'Dan denk ik wel eens: wat doe ik hier?'
In de voetsporen van Desgrange en Goddet
Vier ploegleiders op zoek naar geluk in etappes en ldassementen
Wijzigingen in de Ronde van Frankrijk '89
Jean-Marie Leblancvan renner, journalist tot Tourdirecteur
SPORT
De 76e Tour de France be
looft voor Nederland nu al
van historische betekenis te
worden. Nog nooit nam er
een zo groot contingent Ne
derlandse wielerprofs deel
aan de Ronde van Frankrijk:
31 om precies te zijn. Dat zijn
er 4 meer dan vorig jaar, toen
het record werd bereikt met
27 renners. De 31 renners ko
men uit vier 'Nederlandse'
ploegen (ook een record) en
vijf buitenlandse formaties.
Aan elk de vier Nederlandse ploeg
leiders Jan Raas, Supercönfex;
Peter Post, Panasonic; Cees Priem,
TVM; Jan Gisbers, PDM vier vra
gen.
i. Wanneer is de Tour voor jouw
ploeg geslaagd?
Jan Raas: „Als we één of twee
etappes winnen. Bescheiden? Het
kunnen er niet ieder jaar zes zijn,
zoals vorig jaar. Zeker als je geen
specifieke sprinter hebt. Daarom
moeten we de eerste tien dagen aan
vallen, en nog eens aanvallen. Het
debuut van Van Hooydonck? Niet
naar de Belgische verwachtingen
luisteren, gewoon een paar kéer
proberen op te vallen en de Tom-
uitrijden".
Peter Post: „Een paar etappes
winnen en en redelijk goed klasse
ment rijden met Breukink. Hij is na
de Giro een weekje tot rust kunnen
komen in Klosters, moet de pro
gressie kunnen voortzetten. Die
zwarte 10 kilometer in de Giro, tja...
Maar hij moet toch in staat zijn tot
een eindklassering bij de eerste
tien. Van Poppel? Die weet de weg,
krijgt Vanderaerden, Talen, Wam-
pers, Nulens en Van Vliet tot zijn
beschikking. Dat doel is dus duide
lijk".
Cees Priem: „Als mijn ploeg in
mijn ogen goed heeft gereden. Dat
wil zeggen: erbij zijn, een rol mee
spelen in de finales. Dat is belang
rijk, laten zien datje er bent. En ver
der hoop ik op een paar ritzeges. Let
wel: hopen. Voor het klassement re
ken ik een beetje op Anderson en
Skibby. Ik zou heel tevreden zijn als
die in de buurt van de top-tien ko
men. Ze hebben in de Ronde van
Italië toch bewezen mee te kunnen
als klassementsrijders. En verder
hoop ik dat we allemaal weer ge
zond en wel thuiskomen. Dat is ei
genlijk nog het belangrijkste".
Jan Gisbers: „Voor ons is de
Tour geslaagd als-ie bijna zo goed
zou zijn als vorig jaar! Toen wonnen
we twee ploegenklassementen, de
bolletjestrui, de lapjestrui, werden
we een en twee (Rooks en Theunis-
se - red.) in de etappe naar Alpe
d'Huez en met Rooks tweede in het
eindklassement. Een soortgelijke
Tour, daar teken ik voor. Maar een
beetje minder mag ook wel hoor".
2. Wordt deze Tour beslist in de
bergen of in de tijdritten?
Jan Raas: „Ik denk in allebei. De
Tourwinnaar zal opnieuw een com
pleet renner moeten zijn. Je kunt
best een goeie tijdrit rijden, en een
knal krijgen in de bergen. Of omge
keerd. De bergetappes lijken min
der lang dan anders, maar juist dan
worden er grotere verschillen ge
maakt".
Peter Post: „De tijdritten zijn be
slissend. Kijk de laatste jaren
de verschillen in Parijs, herleid die
en concludeer dat een Tour wordt
verloren in de tijdritten. Herrera
verliest daar iedere keer minuten,
die hij in de bergen nooit meer
goedmaakt. Daarvoor wordt er de
laatste jaren teveel tempo gereden,
bergop. De klimspecialisten kun
nen niet meer verrassen. Daarom
sla ik Parra hoeer aan".
Cees Priem: „Ik denk de tijdrit
ten. D'r moet toch vrij veel tegen het
uurwerk worden gereden. Ja, die
tijdritten gaan wel degelijk zwaar
wegen in deze Tour. Er is weer een
heel lange bij (79 km. - red.) en als je
die dag slecht bent, kun je flink wat
tijd verliezen. Ik denk dat de laatste
dag dit keer wel eens beslissend kan
zijn, als die afsluitende tijdrit naar
Parijs wordt verreden".
Jan Gisbers: „Ik denk de bergen.
Omdat de slottijdrit naar Parijs met
27 kilometer tekort is om nog veel te
kunnen veranderen en die lange
tijdrit in de eerste week nog voor de
bergen ligt." Stel dat een Mottet
daarin twee en een halve minuut
wint. Als hij een keer in de bergen
lost, verliest hij meteen veel meer.
Daarom geloof ik niet dat een Mot-
tet-achtige renner gaat winnen. Ik
hou het op de beste tijdrijder van de
beste klimmers en dan denk ik aan
Roche, Rooks, Delgado en Herrera.
Er staan zoveel moeilijke bergetap
pes op het programma, daarin zul
len de grootste afscheidingen te
weeg worden gebracht".
3. De Tourdirectie heeft een harde
lijn aangekondigd: strenge straffen
bij koersvervalsing. Goed?
(Archieffoto) jan Raas: ttAls het voor iedereen Jan Gisbers.
geldt zeker. Het is geen gezicht als
er pakken renners aan auto's han
gen. Heb ik zelf ook nooit gedaan.
Maar het is ook slecht voor de Tour
als er in de bergen groepen van 40,
50 man tegelijk buiten tijdslimiet
binnen komen, en naar huis zouden
moeten. Ik vind het goed. dat ze
scherper gaan toezien, maar het zou
mij niet bevreemden als er na de
Tour wordt geconcludeerd, dat
sommige limieten ruimer hadden
gémoeten".
Peter Post: „Ik hoor dat al jaren.
Ze zouden ook gaan controleren
met video-camera's, die opnamen
als bewijs aanvoeren. Is ook nooit
gebeurd. Natuurlijk is strenger op
treden goed, mits ze het bij iedereen
doen. Dat Van Poppel de koploper
is van de autohangers, in de ogen
van de Tourdirectie? Dat zou je aan
Raas en Vanderschuere (assistent
van Raas, red.) moeten vragen... Die
hebben de vorige twee jaar naast
hem gereden".
Cees Priem: „Dat is een goede
zaak. Als het tenminste maar goed
en consequent gebeurd en er geen
halve maatregelen worden geno
men. Zonder aanziens des per-
soons. Ik ben altijd voor een harde
lijn, dan weet je tenminste waar je
aan toe bent. Nee, voor mij is dat
geen enkel probleem".
Jan Gisbers: „Vind ik een goede
zaak, tenminste waar het de wed
strijd zelf betreft. Alleen jammer
dat het slechts in een paar wedstrij
den gebeurt. In Zwisterland bij
voorbeeld was men helemaal niet zo
streng. Elders haalt men zo een ren
ner uit koers. Er moet het hele sei
zoen een lijn worden gevolgd. Als er
wordt gepraat over een andere aan
pak van de dopingcontrole, dan ge
loof ik daar niet in. Dat is een zaak
die geheel in de revisie moet. Daar
heeft de Tour-organisatie niets mee
te maken. Dat is een taak voor de
UCI (mondiaal overkoepelende
wielerunie - red)".
Jan Raas: „De sleur van na de
tweede week. Iedere dag de eerste
drie uur verveeld in de auto hangen.
Dan denk ik wel eens: wat doe ik
hier? Maar gelukkig heb ik iedere
dag een nieuwe 'invité' (gast van de
sponsor, red.) naast me zitten. Van
Freek de Jonge, via presidenten-di
recteur tot ministers. Dan kun je ge
lukkig over de meest uiteenlopende
zaken een boom opzetten. Breekt
de verveling".
Peter Post: „Pffff... Ik ken de si
tuatie. Je hebt je aan de discipline te
onderwerpen, en dat doe je dan
maar. Natuurlijk zijn er vervelende
momenten, die verplaatsingen bij
voorbeeld. Maar dat vergeet snel. Je
leeft nu eenmaal in een gehaaste
wereld, en dat is de Tour ook. Daar
om ben ik zo graag in Italië".
Cees Priem: „Tsja... (na enig den
ken) Dat je de hele dag in de weer
bent. Elke dag van 's morgens tot 's
nachts laat ben je verschrikkelijk
druk bezig. Er is eigenlijk nooit
eens een moment van rust. Ik ben
de eerste die opstaat, vaak al voor 6
uur, en de laatste die, meestal na
twaalf uur, naar bed gaat. Heel een
tonig allemaal. Daar baal ik wel
Jan Gisbers: „Da's moeilijk.
Niets eigenlijk, ik hou wel een
beetje van de Tour".
PETER OUWERKERK/DICK
HEUVELMAN
De Tour de France heeft een nieuwe, deels journalistieke directie. Henri Desgrange was de
pionier, daarna kwam Jacques Goddet als legende-bij-het-leven, Xavier Louy was
interim-kardinaal zonder aanzien, en nu zit er opnieuw een journalist 'op de bok.'
Jean-Marie Leblanc, 44 jaar,oud-profrenner met twee Touren op zak ('68: 58e,'70:8oe. Na
zijn leerjaren bij La Voix du Nord een huis-aan-huisblad in Valenciennes naar een
appartement in Parijs (20e arr.). Bij l'Equipe een tijdlang rubriekchaf wielrennen, tevens
hoofdredacteur van het wielermagazine Velo, grote stimulator van de FICP-
wereldranglijst. Vrouw, twee kinderen. Houdt van Nederland, de Keukenhof, Delft.
Leblanc treedt in de voetsporen van Jacques Goddet: sportief directeur. Hij zat zes jaar bij
hem in de auto, als 'stem' van de ronderadio. De tezelfdertijd aangestelde mede-directeur
Jean-Pierre Carenso, waakt als een Felix Levitan over de financien.
Carenso bedacht in zijn commerciële jaren de slagzin 'Du pain, du vin, du Boursin', moet
de wereld dichter aan de borst van Frankrijk drukken. Leblanc is ingehuurd om sportief
aantrekkelijke, en geloofwaardige wielersport af te leveren.
„Hij is te zacht," klinkt er
een vooroordeel. „Hij heeft
te veel vrienden." Onder
renners, ploegleiders, jour
nalisten, sponsors etcetera.
Anderen vinden dat juist
ideaal beantwoorden aan de
'profielschets' voor 'een
nieuwe Goddet.'
Prijzengeld nog uitsluitend in
geld: 8 miljoen francs,2,7 miljoen
gulden. De vakantiestudio, de juwe
len en de auto's zijn verdwenen.
Een aantal grote Franse spon
sors heeft afgehaakt. Merlin, Peu
geot en Le Coq Sportif verdwenen;
internationale sponsors kwamen
binnen: na Coaa Cola en Ricoh nu
ook Fiat.
De truien hebben een moderner
tintje. De Italiaanse schilder Mario
Schifano ontwierp voor het Itali
aanse Castelli nieuw geel (met we
reldbol), groen (met pijlen), bollen
(met bergmotieven), rood (met
'veeg') en combin;. Castelli betaalde
1.1 miljoen voor het alleenrecht.
De officials zijn nu voor ieder
een herkenbaar: organisatoren in
groene kostuums en dito auto's, ju
ry in het paars, eigen ordedienst in
het rood.
De rugnummers worden voor
zien van een landslogo. Ook op de
bumpers van de ploegleidersauto's
wordt een vlaggetje geschilderd.
Doel: betere herkenbaarheid voor
het publiek.
De (tussen)tijden bij de tijdrit
ten worden hiet langer op een
schoolbord geschreven, maar digi
taal geprojecteerd.
De urinemonsters van de anti
dopingcontrole gaan iedere avond
per vliegtuig naar Parijs, worden
diezelfde avond/nacht gecontro
leerd, en voor de start van de vol
gende rit is de uitslag bekend.
Speciale 'revolutie-premie': in
de 12e etappe, Toulouse-Montpel-
lier, op km 1789, wordt de tweehon
derdste 'veijaardag' van de Franse
revolutie herdacht. In het dorpje
Martres-Tolosane is 17.890 franc
(6.000 gulden) aan premies te ver
dienen.
De Tour wordt steeds interna
tionalen Was het tot voor twee jaar
de gewoonte de interne radio-com-
muniqu;s slechts door te geven in
het Frans, na vorig jaar het Engels
komt daar dit jaar ook het Spaans
bij.
Leblanc heeft in ieder geval geen
hekel aan de profwielersport, loopt
niet met het plan die overhóop te
schieten. Zijn kritiek in het verle
den was meer van waarschuwende,
constructieve aard. En het is ook
om die reden, dat hij nu op de stoel
zit waarop hij zit.
„Ik schreef een dossier met kri
tiek op de vorige Tour, die ik echt
vreselijk vond. Een paar dagen voor
de presentatie van het nieuwe par
koers werd ik bij de algemeen direc
teur geroepen met de vraag of ik het
zelf maar niet wilde gaan doen.
Journalist af, sportief directeur van
de Tour. Tja..., dat is een vraag waar
mee je maar een keer in het leven
wordt geconfronteerd..."
Jean-Marie Leblanc kent de Tour.
Al zo'n 22 jaar. Heeft er gekoerst, is
er over gaan schrijven, volgde kop
groepen op het wiel, was een ver
lengstuk van de wedstrijdleiding.
Bewonderde, raakte verliefd, zag de
verloedering, ging 'em haten, maak
te zich zorgen, huiverde.
Broeikaseffect onder 's werelds
grootste wielerevenement. De Tour
„Laat ik zeggen: men was het
spoor bijster. Ik wil de Tour behoe
den voor excessen, zoals de verre
gaande commercialisatie, de macht
van de televisie, het bedrog, de do
ping, de onevenwichtigheid van het
parkoers. In de jaren dat ik naast
hem zat heeft Jacques Goddet me
daar nooit uitputtend over onder
houden. Maar uit alles wai hij deed
bleek zijn drijfveer: respect voor de
geest van de sport. Dat verdween
met het jaar meer".
„Goddet adoreerde de Tour, als
een sportieve schepping Gods. De
Tour was hem heilig. Dat moet je
waarderen, beschermen, heel hoog
houden. Er moest iemand naar zijn
boodschap luisteren, zijn idealen
voortzetten. Dat ga ik nu proberen."
Is het jammer, dat jij de Tour nooit
hebt gewonnen?
Leblanc (verbaasd): „Of dat jam
mer is? Nee, neeee... Waarom? Hele
maal niet. Ik was niet zo'n grote ren
ner, zeker niet groot genoeg om de
Tour de winnen... Hahahah... Ik heb
grote bewondering voor degenen
die het wel kunnen, maar daar
kwam ik nooit aan toe. Kleine ren
ner, petit palmares. Ja, dromen van
het Frans kampioenschap (was hij
bij de studenten, red.), van Parijs-
Roubaix. Een coureur droomt altijd
van kansen."
Wel gedroomd op een dag Tour-di
recteur te zijn?
„Ook niet. Ik had maar één wens:
dat ik in de Tour ooit een keer op
kop van het peloton zou kunnen rij
den. En die wens is verhoord. Ik
weet nog precies wanneer, in 1968,
met het vertrek uit Vittel. Ik kan de
plaats nog aanwijzen. Het heeft mis
schien maar vijftien seconden ge
duurd. maar het was sensationeel.
Goh... ik. leider van het Tour-pelo
ton. Dat is me altijd bijgebleven."
Met welke Tourrenner voel je je
het meest verwant, identificeer je je?
„Met Jan Janssen. En dat zeg ik
niet omdat jij Hollander bent. Maar
Janssen had iets van het karakter,
het temperament van de Fransen
uit het noorden. Kalm, rustig, prak
tisch, rationeel, maar op zijn tijd
ook een vuurvreter. In de jaren dat
ik koerste had ik het meest van
hem: serieus, hard werken, opge
stroopte mouwen."
Zo zijn de 'nordisten'?
„Ik kom uit Valenciennes, heb
veel in België, Vlaanderen gekoerst,
in Nederland. Ik ga met mijn vakan
tie dikwijls naar Holland toe; ik voel
me daar thuis. Schoon, netjes, op or
de, prettig werkklimaat lijkt me;
maar Hollanders nemen ook de tijd
om te leven. Mooie parken, plant
soenen, bloemen. Die combinatie
bevalt me; heerlijk voor een vakan
tie. Ik zou niet in Zuidfrankrijk kun
nen leven. Ik weet, dat de Hollan
ders de hele Ardeche opkopen,
maar ik zou me er niet thuisvoelen."
Dus je lijkt helemaal niet op God
det...
„Ach, dat was geen nordist, geen
sudist, dat is een Parisien. Hij heeft
een vakantiehuis in Saint Tropez,
maar is niet mijn tegenpool. Hij
werkt ook heel veel en serieus. Die
man is echt ongelooflijk. Vierent
achtig jaar, maar nog steeds iedere
dinsdag-vergadering bijwonen.
Komt lopen naar de vierde verdie
ping, weigert de lift. En alles wat hij
zegt is nog even zinvol, betekent de
beste oplossing."
Eenvoudiger
Dat zal dus niet eenvoudig zijn, in
de voetsporen van deze legende te
treden?
„Ik heb het geluk, dat ik hem niet
direkt ben opgevolgd, dat er nog
twee jaar Louy hebben tussen geze
Jean-Marie Leblanc: "Als journalist kun je veel meer zeggen dan directeur.
ten. Dat is niets onvriendelijks te
genover Louy, maar het maakt de
stap wat eenvoudiger. Maar mijn
hoofddoel is niet op Goddet te gaan
lijken. Dat kan geen mens, hij had
veel meer talent en kwaliteit dan ik.
Niet gaan vergelijken, asjeblieft. Ik
wil alleen zijn respect voor de sport
trachten voort te zetten."
Wat haatte je het meest aan de
voorbije Tour(s)?
„Het bedrog. En dan alle soorten
van bedrog, Het hoort niet bij de
sport. Een renner, die aan zijn
ploegleider komt vragen hoe groot
het gat voor of achter hem is, en zich
meteen een paar honderd meter
door de auto laat voortslepen, voor
de ogen van het publiek, die ver
dient het niet langer in de Tour te
rijden."
Je bent daar heel fel op.
„Maar natuurlijk! Als Van Pop
pel, of Bontempi de ene dag aan de
auto's heeft gehangen, en de andere t
dag wint hij weer een etappe, dan
kan dat toch niet goed zijn voor het
beeld van de wielersport? Ik was
een kleine renner, maar ik heb nooit
aan een auto gehangen."
Misschien ben je om die reden al
tijd wel een petit coureur gebleven...
„Ja maar... Denk je dat Merckx
ooit aan de auto's heeft gehangen, of
Anquetil? Nee toch. Die hadden het
niet nodig, dat kwam eenvoudig
niet in ze op. De Tour doet er alles
aan de welstand van de renners op
te krikken. Dank zij de Tour verga
ren ze roem, dus geld. In de Tour
zelf al: 8 miljoen francs aan prijzen.
Dan mag je van ze verwachten, dat
ze het spel correct spelen. Het moe
ten kampioenen zijn. Het is toch
niks, als een kind de vedette een
handtekening komt vragen, en die
vedette is eigenlijk een bedrieger?"
En het andere bedrog, de drog?
„De doping? Ik hoop dat we geen
nieuwe affaire krijgen als vorig jaar.
maar ik ben geen Pontius Pilatus.
De organisatie stond en staat er
trouwens buiten. Wat vorig jaar met
Delgado en Theunisse gebeurde
was een zaak tussen de renners, de
ploegen en de commissarissen van
de UCI. De Tour-directie maakt de
reglementen niet. Als ze niet wor
den nageleefd, als commissarissen
lekken naar de tv, moet men niet
ons de schuld geven."
„Het enige wat wij dienen te rege
len is het transport van de monsters.
Wij moeten de flacons zo snel moge
lijk in Parijs krijgen. Dat gebeurt nu
dus ook. De flesjes gaan 's avonds
met het vliegtuig van de VIPS mee
naar Parijs. Vlugger kan niet. Een
Duidelijkheid
Je hebt zo je ideeën over een controle
van de renners voor de start.
„Dan schep je duidelijkheid. Ne
gatief bij de start, dat zegt dus iets.
We hebben de ploegleiders schrifte
lijk verzocht daar op in te haken. Ze
moeten het zelf bekostigen, maar ik
weet, dat er zijn, die dat soort con
troles laten uitvoeren. Ook op. ana
bolen. Om wat voor reden ook. De
wielersport zit niet op schandalen te
wachten."
Maar iedere organisator wil, eist
bijna, honderd percent inzet van de
deelnemers. Grenzen bestaan niet
„Daar ben ik als journalist nooit
aan voorbijgegaan. Ik heb meerma
len geschreven, dat de gemiddelde
wedstrijd te zwaar was. Ik denk
echt, dat als je de lastigheidsgraad
van bijvoorbeeld de Tour terug
dringt, dat je het gebruik van do
ping zult verminderen. Geen vijf
tussensprints per dag, maar twee.
Geen etappes van 250 km, maar van
maximaal 200. Geen vijf aankom
sten bergop, maar twee of drie.
Kort, maar met spankracht."
Wat heb je daaraan al kunnen
doen?
„Niet veel meer dan mijn ideeen
over lanceren. De Tour was al klaar,
toen ik directeur werd. Maar ik ben
ervan overtuigd, dat er Touren zijn
geweest, waarin te veel van de ren
ners is gevraagd. Drie jaar terug:
twee, drie dagen achtereen bergop
aankomen... Dat is echt overdreven.
Een in de Alpen, een in de Pyrenee-
en - dat is genoeg. Niet de bergen
bannen, maar ze inleggen tijdens de
etappes."
Het is de versimpeling, die je ook
elders propageert.
„Precies. De Tour was bezig
slachtoffer te worden van zijn eigen
succes. Steeds groter, steeds meer.
Gigantisme. Als je je daar niet tegen
wapent, loopt het a-sportieve over
je heen. De Tour is van een klein
schalig Europees evenement bijna
een wereldgebeuren geworden. Dat
betekent, dat hoe langer hoe meer
zich ermee gaan bemoeien. En dan
dreigt het uit de hand te lopen."
Vandaar: alles wat minder, be
halve het geld
„Alles minder, behalve de me
dia... Het prijzengeld is omhoog, op
de media wordt evenmin beknot.
Dat laatste was een van mijn voor
waarden: wie over de Tour wil be
richten moet er zijn plek kunnen
vinden. Maar het aantal gasten kan
drastisch terug, moet in ieder geval
exclusiever. En dat kan, als je er een
hoger prijskaartje aan hangt. Zoals
gebeurt met alle andere grote sport
evenementen."
„Vorig jaar jaar hadden we 52
sponsors, dit jaar 26. Vorig jaar wa
ren er dagelijks 12 huldigingen op
het podium, dit jaar nog 8. En die 26
en 8 gaan volgend jaar nog verder
omlaag. Respect voor, de renners,
voor de sport, niet voor de kermis.
Het VIP dorp bij de start blijft, maar
het zal minder chaotisch zijn, want
er zijn minder sponsors. We waren
een paar jaar geleden wel geschoc-
keerd toen de minister van sport,
Edwige Avice, de Tour beschuldige
een grote, rijdende marktreclame te
zijn, maar ze had wel gelijk."
Trend
Exclusievere contracten, het bete
kent dat een aantal Franse firma's
is afgehaakt. Na Perrier en Le Coq
Sportif nu ook Merlin, de juwelier
Desmeure en zelfs Peugeot. Ze kun-
nenJwillen niet meer betalen.
„Dat is eigenlijk mijn terrein niet.
Meer van Carenso; is ook al gebeurd
onder de vorige directie. Maar de
trend valt niet te ontkennen. Toch is
dat het kenmerk van het mondiale
evenement: grote internationale
sponsors. De WK voetbal, de Olym
pische Spelen zijn ook niet-landge-
bonden. Wij willen vijf, maximaal
zes grote geldschieters. Daar moet
de Tour op kunnen draaien. En het
is niet zo moeilijk geinteresseerden
te vinden."
„Kijk naar de Amerikaanse tv:
CBS stopte na vijfjaar, ABC wilde
het contract wat graag overnemen.
In die drie jaar garanderen ze zelfs
meer zendtijd, via ESPN, twee maal
per week coast-to-coast op de sport-
kabel. Dan zullen er wel genoeg ad
verteerders op inschrijven."
Wat betaalt ABC? Wat is het bud
get van de Tour momenteel?
„Ik weet het niet. Ik moet het er
gens op een papier hebben staan.
Maar als ik het vind, mag ik het niet
zeggen... Dat moet ik nog leren: op
tijd mijn mond sluiten. Als journa
list kun je veel meer zeggen dan als
directeur. Het budget van de Tour-
de Societe du Tour de France orga
niseert nog meer wedstrijden, de
Vrouwentour. Ronde van de EG,
Criterium Internationaal, Landen-
prys. Parijs-Roubaix, Parijs-Tours,
Tour de l'Oise. Bij elkaar kost het
100 miljoen francs, 35 miljoen gul
den... Maar de Societe heeft bijvoor
beeld al 46 mensen in permanente
dienst."
Als de Tour steeds internationaler
wordt, zit het er dus dik in, dat de
Tourstart in Montreal 1992 door
gaat?
„Als het aan mij ligt gaan we er
heen. Er moeten nog wat logistieke
problemen worden opgelost, maar
over een paar maanden valt er een
beslissing. Canada is een serieuze,
nieuwe wereld voor de profwieler
sport. Daarin moet de Tour trend
setter zijn."
Dood
Wat mag er absoluut niet gebeuren
in de Tour?
„De dood van een mens, van een
kind. Dat klinkt misschien logisch,
als een banaal cliché, maar ik heb
daar enorme angst voor. Je kunt er
als organisatie heel weinig aan
doen, je begeeft je over de openbare
weg. Maar zoals vorig jaar, dat kind
dat voor de auto van de Super-
confex-soigneur springt en dodelijk
verongelukt... vreselijk. En het ge
vaar schuilt om iedere hoek, in iede
re seconde... Als je ziet hoe dicht de
mensen de weg opdringen, op de
cols, in de steden, de dorpen, en je
daar vaak met veel té hoge snelhe
den doorheen jaagt, dan is het iede
re keer weer een mirakel. Nee. dat
moet niet wéér gebeuren... De dood
van een mens is veel erger dan wan
neer de Tour zou worden gewonnen
door een kleine coureur."
Nieuwe directie, nieuwe wetten?
„Uiterlijk zal er niet eens zoveel
veranderen. Het zijn meer details.
Een stuk of tien, die je zou kunnen
citeren. Die nieuwe truien, ja. Maar
ook hierin vind ik, dat de Tour voor
op moet lopen. De vrouwen krijgen
dit jaar broeken met de kleur van de
leiderstruien. Gele, groene, rode
strepen erop. Als het bevalt, vol
gend jaar misschien ook bij de
profs. In de Tour moet de toon wor
den gezet."
PETER OUWERKERK