'Hij was een prins in
1) li rgerman skostu urn
Een realist met een abstract oog
I illllllllllllll
Andreas Oosthoek (47) schrijft biografie dichter Martinus Nijhoff
Directeuren
musea tegen
plan Fuchs
Solzjenitsyns boeken gepubliceerd in USSR
Orgelconcert
DINSDAG 4 JULI 1
De dichter en PZC-
redacteur Andreas
Oosthoek schrijft een
biografie van Martinus
Nijhoff. Het Amsterdams
Fonds voor de Kunst,
geadviseerd door Carel
Blotkamp, Anton
Korteweg en Elmer
Schönberger, kende
daarvoor vorige week de
opdracht toe. Wie Martinus
Nijhoff (1894-1953) is, mag
genoegzaam bekend
worden verondersteld.
Zijn 'poésie pariante' is tot
op de dag van vandaag een
begrip. Met onder meer de
dichtbundels De
Wandelaar, Vormen,
Nieuwe Gedichten en de
grote gedichten Awater en
Het Uur U maakte hij
naam.
Dat die dichter een
levensbeschrijving
verdient, zal door weinigen
in twijfel worden
getrokken. Zoals Oosthoek
het zegt: "Het wordt de
hoogste tijd dat we het
behalve over de vorm en
interpretatie van de
gedichten, ook eens over de
vent zelf gaan hebben".
door
Jan van Damme
VLISSINGEN - Hij heeft het over
het kalkbranderig wit van het huis,
zoals je dat wel rond de Mediterra-
née ziet, afstekend tegen de be
groeiing van de duinvoet, een groe
ne hel. Het geheel, vond hij, had een
zekere stijl. Hij laat het binnenkort
renoveren, het is er aan toe. Toch
was het niet alleen de architectuur
van huis en omgeving. "Een huis
kan een ziel hebben. Ik heb het dan
zuiver over de ambiance. Laten we
zeggen: l'ame de poète. De tradities
waarmee je te maken wilt hebben
komen er tot verstoffelijking."
Het wit, het groen, de bewoners.
Die elementen troffen Andreas
Oosthoek toen hij als jong kunstre
dacteur van de Provinciale Zeeuw
se Courant in 1965 voor het eerst op
de stoep stond van het huis aan de
voet van de Walcherense duinen bij
Valkenisse. Dat was het eerste con
tact met de familie Nijhoff. Eerst
raakte hij bevriend met Netty Nij^
hoff-Wind (1897-1971), de bewoon
ster van het huis. Zij was van 1916
tot 1950 getrouwd geweest met de
dichter Martinus Nijhoff. In 1967
ontmoette hij haar zoon Faan (Wou
ter Stefaan, 1916-1986), met wie hij
eveneens een vriendschap voor het
leven zou opbouwen.
Vorige week verstrekte het Am
sterdams Fonds voor de Kunst aan
Andreas Oosthoek (1942) de op
dracht voor het schrijven van een
biografie van Martinus Nijhoff. Die
toekenning, tevens erkenning,
heeft alles te maken met de stap op
de stoep in 1965. Oosthoek werd in
dat jaar opgenomen in de Nijhoff-
kring. Dat hij na het overlijden van
Netty Nijhoff in 1971 op aandrang
van haar zoon het Walcherense pied
a terre van de familie betrok, is daar
het tastbaar bewijs van. Een lotsbe
schikking, die hij bij het eerste be
zoek voorvoelde. Hier kom ik te wo
nen, wist hij meteen.
"Voor mij horen de mensen er
nog steeds bij, ze zijn er nooit hele
maal uit verdwenen. Ik had er geen
behoefte aan het huis door en door
m'n eigendom te maken. De geest
Andreas Oosthoek: "Als je zo'n erfenis accepteert dan r,
ting op je het vlammetje brandend te houden".
van de familie hangt er nog. Zolang
Ik er ben, zal dat zo blijven. De Nij-
hoff-periode is een belangrijk deel
van mijn leven".
Er is meer dat Oosthoek aan de
schrijversfamilie bindt. Faan Nij
hoff liet hem bij zijn dood in 1986 de
rechten na van het werk van zijn ou
ders. Dat houdt in: de gedichten en
het kritisch proza van Martinus Nij
hoff, de brieven aan zijn vrouw en
de romans en verhalenbundels van
Netty Nijhoff. Bovendien erfde hij
negatieven van Faan die stammen
uit de jaren dertig, de tijd dat de Nij-
hoff-zoon onder het pseudoniem
Stephen Storm als fotograaf op het
atelier van Man Ray en later ook
zelfstandig in Parijs werkte.
Vlammetje
"Als je zo'n erfenis accepteert," zegt
Oosthoek, "dan neem je de ver
plichting op je om het vlammetje
brandende te houden. Je praat met
de uitgever over een tussentijdse
uitgave van de gedichten, van het
kritisch proza. Ik ben op afstand be
trokken bij de uitgave van de
nieuwste leeseditie van de Verza
melde Gedichten die nu wordt
voorbereid door Gillis Dorleijn en
Wiljan vanden Akker. Ook met het
werk van Netty Nijhoff moet nog
iets gedaan worden. Haar boeken
hebben nooit het succes gehad dat
ze hadden moeten hebben. Toch is
het zo dat van de roman 'Twee meis
jes en ik', haar debuut in 1931, jaren
lang gemiddeld één exemplaar per
dag werd verkocht. Merkwaardig
genoeg wordt ze niet meegenomen
in de herwaardering van vrouwelij
ke schrijvers. Haar concept was an
ders, zeker niet feministisch, erg be
schouwelijk. Misschien zit er een te
breedvoerige psychologie in haar
dialogen".
Over Faan Nijhoff staat een boek
je op stapel, dat onder de titel 'De
onbekende fotograaf Stephen
Storm' zal verschijnen.
En dan is er natuurlijk de biogra
fie. Het Fonds voor de Kunst gaat
ervan uit dat de biografie in 1994 in
de serie Open Domein van de Arbei
derspers zal verschijnen. Oosthoek
heeft de afgelopen jaren al veel ma
teriaal verzameld. Een groot deel
van de correspondentie van Nijhoff
is echter verdwenen: hij hield er
niet van sporen buiten zijn gepubli
ceerde werk na te laten. Oosthoek:
"Dat is heel merkwaardig voor ie
mand die vond, dat je een publiek
wezen werd zo gauw je een gedicht
had gepubliceerd. Als er dan naar je
achtergronden werd gevist, dan had
je dat voor lief te nemen. Dat heeft
hij zelf niet gedaan".
Oosthoek heeft de dichter nooit
ontmoet. In theorie zou het net ge
kund hebben. Echter, Martinus Nij
hoff kwam na de scheiding van zijn
vrouw in 1950, de afsluiting van een
huwelijk waarin de echtelieden
meestentijds ver van elkaar verwij
derd waren, niet meer in Zeeland.
Drie jaar later, vlak voor de waters
noodramp, overleed hij.
Zielen
Hoe ziet Andreas Oosthoek Marti
nus Nijhoff? "In die man huisden
tenminste twee zielen. Die enorme
gespletenheid is een zorg voor de
biograaf; anderzijds is het ook een
garantie voor een zekere spanning.
Er is wat met de man aan de hand.
Verwacht daar geen sensatie van.
Er rollen geen aangeschoten hospi
ta's door trapportalen. Nijhoff heeft
Elsschot eens een prins in het kos
tuum van burgerman genoemd. In
die paar woorden heeft hij een tref
fend zelfportretje gegeven. Hij was
afkomstig uit een zeer succesrijk
burgermilieu. Zijn vader bouwde
een werelduitgeverij op, die in de la
ge landen haar weerga niet kende.
Dat klimaat drukte een stempel op
mensen, dat naast de liefde voor het
boek vooral te maken had met de
verworvenheden van de burger. Ik
vind dat heel duidelijk terug in de
figuur van Nijhoff. Hij koesterde
zijn lintjes, adviseerde de minister
van onderwijs, kunsten en weten
schappen over het spellingsvraag-
stuk. En hij is reservekapitein in het
leger geweest. Bij de slag aan de
Grebbeberg liep hij een beenwond
op, waardoor hij de rest van zijn le
ven wat moeilijk liep. Hij was een
causeur en een charmeur, iemand
van het volle oud-Europese leven,
de cultuur die daar bij hoort. Zijn
moeder vormde de andere compo
nent. Zij leefde aan de zijde van een
miljonair met een zomer- en een
winterauto. Zelf weigerde ze daarin
te rijden. Maar ze collecteerde wel
voor het Leger des Heils, en ze was
diep gelovig. Nijhoffs liefde voor
het woord kan waarschijnlijk mede
vanuit een bijbelse interesse wor
den verklaard".
"Natuurlijk heb je ook de dode
lijk scherpe intelligentie van de
man. Lees zijn kritisch proza er
maar op na, dat is veel meer cultuur-
dan literatuurbeschouwend, het is
in brede zin zoekend om op onver
wachte plaatsen te vinden".
Wat de poëzie van Nijhoff betreft,
hoeft er volgens Oosthoek geen
misverstand te bestaan. "Een bepa
lend deel van het oeuvre staat voor
een kanjer. En ik wil het niet afvlak
ken door eraan toe te voegen: voor
Nederlandse begrippen. Roland
Holst heeft gezegd, dat Nijhoff we
reldberoemd zou zijn geworden als
hij in een andere taal had geschre
ven. Dat is over meer mensen ge
zegd, maar in dit geval kan ik het er
mee eens zijn. De Duitse vertaling
van een mooi deel van zijn werk
De dichter Martinus Nijhoff.
heeft in Duitsland recent tot een ze
kere enthousiaste bewondering ge
leid".
Verwantschap
Hoe de biograaf aankijkt tegen zijn
hoofdpersoon, bepaalt voor een niet
onbelangrijk deel de strekking van
het uiteindelijke levensverhaal.
Daar komt in het geval van Oost
hoek nog een facet bij. Hij is zelf
dichter, twee jaar geleden publi-
ceerde hij bij Meulenhoff een keuze
uit zijn eigen gedichten onder de ti
tel 'De bladen terug'. Een dichter,
die over het leven van een dichter
schrijft. Voelt Oosthoek in zijn ei
gen poezie een verwantschap met
de hoofdrolspeler van zijn biogra
fie?
"Nijhoff wordt een overgangs
dichter genoemd. Hij was van be
lang voor de dichters van zijn eigen
en ook voor die van de volgende ge
neratie. En daar blijft het volgens
mij niet bij. Nijhoff klinkt tot op de
dag van vandaag als vernieuwer van
de taal door, iemand die tikken uit
deelt. Het is best mogelijk dat ik
daar een tik van mee heb gekregen.
Nijhoff was virtuoos, hij heeft bij
voorbeeld prachtige dingen gedaan
met de psalmberijming. Wie zich
bezig houdt met de mogelijkheden
van taal, en ik ben zo iemand, kan
daar gegrepen door raken".
Oosthoek zal zich bij het schrij
ven van de biografie, zoveel is hem
inmiddels duidelijk geworden,
strenge beperkingen moeten opleg
gen. "Het resultaat van mijn werk
zal niet te vergelijken zijn met de
biografie, zoals die vorig jaar van
Achterberg is verschenen. Daarin is
de dichter Achterberg in feite de
enige figuur die werkelijke impor
tantie heeft. In het geval van Nijhoff
kom je terecht in een Europese con
text, waarin de mensen om hem
heen veel belang hebben. Ze reis
den veel, Martinus Nijhoff en Netty,
zijn maar korte tijd echt bij elkaar
geweest, daarna trokken ze elkaar
door heel Europa achterna. Een be
schrijving van zo'n huwelijksgang
is onontkoombaar. Van Netty en
Faan zouden aparte biografieën
kunnen worden geschreven. Je
hebt ook het polyglotte beeld; Faan
beheerste het Grieks, Italiaans, hij
kon vanuit het Duits op Full Oxford
overschakelen. Je hebt daarnaast
de langdurige periodes in het bui
tenland. Bovendien zal ik toch ook
aandacht aan de ontwikkeling van
de uitgeversfirma moeten besteden,
daar ontkom ik niet aan. Beperken,
dat zal hard nodig zijn. Want, zoals
ik het nu zie heb ik echt het gevoel:
je bent vertrokken voor je het
weet".
AMSTERDAM (GPD) - Een
zestal collega's uit de museum
wereld probeert directeur Rudi
Fuchs van het Haags Gemeente
museum ervan te weerhouden
enkele schilderijen uit 'zijn' mu
seumcollectie te verkopen. De
zes - Beeren (Amsterdam), Crou-
wel (Rotterdam), Haks (Gronin
gen), Van Grevenstein (Maast
richt), Debbaut (Eindhoven) en
Oxenaar (Hoge Veluwe) - heb
ben hun bezwaren kenbaar ge
maakt in het zogenoemde mini-
convent, een overleg van muse
umdirecteuren die een groot
deel van hun budget besteden
aan moderne kunst. Begin au
gustus komt het mini-convent
opnieuw bij elkaar om over de
zaak te praten.
Fuchs heeft in een nota aan de
Haagse gemeenteraad voorge
steld het aankoopbudget van
het museum te verhogen tot
twee miljoen gulden per jaar. In
dien dit niet mogelijk is, wil
Fuchs toestemming voor een
'eenmalige verkoop'. Hij denkt
daarbij aan twee Picasso's en
een Monet. Met de opbrengst
van de verkoop - circa veertig
miljoen gulden - zou een fonds
gesticht moeten worden. Van de
rente zouden nieuwe aankopen
gedaan kunnen worden.
Volgens Wim Crouwel van het
Rotterdamse museum Boy
mans Van Beuningen is de zaak
nog lang niet afgerond. „We
hadden afgesproken dat we er
eerst ook nog in een breder ver
band over zouden praten. Fuchs
heeft in een eerder gesprek ge
zegd dat hij een beslissing zou
opschorten. Daarom verbaast
het mij dat hij zijn plannen nu
toch in een nota heeft verwoord.
Wij zulllen proberen hem van
een eventuele verkoop te weer
houden, maar uiteindelijk heeft
hij de volle vrijheid te doen wat
hij wil. Daar hebben wij niets
over te zeggen".
De nota van Fuchs staat voor 6
juli op de agenda voor een ver
gadering van de Raadscommis
sie Cultuur van de gemeente
Den Haag. Een voorlichter
de gemeente verwacht echter
niet dat er voor begin augustus
een definitieve beslissing valt.
„Er ligt nog niet eens een raads
voorstel. Bovendien gaat het in
die nota om veel meer dan alleen
die verkoop". Het ministerie
van wvc beschouwt de kwestie
volgens een woordvoerder in dit
stadium als een „interne zaak.
Natuurlijk heeft de rijksover
heid formeel de bevoegdheid
een eventueel besluit ongedaan
te maken, maar dat is nu nog
niet aan de orde. Wel wordt e
de Rijkscommisie voor Musea
over gepraat of de musea niet
meer vrijheid zouden moeten
krijgen om te ruilen of eventueel
te verkopen en onder welke
voorwaarden dat dan zou rr
ten gebeuren".
Rudi Fuchs kon in verband
met een verblijf in het buiten
land niet om commentaar wor
den gevraagd. Zakelijk direc
teur C. List van het Haags Ge
meentemuseum noemt de optie
tot verkoop „nog altijd zeer seri
eus. Meer kan ik er helaas niet
over zeggen".
Collages en foto's van Ellsworth Kelly in museum Overholland
'Barn Door, 1968 van Ellsworth Kelly.
MOSKOU (UPI/DPA) - De reha
bilitatie van de Sovjetrussische
schrijver Aleksandr Solzjenit-
syn lijkt ophanden. De officiële
schrijversbond van de Sovjetu
nie heeft voorgesteld de schrij
ver zijn staatsburgerschap en
zijn lidmaatschap van de bond
terug te geven en het Sovjetrus
sische literaire maandblad Novy
Mir begint in augustus met de
publikatie van grote fragmenten
uit de 'Goelag Archipel' van
Aleksandr Solzjenitsyn.
De besluiten van de schrij
versbond kunnen-de weg vrij
maken voor een terugkeer van
Solzjenitsyn naar de Sovjetunie,
die hij in 1974 moest verlaten na
dat 'Goelag Archipel' in het
Westen gepubliceerd was.
Sindsdien woont hij in de Vere
nigde Staten. In de Goelag Ar
chipel beschrijft Solzjenitsyn
het systeem van werkkampen
en politieke onderdrukking
sinds de oprichting van de Sov
jetunie.
Met ingang van augustus
brengt Novy Mir vier maanden
lang grote fragmenten uit het
boek dat leidde tot Solzjenit
syns arrestatie en daaropvolgen
de verbanning. "Wij hebben be
sloten te beginnen met Goelag
Archipel omdat dit een van de
belangrijkste, unieke en een van
de eerste werken is van Solzje
nitsyn", aldus Grigory Reznets-
jenko, de officiële secretaris van
Novy Mir. Hij noemde het boek
"een zeer gezaghebbende studie
over deze uiterst gecompliceer
de en tragische periode in onze
geschiedenis".
Volgend jaar zullen andere
werken van Solzjenitsyn die
nooit in de Sovjetunie zijn gepu
bliceerd, 'De eerste cirkel' en
'Kankerpaviljoen', in Novy Mir
verschijnen. De schrijver heeft
Novy Mir al anderhalfjaar gele
den schriftelijk toestemming
gegeven zijn werken uit te bren
gen, aldus Reznetsjenko. Eerde
re plannen de Goelag Archipel
uit te geven strandden verleden
jaar op verzet van het Kremlin.
AMSTERDAM - In één van de
bovenzaaltjes van Museum
Overholland hangt een door de
Amerikaanse kunstenaar Ells
worth Kelly uit een tijdschrift
geknipte foto van een aantal-
kinderen, op de rug gezien.
Over de contouren van de rok
en het vestje van één van de
meisjes loopt een zwarte inkt-
lijn. Rok en vest worden gere
duceerd tot twee rechthoeken,
waarvan er één een ronde bo
venkant heeft. Het is een van de
voorbeelden van hoe Kelly naar
de werkelijkheid kijkt: voor
werpen worden ontdaan van
hun betekenis en krijgen een
nieuwe inhoud als vorm zelf.
door
Henk Meutgeert
Ellsworth Kelly (1923) is in de jaren
zestig en zeventig vooral bekend ge
worden door zijn 'shaped canvas
ses', schilderijen die bijvoorbeeld
de vorm van een driehoek of een
halve cirkel hadden gekregen. Doe
ken die met de zichtbare werkelijk
heid schijnbaar niets van doen had
den. Schijnbaar, want Kelly nam
die werkelijkheid juist wèl als uit
gangspunt in zijn werk. Jarenlang
verzweeg hij dat gegeven, omdat hij
bang was dat men zijn werk "geen
kunst zou vinden". "Je moetje im
mers laten gelden en een 'schilderij'
maken", zei hij in het midden van
de jaren zeventig in een interview.
De tekeningen en collages die hij
sinds de jaren veertig maakte liet hij
dan ook jarenlang aan niemand
Museum Overholland presen
teert deze zomer de werken op pa
pier van Kelly, een zeer mooie ten
toonstelling die eerder in verschil
lende Amerikaanse musea te zien
was. Het bijzondere aan exposities
van dit soort werk is dat zij veel ver
tellen over de werkwijze van kun
stenaars. Zo ook met de werken op
papier van Kelly, die echter zowel
studies als zelfstandige kunstwer
ken zijn. In chronologische volgor
de hangen die werken, meestal col
lages waarin gebruik is gemaakt
van opgeplakt gekleurd papier, in
de kleine ruimten van het museum.
Kelly zelf vindt dat de presentatie in
Amsterdam er het best uitziet.
Dat de schilderijen en sculpturen
van Ellsworth Kelly ontleend zijn
aan de werkelijkheid wordt soms al
verraden door de titels die hij heeft
gebruikt. Dat er echter een zo direc
te relatie tussen die twee is, wordt
zeer duidelijk in een aantal foto's
van de situaties en dingen waarop
de schilderijen zijn gebaseerd. Fo
to's van een driehoekige schaduw
van een deur op een muur, een
openstaand kelderluik, een schuur
of een gebroken ruit. Motieven die
Kelly 'overzette' in abstract ogende
doeken en beelden. Met die metho
de van werken plaatste hij zich er
gens tussen de abstracte en realisti
sche kunst in. Een 'realist' die met
een 'abstract oog' naar de werkelijk
heid kijkt en op die manier zijn mo
tieven vindt.
In 1949 maakte Kelly in Parijs,
waar hij lange tijd woonde, een te
kening van een raam van het Musée
de l'Art Moderne. Hef, was een be
langrijk moment in zijn artistieke
ontwikkeling. Een rechthoekig vlak
in tweeën gedeeld, waarvan de on
derste helft opnieuw in drie recht
hoeken is verdeeld. In 1967 maakte
hij een foto van hetzelfde raam, als
documentatie en bewijs dat een ge
woon raam aanleiding was voor een
'abstracte' tekening. Want, zo zegt
Kelly, de figuratieve en abstracte
schilderkunst boden geen oplos
sing voor de problemen die hij zich
zelf stelde. "Waar ik ook keek, alles
wat ik zag leende zich voor mijn
werk, en het moest precies blijven
zoals het was, zonder enige toevoe
ging. Dat betekende een nieuwe
vrijheid: het hoefde niet meer geor
dend te worden". Op deze manier
plaatste Kelly zich buiten de toen
malige trend van het abstract ex-
pressionisme, waarin toeval en
spontaniteit om de voorrang voch
ten.
Door op zijn manier te kijken,
vond Kelly door de jaren heen zijn
onderwerpen. Een mooi voorbeeld
van die methode is een tekening
van een muur met een aantal regen
pijpen. In een volgende tekening is
die eerste versie bewerkt tot platte,
gekleurde vlakken op een witte ach
tergrond en op die manier ontdaan
van de directe aanleiding. Bij Kelly
is een platgetrapt kartonnen beker
tje al onderwerp'voor een schilderij.
De studies van schaduwen op een
trap of de takken van een boom zijn
niet alleen fascinerend door hun
vormen, maar vooral ook door de
kleur waarin ze zijn weergegeven,
waarin helblauw tegenover geel, of
inkzwart tegenover zinderend rood
wordt gezet. De wereld is een kunst
werk of heeft slechts een duwtje
van de kunstenaar nodig om dat te
worden.
Werken op papier van Ellsworth
Kelly. Tot en met 24 september in
Museum Overholland, Museum
plein 4 Amsterdam. Open: dage
lijks van 11 tot 17 uur. Catalogus in
het Engels, vouwblad in het Ne
derlands.
Lezers Schrijven -
"Het is misschien tendentieus om
als man te stellen dat mannelijke
journalisten beter schrijven dan
vrouwelijke journalisten maar ik
waag het er op. Natuurlijk kunnen
beiden technisch de top bereiken
en natuurlijk bevestigt de uitzonde
ring de regel maar toch zijn mannen
beter in staat nuances aan te bren
gen in hun artikelen. Een sprekend
voorbeeld van dit korte betoog (of
van mijn stellige overtuiging) was
zaterdag de recensie van Lidy van
der Spek over een orgelconcert in
Katwijk in het Leidsch Dagblad van
afgelopen zaterdag".
Als men bovenstaand stukje als
krantebericht in het Leidsch Dag
blad zou plaatsen dan stroomden er
ongetwijfeld dagenlang woedende
ingezonden brieven van emancipe
rende vrouwen binnen. Hoe durft
die man dat te schrijven! Toch mo
gen vrouwen blijkbaar ongestraft
dezelfde onzin beweren als het over
vrouwen gaat, blijkens het stukje
van Lidy v.d. Spek waaruit ik létter-
lijk (maar dan als variant op haar re
censie) geciteerd heb. Gevoel voor
nuances is haar vreemd maar ligt dit
aan het feit dat zij een vrouw is?
Deskundigheid! Dat verwachten
de luisteraars van een organist(e) en
het is totaal niet van belang of het
een man of een vrouw is die speelt.
Deskundigheid. Dat verwachten
de lezers van het LD óók van een
muziekrecensent(e). (En dan zal het
ons worst zijn of er een man of een
vrouw schrijft.)
Elly den Herder-Michielsen
Van Kempenstraat 13
Voorschoten