'Ik geloof niet dat ik God met kaas vergelijk''
Opwindende collage van stijlen
David Bowie over doemdenken en zijn nieuwe band Tin Machine
Chinese dichter huilt om China
Boeiende
Russische
droefheid
MAANDAG 26 JUNI 1989
KUNST
PAGINA 19
Bowie: "Het
kan me geen
donder schelen
of deze muziek
iemand bevalt".
(foto ANP)
Bowie's Tin Machine heeft grote mogelijkheden
Debuut Tin Machine. Bezetting: David Bo
wie (zang, gitaar). Reeves Gabrels (gitaar).
Hunt Sales (drums, zang). Tony Sales (bas.
zang) en Kevin Armstrong (tweede gitaar,
zang). Gezien: Paradiso Amsterdam. 24 ju-
AMSTERDAM Liefst 25.000
mensen stonden zaterdagavond
vrolijk naar een immens beeld
scherm op het Museumplein te
kijken- Dankzij dit hulpmiddel
konden zij rechtstreeks genieten
van een uniek concert van David
Bowie in het enige honderden
meters verderop gelegen Paradi
so. Hij presenteerde zich daar met
weer een nieuwe (muziek)lijn en
een nieuwe band Tin Machine.
Bowie's voorlaatste tournee
(The Glass Spider Tour) speelde
zich drie jaar geleden af voor een
twee keer uitverkocht Feye-
noordstadion. Het was een nau
welijks verhulde poging om veel
geld te verdienen met een revue
waarin door dansers veel en luch
tig werd bewogen, en weinig ga
ren werd gesponnen. Toen de de
corstukken twee jaar geleden
door een opgeluchte Bowie wer
den verbrand in Nieuw Zeeland
hield hij slechts een positief ele
ment over aan de onderneming.
Het danseresje Melissa Hurley
werd zijn partner in het leven.
Glamour en geld, dat is vooral
de oogst geweest die Bowie tij
dens de jaren tachtig boekte,
maar in artistiek opzicht waren
het magere jaren. De schijn was
anders. De video van Tonight
staat misschien nog op jenetvlies.
David Bowie fluistert tijdens een
duet met Tina Turner lachend
wat in haar oor, het concertpu
bliek gaat volstrekt plat.
Voor iemand met de reputatie,
van een vernieuwer moet dat op
den duur een godsgruwel zijn.
Bowie is zo iemand. Zijn nieuwe
band Tin Machine is een vergaan
de poging om de mainstream van
de rock te verlaten en opnieuw op
avontuur te gaan. De middelen
zijn radicaal en passend bij ie
mand die het hoe dan ook over
een andere boeg wil gooien: een
snoeiharde ritme-sectie verwerkt
breaks uit de geschiedenis van de
rhythm blues tegen een ner
veus en al even opdringerig gi
taargeluid. De zangpartijen lig
gen dwars over het maatschema
heen. Bowie staat op zijn achter
ste benen om die opgave tot een
goed einde te brengen.
De invloeden die in Tin Machi
ne doorklinken zijn even divers
als absurd. De intensiteit van de
muziek heeft zijn wortels in Beef-
heart en Cream, maar ook in en
kele vroege periodes van Bowie
zelf. Daarnaast klinkt er de in
vloed van speed-metal en free
funk in door, en zijn er tal van ver
wijzingen mogelijk naar allerhan
de gitaarbands. Het is alsof snip
pers en restanten van verschillen
de stromingen bij elkaar zijn ge
plakt in een opwindende collage.
De band heeft zijn solist par ex
cellence in gitarist Reeves
Gabrels. Terwijl de rest inclusief
Bowie de colbertjasjes allang
heeft uitgetrokken, staat deze
Amerikaan met een afgemeten
trek op het gelaat beulswerk te
verrichten. Nu eens klinkt er een
scheutje Jimi Hendrix in zijn spel
door, zoals in Heaven's in Here,
dan weer laat hij de thema's voor
wat ze waard zijn en zoekt hij naar
een krankzinnig indingende
stortvloed van korte nootjes.
In Paradiso creëert dat inten
sieve geluid een opgefokte, uitge
laten sfeer die het publiek in vijf
kwartier volledig afmat. Daar
waar de amper ingestudeerde
band kiest voor nuances in volu
me klinkt Bowie's prachtige, die
pe stem indringend door. Can't
Read is zo'n weergaloos moment,
een cover van John Lennon's
Working Class Hero weer een an
der. Hoe groot de mogelijkheden
van dit collectief zijn blijkt in een
krankzinnige bewerking van Bob
Dylans Maggie's Farm. Het klinkt
als een doorgedraaide versie van
Bobby Womacks It's all over now
in de versie van de Stones, hor
tend en stotend als een niet goed
doorgesmeerde boerenkar, maar
zeer indrukwekkend.
Uitstekend is ook de country-
versie van Bus Stop. Smeltend,
zalvende woorden ingebed in een
zoetelijk decortje waardoor het
scherpzinnige lied een mooie
dubbele bodem krijgt. Voorals
nog beheerst Tin Machine de ei
gen krachten nog niet helemaal.
Maar het gooi- en smijtwerk dat
daar het resultaat van is, maakt
zoveel indruk, dat het publiek na
afloop verbluft vaststelt dat een
toegift inderdaad moster^ na de
maaltijd zou zijn.
JOHN OOMKES
AMSTERDAM - "Zeg, de
fout was dus misschien wel
om Iggy toen nèt zo te laten
klinken als Tin Machine veel
later...?" Zodra je je met Da
vid Bowie bezighoudt,
schrijf je popgeschiedenis.
Dat merkt ook gitarist Ree
ves Gabrels. In 1977 was hij
er niet bij toen David Bowie
met Lust for Life een fantas
tische plaat produceerde
voor zijn collega Iggy Pop.
door
John Oomkes
Driekwart van Bowie's huidige
band was toen wel van de partij. Sa
men met bassist Tony Sales en
diens broer Hunt Sales op drums
creëerde Bowie een zwaar aangezet
geluid voor Iggy Pop. Een sound
die school zou maken en nu zeer
verrassend anno 1989 is terugge
keerd op Tin Machine, een album
waarmee Bowie voor het eerst in de
jaren tachtig indruk maakt. Merk
waardig genoeg draagt het album
niet zijn naam, maar een groeps-
naam. Tin Machine gaat door voor
een nieuwe band waarvan Bowie op
voet van gelijkwaardigheid met de
Sales-broertjes èn gitarist Gabrels
deel uitmaakt.
Bowie blijft echt Bowie, een feno
meen zonder weerga. Als hij je bij
wijze van uitzondering een kort in
terview van (liefst) vijftien minuten
(het worden er uiteindelijk toch nog
wat meer) toestaat, dan ga je. Het is
zaterdagmiddag en de sfeer op de
plaats van de ontmoeting, een
hoofdstedelijk restaurant, is er een
tje van gedwongen ontspanning. De
hofhouding rond Bowie is correct
en efficiënt, nieuwe collega Reeves
oogt ambitieus, Bowie aanvankelijk
geprikkeld, later aimabel. De ver
slaggever stelt met verbazing bij
zichzelf examenkoorts vast.
Nuchter
Reeves helpt. "Laat mij deze vraag
beantwoorden", zegt hij na een op
merking over het muzikale déja vu.
"Ik ken Bowie pas een paar jaar en
de Sales-broertjes sinds kort. Ik was
er niet bij in de roerige jaren zeven
tig. Wat ik opmaak uit de verhalen
van de andere drie, komt neer op de
conclusie dat ze tegenwoordig veel
vaker nuchter zijn dan toen. Ze heb
ben zichzelf meer in de greep. Ove
rigens niet tot het punt waar dat
merkbaar is voor de muziek".
Bowie: "Precies, jaja".
Hoe zou je dat proces willen om
schrijven. Als rijper worden, ouder
worden?
Bowie: "Als in leven blijven'*.
Toen je in Berlijn woonde in het
midden van de jaren zeventig, was
dat ook met het doel te overleven. Je
had net een periode van zwaar
drugsgebruik achter de rug. Op het
album Tin Machine schrijf je in de
song Crack City over de tentakels
waarmee de mafiawereld elke grote
stad het moeras van de drugs in pro
beert te sleuren. De situatie in Ame
rika is wat dit betreft de afgelopen
jaren zozeer verslechterd dat be
twijfeld wordt of de oorlog tegen de
drugs ooit kan worden gewonnen.
Het is bijna academisch om nog de
drugsbaronnen te lijf te gaan zoals
jij doet. Heeft het nog zin om over
zo'n thema te schrijven?
Bowie (razendsnel): "Is niet bij
me opgekomen". Kijkt stil en pijn-
zend voor zich uit.
Reeves: "Zo'n song wordt ge
schreven als een observatie van Da
vid en trouwens van ons allemaal.
David is de spreekbuis, maar het re
sultaat van zijn tekst verschilt nau
welijks van de gesprekken die we in
de studio hebben tijdens onze ge
meenschappelijke maaltijden. We
zijn vier muzikanten die weten wat'
er in de wereld speelt en daar ook
een mening over hebben. Het is een
reactie, en een mening. Als song
schrijvers ben je verplicht om over
je leven te schrijven. Ook drugs zie
je voortdurend om je heen. Ik weet
niet of het geen zin heeft, we moe
ten daarover schrijven".
Bowie creëert in zijn teksten een
nogal somber, uitzichtloos beeld
van de samenleving aan het eind
van de jaren tachtig. Je ziet nazi
swastika's opduiken, de drugsma-
fia. Het lied Under the God is een
verwijzing naar toenemende dicta
toriale trekjes. Verraadt de plaat
een pessimistisch wereldbeeld?
Bowie: "Nee...ik denk dat kunste
naars de neiging vertonen schoon
schip te maken met hun tijd als je
naar het einde van een decennium
loopt, of als het einde van de eeuw
in zicht komt. Je merkt dat dat in je
opwelt, vaak gebeurt dat nogal fa
natiek. Het is nogal chaotisch, alsof
je in wanhoop verkeert. Ik denk dat
het deels verband houdt met wat je
zelf is overkomen in het leven. Ik
weet het niet precies omdat het zeer
spontaan werd geschreven. Het is
achteraf heel moeilijk aan te voelen
hoe die gedachten precies op papier
kwamen".
"De songs ontstonden parallel
aan elkaar. Ik schreef teksten op
hetzelfde moment dat de andere
drie bandleden sleutelden aan de
muziek. Als je zo werkt, dan heb je
de neiging om je te laten gaan, net
als een fontein. Alles komt dan naar
buiten. De andere drie stonden me
niet toe om de teksten nadien nog te
wijzigen, ze te stroomlijnen, ze wat
dichterlijker te maken. Veel stof
kwam naar buiten als een simplisti
sche, naïeve opvatting. Maar wel
recht uit het hart. Maar ik denk dat
zoiets juist gebeurt aan het eind van
zo'n decennium".
Het lijkt wel wat op het fin de siè-
cle-gevoel aan het eind van de vori
ge eeuw? Is er een verband tussen
het pessimisme van toen en dat van
nu?
Bowie: "Mogelijk. Maar de over
eenkomst houdt op bij de weten
schap dat we nu beschikken over
middelen om deze planeet weg te
vagen, en dat we ook voortdurend
aan het bewijzen zijn dat we dat
zouden kunnen. Dat betekent een
fundamenteel verschil. We hadden
nog nooit eerder helemaal de be
schikking gehad over di? monstru
euze macht".
Maar ben je nu echt zo'n doem
denker?
Bowie: "Nee, dat kan ik niet zijn.
Er schuilt in elke man de kracht en
de wil zich niet te verliezen in de ge
dachte dat er geen hoop en optimis
me meer zouden bestaan. Die
kracht en die wil moet hij wel op
brengen voor degenen die hem lief
zijn en zijn familieleden. Dat zwakt
mijn drijfveer om over de boosaar
dige kanten van dit leven te schrij
ven overigens niet af. Bovendien
bestaat de plaat niet alleen maar uit
pessimisme. Toegegeven, Under
the God en Crack City wijzen op erg
negatieve verschijnselen in de sa
menleving, maar ze kunnen voor
mij net zo stimulerend werken als
de positieve teksten in Amazing,
Prisoner of Love, en zelfs Heaven's
in Here".
Kaas
Je schrijft veel over God op deze
plaat. Hij komt in zeker drie songs
voor, zij het telkens op een andere
wijze. Soms vergelijk je 'm met
Deense kaas (Danish Blue Cheese).
Soms functioneert God als een sym
bool van macht.
Bowie: "Ik geloof niet dat ik 'm
vergelijk met kaas...".
Weet ik, ik maak een grapje...
Bowie: "In dat geval maken we al
lebei een grapje".
Wat dwingt je om zoveel over God
te schrijven?
Bowie: "Omdat ik erg sterke reli
gieuze gevoelens koester. Ik ben me
erg bewust van God, in wie ik sterk
geloof..."
Reeves: "Sorry als ik je even on
derbreek—Toen we in augustus vo-
rij» jaar repeteerden, speelde de af
faire rond de film The Last Tempta
tion of Jesus Christ van Martin
Scorcese, dat was telkens op het
Amerikaanse journaal..."
Bowie: Ja. Het een lokte het an
der uit. Al eerder was ik betrokken
geraakt bij een soortgelijk project
waarin iemand het antwoord op zijn
godsdienstige gevoelens probeerde
te vinden. Twee of drie
deze band voelen zich tot religie
aangetrokken. Dat verschilt overi
gens per individu. De een weifelt,
de ander koestert krachtige gevoe
lens".
Hoe zou je die betrokkenheid met
religie nou willen omschrijven?
Bowie: "Als een aarzelende, wei
felende benadering van de vraag
hoe je je tot jezelf verhoudt, en tot
het universum. Ik ben bang dat het
klinkt als een cliché, maar er doen
zich nu eenmaal situaties in je leven
voor die je moeilijk volledig kunt
bevatten. En dan neig je ertoe in cli-
ché's te vervallen: jezelf, het univer
sum en God. Het is een altijd maar
doorgaand zoeken, voor mij in het
bijzonder. In min of meerdere mate
is dat overigens altijd zichtbaar ge
weest in mijn werk. Een song als
'Word on a wing' schiet me nu ter
plekke te binnen. Ik had deze sterke
gevoelens al vaker, al was ik vroeger
niet in staat die gevoelens thuis te
brengen".
Multi-miljonair
Ik keer omwille van de tijd even te
rug naar dit project, de band Tin
Machine. Je kunt het concept van de
ze band op twee manieren beoorde
len. Je kunt het zien als een dappere
poging, maar ook als een modieuze
ontsnappingsmogelijkheid. Ik be
doel: deze rauwe, niet gepolijste mu
ziek staat doorgaans voor een be
paalde gemoedstoestand, er klinkt
een maatschappelijk bewustzijn in
door. Maar je zou ook kunnen zeg
gen: hier heb je een multi-miljonair
uit het geïsoleerde Zwitserland die...
Bowie: "Ho-ho. Wacht even. Om
te beginnen zoek ik altijd actief het
leven op straat op, reis ik voortdu
rend, vertoef ik in de meest a-typi
sche en meest bizarre situaties, va
ker en gekker dan bij wie ik ook
ken. Ik reisde al door de Sovjetunie
lang voordat iemand die gedachte al
kreeg. Onder het bewind van Bre-
zjnjev. In Jamaica maakte ik de ge
welddadige rellen mee. Ik heb in zo
veel woelige omstandigheden ver
keerd. Het komt me voor dat ik
meer zie van de wereld dan bijvoor
beeld iemand die misschien nooit
Amsterdam uit is geweest. Ik zou
mezelf niet afgezonderd willen noe
men. Maar ga door, ik begrijp dat
imago wel".
Maar is het niet wat verkrampt
om te doen alsof dit een volstrekt
nieuwe band is, die van onderaf de
ladder moet beklimmen via optre
dens in kleine zalen.
Bowie: "Niet vanuit mijn ge
zichtspunt. Voor mij is het een vol
komen natuurlijke volgende stap in
mijn loopbaan om van een dergelij
ke band deel uit te maken, omdat ik1*
altijd opgewonden raakte door de
muziek die ik zelf actief moest ma
ken, en nu is dat met zijn vieren. Ik
vertrouw niet op successen uit het
verleden en probeer dan".
Reeves: "Als je vier mensen m
een kamer opsluit die elkaar ken
nen als muzikant dan zijn ze op dat
moment alleen maar muzikant. Het
geld-aspekt of de ster-status speelt
dan niet mee in het beeld".
Maar voor het publiek speelt dat
wel mee. Reeves, jij hebt als muzi
kant te maken met een collega die
niet alleen muzikant, maar ook pu
bliek bezit is, en fenomeen.
Bowie (valt Reeves in de rede):
"Heb ik niets mee te schaften. Dat is
ook de reden waarom ik word ge
zien als een man die zo veranderlijk
is. Dat is niet mijn fout, dat is de
image-building".
In artistieke zin verander je ook
voortdurend. Maar of je het nu wilt
of niet, je blijft Bowie voor het pu
bliek, en geen lid van een nieuw
bandje.
Bowie: "Dat is dan hün probleem.
Ik verkies niet het publiek maar wat
te vermaken, ik wens de muziek te
maken die ik wil maken. Het kan
me eerlijk gezegd geen donder
schelen of deze muziek iemand be
valt of niet".
Complex
Poetry International groot succes
ROTTERDAM "Pycckne nayt."
Oftewel: "De Russen komen." Met
dit motto werd zaterdag het 20e
dichtersfestival Poetry Internatio
nal in de Rotterdamse Doelen afge
sloten. Een groot en warm succes
voor de Russische dichters Valeri
Perelesjin, Bella Achmadoelina,
Gennadi Ajgi, Alexander Koesjner
Aleksej Parsjtsjikov, Tajana Tsjer-
bina en Jevgeni Rejn.
Uiteindelijk, zo bleek, ging het
niet om de Russen, maar waren het
de Chinezen die kwamen en bleven.
Ruim een miljard Chinezen verte
genwoordigd in een persoon. De
hartverwarmende Chinese dichter
Duo Duo die huilend achterbleef in
de armen van Poetry-organisator
Martin Mooij, huilend want zonder
vaderland en voorlopig als politiek
vluchteling in Nederland.
Het was ontroerend te zien hoe
Duo Duo, die eerder die avond voor
een geroerd Poetry-publiek 'O, solo
mio' zong, achter de poetry-coulis-
sen Mooij op zijn wangen kuste. Uit
blijheid en dankbaarheid voor het
aanbod om tijdelijk in huize-Mooij
te verblijven. Duo Duo: "Graag blijf
ik in uw gastvrije land met zoveel
vriendelijke mensen. Later maak ik
een toernee door Engeland, Canada
en Amerika, maar daarna kom ik
beslist naar Nederland terug. Leve
Poetry, leve de dichterlijke vrijheid
in de hele wereld".
Poetry-organisator Martin Mooij:
"Zoals wij dit jaar hier de Russen
hadden, wilden wij voor volgend
jaar de Chinezen naar Rotterdam
halen. Dus een Poetry met als mot
to: 'De Chinezen komen'. Maar he
laas, gezien de ontwikkelingen in
China, hebben we dat niet meer in
de hand. Ik ben bang dat we daar nu
nog jaren op moeten wachten," al
dus Mooij die volgende week in
West-Berlijn een weekeinde presen
teert met Israëlische en Palestijnse
dichters.
Deze twintigste Poetry Interna
tional, met het dubbele aantal be
zoekers in vergelijking met vorig
jaar, is zo succesrijk verlopen dat
Joke Gerritsen, mede-poetry-orga-
nisator, na afloop zei: "Nu het festi
val weer nieuw leven is ingeblazen,
hoop ik dat we nog twintig jaar kun
nen doorgaan. Voorlopig dan, want
verder kan ik nu niet vooruit zien."
Dichter Jules Deelder: "Volgend
jaar wil ik hier de Engelse perfor
mer John Cooper Clarcke hebben.
Een schande dat die man nog nooit
op Poetry is geweest. Die gozer kan
al die gasten hier nog een oor aan
naaien!"
Dichter-schrijver Remco Cam-
pert: „Wat we hier nog nooit tijdens
Poetry hebben meegemaakt is dat
de zaal al vanaf maandag vol zat met
zeker vijfhonderd bezoekers en dat
gedurende de hele week. Of dat nou
door de Russen kwam of de Chinees
Duo Duo, het publiek had er ouder
wets trek in. Jammer dat ik zelf van
af woensdag tot en met vrijdag met
een zware griep bed moest houden'.
Maar op jdeze zaterdagslotavond
moest en zou ik erbij zijn. Met griep
en al, maar daar heb ik me doorheen
gedronken..."'
JIM POSTMAN
Deelder: "Een gozer als de Engelse
performer John Cooper Clarke kan
al die gasten hier nog een oor aan
naaien. Een schande dat die hier
nog nooit is geweest". (foto gpd)
dere muziek uit deze tijd. De enige
band die enige overeenkomst met
Tin Machine vertoont, is Living Co
lour.
Bowie: "Ja. die vergelijking is ze
ker mogelijk. Ja".
Reeves: "Maar 't is een kleine
overeenkomst. Ze zijn in zekere zin
wat conservatiever. Zelfs wat zang.
ritme, melodie en harmonie betreft
luister maar eens naar een song
als Baby Can, daar zitten elementen
uit de klassieke muziek van deze
Bowie: "Wow!!"
Reeves:"De harmonisch struc
tuur is niet helemaal volgens de
twaalftoonsreeksen opgebouwd,
maar die invloed zit er ook in. Maar
het idee was iets te ontwikkelen wat
we nergens anders konden vinden".
Maar is dit een armoedig muzi
kaal tijdvak?
Reeves: "Ik vind het tamelijk
vruchtbare jaren".
Bowie: "Je hoort wel interessante
muziek. Dat nieuwe werk van Steve
Reich, Different Trains. Fantas
tisch, een doorbraak. Een van de
spannendste dingen die ik in lange
tijd heb gehoord. Dan verder Glenn
Branca, weergaloos. Zijn Zesde
Symfonie, ja".
Laten we eerlijk zijn en je muziek
ook vergelijken met mainstream-
rock. Per slot van rekening heb je je
daarmee tijdens een groot deel van
de jaren tachtig beziggehouden.
Bowie: "Ik weet het niet met de
rock. Het doet me genoegen te zeg
gen dat Tin Machine momenteel
mijn favoriete band is".
Waar denk je dat jullie rauwe mu
ziek staat in betrekking tot de mu
ziekwereld in zijn geheel? Houd het
ook een commentaar in op wat er
verder gebeurt?
Reeves: "Het belichaamt voor mij
alles waarnaar ik continu zoek, en
wat ik als mijn kunstuiting be
schouw. Het houdt de vrijheid in
om te improviseren binnen de
vorm, en binnen een stijl die niet al
bijvoorbaat een bepaald stempel
heeft opgedrukt gekregen. Het
heeft ook niets van een genre zoals
jazz, waarbij je je moet uitdrukken
met behulp van een bepaald voca
bulaire aan begrippen. Het is een
kans om de rockmuziek in harmo
nisch opzicht vooruit te helpen. Het
heeft bovendien wortels".
Bowie: "Nog iets wat me bevalt
aan wat we hebben gedaan is dat de
patronen die we hebben ontwik
keld eigenlijk erg complex zijn. Het
zijn geen bluesschema's van twaalf
maten. Onze muziek heeft wel veel
verwijzingen naar de blues en de
rhythm blues".
En ook naar de free funk, zoals
van Blood Ulmer.
Bowie: "Precies. Maar er is meer;
er zijn vingerwijzingen naar alle ge
nres die we ooit hebben gewaar
deerd. Hunt, de drummer, is bij
voorbeeld opgegroeid in een ty
pisch jazz-gezin met Buddy Rich,
en Gene Krupa, dat soort muziek.
Die lui kwamen daar over de vloer.
Zijn idee van wat je met muziek
moet aanvangen verschilt zoveel
van een rockdrummer, die bijvoor
beeld Led Zeppelin in zijn hoofd
heeft zitten".
Maar vergelijk het eens met de an-
Alikova - viool. Tatjana Kochanovskaja
ooi en Olga Ogranovitsj - cello. Wer-
van Sjostakovtisj. Schmttke en Tsjaik-
ovski. Gehoord op 24 juni in de Kleine
/an het Concertgebouw.
AMSTERDAM - Het zit er weer
op. Drie weken lang in de ban
Russische namen en ge
schiedenissen. Speuren naar
dagblad- en tijdschrift-artike
len. Toelichtingen uitspellen in
het goed gedocumenteerde Fes-
tivalboek. Telkens weer die ver
wachtingsvolle spanning bij het
horen van nieuwe, niet eerder
gehoorde muziek. Telkens weer
het speuren naar het herkenba-
het als een spons in je opzui
gen van het nieuwe. Namen die
aanvankelijk niet uit te spreken
waren, zijn nu verbonden met
tastbare, emotionele herinnerin
gen.
Het concert dat de dames van
het sinds 1975 opererende Mos
kou Kwartet gaven, was op één
het laatste in het kader van de
hedendaagse Russische compo
nisten. Alhoewel: een groot deel
van het concert werd besteed
aan het meer dan honderd jaar
oude strijkkwartet nr. 3 van de
Moskouse grootheid Pjotr Iljitsj
Tsjaikovski, naar wie het con
servatorium aldaar is vernoemd.
Het gehele programma was
doortrokken van Russische
droefheid. "De droefheid die
een Rus nodig heeft. We kunnen
er niet buiten. Pjotr Iljitsj
Tsjaikovski kon er niet buiten.
Ik kan er niet buiten. Geen com
ponist kan er huiten". Aldus
Artjoem Agazjamov in een ge
sprek met Volkskrant muziek
redacteur Roland de Beer. Drie
strijkkwartetten en alledrie ter
nagedachtenis van een geliefd
iemand.
Twijfel blijft bestaan over de
wijze van interpreteren. Zou ik
de associatie met een plotseling
van pijn snijdende kreet ook ge
had hebben als ik onwetend was
gebleven van de dood van Nina
Sjostakovitsj, de eerste vrouw
van de componist? Ook zonder
voorkennis zou ik het Strijk
kwartet nr. 7 (1960) van
Sjostakovitsj een prachtig werk
gevonden hebben met zijn dui
delijk weerkerend, ritmisch mo
tief en zijn klagend aandoende,
dalende chromatiek.
De techniek van de zoemende
vliegen, waarbij strijkers in ver
schillende ritmen en op dicht bij
elkaar liggende toonhoogten
rondwervelen, riep bij mij in ie
der geval geen treurige beelden
op. Alfred Schmttke gebruikt
deze en andere technieken in
zijn strijkkwartet nr. 2 (1980) ter
nagedachtenis aan de (bij een
auto-ongeluk omgekomen)
filmregisseuse Larissa Sjeptiko.
Heel mooi en stemmig is wel de
duidelijk herkenbare herkomst
van oud-Russische kerkmuziek
en de associatie met koorzang
die deze poly-stilist welbewust
oproept.
Het spel van de Moskouse da
mes had zich tot nu toe geken
merkt door buitengewoon ei
rieus vakmanschap. Toch miste
ik wat emotionele warmte en de
uiterlijke tekenen van bevlogen
heid, zó streng hielden zij zich
zelf in de hand. Die kwaliteiten
kwamen pas b(j het derde strijk
kwartet van Tsjaikovski.
De op enkele stoelen na
verkochte kleine zaal had zijn
enthousiasme al bij de 'moder
nen' laten blijken, maar na
Tsjaikovski wist het publiek
van geen ophouden meer, zodat
er uiteindelijk een toegift volg
de. MONICA SCHIKS