Mandelsjtam in een schoenendoos
Interessant thema met weinig aantrekkelijke karakters
Striptekenaar
Charlier dood
Perfecte show Pink Floyd: krabben over oude bultjes
Slavische Stichting Leiden floreert bij perestrojka en glasnost
DINSDAG 11 JULI 1989
KUNST
PAGINA 17
'Eva Bonheur' ten dele geslaagd
Stadsschouwburg Amsterdam.
AMSTERDAM - Wie geld leent
van een ander, raakt zijn onafhan
kelijkheid kwijt. Voordat de
schuld is afgelost, moeten de uit
gaven beperkt blijven tot het
hoogst noodzakelijke. Wie schul
den heeft, gaat niet op vakantie,
mijdt restaurants en slaat de ver
jaardagen van vrienden een jaar
tje oyer. Stel je voor dat de
schuldeiser het zou merken.
Herman Heijermans heeft dit
gegeven als uitgangspunt geno
men voor zijn toneelstuk 'Eva
Bonheur' (1917). Hierin schetst
hij de invloed van geld op de ver
houding tussen mensen. Jasper
(een handelaar in opgezette die
ren) en zijn vrouw Mop hebben de
bovenverdieping van hun huis
verhuurd aan de weduwe Eva
Bonheur, met wie zij het aanvan
kelijk goed kunnen vinden. Maar
als Mop met Eva's geld speculeert
op de beurs en duizenden gul
dens verliest, verandert de vrien
delijke weduwe plots in een
bloedzuigend monster, dat er al
leen nog maar op uit is het levens
geluk van Jasper en Mop te ver
gallen.
Heijermans schreef min of
meer uit eigen ervaring. Hij had
in 1908 tienduizend gulden ge
leend van een rijke vriendin
een tijdje met zijn vrouw in Ber
lijn te kunnen wonen. Deze vrien
din, Lies, kwam bij hen inwonen
en lette op elk dubbeltje dat zij
uitgaven. Marie Peers, Heijer
mans' toenmalige vrouw, heeft
een aantal anecdotes over de be
moeizucht van deze geldschiet-
ster genoteerd. Zo schreef zij on
der meer: „Als we kip aten en er
werd gescheld, dan rende Her
man naar de voordeur en keek
door het kijkgaatje...waren het
Lies en Jozef, dan brachten we de
kip in de keuken en deden alsof
we al gegeten hadden. Lies vond
immers kip te duur voor ons".
De angst voor de boze buur
vrouw wordt in 'Eva Bonheur' op
een aanstekelijke manier opge
roepen. Bij elk moment van ple
zier of vreedzaam geluk hou je je
hart vast: als dat idiote mens de
boel maar niet komt verzieken! In
de voorstelling, die nu in de Am
sterdamse Stadsschouwburg te
zien is, kwam dit effect het best
tot zijn recht in de lange maaltijd
scène in het tweede bedrijf. De
dochter en haar aanstaande man
hebben voor de jarige moeder al
lerlei lekkers in huis gehaald. Ze
zijn van plan eens flink feestelijk
uit te halen, ook al om hun lief
desgeluk te etaleren.
In het twee verdiepingen tel
lende decor (een mooie creatie
van Miijarn Grote Gansey), zien
we beneden de uitgelaten vrolijk
heid van Jasper en de zijnen. Oh,
wat zijn ze blij dat 'tante Eef zich
niet vertoont! Zij weten niet dat
boven de oude heks op haar knie
ën ligt en door een gat in de vloer
het verboden bacchanaal gade
slaat. Je ziet haar denken: „Dat
zijn mijn centen, verdomme, mijn
centen!...". De bange vermoedens
worden bevestigd. Ze komt in
derdaad de trap af en ze gaat de
kamer binnen.
Het is alsof een dominee voor
bij komt.
Zelfs de ironiserende koos
naampjes, waarmee Jasper haar
het hele stuk door aanroept (Sylfi-
de, charmante krekel, appendix
van m'n ziel), bieden hier geen
uitkomst meer. Er heerst een be
grafenisstemming waar de koude
rillingen je van over de rug lopen.
Helaas waren er niet genoeg
van zulke momenten om je volle
dig aan de voorstelling over te ge
ven. Dat lukte wel heel goed bij
de eenacters die een tijdje gele
den te zien waren -bij 'Het Kind',
'Nocturne' en 'Saltimbank' kreeg
menigeen natte ogen- maar bij de
ze avondvullende 'Eva Bonheur',
althans bij de première ervan,
slaagden de acteurs er net niet in
om hun personages de noodzake
lijke geloofwaardigheid te geven.
Het probleem van 'Eva Bon
heur' is dat een interessant thema
moet worden uitgebeeld-met wei
nig aantrekkelijke karakters. Het
had er alle schijn van dat vooral
Gees Linnebank (Jasper) en Edda
Barends (Eva Bonheur) zich als
het ware schaamden voor hun
middelmatige karakters. Daar
door behielden zij teveel afstand
tot hun rol. Edda Barends was
vaak te karikaturaal hysterisch en
Linnebank had duidelijk moeite
met Jaspers plotselinge woede-
uitbarstingen.
Flaubert vond datje aan een ro
man niet mocht merken dat hij
geschreven was: de schrijver
moest als God overal aanwezig
zijn, rnaar onzichtbaar blijven.
Eddy Habbema vindt dat hetzelf
de geldt voor een regisseur. In
mijn ogen is dat een respectabel
standpunt, zeker nu de mode een
andere speelstijl dicteert. Maar
net als zijn belangrijkste acteurs,
laat ook hij wat steekjes vallen die
de illusie verstoren. Er zal toch,
bijvoorbeeld, niemand zijn die
zich laat vernobelen door de sui
kerzoete verzoening aan het ein
de?
Het is nu ook weer niet zo, dat u
zich de gang naar het Leidseplein
maar beter kunt besparen. Het
stuk is achttien jaar niet te zien
geweest (terwijl Esther de Boer-
van Rijk alleen al meer dan 750
keer Eva Bonheur gespeeld heeft)
en wie weet hoe lang het duurt
voor het opnieuw tot een uitvoe
ring komt. Bovendien zijn het al
leen de tragische scènes die in de
ze voorstelling niet goed tot hun
recht kwamen, de komische zijn
veel beter gelukt.
HANS STUPERS
Mijs Heesen en Gees Linnebank in Herman Heijermans 'Eva Bonheur'.
BRUSSEL (AFP/ANP) - De Belgi
sche striptekenaar Jean-Michel
Charlier, schepper van striphelden
al3 Buck Danny, Roodbaard de Pi
raat, Luitenant Blueberry, Tanguy
en Laverdure en vele anderen, is
dood. Hij overleed in de nacht van
zondag op maandag in een zieken
huis in Saint-Cloud in de omgeving
van Parijs, waar hij drie weken gele
den werd opgenomen met een nier-
infectie. Charlier werd 64 jaar. De
man wiens vele striphelden tiental
len jaren konden rekenen op een
grote schare fans woonde al gerui
me tijd in Parijs. Met name Buck
Danny en Blueberry groeiden uit
tot enkele van de populairste strip
figuren van de afgelopen 40 jaar.
Charlier was de scenarioschrijver
- en met Victor (Vic) Hubinon ook
de tekenaar - van de serie van Buck
Danny. De met een spuuglok uitge
ruste Buck beleefde met zijn kame
raden Tumbler en de in zeven sloten
tegelijk lopende Tuckson vele
avonturen als piloot bij de Ameri
kaanse marine.
Charlier werd op 30 oktober 1924
geboren in Luik. Hoewel hij al 33
jaar in Parijs woonde behield hij
zijn Belgische nationaliteit.
Van het popconcert naar de veemarkt
NIJMEGEN - Concert Pink
Floyd in het Goffertpark, Nijme
gen. David Gilmour, zang, gitaar;
Richard Wright, keyboards, zang;
Nick Mason, drums; John Carin,
keyboards, zang; Scott Page,
saxofoon, gitaar; Guy Pratt, bas
gitaar, zang; Tim Ren wiek, gitaar,
zang; Gary Wallis, percussie; Ra
chel Fury, Lorelei McBroom,
Durga McBroom, backing vocals.
"Het volgende nummer duurt een
stuk korter", belooft David Gil
mour. "Dit duurt een kwartier."
Pink Floyd doet net of er niets ge
beurd is. Of punk en new wave
niet (letterlijk) korte metten heb
ben gemaakt met het gefreak van
de jaren zeventig. En ruim tien
jaar na de revolutie van Johnny
Rotten en zijn maten komt nog
steeds de grootst denkbare massa
naar een concert van een symfo
nische rockgroep.
Goed, de helft zit inmiddels jin
een geleasde Saab ('Money, it's a
gas!'), maar men geniet alsof men
nog 15 jaar jonger is. Men brult
toevallig onthouden teksten en
melodielijnen mee zonder precies
te weten of dat nou van 'Umma-
gumma' of van 'The dark side of
the moon' is. Pink Floyd zorgt
voor een nog niet eerder vertoond
spektakel, of men moet toevallig
naar het vorige optreden van de
herrezen David Gilmour zijn ge
weest. Een kolossaal varken aan
een kabel die dreigend boven de
mensenmassa bungelt, een pijl
snel over de menigte scherend
bed, lichtrobots, laserstralen,
magnesiumvuur en natuurlijk
(maar dat is voor Floyd-begrip-
pen ouderwets) quadrofonisch
geluid van absolute topklasse.
Er zijn mensen die beweren dat
het trio Gilmour, Mason en
Wright niet zonder Roger Waters
aan hun tweede puberteit had
mogen beginnen. Ik ben niet zo
thuis in ethiek; ik luister naar de
muziek en stel vast dat het welis
waar allemaal nergens toe dient,
dat voorlezen uit eigen werk,
maar dat het wel heel erg mooi
klinkt. En daar is toch niet zo veel
op tegen? Goed, het is een avond
je gekrabd worden over heerlijke
oude bultjes ('Us and them', 'Mo
ney', 'Another brick in the wall',
'A momentary lapse of reason'),
maar iedereen weet toch dat er
verder geen pretenties nagejaagd
worden?
Of het moet het realiseren van
De Perfecte Show zijn. Want dat
is het, dit ongelooflijke elektroni
sche circus dat van openings
nummer tot laatste toegift strak
door computers is geregisseerd.
De Floyd hééft al nooit overgelo
pen van spontane musiceer-
vreugde en dat is nu, net als de
muziek zelf eigenlijk, helemaal
verleden tijd. Het gaat om de mas
sale beleving van nog massalere
effecten en elk effect wordt met
gejuich begroet. Als de projectie
op het centrale scherm even pau
zeert kijkt men al verwachtings
vol naar boven of er niet een tapijt
van laserstralen wordt gelegd en
als Gilmour c.s. de fans plagen
door een effectvrije periode van
wel 20 seconden in te lassen, be
gint men ongedurig te klappen.
Gevolg van al die massaliteit is
dat de muzikanten poppetjes
worden op 500 meter afstand, die
net als een straaljager met hun vi
suele verschijningsvorm een se
conde te snel zijn ten opzichte
van het geluid. De lichtrobots zijn
daar op afgesteld, maar van de ge
staag heupwiegende zangeressen
(wat valt er bij Pink Floyd eigen
lijk te heupwiegen?) kun je zoiets
niet vragen.
Veemarkt
Niet alleen de nummers duurden
gisteravond in Nijmegen wat lan
ger, ook het verlaten van het Gof
fertpark verliep niet echt soepei
tjes. Zo mag je dik een uur drin
gen en voetje voor voetje voort-
schuivelen toch wel omschrijven,
Eenmaal bij de auto gearriveerd
begon de ellende pas goed. Het
was half drie in de nacht, toen ik
de tweede versnelling voor het
eerst kon gebruiken. Onderweg
kwam ik de eerste veehandelaren
van de markt in Doetinchem al te
gen. Nee, zelfs een topact uit de
jaren tachtig krijgt mij met geen
stok meer naar Nijmegen.
DIRK WILLEM ROSIE
Neergestreken
gevoel in werk
Bernie Autsema
Expositie met olieverfschilderijen van Ber
nie Autsema, t/m 5 augustus. Bleijenberg
Lijsten, Breestraat 113, Leiden. Geopend
di. t/m za. van 9 -18 uur en do. avond van
18-21 uur.
LEIDEN - In de koelte van de
beneden het straatniveau gele
gen expositieruimte van lijsten
makerij Bleijenberg straalt de
warme, gele toon in enkele ab
stracte kleurencomposities van
de Leidse kunstenares Bernie
Autsema je tegemoet. Het meest
in het oog springend zijn in dit
opzicht twee nagenoeg identie
ke schilderijen die wat sfeer en
opbouw betreft verschillen van
de overige werken. De intensi
teit van het in licht reliëf opge
zette vlak, waarop gracieus be
wegende banen zijn aange
bracht, brengt de gedachten op
de groei van de natuur onder in
vloed van het warme zonlicht.
Bernie Autsema herhaalt in
andere stukken niet deze sobe
re, ingehouden vorm, maar gaat
heel direct uit van de zelfstandi
ge werking en de emotionele be
tekenis van de kleuren die het
totale vlak beheersen. Autse-
ma's schilderijen dragen geen ti
tels, waardoor ieder is vrijgela
ten om de uitstraling, die van
werk tot werk kan verschillen,
te ondergaan. Zo contrasteert de
krachtige bundeling van kleur-
toetsen van een van de dertien
geëxposeerde stukken met een
naburige compositie, die een
meer poëtische inslag vertoont
en het gevoel geeft dat je in een
nevel van kleur boven de aarde
zweeft
Een aantal doeken geeft door
de pasteuze verflaag en de plaat
sing van de kleurvlakken ten
opzichte van elkaar een dyna
misch beeld te zien. Naast los
gemodelleerde vormen komen
ook onderling nauw verweven
partijen voor. In een schilderij
bjj de waterput wordt de blik
aangetrokken door een helder
blauwe, uitwaaierende vorm die
associaties oproept met water
dat uit een bron opwelt, waarbij
de lichtere partijen er omheen
het licht lijken te weerkaatsen.
De schilderijen verrassen tel
kens door verschillende ge
voelswaarden die het warme
kleurenpalet van Bernie Autse
ma weet op te roepen. Met dit
krachtige werk levert Bernie
Autsema vanuit weer een ande
re invalshoek een goede bijdra
ge aan de afwisselende reeks
tentoonstellingen bij Bleijen
berg.
NANCY STOOP.
Pink Floyds leadzanger David Gilmore.
door
Emiel Fangmann
LEIDEN - Karei van het
Reve waarschuwde jaren ge
leden de slavisten aan de
Leidse universiteit, dat er
voor hen waarschijnlijk
geen werkgelegenheid zou
zijn. Maar dankzij perestroj
ka en glasnost zijn de studies
Slavische taal- en letterkun
de en Ruslandkunde toch
populairder dan ooit. Het
aantal eerstejaars studenten
overtreft al het aantal eerste
jaars neerlandici.
In dat gunstige klimaat werd ruim
1 een jaar geleden 'De- Slavische
Stichting te Leiden' opgericht, die
zich als doel stelt de studie en ken
nis der Slavische letteren te bevor
deren. "Het idee is op de universi
teit ontstaan, maar we zijn onafhan
kelijk. De Slavische Stichting geeft
onderdak aan slavisten, die in hun
vak willen blijven", benadrukken
voorzitter Petra Couvée en pen
ningmeester Annemieke Marinis-
sen. Hun verhaal voert van de klein
dochter van Stravinsky via de ver
dwenen grafsteen van Nicolaas van
Wijk naar het toneelwerk van
Tsjechov.
"Het begon met een werkgroep
van docent Jan Paul Hinrichs over
de Russische emigratie naar Parijs
in de jaren twintig", legt Annemie
ke Marinissen (29) uit. "We kwamen
er toen achter dat er in Parijs een he
le generatie Russen aan het verdwij
nen is, die na de* revolutie hun va
derland ontvluchtten. Er moesten
zo snel mogelijk studenten op af om
leven en werk van deze minder be
kende literatoren vast te leggen".
Omdat de meeste doctoraalscripties
op de vakgroepen van de universi
teit in een lade verdwenen en het
bovendien bijzonder stimulerend is
voor een student het vooruitzicht te
hebben een studie daadwerkelijk
gepubliceerd te zien, besloten zes
slavisten de Slavische Stichting in
het leven te roepan. Uitgeven is
haar belangrijkste activiteit.
Marinissens scriptie over Anatoly
Steiger (1907-1944), die in Parijs een
klein poëtisch oeuvre schiep, ver
scheen in de reeks 'Dimplomnye ra-
boty' en is daardoor met een ISBN-
nummer gemakkelijk in bibliothe
ken te vinden.
Voorzitter Petra Couvée (28) wijd
de haar scriptie aan de kwalitatief
hoogstaande Anna Prismanova
(1898-1960), een zeer originele dich
teres die we nu 'gedoemd' zouden
noemen, en niet alleen omdat ze
haar gezinsleven verwaarloosde
door 's nachts te schrijven en over
dag te slapen. Net als Steiger kwam
deze dichteres pas in Parijs tot bloei
en is ze niet te vergelijken met de
auteurs die voordat ze naar Parijs
kwamen in Rusland al naam had
den gemaakt, zoals Boenin, Choda-
sevitsj en Tsvetajeva.
Couvée kwam in Parijs zelf in het
emigrantenwereldje terecht. "Ik
deed daar een cursus Russisch en
toen werd er gezegd dat zich onder
de aanwezigen ook een kleindoch
ter van de componist Stravinsky be
vond. Maar zij was natuurlijk altijd
bekeken als een kleindochter van
Stravinsky. Zij bleek echter ook de
dochter van de dichter Joeri Man
delsjtam. Mijn studiegenoot Ed
Weeda vond bij haar nog gedichten
en brieven in een oude schoenen
doos en studeerde vervolgens op
Mandelsjtam af', vertelt ze enthou
siast.
De scripties over Mandelsjtam en
Prismanova kwamen in de loop van
1988 gereed. De Slavische Stichting
slaagde er in de Haagse uitgeverij
Leuxenhoff Publishing te interes
seren. Onder de hoede van de Stich
ting komen daarom dit jaar weten
schappelijke uitgaven uit, die op de
scripties zijn gebaseerd. De gedich
ten worden in het Russisch afge
drukt, voorwoorden en noten zijn
engelstalig.
Gevraagd naar de kwaliteit van
deze buiten de Sovjetunie ontstane
Russische poëzie zijn Marinissen en
Couvée het eens: "Je moet deze uit
geefactiviteiten zien in het kader
van de studie van de slavistiek. In
dat kader is deze poëzie zeer interes
sant. Zij zou anders niet worden uit
gegeven".
Van Wijk
De Slavische Stichting beijvert zich
ook voor het werk van Valerij Pere-
lesjin (1913), ook wel de dichter met
de drie vaderlanden genoemd (Rus
land, China en Brazilië), bekend te
maken. Secretaris Hinrichs van de
Stichting kreeg van Perelesjin zijn
archief, dat zich nu in de Leidse uni
versiteitsbibliotheek bevindt. De
Stichting distribueert de oorspron
kelijke oude bundels van Perelesjin
en Hinrichs bezorgt dit jaar bij
Leuxenhoff het vroege werk. Pere
lesjin was onlangs een der promi
nenten op Poetry International,
waar de Slavische Stichting een
stand had.
Couvée vult aan: "Maar we zfjn ei
genlijk voor het eerst naar buiten
getreden op de Van Wijk-dag verle
den jaar. Op die dag in oktober was
het 75 jaar geleden dat Nicolaas van
Wijk als eerste hoogleraar slavistiek
in Leiden benoemd werd. Hij is d£
grondlegger in Nederland". De acti
viteiten van de Stichting strekken
zich dan ook niet louter uit tot het
heruitgeven van Van Wijks 'Russi
sche indrukken', ze draagt binnen
kort ook zorg voor Van Wijks graf
steen.
Marinissen: "Van Wijk stierf in
1941 en werd op Rhijnhof begraven.
In de loop der jaren zijn de betalin
gen door de familieleden om de
grafsteen te onderhouden gestaakt
en is deze verwijderd. Het is een bij
zondere steen met Cyrillische te
kens. Deze steen bleek opgeslagen
en de Stichting zorgt er voor dat die
wordt teruggeplaatst".
Met docent Jan Paul Hinrichs in
de gelederen heeft de Stichting een
grote animator. Deze vakreferent
van de universiteitsbibliotheek was
een der oprichters van de 'Cahiers
van De Lantaarn' in 1978. Een pret
tig geprijsde serie die in eigen be
heer werd uitgegeven en nationale
faam verwierf. Het deel dat op de
Slavische letteren gericht was werd
door de Stichting overgenomen. De
reeks bestaat voornamelijk uit lite
raire vertalingen. Dit jaar verscheen
een herziene druk van de gedichten
van F.I. Tjoettsjev. Romantische
negentiende eeuwse poëzie, vak
kundig vertaald door Frans-Joseph
van Agt, de oud-ambassadeur in
Moskou. De nieuwe vertaling van
Poesjkins 'De stenen gast' kwam
uit, vertaald door de groep rondom
Karei van het Reve. Van de hand
van Petra Couvée en Nony Ver
schoor is de vertaling van 'Het uit
eenvallen van het atoom' van Geor-
gi Ivanov, een werkje dat zelfs in het
Parijse emigrantenmilieu van 1938
niet goed viel, wegens vermeende
perverse passages. "Het is een soort
existentialistisch prozagedicht",
zegt Couvée nu.
'Klein maar fijn' leek een benaming
voor het gesternte waaronder de
Stichting werd geboren. Maar klein
is ze niet gebleven. Recensies van
enkele uitgaven in literaire bijlagen
van landelijke kranten en tijdschrif
ten droegen bij aan de naamsbe
kendheid. "We hebben opmerkelijk
veel donateurs uit België", zegt
Couvée, hiermee duidelijk makend
dat de Stichting een speciale plaats
in het Nederlandse taalgebied
heeft. "De eerste donateursbijeen
komst, eind mei in Leiden, was suc
cesvol volgens Couvée en Marinis
sen. "We hadden een themadag ge
organiseerd over het toneelwerk
van Tsjechov. Nu dit weer in de be
langstelling komt, wordt er ge
vraagd naar moderne vertalingen.
De Leidse uitgeverij Plantage heeft
daarom Tsjechovs minder bekende
eenakters onlangs uitgebracht, ver
taald door Van het Reve's groep.
Maar daar zijn wij als Stichting
maar zijdelings bij betrokken ge
weest. Op de donateursdag is 'Over
de schadelijkheid van tabak' opge
voerd en Elisabeth Andersen deed
verslag van haar ervaringen met het
spelen van Tsjechov onder de ver
maarde regisseur Sjarov".