9Je denkt dat je de wereld aankan9 De ervaringen van drie Leidse jongeren in een buitenlands gastgezin ZATERDAG 15 JULI 1989 Eindexamen achter de rug, en dan....studeren? Eerst maar eens rondkijken in de wereld, dachten Felix Kieft, Nathalie van Tijen en Masja Mooten vorig jaar. Op weg naar volwassenheid kozen ze voor een (school)jaar in den vreemde, gebruik makend van de diensten van de American Field Service (AFS) die bemiddelt bij het zoeken van gastgezinnen in het buitenland. Op ontdekkingsreis dus, maar wel met een veilige thuishaven. Ze zijn inmiddels weer in Nederland en blikken terug. "Je gaat wat meer relativeren als je zo ver weg zit van je familie en vrienden". door Marjolijn in 't Hout Felix Kieft (18) uit Leiden zocht twee jaar geleden na zijn mavo-exa men naar een verre bestemming. "Naar een voor mij onbekend land. Met mijn ouders was ik al in een aan tal landen op vakantie geweest en ik had het idee dat ik West-Europa wel zo'n beetje kende. Als ik toch een jaar weg zou gaan, wilde ik ook écht weg; naar een deel van de wereld waar ik nog nooit was geweest en liefst met een geheel andere cul tuur". Het werd Venezuela. Nathalie van Tijen uit Leiden (19) wist niet welke vervolgstudie zij zou doen na haar eindexamen gymnasium en wilde er een jaar tussenuit. "Ik vond het ontzet tend leuk om naar een ander land te gaan. Mijn voorkeur ging uit naar een Engelstalig land. De Verenigde Staten leken mij wel wat. Ik wilde ook wel eens ervaren of het beeld van de echte Ameri kaan die wij via televisie en films krijgen voorgeschoteld, wel het juiste was". Ze kwam uiteindelijk terecht in Atascadero, een plaatsje tussen San Francisco en Los Angeles. Masja Mooten (19) uit Voorschoten koos bewust voor Frankrijk. Voordat zij aan haar studie tolk/vertaler Frans en Engels in Maastricht zou beginnen, wil de ze eerst de Franse taal en cultuur proeven. "Tussen de Fransen leven", zoals ze het zelf zegt. Een jaar naar het buitenland. Dat was wat Felix, Nathalie en Masja wilden na hun eindexamen. Om verschillende re denen, maar ze kozen voor ongeveer de zelfde manier. Ze gingen niet onvoorbe reid op reis, maar maakten gebruik van de diensten van de American Field Ser vice (AFS). Dat betekende dat ze een jaar naar school gingen en werden onderge bracht bij een gezin. Met een 'vader', een 'moeder', 'broers' en/of 'zussen'. Briefjes Voor Felix Kieft viel de ontmoeting posi tief uit. Hij kwam in het plaatsje Valencia bij een Venezolaans gezin terecht dat be stond uit een moeder, vijf oudere broers en één oudere zus. "De eerste periode waren ze allemaal in hun ouderlijk huis aanwezig, hoewel mijn broers en zus ge trouwd waren en ergens anders woon den. Enkele broers spraken Engels en dat maakte het voor mij in het begin ge makkelijker om te communiceren". Het gastgezin was Felix behulpzaam bij het leren van de Spaanse taal. Felix: "Toen ik de eerste dag de huiskamer bin nenkwam zag ik overal briefjes hangen met in het Spaans: stoel, tafel, kast, for nuis, keuken, enzovoort. Hoewel ik de hele dag een woordenboek met me mee zeulde, kon ik al gauw behoorlijk Spaans spreken. Het viel mij dus ontzettend mee. Tenslotte was ik naar een land ge gaan waar ik geen Engels, Frans of Duits kon spreken". Nathalie van Tijen had te kennen gege ven dat zij graag naar een gezin met kin deren wilde gaan. Dat liep even anders. Zij kwam terecht bij éen jong gastgezin zonder kinderen met 'ouders' van 29 en 35, die beiden bij een bank werkten. "Ei genlijk vond ik dat prima", zegt Nathalie. "Andere AFS'ers hebben wel eens pro blemen met hun broers of zusters gekre gen. Ik had daar geen last van, Boven dien was ik in het begin erg verlegen en ik denk dat heb goed was dat ik even de tijd kreeg om te wennen en alle aandacht van mijn gastouders kon krijgen. Je zit daar toch opeens helemaal alleen". Ook Masja Mooten kwam terecht in een gezin met twee jongens van 7 en 17, een inwonende oma en twee werkende ouders. Masja, toen 18, kreeg inderdaad problemen met één van de twee broers. "Hij was opeens niet meer de oudste en gaf mij in het begin vaak het gevoel dat ik niet welkom was, hij negeerde mij. Ik werd daardoor helemaal op mezelf terug geworpen. Ik heb er toen ook aan ge dacht van gastgezin te verwisselen. Dat kan als het helemaal niet klikt. Maar ik besloot toch door te zetten. Ik wilde niet zomaar opgeven en dat gaf achteraf een goed gevoel". Kruitvat Felix, Masja en Nathalie gingen alle drie een jaar naar de middelbare school in hun gastland. Felix had, zoals hij zelf zegt, "het geluk" dat hij uiteindelijk in totaal maar een half jaar naar school hoefde. Op het moment (1987) dat hij naar Venezuela ging, was het land een so ciaal kruitvat. In tegenstelling tot de ja ren zeventig, toen Venezuela nog rijk was dank zij de oliedollars, was er in het begin van de jaren tachtig sprake van grote werkloosheid, inflatie, armoede en studentenonrust. "Ook in het onderwijs werd vaak ge staakt en daardoor heb ik meer van het land kunnen zien dan de anderen die in hun gastland gewoon elke dag naar school moesten. Ik heb met de AFS'ers die in Venezuela zaten onder begeleiding van vrijwilligers lange tochten door het land kunnen maken en zo ook kennis kunnen maken met andere nationalitei ten. De AFS-groep in Venezuela bestond uit een kleurrijk gezelschap uit Canada, de VS, Australië, Noorwegen en Belgie. Ik heb daaraan hechte vriendschappen overgehouden". Nathalie van Tijen kwam terecht op de Amerikaanse highschool en die beviel haar, vooral door de ontspannen sfeer. Met het onderwijs had ze geen moeite. "Highschool is voor Nederlandse mid delbare scholieren erg gemakkelijk. Je kunt het vergelijken met mavo. Ik heb in Nederland op het gymnasium gezeten, dus ik vond het niet zo'n grote overgang. Bovendien kon je het jezelf zo gemakke lijk of moeilijk maken als je wilde. Dat lag aan de keuze van het vakkenpakket". Ze maakte het zich gemakkelijk en koos voor hobby-vakken als fotografie en ko ken Wat Nathalie op de highschool vooral opvie) was dat de meisjes er nogal ouwe lijk uitzagen. "Flink opgemaakt, en het leek wel of ze er ouder wilden uitzien dan ze waren. De jongens daarentegen waren veel volwassener dan die in Nederland". Hechte vriendschappen heeft ze niet aan haar Amerikaanse schooltijd overgehou den. "Een jaar is daarvoor te kort. In het we allemaal klompen droegen en of we vijftig jaar achterliepen. Een populair onderwerp was ook het 'zomaar gratis uitdelen' van drugs op straat. Alsof je het bij de kruidenier om de hoek kon krij gen". Haar gastouders daarentegen wa ren goed op de hoogte. Die hadden van tevoren een boek over Nederland gele zen. "Mijn 'vader' was erg geïnteresseerd in de Nederlandse economie en de Eu ropese Gemeenschap. Soms moest ik mijn ouders in mijn brieven vragen hoe dat in Nederland precies zat". Macho-gedrag Als hij terugkijkt typeert Felix Vene zuela met een paar kreten: tropisch warm, gastvrije mensen, lekker eten en een overweldigende natuur met prachti ge stranden. Natuurlijk waren ook iets minder mooie kanten, zoals de overdre ven stoere mannen cultuur. "Aan dét ma cho-gedrag moest ik echt even wennen. Als de jongens daar in een cafeetje zaten werd elk meisje nagefloten. Vreemd ge noeg paste ik me nog aan ook. Als ik met de jongens uit was deed ik mee". Dan was er de harde wijze van orde handhaving. "In aanraking met de poli tie komen is in Venezuela geen pretje. Ze zijn precies zoals je dat voorstelt van een dictatoriaal land: pedant en corrupt", al dus Felix. Ook de "soms belachelijke censuur" viel hem op. Films kwamen nu en dan heel anders uit de projector dan in Ne derland. "Soms waren er hele stukken uit de film geknipt waardoor je de draad van het verhaal volkomen kwijtraakte. De Venezolaanse censuur vond bepaalde scènes kennelijk niet geschikt voor jon geren en zette er hopla de schaar in. In 'The Exorcist', een film die ik in Neder land al eens had gezien, ontbraken bij voorbeeld alle satanische scènes. Het was gewoon een lachfilm geworden". Bezien vanuit Nederland mist Natha lie de spontaniteit van de Amerikanen. "Je kon op straat gewoon een praatje met iemand maken zonder dat diegene dacht: wat moet je van mij? Misschien kwam dat ook omdat ik in een klein plaatsje woonde. Ik geloof dat zoiets niet meer in New York voorkomt. Je hoort ook wel van de Amerikanen zelf dat de verschillen groot zijn tussen mensen die aan de westkunst, de oostkust, in de stad of op het platteland wonen. Dat heb je in Nederland ook". Een negatief aspect van de VS vond Nathalie dat de Amerikanen slecht tegen kritiek konden. "Ik generaliseer nu, maar ze wilden alleen maar positieve ver halen over hun land horen. Als ik het on- derwerp armoede aansneed, ontkenden ze dat er armoede in de VS was. Dat is ook wel enigszins begrijpelijk, omdat Amerikanen altijd wordt geleerd dat zij in een fantastisch land wonen met alle mogelijkheden voorhanden. Het is dan ook een logisch gevolg dat ze denken dat alleen in de States alles geweldig is gere geld". Leerzaam Masja Mooten genoot vooral van het uit gebreide warme eten 's middags in Frankrijk. "We aten van één tot vijf. En daar werd echt de tijd voor genomen. Dat vond ik heerlijk". Over de mentaliteit van de Fransen is ze minder te spreken. "Hoewel ik een hele leuke, leerzame tijd heb gehad, concludeer ik wel dat de Fransen niet echt op vreemdelingen zijn gesteld. Ze zijn heel erg chauvinistisch, echt zo van: Frankrijk voor de Fransen. Wat mij ook opviel was dat iedereen na school zich naar huis spoedde en er ei genlijk nooit mensen nableven om nog wat met elkaar na te praten. Het leven draaide daar veel meer om de familie dan in Nederland". Een verblijf in het buitenland levert niet alleen nieuwe ervaringen op, het opent ook de ogen voor de positieve kan ten van Nederland. Felix Kieft: "Als je er een jaartje tussenuit bent, ga je dingen missen die je als vanzelfsprekend be schouwt. In Venezuela waren ze stom verbaasd datje in Nederland geen identi teitsbewijs bij je hoeft te dragen. Die enorme vrijheid, dat konden ze haast niet bevatten". Wat Masja en Nathalie door hun ver blijf van twaalf maanden in het buiten land in Nederland zijn gaan waarderen is het openbaar vervoer. Nathalie: "Je kon niet zo gemakkelijk ergens naartoe. In de VS hebben heel veel jongeren van zes tien een auto. Ik moest altijd mijn gast- moeder of -vader vragen mij ergens naar toe te brengen. Dat koste me wel moei te". In één opzicht waren ze alle drie blij weer in Nederland terug te keren: ze kon den hun gevoelens weer eens vrij uiten. Nathalie: "Dat is kennelijk toch iets waarvoor je langer in een land moet wo nen. Je stond bijvoorbeeld met je mond vol tanden als je plotseling heel erg boos werd over iets. Dan overviel je een soort van onkunde in het uitdrukken van die boosheid. In het Nederlands weet je ge noeg scheldwoorden, maar in een andere taal valt daar opeens de lacune". Ticket Toch hebben ze de smaak te pakken ge kregen. Felix Kieft onderbreekt zijn stu die aan het RIO in Leiden voor een va kantie en reist nog deze maand naar Ve nezuela. Met een weekend-baantje heeft hij zijn reis bij elkaar gespaard. "Toen ik terug was dacht ik: alles voor een ticket! Het liefst zou ik de rest van mijn leven willen blijven reizen". Nathalie, dit jaar begonnen met een studie psychologie in Leiden, wil vol gend jaar naar de VS om daar haar gast ouders te bezoeken. En Masja Mooten - het eerste jaar in Maastricht zit er nu op - vertrekt in au gustus naar haar gastouders in Morancé, daarna gaat zij een vriendin opzoeken in de Verenigde Staten. Evenals Felix en Nathalie vindt ze dat ze zelfstandiger is geworden dank zij het jaar buitenland. "Tijdens een bijeenkomst van AFS werd ons gevraagd: denk je dat je de wereld aankunt? Op dat moment zeg je alle maal: ja! Je voelt je ontzettend sterk. Ik denk ook datje wat meer gaat relativeren als je zo ver weg zit van je familie en vrienden". American Field Service (AFS) was oorspronkelijk een vrijwillige ambulancedienst in beide Wereldoorlogen, die in 1947 besloot buiten oorlogstijd 'de wereldvrede te bevorderen' door jongeren kennis te laten maken met andere landen en gewoonten. De vereniging begon met het organiseren van uitwisselingen voor scholieren in het buitenland. Sedertdien hebben er zo'n 150.000 scholieren en gastgezinnen aan deelgenomen. Dat hoeven geen rijkeluiskinderen te zijn, want als niet politiek of religieus gebonden vrijwilligersvereniging stelt AFS een groot deel van de giften beschikbaar voor beurzen voor de minder draagkrachtige studenten. De vereniging is afhankelijk van betalende leden, bedrijven die zich als donateur melden en subsidies, onder andere van de Europese Gemeenschap. Zonder beurs moeten de jongeren zelf, of hun ouders, voor een jaar buitenland vierduizend gulden neertellen. In aanmerking komen scholieren van 16 tot 18 jaar. AFS regelt een gastgezin in den vreemde, maar er is inspraak. Zo is er een mogelijkheid om voor een gezin met of zonder kinderen te kiezen. Het gastgezin betaalt de kost en inwoning van de scholier en legt het eerste contact met de plaatselijke middelbare school. AFS zorgt voor de overtocht, ziektekosten, schoolboeken, het lesgeld, eventueel een tweedehands fiets en andere schoolkosten. Masja Mooten uit Voorschoten en Nathalie van Tijen uit Leiden (met een beer die ze kreeg van haar Amerikaanse gastouders): "Je voelt je ontzettend sterk". (foto wim Dijkmai begin ben je nog zo bezig met wennen en dan opeens ben je alweer een half jaar verder". Formeel Heel anders, bijna formeel, was de sfeer op de Franse school waar Masja Mooten terecht kwam. Als buitenlander moest ze moeite doen om erbij te horen. "Op school spraken veel leerlingen 'argot' met elkaar, zeg maar een soort Frans slang. Ik kon dat niet verstaan, laat staan spreken". Toch sloot ze de eerste dag al vriendschappen. "In de pauze stelden een paar meisjes mij vragen waar ik van daan kwam, hoe lang ik zou blijven en zo. Die meisjes zijn het hele schooljaar mijn vriendinnen gebleven". "Opvallend was dat de leerlingen alle maal hetzelfde gekleed gingen. Nee, we moesten geen schooluniform dragen, maar ik kreeg de indruk dat de Franse scholieren niet echt buiten de groep wil den vallen. Allemaal dezelfde spijker broek aan en het haar in een soort 'een heidscoupe'. Het leek wel of er maar één winkel en éen kapper was. Het grappige is dat ik mij aanpaste. In Nederland liep ik altijd op gymschoenen en droeg ik sportieve kleren. Op een gegeven mo ment betrapte ik mezelf er op dat ik er ook tamelijk netjes bij liep. Ik woonde ook bij een nogal sjieke familie". Felix Kieft ging naar een Zuidameri kaans land, waar je spontaniteit in de da gelijkse omgang zou verwachten. Maar dat bleek niet in alle opzichten het geval. "Als ik van een feestje terugkwam en ik was vrolijk, dan danste ik naar huis toe. Het viel mij dan op dat de Venezolanen mij verbaasd nastaarden. Mijn gastgezin vond dat prachtig. Niemand durfde dat. Geluk toon je daar binnenskamers. Ge voelens zijn privé, die deel je met je fami lie, maar niet met de hele wereld". "Wat ze in Venezuela ook niet deden was in korte broek over straat gaan. Dat was niet netjes. Helemaal uit den boze was je T-shirt uittrekken en alleen in je short rondlopen. De politie, die ik daar beslist niet tot mijn beste vriend reken de, kon je daarvoor oppakken", aldus Felix. Hij viel met zijn rode haar en leng Felix Kieft uit Leiden: "Terug uit Venezuela dacht ik: alles voor een ticket! Het liefst zou ik de rest van mijn leven willen blijven reizen", (foto Henk Bouwman) te trouwens toch wel op in Venezuela. "Veel mensen kwamen naar me toe om een praatje te maken, en vroegen waar ik vandaan kwam". Stereotypen Nathalie van Tijen ging naar de VS om te zien wat er waar was van de stereotypen. Ze kwam tot de conclusie dat ze soms kloppen. "Amerikanen zijn inderdaad echte sportfreaks. Maar wat mij ook op viel, was dat iedereen vooral voor de ge zelligheid naar bijvoorbeeld een base- ball-wedstrijd ging en niet zozeer voor de sport. Er gaan zakken popcorn doorheen en er wordt uitgebreid gepraat. Ik kreeg echt de indruk dat het meer een sociaal gebeuren was. Hier in Nederland gaan mensen naar een wedstrijd voor het voet ballen". Er werden ook veel feesten gegeven. Nathalie: "Maar die party's waren er ei genlijk alleen maar om dronken te wor den. Dat vond ik jammer en nogal kin derachtig. Wat betreft die feestjes zie je ook duidelijk verschil tussen Nederlan ders en Amerikanen. Een Amerikaan zal je nooit vragen watje wilt drinken, maar haalt gewoon zijn eigen drankje en hap je. In Nederland wordt dat als onbeleefd beschouwd. In het begin wist ik dat niet en vroeg ik hen altijd of ze wat wilden drinken. Dan keken ze mij raar aan". Zoals Nathalie wel wat vooroordelen over Amerikanen bevestigd zag, ontdek te Masja dat ook Fransen in dat opzicht soms voldoen aan de verwachtingen: ze zijn niet in hun mede-Europeanen geïn teresseerd. "Ze vroegen mij op school eens of we in Holland Engels spraken. Nee, zei ik. Oh, zeiden ze toen: spreken jullie soms Duits? Stomverbaasd moest ik ook die vraag negatief beantwoorden. Oh, spreken jullie dan iets tussen Engels en Duits in? Van de Nederlandse taal hadden ze kennelijk nooit gehoord. Ja, mijn aardrijkskunde-leraar die een keer naar Nederland was geweest", aldus Masja. Nathalie had overigens een soortgelij ke ervaring. "Op school hebben ze me wel eens de belachelijke vraag gesteld of

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 31