'Een tijdschrift moet geen instituut worden' 'Kerkmuziek: vrolijke aangelegenheid' Leclerc tikkeltje nerveus PAGINA 36 KUNST ZATERDAG 15 JULI 1989 K.L. Poll viert met Hollands Maandblad dubbel jubileum Hollands Maandblad heeft een dubbel jubileum te vieren. Het tijdschrift bestaat op de kop af dertig jaar en deze maand verschijnt ook het 500ste nummer. Drijvende kracht achter Hollands Maandblad is sinds de oprichting mr. K.L. Poll, onder meer schrijver, dichter, essayist, chef kunst van NRC Handelsblad en grondlegger van de stichting voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap. Een gesprek over tijdschriften, kunst, politiek en de al dan niet terechte angst voor Europa '92. DEN HAAG - Zijn uiterlijke ver schijning lijkt zijn moeilijk grijpba re persoonlijkheid te weerspiege len. Aan de ene kant is mr. K.L. Poll met zijn grijzende haar het toppunt van distinctie, tegelijkertijd heeft hij echter iets van een opgeschoten slungel, van een losgelaten jonge hond. Een slobberig pak omhult zijn magere gestalte. Het is zo goed als ondoenlijk K.L. Poll in een paar woorden te typeren. Zelf wil hij on der geen beding tot een bepaalde soort worden gerekend. Hij is een individualist, maar ook weer niet. Halverwege ons gesprek verzucht hij zonder een spoor van ironie op zijn gezicht: "Soms zou ik wel eens willen dat ik net wat meer was." De werkkamer van zijn huis in het centrum van Den Haag biedt uitzicht op een achtertuin waarin een immense beuk en een kippen hok de aandacht trekken. Langs de wanden van het vertrek de onver mijdelijke boeken. Veel klassieken. Een moderne tekstverwerker heeft de ouderwetse typemachine ver drongen. Verder heerst er een sfeer van tijdloosheid. Poll excuseert zich voor de rommel. Al snel moet ik mijn vooroordeel laten vallen: Poll is allesbehalve de wat norse studeerkamergeleerde. Lachend: "Ik zou dolgraag nors willen zijn. Een beetje vijandig, met van die zware wenkbrauwen. Ik vind mij zelf juist te flodderig, te weinig een studeerkamergeleerde. Zit voortdu rend smoezen te verzinnen om maar niet te hoeven werken". Na zijn studie rechten werkte K.L. Poll eerst vier jaar op Buiten landse Zaken, voor hij in 1954 als journalist in dienst trad van Het Va derland. In '65 werd hij benoemd tot chef kunst van het Algemeen Han delsblad. Na de fusie in '70 werd hij 'opperhoofd' van de kunstredactie van NRC Handelsblad. Hoewel door Gerlof Leistra daar indertijd eigenlijk geen geld voor was, kreeg Poll toestemming met de zijnen wekelijks een Cultu reel Supplement te vervaardigen. Het bijvoegsel werd een succes en is tot de dag van vandaag een vergaar bak van talent. Felheid Tussen de bedrijven door was Poll in 1959 een 'eigen' tijdschrift begon nen: Hollands Weekblad. Wegens 'abonnee- en geldgebrek' schakelde hij na een paar jaar over op een maandelijkse frequentie: Hollands Maandblad was geboren. Jarenlang verscheen het tijdschrift mede on der de vleugels van uitgeverij Meu- lenhoff, maar aan die samenwer king kwam begin dit jaar een einde. Meulenhoff maakte bezwaar tegen de bijdragen van enkele jonge hon den, maar Poll bleek niet te vermur wen. "Ik herken die felheid in die jongens, het gebrek aan behoefte om zich automatisch aan te passen. Ze hebben een eigen toon, het zijn geen leerlingen. Ook al zijn ze begin twintig, ze vinden dat ze iets te zeg gen hebben. In een tijdschrift moet je zonder concessies je gang kun nen gaan". Hollands Maandblad heeft een oplage van 2400 exemplaren en ont ving vorig jaar van WVC een subsi die van 24.000 gulden. Onzeker is echter hoe lang men nog in aanmer king blijft komen voor subsidie. Bij WVC bestaan plannen om het aan tal financieel te ondersteunen tijd schriften te halveren. Poll vreest dat Hollands Maandblad wel eens de dupe kan worden van die plannen. Maar, zo verzekerde hij de ongerus te fans in het mei/juni nummer, 'als het echt zou moeten kan het ook zonder subsidie, net als vroeger'. Wordt Hollands Maandblad ge makshalve ingedeeld bij de literaire tijdschriften, in werkelijkheid is het een algemeen cultureel tijdschrift met aandacht voor uiteenlopende zaken als literatuur, muziek, poli tiek, economie en geschiedenis. Naast in de regel goed leesbare en pittige essays bevat Hollands Maandblad verhalen, gedichten en tekeningen. Poll: "Ik ben geïnteres seerd in de combinatie van alles waar literatuur voor staat - het beel dende, het muzikale - met het maat schappelijke in alle betekenissen van het woord." Het reguliere me dewerkerskorps is derhalve uiter mate divers en telt namen als Maar ten 't Hart, J. Pen, Bastiaan Bom- melje. Karei van het Reve en Maar ten Biesheuvel. K.L. Pol, op richter Hol lands Maand blad en chef kunst NRC Handelsblad: 'Ik zou dolgraag nors willen zijn. Eeen beetje vij andig, met van die zware wenk brauwen'. (foto GPD) Hoewel het hem handen vol werk kost, is K.L. Poll enig redacteur. "Maar dat is heel bewust. Ik verga der het snelst in mijn eentje. Boven dien heeft het wel iets als de afzen der een enkeling is. Een tijdschrift moet geen instituut worden, geen verlengstuk van een uitgeverij. Hol lands Maandblad is geen kweekvij ver, maar een oefenmuur, een werk plaats. De Gids en Maatstaf zijn het schoolvoorbeeld van een te grote en daardoor onpersoonlijke redactie. Die tijdschriften missen een per soonlijk stempel". Omdat hij vanwege de vut per 1 november afzwaait als chef kunst bij NRC Handelsblad, hoopt Poll in de toekomst meer tijd aan zijn gees teskind te kunnen besteden. "Dan wil ik ook de mogelijkheid onder zoeken van een kleine uitgeverij voor pamfletten, romans, essays en poezie." Aan plannen heeft het Poll nooit ontbroken. "Ik ben plannerig, dat is zeker. De auto is voor mij de uitgele zen plaats om over allerlei dingen na te denken. Voor de krant moet ik twee dagen in de week in Rotter dam zijn en twee dagen in Amster dam. Onderweg verzin je wel eens wat. Maar je moet wel uitkijken dat je niet te ver gaat. Ik neem wel eens lifters mee. Laatst had ik in Den Haag twee jongens opgepikt. De ene moest er in Leiden al uit, de an der bleef keurig zitten. Vlak bij Am sterdam hoorde ik plotseling ge kuch achterin. Was ik die hele jon gen vergeten". Heeft hij met het oog op het weg vallen van de Europese grenzen in 1992 ook plannen zijn blad een in- ternationaler tintje te geven? Poll schudt zijn hoofd. "Ik vraag mij re gelmatig af of Hollands Maandblad wel internationaal genoeg is, maar dat heeft niets met de komst van een verenigd Europa te maken. Ik geloof namelijk niet dat het culture le leven in het spoor loopt van het economische leven. En wat is Euro pa? Wat heb ik gemeen met de in woners van landen als Albanië, Noorwegen en Portugal? Mensen blijven denken in een staatkundige eenheid, daar verander je niets aan. Bovendien zitten we vast aan de taal. Je kunt e,en gemeenschap niet in een klap drietalig maken". Sinds jaar en dag is Poll lid van de PvdA. Wat zou hij allemaal verande ren als hij na de verkiezingen werd gevraagd als minister van Onder wijs of Cultuur? Poll schudt zijn hoofd. "Uitgesloten, volkomen uit gesloten. Voor zo'n post moet je geen eenling hebben. Als de partij mij zou vragen of ik wat lijnen voor een cultuurbeleid op papier wil zet ten, zou ik dat met plezier doen. In een cultuur moet iets zitten waar je op af werkt. Dat mis ik bij de PvdA. Maar minister? Nee, laat mij nou maar hier wat zitten schrijven en doen. Daar heb ik het al druk ge noeg mee." Het 500ste nummer van Hol lands Maandblad bevat onder meer proza van Charlotte Mutsaers, gedichten van K.L. Poll, essays over het thema 'Voor en te gen Nederland' van onder ande ren Maarten 't Hart, J.J. Pcere- boom. Frits Bolkestein en A.H.G. Rinnooy Kan, een lang uit het Chi nees vertaald gedicht en tekenin gen van Peter Vos, Ronald Tolman en Jaap Hillenius. Prijs 14,50 Musical van Zuidafrikaan Mbongeni Ngema in Amsterdam AMSTERDAM (ANP) - In de Am sterdamse Stadsschouwburg voe ren 23 jongeren uit zwarte woonoor den in Zuidafrika van 9 tot en met 24 augustus de musical 'Sarafina! - The Music of Liberation' op. Na de première in Johannesburg in 1987 heeft deze musical lange tijd volle zalen getrokken op Broadway in New York. In Sarafina! staan de ervaringen van een aantal studenten van de Morris Isaacson High School in Sq- weto centraal. In een snelle aan schakeling van scènes en liederen vertellen zij over hun leven als zwar te kinderen in Zuidafrika en het on recht dat hen wordt aangedaan. Tij dens een feest ter afsluiting van het schooljaar wordt hun droom duide lijk: de vrijlating van Nelson Man dela en de bevrijding van Zuidafri ka. De bedenker en tevens regisseur van de musical is de bekende Zuid- afrikaanse schrijver/musicus Mbongeni Ngema, van wie in de Verepigde Staten al eerder stukken werden opgevoerd. Samen met de componist/musiscus Huhh Mase- kela schreef hij ook de muziek. Ma- sekela raakte in Nederland bekend door zijn medewerking aan Paul Si mons Graceland-toemee. Franse prijzen Nederlandse films DEN HAAG (ANP) - Vier van de zeven ingezonden Nederlandse films zijn in de prijzen gevallen bij het Franse ministerie van cultuur. Daarbij is Pas a Deux van Monique Renault en Gerrit en Cilia van Dijk waaraan bovendien een kwaliteits prijs van ongeveer 3.300 gulden is toegekend. Dit heeft de Nederlandse werk groep voor toekenning van de jaar lijkse Franse Filmprijzen vrijdag bekendgemaakt. De in Parijs gese lecteerde films zullen in een bio scoopcircuit worden vertoond. Be halve Pas a Deux zijn dit: For Ann Lovett van Leo de Boer, Ei van Dan- niel Danniel en producent René Scholten van Studio Nieuwe Gron den en De Wording van Cherry Duyns, geproduceerd door Frans Rasker van Horizon Productions. AMSTERDAM - Het schilderij 'Man die boot afmeert' van de Franse schilder Gustave Caillebotte (1848-1894). Eén van de drie schilderijen uit de schenking van Paul Mellon, die op dit moment te zien zijn in het Van Gogh Mu seum. Deze doeken uit Amerikaans bezit zijn in Nederland in het kader van een uitwisselingsprogramma: drie topstukken uit een museum in Virginia tegen vier 17e eeuwse werken uit de rijkscollectie. (foto anp> Orgelconcert door Michelle Leclercc op he Van den Heuvel-orgel in de Nieuwe Kerk t< Katwijk aan Zee. Gehoord 14 juli in de inter nationale orgelserie 1989. Een echte Parisiënne hoort op 'quatorze juillet 1989' ontspannen en groots feest te vieren in de Franse hoofdstad, en als dat niet mogelijk (omdat ie b.v. een orgel concert moet geven in Katwijk) word je waarschijnlijk een tikkel tje nerveus. Laten we deze veronderstelling aannemen of voor mogelijk hou den om de gespannenheid en on rust van de Parijse organiste Mi chelle Leclerc te verklaren, die ei genlijk het hele concert kleurde. Het lag niet aan Leclerc's reper toire keuze, deze was zeer gevari eerd en boeiend: twee barok com ponisten, Bach en Lübeck, ro mantici uit de vorige eeuw als Wi- dor, Tournemire, Reubke en in zekere zin Reger, en de nog in le ven zijnde blinde componist Jean Langlais, haar in 1907 geboren leermeester. Het meest spectaculaire stuk was niet de improvisatie op "Te Deum Laudamus" van de 50 jaar geleden overleden Charles Tour nemire, wiens werk als een rode draad door deze internationale or gelserie loopt, maar de grote Só- nate in c-mol "der 94. Psalm" van Julius Reubke (1834-1858). In zijn korte leven heeft hij weinig, maar op hoog niveau gecomponeerd. Deze Sonate in c-moll stelt hoge eisen aan de uitvoerend musicus en aan het instrument. Het van den Heuvel-orgel bleek dan ook uitermate geschikt voor een inter pretatie. Ook Margareta Hürholz speelde deze sonate in 1985 op dit instrument. Het bijzonder moei lijke stuk met zijn zeer geladen of berustende muzikale gedachten, waarin manuaal én voetpedaal in razendsnelle passages gelijk op gaan, werd door Leclerc bevlogen vertolkt. De woorden (geciteerd uit de Statenbijbel!) logen er dan ook niet om: "O Heere, God der wraken, verschijn blinkend". Van een totaal ander karakter getuigden de twee gedichten uit "Trois poèmes evangélique" van Jean Langlais. Met zijn heldere schrijfwijze en fijngevoeligheid was hij voor mij een van de rust punten in dit programma, door Leclerc ingetogen en het meest bezonken vertolkt. Opvallend waren ook de drie juweeltjes (Choralvorspieie) van Johann Sebastiaan Bach die, zoals bij het uiterst terughoudend en fluisterend begin met het re gister de Bourbon, nergens met een plenum aan registers grof of aanmatigend werden gespeeld. Jammer, dat Leclerc deze avond niet in staat was, te geven wat ik haar enige jaren geleden op het Adema-Schreurs-orgel in Lis- se hoorde presteren. LIDY VAN DER SPEK Simple Minds geven vier extra concerten DEN HAAG (ANP) - De Schotse popgroep Simple Minds, die gister avond in een uitverkocht Feyenoord-stadion optrad, geeft in augustus en september vier extra concerten. Dit heeft organisatiebureau Mojo Con certs gisteren meegedeeld. De concerten vinden plaats op 28 augustus in het MECC in Maastricht, op 30 en 31 augustus in Ahoy in Rotterdam en op 2 september in het Thialf ijsstadion in Heerenveen. De voorverkoop voor de concerten in Maastricht en Heerenveen gaat vandaag van start, die voor de beide optredens in Ahoy op 19 juli. Freek Houtkoop schrijft voor fijnproeverskoren Een goedgeluimd mens met een humoristische twinkeling in zijn ogen. Dat is Freek Houtkoop, de componist van het Requiem, dat onlangs door de Winterswijkse Schola Can torum voor het eerst werd uit gevoerd. Om hem te ontmoe ten reis ik naar Utrecht, want gedurende enkele maanden is de voormalige muziekschool- directeur van Winterswijk daar vervangend interim-di recteur van het Utrechts Con- cervatorium. door Joh.M.Pameijer UTRECHT WINTERSWIJK - Zijn Requiem baarde opzien. Een fraai werk, dat het uiterste verlangde van de zeventien zangers van de Schola. Slechts een klein aantal amateurko ren in Nederland wordt in staat ge acht om de zes stemmen tot een vlekkeloos geheel te verweven. Freek Houtkoop schrijft lastig, maar wel vocaal. "Ik hang niet meer de organist uit. Denk vocaal, niet in grijpende vingers. Daarom blijft deze muziek zingbaar. Dit komt zingend tot stand". Zijn hand wijst naar de opengeslagen partituur: zes stem men die door elkaar heen kronkelen als sierlijke slangen. Waarom schreef deze vrolijke Frans een Re quiem? "Dat was een oud verlangen. De tekst van de Dodenmis heeft mij al tijd getroffen. Kijk, ik componeer al van jongs af. Mijn eerste krabbels zette ik in mijn hbs-tijd op papier. Ik heb mij altijd bemoeid met kerk muziek. In het begin eenvoudige bewerkingen voor eigen koren. La ter kwamen daar motetten bij voor kerkdiensten, een mis op Neder landse tekst en een Te Deum. Een van mijn hartewensen was altijd om de tekst van het Requiem een keer te pakken te nemen. Dat plan da teert van het begin van de jaren ze ventig. Maar er kwam geen fluit van terecht, omdat ik geen tijd had. Ik deed te veel andere dingen. In 1985 ben ik in de VUT gegaan. Toen dacht ik een hoop vrije tijd te krij gen. Maar daar kwam niks van te recht. Die tijd was snel opgevuld door allerlei functies. Maar in 1987 nam ik de draad van de eerste the ma's, die ik veertien jaar eerder schreef, weer op. In 1988 was het Requiem gereed. Hetzelfde thema, waarmee de Introitus begint komt aan het eind, in het Kyrie weer te voorschijn". Kerkmuziek is voor Houtkoop een vrolijke aangelegenheid. Het Requiem is natuurlijk niet vrolijk, maar altijd toepasbaar. Het heeft niets van zijn oorspronkelijke kracht verloren. Fijnproevers Freek Houtkoop, ooit dirigent van de Toonkunstkoren in Heerenveen, Drachten en Dokkum en cantor-or ganist bij de diensten voor Woord en Tafel in Utrecht (nu voortgezet in de Domkerk) richtte in 1979 zijn Winterswijkse Schola Cantorum op, een fijnproeverskoortje voor minder gebruikelijke muziek. Daar naast leidt hij sinds 1983 ook in Win terswijk het Vrije Tijdskoor en is di rigent van het Batavierensensem- ble, negen mannen die een breed re pertoire zingen, van populair tot Byzantijns. Bovendien is hij koorre petitor van de opera „Die Zau- berflöte". die in augustus in de Steengroeve bij Winterswijk wordt opgevoerd. Een duizendpoot dus, die naast al die andere taken, altijd is blijven componeren. "In mijn kerkmuzikale praktijk heb ik veel zesstemmige motetten van Schütz gedaan. Die hebben veel indruk op mij gemaakt. Ik schrijf niet anders dan vijf- of zesstemmige stukken. Het enige wat ik mezelf er mee aandoe is dat het aantal koren dat het kan uitvoeren zeer beperkt is. Ik componeer zo niet om mijn koren te geselen met lastige mu ziek, maar gewoon omdat ik het mooi vind. Toen bekend werd, dat het Requiem klaar was kwamen er natuurlijk telefoontjes met verzoe ken om de partituur op te sturen. De meeste kreeg ik terug met de be merking: daar zijn we nog niet aan toe. Maar ik vlei me gelukkig, dat de Domcantorij van Utrecht onder lei ding van Maarten Kooij het gaat uit voeren. Het Haagse koor Magister Cantat gaat het in de DDR op een aantal plaatsen zingen in één pro gramma met muziek van Swee- linck, en het werk ligt in de conser vatoriumbibliotheken en bij de om roepkoren." "Het gekke is dat mijn muziek va ker in het buitenland wordt gezon gen dan hier. Dat merk je aan de af rekeningen van de BUMA. Ik beleef dus wel degelijk het genoegen ge speeld te worden. Mijn droom is om nog eens na de laatste noot van het Requiem verder te gaan met een in Paradiso". Freek Houtkoop maakt er geen geheim van waarom hij de oratori umwereld de rug heeft toegekeerd. "Omdat ze steeds in een kringetje ronddraaien. Er wordt een te be perkt deel van het repertoire ge bruikt en als dat af is begint het weer opnieuw. In negen van de tien gevallen heeft dat financiële rede nen. Het bestuur moet voor de cen ten zorgen. Als je de Messiah doet kun je van tevoren berekenen hoe veel betalende bezoekers er in de zaal zitten. Doe je een oratorium van Honegger dan komt er geen hond en gaat het koor financieel de ver nieling in. Die koren kunnen er dus weinig aan doen. Het zijn in de eer ste plaats gezelligheidskoren. Waar mee ik niet wil zeggen dat de Schola geen gezellig koor is. Er wordt wat afgelachen, maar daarbij wordt er ook heel hard en serieus gewerkt door tien dames en zeven heren - een ideale bezetting - die hun partij en grondig kennen. Ik gebruik bij de repetities nooit een instrument. Ik zeg altijd: er is maar één instru ment dat ik bespeel, de stemvork". De Commissie voor de kerkmu ziek, waar hij veel voor schreef, maakt nog gretig gebruik van zijn capaciteiten. "Men is alweer bezig met een vervolg op het liedboek voor de kerken. Dan krijg je een aantal teksten thuisgestuurd met het verzoek om er melodieën bij te willen leveren. Veel van die stuk ken ontstaan in de caravan. Dan heb ik er namelijk de tijd voor. Ik heb de zangers van De Batavier beloofd een nieuw kerstprogramma te com poneren. Dan zal wel tijdens hoog zomer in de caravan moeten gebeu- Freek Houtkoop: 'De tekst van de Dodenmi$ heeft mij altijd gtroffen'. ren." (foto gf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 36