lenie op haar beurt, "kennen we niet. Voor zo
ver wij weten zitten die aan de bomen". Binnenkort loopt dit intussen onaf
scheidelijke paar in Oostenrijk, ze hebben daarover in de omgeving van
Nijmegen al voorpret.
Toen J.M.L. Mazurel uit Leiden de
vut-leeftijd bereikte, nam hij zich al
voor de Vierdaagse mee te lopen in
het jaar dat hij 65 zou worden. "Nu
is dat zover en dus mag ik de 30 kilo
meter lopen. Ik ben niet zo'n loper,
maar ik heb wel speciaal getraind.
Het is de eerste keer en het bevalt me
prima. Alleen jammer dat ik nu niet
met de Laura kan meefietsen. Dan
heb ik al zestien keer gedaan, maar
nu valt het een samen met het an
der".
In z'n eentje legt de 54-jarige Kees
Lommers uit Leiden dagelijks zijn
40 kilometers af. Denk niet dat deze
statisticiLS van het Centraal Bureau
voor de Statistiek uit Leiden die 'so
lotoer' saai vindt, integendeel.
"Want op deze vier dagen kan ik
eens helemaal met mezelf bezig zijn.
Ik hoef nu niet, zoals op alle andere
dagen van het jaar, rekening te hou
den met anderen. Het enige waar
voor ik moet zorgen is dat ik elke
dag om vijf uur binnen ben".
Janna Dubbelaar uit Katwijk aan
Zee besloot negen jaar geleden mee
te doen aan de Nijmeegse Vierdaag
se, en sindsdien weet ze niet meer
van ophouden. "Het is het heilige
moeten dat mij er toe drijft, en dat
komt uit mijzelf. Het is een tik".
Navraag bij Alphenaar Ronald van
Rijn leert dat hij er inderdaad een
is. Dit jaar doet de secretaris van de
atletiekvereniging AV'36 voor de ze
ventiende keer mee, en zijn vrouw
Ursula moet zich ook ergens op het
parcours bevinden. "Jaren heeft ze
mij verzorgd, maar nu loopt ze zelf
mee. De veertig kilometer. Nee, sa
menlopen doen we niet. Dan zou ik
een hele tijd op haar moeten wach
ten, omdat de wandelaars van de 40
kilometer veel later dan wij vertrek
ken".
Vorig jaar marcheerde Alphenaar
Sander Pennekamp de Vierdaagse
in het gedisciplineerde ritme van
het korps mariniers, nu loopt hij als
burger mee. En dat bevalt hein beter.
Hij hoeft nu geen gedwongen rust te
nemen op momenten dat hij niet
moe is, en niet te lopen als hij dat wel
is. "Dit tenue bevalt me al met al dus
beter dan het militaire kloffie".
De in 1866 opgerichte studenten-
weerbaarheidsvereniging van Pro
Patria uit Leiden laat op geen Vier
daagse verstek gaan. Nu zijn ze met
vijftien man op pad gegaan. Maar
de zorgen van verzorger Robert van
der Bijl ten spijt, er moest al een uit
valler worden betreurd. De knaap
in kwestie dacht het ongetraind wel
even te kunnen doen. "Tja, en dan
had hij ook nog niet de goede schoe
nen aan", vertelt bestuurslid Harry
Leeuw. "Op veel te grote kisten liep
Zien lopen doet lopen, althans dat
gaat op voor de 49-jarige Leiderdor
per Gerrit Konings. Vorig jaar wa
ren hij en zijn vrouw toeschouwer
bij het inhaalfestijn van de Vier-
daagsewandelaars, meteen besloten
ze voortaan mee te wandelen. De
Brabander van origine, in deze re
gio al 27 jaar buschauffeur bij de
NZH, is eind februari begonnen met
de training. Langzaam werd het
aantal wandelkilometers opge
voerd tot een totaal van 990 kilome
ter. "En dat achten wij ruim vol
doende voor de Vierdaagse. Want
een ding staat voor mij vast, dat
Vierdaagsekruisje komt er gega
randeerd. Straks aan het einde van
deze etappe neem ik daar alvast een
pils op".
De Leidse Vierdaagseroutiniers
Bram van Klaveren, Han Lalau en
Jan de Bolster hebben Peter Arke-
veld (rechts) uitgedaagd de Vier
daagse ook eens mee te lopen. Nou,
dat liet Arkeveld niet op zich zitten.
Als de heren bereid waren gezamen
lijk 500 gulden neer te tellen, wilde
hij wel "effe" naar Nijmegen lopen.
"Voor mij is het een uitgemaakte
zaak dat ik vrijdag ongetraind dat
kruis haal en dat er zaterdag in café
de Kruik wordt afgerekend. Moch
ten de heren volgend jaar opnieuw
willen wedden, dan loop ik weer
mee. Een aardige bijverdienste, niet
dan".
In zijn veerkrachtige tred valt de
Vier daag se-routinier te herkennen.
die kleine knaap. Maal 42. terwijl
hij maat 35 heeft. De ruimte was op
gevuld met watten. Geen peptalk
hielp, zijn hele voet was blauw. Zelf
denk ik het wel vol te houden. Op je
never lopen we. dat is wel even an
ders dan al die gezondheidsfreaks
hier met hun gezondheidsdrankjes".
Twee jaar heeft Leidenaar Hans Struijk de Vierdaagse aan zich voorbij
laten gaan, na eerder vijf keer deelnemer te zijn geweest. Vorige week kreeg
Struijk ineens de kriebels. Net als zoon Herman liet hij zich plaatsen op de
deelnemerslijst. Pa loopt de 50 kilometer, zoon doet het dagelijks met 10 ki
lometer minder. Allebei, zonder dat ze ook maar een spat hebben getraind.
"Het is afzien, maar we komen er wel".
Over de Vierdaagse zul je geen klachten horen van de PTT'ers Klaas Guyt en Huig Vooijs uit Katwijk, Jacques
Nievaart, Koos Boom, Coen Peet en Henk Teske uit Leiden. De verzorging is goed, het eten is goed en de sfeer is
goed. Het zou helemaal uit de kunst" zijn als de Leidse bestellers ook die twee dagen prestatieverlof kregen, die
hun Haagse collega's wel krijgen. "Wij krijgen nu niks, en onze Katwijkse vrienden een dag. Dat klopt toch van
geen kant".