'Tweede Kamer te bedrijfsblind'
PvdA-ideoloog Joop van den Berg nu politiek hoogleraar in Leiden
3Britten zijn heel andersdie zien de
politiek als een verhaal soort rugby9
ZATERDAG 1 JULI 1989
EXTRA
PAGINA 25
Dr. Joop van den Berg (48): "Mocht de VVD op 6 september verlies lijden, dan vrees ik dat Voorhoeve het slachtoffer
ervan zal zijn. Wat dat betreft zijn ze meedogenloos, die liberalen". «otos wim Dijkman)
Het komt vandaag de dag nog maar
hoogst zelden voor dat een
krantejongen uitgroeit tot miljonair.
Evenmin ligt het voor de hand dat
iemands maatschappelijke loopbaan
zich van de journalistiek naar het
hoogleraarschap beweegt. Het
laatste is dr. Joop van den Berg
evenwel overkomen. Per 1 november
is de Alphenaar, de laatste acht jaar
directeur van de Wiardi Beekman
Stichting, benoemd tot hoogleraar
Nederlandse politiek en
parlementaire geschiedenis aan de
Rijksuniversiteit van Leiden. "Mijn
beperkte kwaliteiten in aanmerking
genomen ben ik blij dat ik dit werk
mag gaan doen". Vooruitlopend op
zijn eerste college geeft Van den
Berg alvast zijn visie op Den Haag
vandaag, gisteren en morgen.
door Gerard van Putten
Bekeken door de bril van dr. Joop
van den Berg functioneert de parle
mentaire democratie de laatste jaren
goed, maar met gebreken. Wie lan
gere tijd in de Tweede Kamer zit,
loopt volgens hem het risico zichzelf
te gaan overschatten. Bedrijfsblind
te raken.
"Als het gaat om globale kennis van za
ken over al hetgeen zich in de samenle
ving afspeelt, valt het met de meeste ka
merleden best mee. Maar het probleem
zit 'm in het ambt, het kamerlidmaat
schap is een full-time beroep geworden.
Daardoor verkeren de volksvertegen
woordigers te vaak in een kleine kring,
waardoor bij velen het idee ontstaat dat
zonder hen de maatschappij stuk loopt".
"Principieel ben ik tegen de Eerste Ka
mer. Maar onder de gegeven omstandig
heden bewijst de Senaat naar mijn idee
wel degelijk z'n nut. Voor de leden van
de Eerste Kamer is de politiek geen dag
taak, derhalve lopen ze ook niet het risico
bedrijfsblind aan te kijken tegen allerlei
wetsontwerpen. Du moment dat de
Tweede Kamerleden zichzelf van hun
bedrijfsblindheid zouden bevrijden, zou
de overbodigheid van de Eerste Kamer
des te zichtbaarder worden".
Opstaan
De voortgang van de parlementaire de
mocratie zou er in de visie van Van den
Berg mee gediend zijn als kamerleden
wat minder zuinig omgingen met be
windslieden die niet functioneren. Mi
nisters en staatssecretarissen die tekort
schieten zouden er zelf ook goed aan
doen sneller van hun regeringszetel op te
staan. "Veel kiezers denken dat politici
niet betrouwbaar zijn. Dat valt mee.
Maar ze versterken natuurlijk wel die ge
dachte, als ze blijven zitten".
Het zou naar zijn mening ook goed zijn
als partijen zich voortaan niet meer zo
strak binden aan een regeerakkoord.
"Voorzover je kunt spreken van de
macht van het regeerakkoord, heeft die
zich vooral sterk laten gevoelen tussen
1982 en 1986. Overigens denk ik niét dat
het er op het Binnenhof veel anders aan
toe zou zijn gegaan als de PvdA de laatste
jaren in de regering had gezeten. Vergeet
niet dat de CDA-fractie voor het eerst als
een coherent geheel heeft gewerkt, niet
langer een verzameling van drie bloed
groepen was. Daar kwam dan nog bij dat
het regeerakkoord van 1982 grotendeels
is opgesteld door kamerleden. Tja, dan
ligt het niet voor de hand dat die hun ei
gen produkt om zeep gaan helpen".
Die neiging bestaat trouwens ook zel
den bij ambtenaren als het gaat om hun
minister. Vaak worden beleidsambtena
ren bestempeld als de Vierde Macht in
Nederland, maar voorzover Van den
Berg er zicht op heeft reikt de macht van
leidinggevende ambtenaren meestal niet
verder dan de voordeur van hun ministe
rie.
"Op een ministerie legt men er
dikwijls eer in de minister te laten sla
gen, van welke kleur die ook is. Mij is
maar een enkel geval bekend van een mi
nister wiens leven door ambtenaren on
mogelijk is gemaakt. Ik doel op Van
Rooy, de minister van sociale zaken in
het kabinet-De Quay. Die man was heel
snel weg, en dat was goed. Want hij kon
geen leiding geven aan zijn ambtenareft
en miste tevens visie".
Niet slaafs
De 48-jarige Van den Berg stamt uit een
katholiek Maastrichts milieu. Hij stu
deerde eerst rechtsgeleerdheid aan de
Katholieke Universiteit van Nijmegen,
later in Leiden rechtsfilosofie en politie
ke wetenschap. Als journalist schreef hij
onder meer voor het Limburgs Dagblad,
als wetenschappelijk medewerker werk
te hij tien jaar op de afdeling parlemen
taire geschiedenis van de Leidse univer
siteit. De laatste acht jaar was hij direc
teur van de Wiardi Beekman Stichting.
Voorzover iemand niet mocht weten
welke politieke partij dr. Joop van den
Berg aanhangt, laat het raamhoge affiche
waarachter de bovenverdieping van zijn
Alphense rijtjeshuis schuilgaat geen en
kele twijfel over 's mans politieke.opstel-
ling in de samenleving. Het levensgroot
geportretteerde hoofd van Wim Kok ziet
strijdvaardig de parlementaire verkie
zingen van 6 september tegemoet.
Het raambiljet wijst overigens niet op
slaafse trouw aan de lijsttrekker, in die
zin dat Van den Berg een blind volger
zou zijn van al wat er binnen de PvdA
aan gedachten en idealen wordt ontwik
keld. Integendeel. Nogal wat partijleden
hebben aan zijn uitspraken en beschou
wingen wel eens de indruk overgehou
den dat de directeur van de Wiardi Beek
man Stichting er op uit zou zijn de PvdA
beleidsmatig de voet dwars te zetten.
Omweg
Van den Berg: "Telkens weer merk ik
dat op congressen en in afdelingen aan
de reacties van partijleden. Vaak is mij
gevraagd: mogen jullie zomaar tegen
programma's van de PvdA ingaan. Mijn
antwoord op deze vraag: dat mogen wij
niet alleen, dat moeten wij. Het is niet zo
dat we uit zijn op de macht in de partij.
Het is de taak van een wetenschappelijk
bureau om door middel van wetenschap
pelijk onderzoek aan te geven dat be
paalde oplossingen voor bestaande pro
blemen niet langer werken. Als directeur
van de Wiardi Beekman Stichting heb ik
me wel gebonden geacht aan het geza
menlijk gedragen beginsel, maar niet
aan het verkiezingsprogramma van de
partij".
Het gezag van de WBS binnen de partij
laat zich maar al te vaak via een omweg
gevoelen. Het heeft Van den Berg per
soonlijk nauwelijks geraakt. "Een direc
teur van een wetenschappelijk bureau
moet leven van de argumenten, in dat op
zicht heb ik er niet voor niks gezeten.
Goed, lang niet alles van wat ik heb voor
gesteld is door de partij overgenomen.
Maar wat wel vaak is gebeurd: de pro-
dukten zijn niet onmiddellijk in het par
tijprogramma terecht gekomen, maar via
de discussies in de partij uiteindelijk
weer wel. In wetenschappelijke en semi-
wetenschappelijke tijdschriften is er
vaak gerefereerd aan wat wij hebben be
dacht. En na verloop van tijd zag je dan
dat men er ook binnen de partij geloof
aan begon te hechten. Hoe al het moois
bij de partijorganen terecht kwam heeft
me nooit zoveel kunnen schelen, als het
er maar terecht kwam".
Niet alleen de WBS roept soms vragen
op, talloze socialisten zijn tevens de me
ning toegedaan dat de werkelijke in
vloed van hun partij op de landspolitiek
veelal in de knel is geraakt binnen de
krappe ruimte van de oppositiebank. De
parlementaire geschiedenis overziend,
acht Van den Berg het onjuist te stellen
dat die grotendeels is bepaald door de
confessionele partijen. Weliswaar is er in
deze eeuw geen regering geformeerd
zonder politici met een christelijke poli
tieke achtergrond, volgens de politico
loog is het zeker niet zo dat de liberalen
en socialisten alleen maar hebben mo
gen aanhoren wat de confessionele poli
tici wel en niet goed achtten voor het
land.
Stempel
"Zeker in de jaren tachtig is gebleken
hoe belangrijk het lokaal bestuur is. En
hoezeer bijvoorbeeld de sociaal-demo
craten in sommige gemeenten hun stem
pel erop hebben kunnen drukken. Ten
goede. En, laten we eerlijk zijn, soms ook
ten kwade. Kijk maar naar wat er in Den
Haag is gebeurd met die twee wethou
ders die elkaar het leven hebben zuur
hebben gemaakt over dat stadhuis. Het
is mij opgevallen dat het proefschrift
over de SDAP in de jaren dertig de ob
sessie van het regeren weergeeft. En dat
verschijnsel kom je nu weer tegen. Het is
een feit dat de sociaal-democraten tot
1939 niet aan enig kabinet hebben deel
genomen, maar het zou van verregaande
onderschatting getuigen als de socialisti
sche en liberale rol werd gebagatelli
seerd. Direct en vooral ook indirect is die
wel degelijk altijd merkbaar geweest.
Het kabinet De Jong was een coalitie
zonder socialisten, maar het WBS-rap-
port 'Om de kwaliteit van het bestaan'
heeft die ploeg wel grotendeels uitge
voerd".
Er zijn fouten gemaakt door z'n partij,
in het verleden. Tactische onhandige
manoeuvres uitgevoerd. In 1977 bijvoor
beeld, toen de PvdA als veruit grootste
party uit de stembus rolde maar tijdens
de informatiebesprekingen al te gepe
perde eisen stelde naar de zin van de be
oogde coalitiepartner CDA. In christen
democratische kringen had men het er
over dat de PvdA in haar machtsarrogan-
tie het CDA een dictaat wilde opleggen.
Behoorlijk in z'n wiek geschoten vanwe
ge het gedram keerde (en bekeerde) Van
Agt zich tijdens een legendarisch etentje
in een Haags etablissement tot Hans Wie
gel. Of zoals Wim Kan het op zijn wijze
uitdrukte: aan de dis werd het pact van
paap en smulpaap gesloten. Van den
Berg: "Tot de tweede helft van de jaren
zeventig is er sprake geweest van een
ideologische dominantie van de sociaal
democratie, die aan het eind ervan is
overgenomen door het neo-conservatis-
Monsterverbond
CDA en PvdA groeiden ver uit elkaar, de
respectieve fractieleiders Van Agt en
Den Uyl stonden elkaar niet alleen poli
tiek naar het leven, als mens lagen de he
ren elkaar ook niet. Desondanks sloten
de kijvende partijen in 1981 een monster
verbond dat werd gepresenteerd als een
regeerakkoord.
Van den Berg: "Er waren sociaal-de
mocratische ministers die zeiden: als die
twee eruit zijn gaat het beter met de coa
litie. Persoonlijk geloofde ik daar geen
bal van. CDA en PvdA hadden toen nooit
met elkaar moeten gaan regeren. De poli
tieke verschillen waren zo groot, dat ei
genlijk al heel snel duidelijk werd dat het
besluit om samen te gaan een historische
vergissing was".
De relatie tussen beide groeperingen
heeft zich enigszins genormaliseerd. Er
is zo langzamerhand sprake van een om
mekeer, vindt Van den Berg. "In zekere
zin is de PvdA de zorg voor het produk-
tievermogen en voor de economische
ontwikkeling meer centraal gaan stellen,
terwijl de christen-democraten op hun
beurt meer belang zijn gaan hechten aan
goed georganiseerde publieke voorzie
ningen. Bij het CDA wordt nu minder de
nadruk gelegd op bezuinigen".
Het verlangen om te regeren binnen de
PvdA is groot. Fractievoorzitter Kok ver
oorloofde het zich zelfs schertsend te
zeggen dat in zijn partij voortaan 2 mei
zou worden gevierd ter herinnering aan
de val van het kabinet Lubbers. Het valt
op dat christen-democraten en socialis
ten aardiger tegen elkaar doen dan lange
tijd het geval was. Er zijn 'linkse' kiezers
die vinden dat de PvdA, gedreven door
de ambitie regeringsverantwoordelijk
heid te dragen, wel erg nadrukkelijk te
gen het CDA aan schurkt. Mede daarom
ligt Groen Links bij linkse kiezers beter
in de markt dan de fusiepartners zelf zul
len hebben bevroed.
Trouw
Van den Berg: "Inhakend op het laatste
zeg ik dat de uitslag van de Europese
verkiezingen mij weinig zegt, omdat 50
procent van de stemgerechtigden is
thuis gebleven. Het zou me bijvoorbeeld
niet verbazen als de WD op 6 september
beter uit de bus komt dan menigeen nu
voor mogelijk houdt. Zowel klein links
en klein rechts beschikt over een aan
hang die altijd trouw opkomt. De PvdA
en in mindere mate het CDA hebben te
maken met een potentiële aanhang, on
der wie nogal wat stemgerechtigden zit
ten die thuisblijven als ze het belang van
verkiezingen niet zien of als ze het niet
eens zijn met de partijkoers. Die laatsten
gaan niet stemmen op een andere partij,
die laten gewoon hun beurt voorbijgaan
tot het moment dat ze zich weer kunnen
verenigen met de opstelling van hun fa
voriete partij".
De PvdA is altijd een tobberige partij
geweest, zegt hij. En zal dat wel altijd
blijven. "Of, heet het, staan we buiten de
werkelijkheid of we flirten te nadrukke
lijk met het CDA. Kijk, als je geen genoe
gen neemt met de bestaande verhoudin
gen, beland je vanzelf in een ingewikkel
der positie dan partijen die tevreden zijn
met de bestaande situatie. De sociaal-de
mocraten hebben in de afgelopen decen
nia beurtelings drie strategische gedach
ten gehanteerd. In de jaren twintig, in de
jaren na de oorlog en in de jaren zeventig
is er driftig gepolariseerd vanuit de ge
dachte: als we de meerderheid niet heb
ben wordt het niks met de maatschappe
lijke hervorming. Begin jaren dertig be
stond de neiging tot introvertheid, tot de
vorming van een op zichzelf staande leef
gemeenschap met een eigen jeugdbewe
ging, een eigen krant en een eigen om
roep. De laatste strategie bestaat uit het
aanvaarden van de machtsverhoudin
gen, om vanuit die uitgangsstelling te
proberen met voorstellen daarin enige
verandering aan te brengen".
Machtscentrum
Een en ander zal niet zonder de mede
werking van het CDA gerealiseerd kun
nen worden. Zowel de WD als de PvdA
mag volgens dr. Van den Berg dan een
wezenlijke rol hebben gespeeld in de
plaatselijke en in de landelijke politiek,
ook hij kan toch moeilijk ontkennen dat
de politici van christen-democratische
huize onveranderd geposteerd staan in
het politieke machtscentrum. En dat in
feite tegen alle prognoses in.
Toen 'Rooie Piet' Steenkamp zich be
gin jaren zeventig sterk maakte voor de
samensmelting van KVP, AR en CHU,
werd diens enthousiast uitgedragen wer
vingscampagne voor één christen-demo
cratische partij door buitenstaanders uit
gelegd als een propaganda-actie voor een
noodfusie. Als gevolg van de deconfes
sionalisering van Nederland was de aan
hang van de drie partijen tanende. En
volgens menige politicoloog was ook het
CDA gedoemd een langzame politieke
dood tegemoet te gaan. De praktijk heeft
geleerd dat die politicologen met hun
prognoses de politieke machtsverhou
dingen in Nederland niet op hun juiste
merites hebben beoordeeld.
Van den Berg: "Het CDA is in feite een
noodsprong geweest, maar dan wel een
geslaagde. Het bewijs is geleverd dat het
ook met een minder groot machtsblok
mogelijk is het centrum in te nemen. Zo
lang je kans ziet jezelf te positioneren
tussen twee vleugelpartijen hoef je geen
angst te hebben daaruit verdreven te
worden. Pas als de PvdA en de WD een
bondgenootschap zouden sluiten, kwam
de centrumpositie van het CDA in ge
vaar. Maar voorlopig ziet het er niet naar
uit dat dit gaat gebeuren. Gezegd moet
bovendien worden dat het CDA ook op
andere dan confessionele kiezers aan
trekkingskracht heeft. De persoon Lub
bers zal daaraan niet vreemd zijn. Het mi
nister-presidentschap heeft een waarde
die de lijsttrekker uittilt boven ieder an
der. Weetje dat uit te buiten, dan komen
de stemmen vanzelf. De laatste jaren
komt Lubbers charismatisch over, dus is
hij voor het CDA een stemmentrekker".
Charisma
Eens was Hans Wiegel dat voor de WD.
Het charismatisch leiderschap was vol
gens Van den Berg bij hem zo mogelijk
nog nadrukkelijker aanwezig dan bij
prof. Oud, zijn grote voorganger. Als
lijsttrekker beschikte Wiegel over de ga
ve van het woord. Alert reageren op op
merkingen kon hij als geen ander. Tij
dens een verkiezingsbijeenkomst werd
eens Tul' geroepen vanuit de zaal, toen
hij aan het woord was. Waarop Hans Wie
gel zich hoogst persoonlijk tot de man in
de zaal wendde met de legendarische
woorden: "Leuk dat u zich voorstelt,
mijn naam is Wiegel".
Van den Berg: "Dat ging er bij vele
mensen natuurlijk in als koek. Een ele
ment van belang is dat de WD is opge
richt als partij die trekjes vertoonde van
Wassenaar en Aerdenhout. Wiegel heeft
met zijn retorische begaafdheid, zijn bui
tengewoon goede omgang met de tv-ca-
mera en ook met zijn tactische gaven van
de WD een pluriforme massapartij ge
maakt. De positie van Wiegel in de WD
laat zich vergelijken met die van That
cher bij de conservatieven. Een deel van
de partij moet hem niet, maar hij weet
zich verzekerd van een positie die onaan
tastbaar is. De moeilijkheden binnen de
WD zijn deels te herleiden tot de snelle
groei in korte tijd. De partij heeft moeite
gehad om voor al die extra plaatsen in de
fractie capabele mensen te vinden".
"Het gebakkelei van nu heeft ook te
maken met de instelling van liberalen.
Ze hebben nooit de behoefte gehad zich
zelf een strakke partijdiscipline op te leg
gen. Dat lijkt mij niet erg handig. Je kunt
elkaar misschien haten, maar in het be
lang van de partij-organisatie is het beter
naar buiten één lijn te trekken. Je kunt
zeggen wat je wilt van het leiderschap
van Voorhoeve. Lange tijd presenteerde
hij de WD bekwaam, maar het conflict
met de WD'ers in het kabinet heeft hij
niet in de hand kunnen houden. Mocht
de WD op 6 september verlies lijden,
dan vrees ik dat Voorhoeve het slachtof
fer ervan zal zijn. Wat dat betreft zijn ze
meedogenloos, die liberalen".
Den Uyl
Politiek leiderschap loont, ook wijlen
Joop den Uyl heeft het ondervonden.
Van den Berg: "Iedereen is nu vergeten
hoe moeilijk Den Uyl electoraal lag in de
periode tussen 1967 en januari '72. Er
wordt hier en daar nogal schamper ge
daan over Kok als lijsttrekker, maar ver
houdingsgewijs doet Kok het bij de kie
zer beter dan indertijd Den Uyl voordat
hy minister-president werd. Den Uyl
was bij velen niet geliefd omdat hij vaak
ministers en woordvoerders van andere
partijen interrumpeerde. Britten zijn
heel anders, die zien politiek als een
sport. Als een verbaal soort rugby waar
bij iedereen het toejuicht als de een de
ander een harde klap toedient. Ik heb de
handelingen gelezen van debatten uit de
tijd van Domela Nieuwenhuis. Nou, toen
ging het er hier ook behoorlijk gespierd
aan toe. Maar het kamervoorzitterschap
van de katholiek Van Schaik in de jaren
dertig is dodelijk geweest voor de parle
mentaire omgangsvormen. De politici
zijn zich vanaf dat moment gaan inhou
den, omdat er geen onvertogen woord
mocht worden gebezigd. En wat je óók
ziet in Nederland: het publiek houdt niet
van scherpe interrupties".
"En dat terwijl een interruptie best
eens nodig kan zijn om bij een minister
iets los te peuteren. In andere landen
wordt een volksvertegenwoordiger ge
respecteerd die een meester is in het
beentje lichten van een minister. Maar
hier kan het zelfs averechts werken. Ik
herinner me het debat over Menten, toen
Van Agt minister van justitie was. Naar
mijn idee heeft Annelien Kappeyne van
de Coppello het toen razend knap ge
daan. Maar een deel van haar aanhang
heeft haar juist op haar optreden aange
vallen. Die WD'ers vonden dat ze Van
Agt onfatsoenlijk had bejegend".
Veelstromenland
Nederland is politiek een veelstromen
land. De parlementaire democratie
wordt in bepaalde opzichten zo ver door
gevoerd dat de politieke machtsverhou
dingen menigmaal zijn versplinterd in
nieuwe groeperingen, waarvan slechts
een beperkt deel houdbaar bleef. Boe
renpartij, RKPN, DS'70, EVP, ze kwa
men snel op en zakten vrij snel onder de
kiesdrempel. Over het nut van kleine po
litieke fracties bestaat bij Van den Berg
als politicoloog geen enkele twijfel. In
dat verband haalt hij de woorden aan van
een bewindsman uit de jaren twintig, mi
nister De Visser.
"Die zei: je kunt beter met drie netten
vissen dan met één net. Ik denk dat de
man toen gelijk had. Er zijn kleinere par
tijen geweest die wel degelijk van belang
zijn geweest, en nog zijn, voor de poli
tiek. Concreet hebben ze met hun voor
stellen nooit hun zin gekregen, maar het
valt moeilijk te ontkennen dat de D66'ers
invloed hebben gehad op de stijl van op
treden in de Kamer. Ze hebben er ande
re, moderner omgangsvormen geïntro
duceerd, er de regentenmentaliteit weg
gehaald. De PSP en meer bepaald Bram
van der Lek heeft dndere kamerleden als
eerste gewezen op de vervuiling van het
milieu".
Groot goed
De democratie is voor Van den Berg een
groot goed. Wie Van Dale raadpleegt zal
zien dat het begrip wordt uitgelegd als
een staatsvorm waarbij het volk zichzelf
regeert en vrijelijk zjjn meningen en
wensen kan uiten. Van den Berg voert
een en ander zo ver door dat hij tegen een
verbod van welke partij dan ook is.
"Het vreemde is dat vooral de CPN
heeft aangedrongen op het verbieden
van partijen als de Centrumpartij en de
Volksunie, terwijl de CPN in haar klas
sieke vorm minstens zo in aanmerking
kwam voor een verbod. Hoe kwalijk de
denkbeelden van Janmaat ook zijn, hij
zorgt wel voor een snelle alarmering van
een probleem. In het geval de kiesdrem
pel verhoogd zou worden, zou dat pro
bleem pas in een veel later stadium zicht
baar worden. Je zou struisvogelpolitiek
bedrijven, terwijl het verschijnsel er is.
Eventueel biedt het wetboek van straf
recht kamerleden de mogelijkheid verte
genwoordigers van dergelijke groeperin
gen voor de Hoge Raad te slepen als ze
zich schuldig maken aan het doen van
discriminerende uitspraken of onwettig
handelen. Het risico bestaat natuurlijk
ook dat ze hun verwerpelijke standpun
ten verpakken in welgekozen bewoor
dingen. Zoals Janmaat destijds. Welnu,
in dat geval past het zo'n man in de Ka
mer te negeren en dood te zwijgen"
"De PvdA is altijd een tobberige partij geweest"