'Thans ziji gij Leidenaar geworden' Hoe Leiden in 1946 massaal uitliep voor het bezoek van 9vredesengel9 Churchill De Amerikaanse president George Bush is zeker niet de eerste prominente buitenlandse staatsman die op staatsbezoek in Nederland de stad Leiden aandoet. Onder anderen de Zuidafrikaanse president Smuts en de Tunesische president Bourguiba waren al eens hier. Maar voor wie men vooral uitliep was in 1946 Winston Churchill, ter gelegenheid van diens eredoctoraat. "Hij vond het wel prettig, al die bewonderende blikken". Een reconstructie van het bezoek dat Churchill ('Kerkziek', zeiden de grapjassen) 43 jaar geleden aan Leiden aflegde. door Gerard van Putten Churchill temidden van bewonderende blikken bij de ingang van sociëteit Minerva aan de Breestraat (twee de van links voorste rij: Molly Geertsema, toen 28 jaar oud): Eigenlijk had deze zéér aanwezige man het hele gebeuren in z'n zak". (archieffoto». Nooit is de uitreiking van een ere doctoraat met zo veel eerbetoon omgeven als op 10 mei 1946, toen dat in de Pieterskerk werd ver leend aan Winston Churchill. De Leidse hoogleraar prof. R.P. Cle- veringa promoveerde de Britse staatsman tot eredoctor in de rechtsgeleerdheid op grond van zijn leiderschap in 's werelds vrij heidsstrijd. En Leiden juichte hem uitbundig toe. Hoe het 'Bolwerk van de Vrijheid' de 'veldheer der bevrijding' huldigde werd in deze krant beschreven door een nijvere verslaggever, die zijn pen van het ene naar het andere superla tief voerde. In volstrekte anonimiteit deed de man dat overigens, journalis ten vonden zichzelf in die tijd niet be langrijk. Leest u even mee en geniet intussen met volle teugen van het proza: "Voor geen buitenlander is ooit zoo groot- sche ontvangst en eerbetoon door de Sleutelstad bereid als bij de plechtig heden van dezen middag Churchill ten deel viel. Maar deze buitenlander was dan ook geen vreemdeling! Langs de geheele route door Leiden begeleid den stormachtige ovaties den stoet, die ook mevrouw Churchill en mejuf frouw Churchill binnen haar wallen voerde. Niet het minst was het enthou siasme te danken aan Churchill's tra- ditioneele sigaar en het telkenmale herhaalde karakteristieke V-teeken, die er geen twijfel aan lieten dat dit de man was, die ons in de donkerste uren onzer geschiedenis heeft gestaald in ons verzet In zijn boek 'Leidse Universiteit 1928-1946, Vernieuwing en Verzet' wijdde mr. P. J. Idenburg de volgende regels aan het bezoek van Churchill. "Gedurende mijn secretariaat van Cu ratoren werd het plan uitgewerkt om Winston Churchill een eredoctoraat in de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Leidse Universiteit te verle nen. De Nederlandse ambassadeur te Londen gaf zijn bemiddeling. De uni versitaire autoriteiten waren alge meen verheugd dat de staatsman toe stemde en bereid was voor de plech tigheid tot uitreiking van dit docto raat naar Nederland te komen". In de steigers Nederland stond in 1946, na vijf jaar Duitse bezetting, nog in de steigers van de wederopbouw. Een jaar na de bevrijding liet het voedsel zich nog al tijd mondjesmaat opscheppen. Wat bij confectie-ateliers aan kleding de deur uit ging was zo schaars dat vrij wel geen mens aan het volgen van de laatste mode durfde te denken. Er werd gestopt, gestikt, versteld, ge breid en genaaid. Een douche was een luxe voor de bemiddelden, één keer per week werd het lichaam gereinigd in de teil of in het badhuis. Het land leefde op rantsoen, op ver toon van de bonnen 60 en 61 kon, bij den brandstoffenleverancier, zes mud kolen worden opgehaald. En als er in die dagen werd gesproken over puin ruimen moest dat niet alleen letterlijk worden opgevat, de zuiveringscom missies waren druk doende de sa menleving te schonen van personen die fout waren geweest tijdens de oor log. Opmerkelijke gebeurtenissen gin gen vooraf aan het bezoek van 'Kerk ziek', zoals hij werd genoemd door de zelfde grapjassen die hun omgeving vermoeiden met moppen over Pud ding en Gisteren. Met ingang van don derdag 18 april konden de Leidse tele foonabonnees automatisch telefoon verkeer onderhouden met Amster dam, mits eerst het kengetal K 2900 werd gedraaid. Er werd gegniffeld over het ontvreemden van het lijk van Mussolini, en ingestemd met de afwij zing van het gratieverzoek van Mus- sert. De leider van de NSB werd op dinsdag 7 mei 1946 in alle vroegte te rechtgesteld. Winston Churchill was toen nog niet in het land, hij landde pas een dag later op Schiphol, 's Middags rond een uur of vijf. Extreme veiligheids maatregelen hoefde de toenmalige Leidse commissaris van politie Meijer niet te treffen, twee rechercheurs van Scotland Yard werden capabel ge noeg geacht' om Churchill te bewa ken. Druk Niettemin had de Leidse politie het er maar druk mee. Dat er sprake was van een gebeurtenis die het belang van de gemeentegrenzen verre passeerde, bleek uit alles. Ga maar na, niet min der dan veertig buitenlandse journa listen en vertegenwoordigers van in ternationale persagentschappen wensten de plechtigheid rond de ere promotie bij te wonen. En de Leidse binnenstad was die tiende mei voor alle verkeer afgesloten. Het draaiboek van commissaris Meij er liet daarover geen enkel misver stand bestaan: "De stoet komt te onge veer tien minuten over half drie uit den richting Haagsche SchoiLW, volgt dan den Haagwegpasseert vervol gens de bureaux van het Leidsch Dag blad, waar rechtsaf gezwenkt wordt, vervolgens langs Witte Singel, Zoeter- woudsche Singel, Korevaarstraat, Breestraat, Rapenburg Westzijde, tot aan de Academie. De weg waarlangs de stoet passeert, wordt niet afgezet, zoodat een ieder in de gelegenheid is den heer Churchill te zien". Zij die waren uitgenodigd om aan wezig te zijn bij de promotieplechtig heid in de Pieterskerk, werd dringend verzocht uiterlijk kwart voor drie aan wezig te zijn. In die dagen werd een verzoek nog opgevat als een bevel, geen mens die het waagde een minuut te laat te komen. Ook prinses Juliana en prins Bernhard hielden zich aan het protocol. Nog een ander advies van de ge meentepolitie werd massaal opge volgd door de Leidse burgerij: "Wij zouden ten slotte een ieder willen ad viseren de vlag uit te steken, als bij zonder eerbetoon aan den man, die de wereld vrede schonk. In het bijzonder de bewoners der huizen waarlangs de stoet zal passeeren". Churchill kwam, zag en overwon opnieuw. Hij, zijn vrouw en dochter Mary hadden nog maar net voet op Nederlandse bodem gezet of het ge juich kwam hen al in een niet gering aantal decibels tegemoet. Aan boord van het vliegtuig dat onderweg nog een rondvlucht boven Walcheren maakte, was Churchill al gefêteerd met een kist sigaren. In Amsterdam bereidde een ontzaglijke menigte de grote oorlogsleider een warme ont vangst, al belette dat de man zelf niet zijn winterjas er bij aan te doen. Plechtstatig De toenmalige hoofdredacteur van deze krant, mr. M.B. van der Hoeven, schreef "namens de Leidse burgerij" Churchill een plechtstatig welkomst woord in de vorm van een tweeko- loms hoofdartikel. In het Engels en in het Nederlands. "Bij Uw komst bin nen onze eeuwenoude veste roept de burgerij van Leiden U, hooggeachte gast, een hartelijk welkom toe. Wij zijn verheugd als burgers dezer stad. dat ons de eer te beurt valt U te mogen schenken het hoogste, wat onze stad te schenken heeft, een eeredoctoraat. Dit is voor ons niet alleen een belooning waar wij trotsch op zijn U die te mo gen en te kunnen overhandigen. Vijf jaar hebt Gij een wereldrijk bestuurd, en geleid door de zwaarste en zwartste dagen van zijn bestaan. Gij beloofde West-Europa, neen, de wereld vreede, maar langs een weg van bloed, zweet en tranen. Thans ontvangt Gij in onze stad het zinnebeeldig loon. Thans zijt Gij een onzer, Leidenaar, Nederlan der geworden Hoe fraai de woorden ook waren ge kozen, Churchill heeft niet de tijd ge had om ze te lezen. De man had wel wat anders te doen. Niet alleen moest hij voldoen aan allerlei plichtplegin gen. Tussen de bedrijven door stond Churchill ook nog geregeld in contact met Londen over belangrijke politie ke zaken. Tijd voor enige ontspan ning gunde hij zichzelf niet, wél lady Churchill en dochter Mary. In het ge zelschap van enige leden van de hof houding begaven zij zich die avond naar de Amsterdamse Savoy Club. En waarnemers noteerden gretig dat zo wel mevrouw als miss Churchill eeni- ge malen over de dansvloer zwierde. De gemeenteraad van Amsterdam nam intussen de feestelijke gelegen heid te baat om enkele straatnamen te veranderen. De Zuider Amstellaan werd de Roosenveltlaan, de Noorder Amstellaan de Churchilllaan, en de Amstellaan de Stalinlaan. Inderdaad, in een enkel geval raakte het onder scheidingsvermogen van gemeente bestuurders al te zeer verblind door het verlangen mensen te onderschei den of te herderiken. Churchill-Day 10 mei 1946. Leiden loopt massaal uit, want Leiden viert Churchill-Day. Nie mand anders dan de eerder opgevoer de anonieme verslaggever van het LD kan beter verwoorden hoe het er die dag aan toe ging. Zijn ooggetuigever- slag laat zich lezen zoals destijds de stem van Guus Weitzel van de Wereld omroep zich liet beluisteren. "Als wij ons kort voor de aankomst van den big man voor de Académie be vinden en daar met gespannen ver wachting het groote oogenblik verbei den dat wij hem, den bouwer van den overwinning, zullen ontmoeten, gaan onze gedachten onwillekeurig terug naar den 1 Oden Mei van het jaar 1940. Precies als vandaag was het toen ook Vrijdag, de zon scheen uit een strak blauwen hemel. Maar welk een dag van ontzetting en diepe verslagen heid: Nederland in oorlog... En nu dit. Weer is het 10 mei, en weer is het Vrij dag, en weer schijnt de zon uit een strak blauwen hemel, alleen zes jaar later. Nu geen Luftwaffe, maar allen die hier in mijn omgeving van dit 'bol werk der vrijheid' staan, wachten in haast niet te temperen ongeduld op den Vader van den Vrede, Winston Spencer Churchill De tocht van Churchill door Leiden was een zegetocht. Het klokgelui van de Bourdonklok in de stadhuistoren vermengde zich, als de onvermoei baar geestdriftige LD-verslaggever tenminste op z'n woord mag worden geloofd, met de stemmen uit duizen den kelen tot een massalen groet van bewondering en dankbaarheid. In de Pieterskerk had zich inmid dels een uitgelezen gezelschap verza meld. Niet alleen het prinselijk paar was daar in afwachting van de komst van de aanstaande eredoctor, ook hoogwaardigheidsbekleders als prof. Gerbrandy, de Britse ambassadeur sir Neville Bland en prof. Van der Leeuw als minister van onderwijs, kunsten en wetenschap hadden zich daar geïn stalleerd. Zij aan zij In de Senaatskamer van de Academie maakte hij kennis met zijn promotor, prof. mr. R.P. Cleveringa. Gekleed in rode toga, het hoofd bedekt met de baret die hem werd geschonken toen hem door de universiteit van Oxford het eredoctoraat werd verleend, begaf Churchill zich vervolgens te voet naar de Pieterskerk. Zij aan zij met prof. Cleveringa. Rond vier uur richtte deze het woord tot de Britse staatsman. "Arti kel 139 der Hogere Onderwijs Wet geeft de senaat der universiteit het recht de graad van doctor honoris causa te verlenen wegens zeer uitste kende verdiensten. Het is zijn enige middel tot eerbetoon; en een kost baar. Hier in Leiden wordt er een ui terst spaarzaam gebruik van gemaakt. Na de promotie van H.M. de Koningin in 1925 is het heden voor het eerst dat de Senaat wederom het eredoctoraat in de rechten uitreikt; ditmaal aan een Brits staatsman. Dit alles getuigt reeds op zichzelf van het opmerkelij ke van dit uur". Churchill kon het niet nalaten zijn dankwoord te doorspekken met de ironie waarop hij het patent had. "Het is mij een diepgevoelde behoefte u dank te zeggen voor de eer. welke u mij vandaag heeft willen bewijzen. Ik ben de laatste tijd al van vele universi teiten eredoctor geworden, en daar door hard op weg om de geleerdste man van de wereld te worden". Tijdens de receptie in het Auditori um maakte de doctor honoris causa nog een genereus gebaar in de rich ting van zijn promotor, die bij wijze van dank een reusachtige sigaar in handen werd gestopt. Churchill plaatste daarna zijn handtekening in het zweetkamertje van bet Academie gebouw, in navolging van talloze be kende promovendi. Diezelfde middag zorgde de Engelse held in de Kaiser- straat nog voor een volksoploop, toen hij een sigarenpeuk uit zijn limousine wierp. Volgens ooggetuigen wierpen de toeschouwers zich erop als honge rige wolven op een lam. Flair Als Praeses Collegii van het Leids Studenten Corps sprak J.W. (Molly) Geertsema hem toe in sociëteit Miner va. Met de hem zo karakteristieke bar se stem praat de man die later onder meer carrière zou maken als burge meester, minister en Commissaris van de Koningin in Gelderland er over, alsof hij in gedachten een senti mental journey door het Nederland van vlak na de oorlog maakt. Achten twintig was Geertsema toen, en met de flair die hem van nature zo eigen is. trad hij Churchill als voorman van de Leidse studenten tegemoet. "Nou nee, nerveus was ik niet", weet mr. Geertsema nog. "Het was een vreemde zaak dat ik daar stond. Want eigenlijk had ik er niet meer ho ren te zijn. Normaal gesproken ben je maar een jaar praeses collegii. Maar omdat het mij niet zo veel deed Chur chill te moeten toespreken, heeft men mij gevraagd om langer aan te blijven. Ik vond dat best, eerlijk gezegd vond ik het best interessant". Hoewel zelfbewust van aard, deed Geertsema voor alle zekerheid een concessie aan zichzelf. Zijn toespra ken had hij nooit anders dan a l' im- proviste gehouden. Maar de redevoe ring die Churchill op de Minerva So ciëteit moest aanhoren had Geertse ma wel voor alle zekerheid op papier gezet. En speciaal om de veiligheid van de Britse staatsman te waarbor gen, doorbrak de praeses nóg een re gel: "Normaal gesproken mag ieder lid en iedere reünist zonder meer de sociëteit betreden. Maar bij wijze van voorzorgsmaatregel liet ik alleen hen toe, die waren uitgenodigd". Voorzover Geertsema het kon zien aan de gezichten van de corpsleden, betekende de komst van Churchill voor hen heel wat. Zeker toen deze nog deze enigszins vleiende opmer king maakte: "Ifeel tremendous forces in this room". Achteraf zegt Geertsema dat Chur chill al het eerbetoon rondom hem routineus langs zich heen liet gaan. "Eigenlijk had deze zéér aanwezige man het hele gebeuren in z'n zak. Ook de plechtigheid ter gelegenheid van het eredoctoraat, nee, daarvan raakte Churchill al evenmin in verwarring. Ik kreeg de indruk dat hij het wel prettig vond, al die bewonderende blikken". Stroef Dr. J.H. van Roijen was in die tijd mi nister van buitenlandse zaken. Diens echtgenote heeft, 43 jaar later, niet de minste moeite een aantal persoonlijke ervaringen met Churchill uit haar ge heugen op te roepen. "Ik herinner me dat de voorzitter van de Tweede Ka mer. meneer De Vos van Steenwijk, tot schrik van de aanwezigen het een voudig vertikte zijn toespraak in het Engels te houden. Want, was het argu ment van deze man, in de Tweede Ka mer wordt uitsluitend Nederlands ge sproken. Churchill kon dat standpunt appreciëren. Hij nam genoegen met de vertaling van die rede, die hem in handen was gestopt. Ik weet nog wel dat de vertalers nogal wat te stellen hebben gehad met die redevoering van De Vos van Steenwijk omdat die een, ik zou haast zeggen, bijbels soort Nederlands sprak dat bijna niet te vertalen was". De in Wassenaar woonachtige me vrouw Van Roijen herinnert zich Winston Churchill als een man die "vreselijk gefixeerd was" op alle ge beurtenissen die te zijner ere her en der waren georganiseerd. "Hij was een groot man, maar stroef in de om gang. Geen persoon met wie een vlot te conversatie viel te voeren, gepreoc cupeerd als hij was op de redevoerin gen die hij overal moest houden. Ik herinner me Churchill als een stroeve man, maar ik vond het een hele ge waarwording dat ik naast hem mocht zitten". Uitgezwaaid door een uitzinnige menigte vertrok Churchill, na een rustdag op paleis Soestdijk, op 13 mei van het vliegveld Valkenburg. Met in zijn bagage niet alleen de bul die was gecalligrafeerd door mejuffrouw Er na van Osselen van het Stedelijk Mu seum in Amsterdam, maar wie weet ook een exemplaar van deze krant. Trots Op de voorpagina van het toen flinter dunne Leidsch Dagblad van 11 mei was er speciaal melding van gemaakt. Onder de op zich al van trots vervulde kop CHURCHILL LEEST HET LEIDSCH DAGLAD juicht de tekst de lezer tegemoet: Terwijl Churchill gistermiddag op Sociëteit Minerva vertoefde, hadden wij het genoegen hem, na eenige mislukte pogingen, een exemplaar van ons blad van gisteren aan te kunnen bieden Of Churchill daar veel wijzer van is geworden, vertelt de historie niet. En dat is goed, ook dagbladuitgevers en verslaggevers hebben recht op hun il lusies. Mr. J.W. Geertsema, die zijn toespraak bij uitzondering voor alle ze kerheid op papier had gezet: "Nou nee, nerveus was ik niet".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 21