Surrealistische VV"-". droombeelden en fantasieën 'De perfecte restauratie bestaat niet' 'De automatische verbeelding' in De Lakenhal Götterdammerung met veel oneffenheden 'Klusje voor een knaak' Biografie Nijhoff en Slauerhoff DONDERDAG 29 JUNI 1989 KUNST PAGINA 27 LEIDEN De veronderstelling dat de Nederlandse cul tuur een slechte voedingsbodem was voor het surrealisme, dat aan het begin van de jaren twintig in Parijs ontstond en de scheppende kracht van het onderbewustzijn een grote rol gaf, wordt door de tentoonstelling 'De automatische ver beelding Nederlandse surrealisten' weersproken. Samen met het gelijknamige boek geeft de expositie in de Laken hal een overzicht van werk van exponenten van de interna tionale beweging in Nederland. Het was niet een gemeen schappelijke manier van werken die de surrealisten met el kaar verbond, maar ideeën omtrent het psychisch automa tisme. Even heterogeen als het werk van bekende kunste naars zoals Dali, Magritte en Miró, is de samenstelling van 'De automatische verbeelding', waarin fantasieën, dromen en gedachtenassociaties op allerlei manieren tot uitdruk king gebracht zijn. door Nancy Stoop door erotisch getinte, surrealisti sche voorstellingen ontstonden. De schilderijen van Van Leusden, Van 't Net en Wagenaar bevatten vaak verwijzingen naar de seksuali teit die terug te voeren zijn op idee ën van Freud. Met deze wetenschap en eventueel met hulp van artikelen in de catalogus kan de bezoeker de betekenis van symbolen, zoals het oog, ontrafelen (verlies van het oog zou duiden op castratie-angst). Van wege deze thematiek beschouwde Moesman deze kunstenaars niet als ware surrealisten, maar als illustra toren van Freuds ideeën. Moesman is op deze tentoonstel ling een surrealist bij uitstek. Zijn schilderijen zijn in technisch en compositorisch opzicht zeer ge slaagd. Moesman stoffeert zijn ver stilde, surrealistische landschap pen met erotisch geladen voorstel lingen. De zorgvuldig uitgewerkte doeken lijken ver af te staan van een werkwijze van uit het onderbewus te, waaraan hij veel belang hechtte, maar de tekeningen die de basis hiervoor vormden, ontstonden via surrealistische technieken. De ver smelting van een kop van een peli kaan en het lichaam van een leeuw in 'De stille omgang' is het resultaat van werkwijze die 'cadavre exquis' genoemd wordt en die gebaseerd is op het spel waarbij verschillende personen samen een tekst of een te kening maken door op een omge vouwen vel papier een deel van een zin of een vorm zetten zonder te we ten wat de voorganger heeft ge maakt. Bij exposities in ons land riepen de ondubbelzinnig erotische werken van Moesman vaak weer stand op. Pas in later jaren, in 1961, kreeg de kunstenaar bij Breton er kenning als surrealistisch schilder. Pieter Ouborg en Kristians Ton- ny behoren tot de Nederlandse sur realisten die in het buitenland werkzaam waren. Ouborg kwam in André Breton, theoreticus en be langrijke voorman van de beweging definieerde het surrealisme in het eerste manifest uit 1924 als volgt: "Zuiver psychisch automatisme door middel waarvan men zich voorneemt hetzij via het gesproken woord, hetzij via het geschreven woord, of op wat voor wijze dan ook, het werkelijke functioneren van het denken uit te drukken. Neerslag van het denken, zonder enige controle van de rede, en los van iedere esthetische of morele pre-occupatie". Het surrealisme, dat van oor sprong een literaire beweging was, trok ook beeldend kunstenaars aan. Ook in ons land stonden schilders, maar ook fotografen open voor sur realistische ideeën en technieken. Eind jaren twintig en in de jaren dertig was Utrecht een belangrijk centrum van surrealistische activi teiten. Boekhandel Nord van Wil lem Wagenaar legde mede hiervoor een basis. Kort voor de Tweede We reldoorlog had in Amsterdam een belangrijke tentoonstelling plaats, de 'Exposition Internationale du Surrealisme' in galerie Robert (1938). Na de oorlog was invloed van het surrealisme zichtbaar in werk van kunstenaars rond de Cobra groep, Eugene Brands en Constant, maar ook in de jaren zestig bleef de beweging een bron van inspiratie. Het overzicht besluit met voorbeel den van werk van onder andere Re- né Daniëls en Jörg Remé, waarmee aangetoond wordt dat het surrealis me in de hedendaagse kunst sporen nalaat. Tot de groep van Utrechtse sur realisten behoorden Willem van Leusden, Louis Wijmans, J.H. Moesman en Gerrit van 't Net, die actief waren in de tekenclub'van Van Leusden. Aanvankelijk werk ten zij in constructivistische trant, maar later begonnen zij het model tekenen te combineren met de weergave van de rpeest uiteenlo pende voorwerpen, zoals een por tretbuste van een bisschop, waar- G.N. Jilleba met zoon en kleinzoon voor het speciaal ontworpen glas-in- lood-stukdat door middel van een vogel het begrip snelheidsymboliseert. Glastentoonstelling Jilleba in Waag LEIDEN Het gouden jubileum van glas-in-lood atelier G. N. Jilleba en Zn. werd gisteren gevierd met de opening van een tentoonstelling in het Waaggebouw aan de Aalmarkt. Tot en met aanstaande* zondag (10.00-17.00 en op de koopavond) kan iedereen hier kennismaken met het werk van de aan de Oude Rijn gevestigde firma. Glas-in-lood wer ken, ontwerptekeningen, atelierfo to's en een videofilm geven een beeld van de activiteiten van drie generaties Jilleba's. Op de receptie in de Waag sprak de middelste Jilleba de hoop uit de honderd jaar te halen. Er was in vijf tig jaar in zijn vak weinig veran derd, op de prijzen na. "Maar bij mijn vader ben je nog steeds goed koop uit. Hij doet nog wel een klus je voor een knaak. Bij mij moet je daar niet mee aankomen", schertste de Leidse glaskunstenaar en gaf het woord aan de scheidende wethou der van Economische Zaken J. Fa-- se-Dubbelboer. Zij staat op goede voet met de firma en was vol lof over het jubilerende bedrijf. "Het leven zit er nog volop in". Bijzonder op de tentoonstelling zijn de moderne glas-in-lood-ramen van de Duitse school voor glaze niers uit Rheinbach. Deze tonen bij voorbeeld het tennisspel en een mo torrijder. Van een bedrijf als Jilleba zijn er slechts twintig in ons land, maar een opleiding voor het am bacht ontbreekt geheel, wist Fase. "Je kan voor het stichten van een school vast wel subsidie krijgen. Ik durf het nu rustig te zeggen, ik ga toch weg". De wethouder verrichtte vervol gens de openingshandeling van de tentoonstelling met het ontrollen van een meterslang lint. Hierop wa ren de namen gedrukt van zo'n hon derdzestig gebouwen, waaronder de bekendste Leidse kerken, die de afgelopen halve eeuw in Nederland alle met Jilleba's glazen zijn ver sierd. Blaaskapel 'De gespleten klomp' completeerde de druk bezochte fes tiviteit. De middelste Jilleba ging op de schouders, maar het geluids volume van de blazers bleef binnen de grenzen. Het Waaggebouw werd niet geconfronteerd met 'the sound of breaking glass'. EMIEL FANGMANN Monumentenpiijs voor Anne van Grevenstein Vernielingen aan schilderijen ervaart ze als bijna fysiek pijn lijk, want er is een zekere identi ficatie tussen restaurateur en object. Ze streeft naar perfectie, in de wetenschap dat dat punt nooit meer kan worden bereikt. Voor haar is een ideaal muse um, het museum waar ze niet aan restauratie hoeft te denken. Anne van Grevenstein (40) is hoofd van het restauratie-ate lier Limburg in Rolduc-Kerkra- de. Deze week werd de Monu- mentenprijs 1989 van het Prins Bernhard Fonds aan haar toege kend voor haar grote inzet en verdiensten voor de restauratie van schilderijen. In het najaar zal de onderscheiding worden uitgereikt. MAASTRICHT (GPD) -De villa. Zo noemen ze het huis in de Maast richtse buurt waarin Anne van Gre venstein met haar man en twee kin deren woont. Het oude statige huis met de wilde tuin ligt niet in een wijk op stand, maar in de nabijheid van een industrieterrein. In de rustic ge ouderwetse studeerkamer, met sofa en haard, vertelt Anne van Gre venstein wat ze wil doen met het be drag van 100.000 gulden dat aan de prijs is verbonden. "Het moet nog overlegd worden met het Prins Bernhard Fonds maar ik heb voorgesteld het geld te beste den aan de opleiding schilderijen restauratie die in het najaar van 1990 in het restauratie-atelier Lim burg begint. Drie dingen heb ik op het oog: gespecialiseerde appara tuur, studiereizen voor de studen ten en gastdocentschappen". Anne van Grevenstein is de drij vende kracht geweest achter de komst van een opleiding schilderij enrestauratie in Kerkrade. "Maar het is niet mijn werk alleen ge weest," haast ze zich te zeggen. "Een nadeel van zo'n prijs is dat de- dan wel door anderen". Zelfheeft ze bekendheid verworven met haar geslaagde restauratie van de schut- terstukken van Frans Hals. Voor Anne van Grevenstein is cultuur een grote hap van het dage lijks brood. Haar eigen vak maar ook dat van haar man, hij is muse umdirecteur van het Bonnefanten- museum in Maastricht, maken kunst tot een dagvullende activiteit. De overstap van kunstmekka Am sterdam naar Maastricht is hen niet moeilijk gevallen. "Een uurtje van Antwerpen en Brussel, op korte af stand van de grote Europese kunst centra. Fantastische mogelijkheden voor mijn man en mij. Het is heel euforisch," zegt Anne. Ze komt ook uit een kunstmin nende familie. Als enig kind werd ze elke zondagochtend door haar va der meegenomen naar het museum van Antwerpen, haar geboortestad. "Watje doet heeft toch vaak wortels uit het verleden. Als ik in mijn jeugd nooit naar een museum was Anne Grevenstein: 'Een schilderij Seweest, dan was het misschien wel restaurateur. Hij heeft haar op haar twintigste in de j i TT x leer genomen op het Kunstpatrimo- ze zo op de persoon «gericht Het ni Brussel. Na haar basisstu- zou me liever geweest z,jn als de dje heeft een Jaar iR Rome en ander. prijs aan een globaal initiatief was half jaar in West-Duitsland doorge- bracht. Terug in Belgie ging ze wfr- ken en studeerde daarnaast kunst- ren. Je werkt op iets wat een kun stenaar heeft gemaakt. Die is dood en je kunt niet meer met hem in contact treden. Bovendien heeft zo'n werk vaak een ongelooflijke culturele en geldwaarde. Een fout is onherstelbaar. De druk om het goed te doen is groot." Daarbij komt dat in dit vak kennis van de kunstge schiedenis moet worden gepaard aan kennis van de fysica. "Een schilderij is zoals een mens: een ziel en een lichaam. Voor de ziel heb je een psychiater en voor het zieke li chaam een chirurg. Een schilderij is een stukje kunstgeschiedenis maar ook gemaakt van doek en hout". AMSTERDAM (ANP) - Het Am sterdamse Fonds voor de Kunst heeft gisteren opdracht gegeven tot het schrijven van biografieën van de dichters M. Nijhoff en J. Slauerhoff. De biografie van Nijhoff zal worden geschreven door Andreas Oosthoek en die van Slauerhoff door Wim Ha- zeu. Met de opdrachten is in to taal een bedrag gemoeid van 60.000 gulden. Volgens het Fonds reikt Nij- hoffs invloed verder dan poëzie en literatuurbeschouwingen. De na-oorlogse cultuurpolitiek heeft mede zijn stempel gekre gen en in de recente reeks t biografieën van schrijvers hoort een betekenisvolle figuur als Nijhoff zeker thuis, aldus het Fonds. Het belang van een biografie van Slauerhoff is volgens het Fonds evident. Slauerhoff is on ze enige echte "poète maudit". De biografiën zullen naar ver wachting tussen 1993 en 1994 gereed zijn. het doel van het geld zal duide lijk zijn, waaraan ik belang hecht". Frans Hals In Nederland is op dit moment nog geen opleiding voor de restauratie van schilderijen. "Wil je inhoud ge- 'ven aan de schilderijenrestauratie in dit land dan heeft zo'n opleiding prioriteit," vindt Anne van Greven stein. Ze heeft geijverd voor een echte nationale opleiding en ze is er Straks kunnen leerling-restaura- trots op dat die mede dank zij haar teurs onder leiding van Anne het inspanningen tot stand komt. Ze vak leren. Is restaureren geen be- wil haar ervaring daaraan ten dien- angstigende zaak? Van Grevenstein ste stellen in de toekomst. Naar de knikt. "Dat moeten we de mensen restauratie van een meesterwerk in de opleiding ook voorzichtig bij- taalt ze niet. "Er zullen ongetwijfeld brengen. Ze moeten bekend raken top-restauraties gebeuren. Maar met de frustraties van het restaure- geschiedenis. Na haar verhuizing naar Nederland heeft ze gewerkt als docente aan het Jan van Eijk colle ge in Maastricht en als restaurateur bij het Centraal Laboratorium in Amsterdam en het Frans Hals mu- Frustraties TASA% JWA1AM "BESAU, nutste Weekend Gratis Pasar-krant met showprogramma bij alle VVV-kantoren. Groot indisch feest in 6 tenten 23.00 u Nederlands-Indië via tijdschriften met het surrealisme in aanraking, waarna hij in zijn werk een psy chisch automatisme aanwendde. Zowel naturalistisch geïnspireerde stukken als abstracte composities laten surrealistische inspiratie zien. Kristians Tonny woonde lange tijd in Parijs en was in surrealisti sche kring bekend. Een vroege, Mi- rö-achtige compositie uit 1925 on derscheidt zich door de kleurrijke, automatische behandeling van de dramatisch belichte voorstelling in 'La Procession' (1938) die de ver beelding lijkt van een boze droom. Opzienbarend zijn de transferteke ningen van Kristians Tonny. Deze curieuze composities van reeksen figuren en fantasievormen zijn het resultaat van een speciale techniek die de kunstenaar ontwikkelde, waarbij hij een ingeïnkt vel papier op een wit blad legde en door met een metalen stift op de achterkant van het bovenliggende vel te teke nen een afdruk kreeg op het onder ste blad. Kristians Tonny was de enige Nederlandse kunstenaar die vertegenwoordigd was op de eerder genoemde internationale tentoon stelling van surrealisten die in 1938 gehouden werd. Een aantal foto's van Emile van Moerkerken en enke le recensies geven een indruk van expositie en de (meest negatieve) reacties daarop. Op de tentoonstelling is ook plaats ingeruimd voor het surrealis tische tijdschrift 'De schone zak doek' van Gertrude Pape en Theo van Baaren dat de laatste meer aan dacht heeft gekregen. Van 'De scho ne zakdoek' verscheen één uniek exemplaar, waarvan enkele voor beelden met collages en tekenin gen, zogenaamd decalcomanieën geëxposeerd zijn. Interessant is ook de bijdrage van een aantal Neder landse fotografen. Emile van Moer kerken is daarvan de meest surrea listische exponent, maar ook het werk van Piet Zwart bevat motie ven, zoals een poppe-oog in reuzel, die verwant zijn aan het surrealis- Het overzicht gaat verder na 1945 Jörg Remé, Edelstenen uit India, 1988 met tot Cobra behorende kunste naars, zoals Constant en Brands. Verrassend zijn de assemblages van de dichter Cees Buddingh', die ook meewerkte aan 'De schone zak doek'. Een schilderij van Frans Boers hangt wat verloren tussen voorbeelden van surrealistische ac tiviteit in de jaren zestig, de periode die gekenmerkt wordt door het 'Bu reau de Recherches Surrealistes en Hollande'. Het sluitstuk wordt ge vormd door schilders zoals Jörg Re mé en René Daniëls die in zekere mate door het surrealisme beïn vloed zijn, maar geen aansluiting gezocht hebben bij de ideële kant van deze beweging. Ingegeven door de surrealistische tendensen in de jaren tachtig beslo ten drie middelgrote musea, waar onder de Lakenhal, onderzoek te doen naar het werk van Nederland se surrealisten vanaf de jaren twin tig tot nu. In de vorm van de ten toonstelling en een boek met zeer lezenswaardige artikelen, die de veelzijdigheid van de Nederlandse bijdrage onderstrepen, is de beteke nis en de lange doorwerking van het surrealisme goed gedocumenteerd, zodat aan de reeks voorgaande, in- Joop Moesman, Stille ommegang, 1935 Götterdammerung van Richard Wagner door solisten, Groot Omroepkoor en Radio Filhar monisch Orkest onder leiding van Edo de Waart. Concertante uitvoering door de VARA- radio in het kader van het Holland Festival in het Concertgebouw op 28 juni. Een herhaling op 1 juli 16 30 uur. AMSTERDAM - De wens van Edo de Waart om in Nederland een com plete 'Ring des Nibelungen' te diri geren is niet nieuw. Zijn terugtre den als chef-dirigent van De Neder landse Opera stak ooit een spaak in het wiel, maar al snel ontstond toen het plan de hele cyclus in concert- vorm te brengen. Voor het Holland Festival bleek dit project niet haal baar, maar de benoeming van De Waart bij de radio-orkesten creëer de een nieuwe situatie en de VARA, nooit bang voor ambitieuze projec ten, hapte gretig toe. Natuurlijk is het onlogisch na het succes van 'Das Rheingold' in 1988 eerst het laatste deel van de tetralo gie onder handen te nemen en deel 2 en 3 te laten wachten tot het voor jaar van 1991. Het wel of niet be schikbaar-zijn van solisten maakte deze volgorde noodzakelijk, maar het streven blijft toch om ooit te ko men tot een aaneengesloten uitvoe ring van de hele cyclus. Een kostba- teressante exposities, die een exac ter beeld van de ontwikkeling van de moderne Nederlandse kunst ga ven, weer een nieuw hoofdstuk toe gevoegd kan worden. re droom, zeker met toneelbeelden erbij, en we moeten maar afwachten of die ooit verwezenlijkt zal warden. Op één punt heeft De Waart ech ter gelijk: als er een mogelijkheid bestaat een complete Ring te bou wen op de basis die hij momenteel bij het Radio Filharmonisch Orkest legt, mag dat niet nagelaten wor den, te meer omdat er dan ook meer mogelijkheid zal zijn de puntjes op de i te zetten. Vooral voor de koper blazers is een complete Götterdam merung al een gigantische opgave, maar toch behoeft dat niet gedmon- streerd te worden met zoveel onef fenheden als gisteravond. Al in het eerste deel volgde het ene slippertje op het andere en echt pijnlijk werd zelfs het aandeel van de hoorns aan het begin van de derde akte. Bovendien bleek De Waart onder deze omstandigheden nog onvol doende tot nuanceren in staat. Gro te delen van de partituur speelden zich zonder veel differentiatie af op een tamelijk monotoon geluidsni veau, waardoor veel van de zeg gingskracht verloren ging. Al vanaf het begin bleek het verschil tussen forte en fortissimo te verwaarlozen en dit gebrek aan dynamische scha keringen kwam keer op keer terug, maar opvallend genoeg ontbrak het geheel in delen als de treurmars, waar De Waart en het orkest hele maal alleen hun eigen gang konden gaan. Niet alleen onwennigheid met de materie speelde een rol, maar ook de opstelling op het podium van het Concertgebouw. Het plaatsen van de zangers achter het orkest heeft voordelen, vooral bij een rudimen taire regie van opkomsten en afgan gen om toch een zeker dramatisch effect te bereiken. Het schept voor de zangers echter grote problemen en daar was met name Jeannine Alt- meijer niet tegen opgewassen. Haar warme, lyrisch getinte sopraan maakt haar tot een schitterende Sieglinde. maar Brünnhilde ligt nog steeds buiten haar bereik. Door haar achter een muur van orkestraal geweld te plaatsen, dwong men haar bovendien tot nog sterkere po gingen daar zingend overheen te komen en de gevolgen waren onver staanbaarheid, zwakke intonaties en een groeiend blijk van vocale on macht. De tenor William Johns sloeg zich als Siegfried beter door de proble men heen en Roland Hermann bleek een acceptabele, ietwat lar moyante Günther, maar ook zij zorgden niet voor het echte Wagner- vuurwerk. Dat moest komen van de mezzo-sopraan Cornelia Wulkopf, die helemaal in de Waltraute-scène leek op te gaan, van Peter Meven, die een imponerende Hagen neer zette, en van Henk Smit als een mar kante Alberich. Die drie solisten verleenden deze Götterdammerung het element van dramatiek, dat een opera in concertvorm zo hard nodig heeft. Zij bleken echter ook in staat tot een samenspel met het orkest, dat tijdens het optreden van sommi gen van hun collega's meestal nog ontbrak. PAUL KORENHOF Expositie 'De automatische verbeel ding - Nederlandse surrealisten', t/m 10 september. Stedelijk Museum De Lakenhal. Oude Singel 28-32, Leiden. Openingstijden: di. t/m za. van 10-17 uur en zo. van 13-17 uur. Catalogus 'De automatische Verbeelding'. Neder landse surrealisten, onder red. van Ag nes Grondman, John Steen cn Laurens Vancrevel, verschenen bij uitgeverij Mculcnhoff/Landshoff. Amsterdam, prijs: 39,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 27