Op zoek naar een Poolse bruid
Bejaardenmisbruik
Denkwijzer
Onze taal
Via bureau Partnerglück komen vooral ongehuwde boeren aan de vrouw
eu.
ui.
*43 IJ-
oe.
ZATERDAG 24 JUNI 1989
PAGINA 23
Via het bureau Partnerglück uit Velp
vinden Nederlandse mannen
geregeld een bruid in Polen. In de
vier jaar dat het bemiddelingskantoor
bestaat, zijn al vijftig huwelijken
gesloten, wat neerkomt op een
'succes-percentage' van 80 procent.
Eigenaresse Liselot Snabel is er trots
op dat ze zoveel mannen die door
toeval of pech alleen zijn gebleven
aan de vrouw heeft geholpen.
"Onder hen zijn veel boeren, op wie
in Nederland wordt neergekeken,
Daarom adverteren we in Polen
speciaal voor boerendochters".
door Onno Havermans
Van vermoeidheid vallen zijn ogen
bijna dicht. De hele nacht heeft hij
doorgekacheld om vanmiddag hier
te kunnen zijn. Hij zou wel een paar
uur willen slapen, maar tegenover
hem zit zij, zijn Poolse schone.
Een pronte meid, roodharig en goed
lachs. Ze bekijkt hem nieuwsgierig en
wacht op wat hij zal gaan zeggen. Hier
heeft hij weken naar uitgekeken. Vanaf
het moment dat hij zich inschreef bij het
huwelijksbureau en voor het eerst haar
foto zag, vanaf zijn eerste brief aan haar,
haar eerste brief aan hem, heeft hij gepo
peld van ongeduld om naar Polen te rei
zen. Naar haar, zijn aanstaande bruid.
Als ze met hem trouwen wil, tenminste.
Onderweg heeft Ton zijn ogen uitgeke
ken, de uitgestrekte landerijen waar boe
ren met twintig, dertig man tegelijk aan
het werk zijn tussen de aardappels.
"Daar ben ik met mijn machines in een
uurtje mee klaar", prevelde hij verbaasd
toen hij 'zag hoe landarbeiders met blote
handen de grond bewerkten.
Thuis op de boerderij zorgt een waar
nemer voor het melken, want Ton heeft
iets anders aan zijn hoofd. Ton wil trou
wen. En wat in eigen land niet gaat
geen enkel Hollands meisje wil kenne
lijk nog boerin worden - lukt misschien
in Polen.
Advertentie
Poolse dames20-60 jaar, zkn een nette
eerl. levenspartner, via bem. kant. Zo
luidt de advertentie van Partnerglück,
het bureau van Liselot Snabel in Velp.
Tientallen Nederlandse mannen zijn de
afgelopen vier jaar door haar naar Polen
gestuurd. Meer dan vijftig huwelijken
waren daarvan het gevolg. Snabel gaat
prat op een 'succes-percentage' van 80
procent, dank zij intensieve bemidde
ling. De kosten zijn hoog, maar huwbare
mannen worden dan ook' niet afge
scheept met een foldertje met nietszeg
gende foto's.
Mannen die zich voor 1400 gulden in
schrijven, worden net zo lang achter hun
broek gezeten tot het huwelijksbootje in
zicht is, Liselot wil er echter niets van
weten dat ze haar neus soms te diep in
andermans zaken steekt en balanceert
op de rand van wat kan en mag. "Ze ko
men zelf om hulp vragen en leggen al
hun privégegevens bij mij op tafel. Ik
mag me daarmee bemoeien totdat ze een
maatje gevonden hebben", meent ze.
Ton is samen met haar naar Polen ge
reisd. Enkele weken geleden heeft hij
haar schoorvoetend gevraagd hem te
helpen een vrouw te vinden. Hij durfde
pas in haar drie foto-albums vol Poolse
dames bladeren nadat zij enkele ge
trouwde mannen had opgebeld die alle
maal hetzelfde enthousiaste verhaal ver
telden: dank zij Partnerglück gelukkig
getrouwd met een Poolse.
Zijn kennismakingsbrief aan het meis
je van zijn keuze werd door het bureau
vertaald en bezorgd. Toen ze terug
schreef datize uitzag naar zijn komst was
het zaak spoedig naar Polen te rijden
voor een persoonlijke ontmoeting. Een
maal aangekomen in het stadje Torun,
op het Poolse contactadres van Partner
glück, heeft Ton geen puf meer. Suize
bollend blikt hij naar de roodharige aan
de andere kant van de tafel. Dat is ze nou,
zijn schrijfvriendin. Nu moet hij zien of
het klikt. Maar Ton doet geen bek meer
open. De taalbarrière, de spanning en de
slaap, het wordt hem allemaal te veel.
Mislukt
Ton krijgt echter geen kans naar adem te
happen. Liselot is als een moeder voor
'haar' jongens: zorgzaam, maar ook
streng. "Vooruit, je bent nog jong en je
hebt vakantie. Slapen kun je altijd nog",
bijt ze hem toe. "Je moet plezier maken,
dan leer je elkaar het snelst kennen. Als
je het meteen spontaan aanpakt scheelt
dat drie of vier stroeve dagen".
Het mag niet baten. Ton mislukt jam
merlijk. Hij weet zich niet hoffelijk te ge
dragen. Stoort zich aan het zusje dat zijn
meisje bij elk uitstapje vergezelt als een
heuse chaperonne en kan zijn gevoelens
niet kwijt in een teder gebaar. Omringd
door haar familie krijgt hij zijn mond
nauwelijks open. En hij vecht voortdu
rend tegen de slaap. Na enkele dagen le
vert zij hem in tranen weer af. Het klikt
niet. Het is ook zo moeilijk als je nog
nooit een meisje hebt gehad. Bedrijfson-
gelukje voor Partnerglück. Vervelend,
maar niets aan te doen. "Je kunt iemand
per slot van rekening niet volledig herop
voeden", merkt Liselot op.
Echtgenoot Ferdinand kan zijn teleur
stelling minder goed verbergen. "Zonde
van zo'n prachtmeid. Voor die jongen
kan Liselot niks doen. Boeren kan ze hel
pen, maar boerelullen niet", lucht hij zijn
hart. Maar de boosheid trekt snel weg.
Als Ton inziet wat hij verkeerd heeft ge
daan, mag hij het binnenkort nog eens
proberen. Met een ander meisje. "Van
zo'n mislukking leren we weer een hele
Sjaak vond zijn bruid Elzbieta in een afgelegen Pools dorpje. Nu zijn ze samen gelukkig in de Hollandse polder.
(foto GPD)
boel", weet Liselot. "Al is het natuurlijk
niet leuk, want je hoopt altijd dat het
goed gaat". Meestal is dat ook het geval.
De klanten van Partnerglück zijn ge
wone mannen, die door toeval of pech al
leen zijn gebleven, zegt Liselot. "Door de
emancipatie stellen veel Nederlandse
vrouwen hoge eisen. Dat zeggen tenmin
ste veel mannen die bij mij komen. On
der hen zijn veel boeren, op wie in Neder
land wordt neergekeken. Daarom zetten
we in Polen speciaal advertenties voor
boerendochters".
Huwelijk
In één teug slaan Sjaak en Elzbieta de
wodka naar binnen. Samen nemen ze
een hapje brood met zout, de voorberei
ding op voor- en tegenspoed. De muzi
kanten op het weitje voor de boerderij
zwijgen eerbiedig. Dan tilt Sjaak zijn
Poolse bruid over de drempel. Een half
uur eerder heeft meneer pastoor hen in
een tochtig kerkje in de echt verbonden.
Zij trouwden in januari al voor de bur
gerlijke stand in Assendelft, maar nu
heeft het huwelijk pas werkelijk waarde.
Want hier in Polen geldt nog de wet van
de roomskatholieke kerk. "Ik heb me
gisteren nog snel laten dopen", grijnst
Sjaak.
In eigen land was het Sjaak niet gelukt
een vrouw te vinden. "Sjaak is een jon
gen van de polder", vertelt zijn zwager
tijdens het bruiloftsmaal. "Hij hoort bui
ten op het land. In een fabriek of op kan
toor zou hij doodongelukkig zijn. Maar
een Nederlands meisje krijg je de polder
niet meer in".
In het afgelegen Poolse dorpje Brda
vond Sjaak de boerendochter die hij
zocht. Met haar 24 jaar was Elzbieta de
huwbare leeftijd al bijna gepasseerd,
want in Polen wordt jong getrouwd.
Maar ze wilde geen Pool. "Ze kon zat
mannen krijgen, maar die zopen alle
maal", zegt de bruidegom. Daarom be
sloot ze de gok te wagen op een nieuw be
staan ver van huis, waar ze zou delen in
de ongekende westerse welvaart. Maar
bovenal was er opeens dat wonder, los
van alle zakelijke motieven. Tijdens de
boerenbruiloft straalt de verliefdheid
van de jonggehuwden af.
De taal leek even een probleem, maar
Sjaak en Elzbieta losten dat op hun eigen
manier op. In een voor anderen onbegrij
pelijk mengelmoesje van Nederlands,
Pools, Duits en koeterwaals, verstaan ze
elkaar prima. "De taal der liefde", con
cludeert Sjaaks zwager.
Sjaaks familie kijkt in Brda de ogen
uit. "De dag voor de trouwerij gooien de
mannen uit de buurt flessen stuk voor de
deur van de boerderij van Elzbieta's ou
ders. Ze gingen door tot Sjaak naar bui
ten kwam om met ieder van hen een glas
te drinken. Eigenlijk hoort dat bij het
huis van de bruidegom te gebeuren,
maar dat kon nu natuurlijk niet", vertelt
Sjaaks zwager. "Vanmorgen moesten ze
samen knielen om van haar ouders de ze
gen te ontvangen, als afscheid van de
jeugd".
De boerenbruiloft gaat door tot het
aanbreken van de volgende dag. Wodka
gaat rond en schalen vol hapjes worden
af en aan gedragen. Drie dames uit het
dorp hebben dagenlang in de keuken ge
staan om het feest tot iets onvergetelijks
te maken. Trouwen doe je tenslotte vol
gens goed-katholieke principes maar
eens in je leven. Zolang er fut zit in de
muzikanten en de gasten, gaat het dan
sen door. Wie door slaap wordt over
mand legt zich te ruste om een paar urn-
later weer vrolijk mee te feesten.
Liselot is tussen de bruilofsgasten als
een vis in het water. Maakt een praatje
hier en daar en zwiert aan de arm van een
besnorde Pool over de dansvloer. Dan
wordt ze ontboden door meneer pastoor,
die zich tegoed doet aan vis in glibberige
gelei. In de Bijbel die hij het bruidspaar
kado doet heeft hij een Poolse heilwens
geschreven en ztf moet nu zorgen voor
een Nederlande vertaling.
Ze mag dan als een moeder zorgen voor
haar klanten, zonder Poolse hulp is Lise
lot nergens. Ewa Bajduszewska is de
spin in het Poolse web. "Ewa vangt de
Nederlandse jongens op die voor het
eerst naar Polen gaan", legt Liselot uit.
"En ze is een soort vraagbaak voor de
Poolse vrouwen die zich hebben inge
schreven. Haar telefoon staat meestal
roodgloeiend".
Liselot gebruikt haar bezoeken aan
Polen om samen met Ewa zoveel moge
lijk dames af te gaan. Die bezoekjes ko
men altyd onverwacht. "Dan kunnen de
dames zich er niet op voorbereiden en zie
ik ze zoals ze zijn", zegt Liselot. Chrysty-
na wordt op die manier verrast. Ze heeft
zich onlangs ingeschreven. Liselot hoopt
haar (met haar 1.70 meter voor Poolse be
grippen behoorlijke lengte) te kunnen
koppelen aan een knaap van boven de
twee meter. Chrystyna schrikt, maar
stemt er toch mee in dat de jongen haar
een brief stuurt. Zonder schroom vertelt
ze honderduit. Van verloren liefdes,
stukgemaakt door drankzucht, en van
haar hoop dat het in Nederland allemaal
wat beter is.
Liselot is zeer tevreden. Het ziet er
netjes uit bij Chrystyna, die overkomt als
een open en vriendelijk meisje, dat er. bo
vendien heel aantrekkelijk uitziet. Dat
moet geen problemen opleveren.
Danuta komt net uit de suikerfabriek
waar ze werkt, maar ze straalt meteen als
de naam valt van haar Nederlandse
vriend. De gasten moeten mee naar bin
nen, waar de Slavische gastvrijheid ten
minste in een kopje thee tot uiting moet
komen. Als ze een blad dampende glazen
binnendraagt, blijkt er toch koffie gezet.
Kon ze niet laten. De schaarse koffie is
immers bewaard voor een speciale gele
genheid als deze.
Alles gaat uitstekend, verzekert Danu
ta. Zodra ze haar visum heeft, komt ze
naar Nederland. Waarom ze met een Hol
landse knul wil trouwen? Omdat ze gek
op hem is natuurlijk. In haar dorpje heeft
ze niemand kunnen vinden. Weinig man
nen, en de kerels die er zijn drinken im
mers. Trots laat ze een foto zien, geno
men in de havens van Gdansk. Twee vro
lijke jonge mensen van achter in de twin
tig. Bepaald geen zielepietjes.
Onaangekondigd staat de delegatie
van Partnerglück ook op de stoep bij
Malgorzata, die met haar dochtertje een
donker, muffig bovenhuis bewoont in
een drukke winkelstraat, waar om de
paar minuten een piepende tram door
heen schommelt.
Malgorzata heeft al een poosje niets
meer laten horen aan de Nederlandse
man die haar op handen draagt, vertelt
Liselot. Binnen is het donker en vuil. Het
gesprek verloopt stroef, maar tot opluch
ting van Liselot belooft Malgorzata be
terschap. Ze zal snel schrijven, want ze
wil graag naar Nederland om een nieuw
leven te beginnen, verzekert ze. Weer
buiten in de zon haalt Liselot diep adem.
Dat viel mee.
Typerend
Het verhaal van Chrystyna, Danuta en
Malgorzata is typerend voor de vrouwen
die afkomen op de advertenties van
Partnerglück in Poolse kranten. Drank
zuchtige kerels, een scheiding, een onze
kere toekomst, de schande van het onge
huwd moederschap in een zwaar katho
liek land, dat zijn de voornaamste rede
nen om te kiezen voor een nieuw leven
elders.
"Nederland heeft in Polen een goede
naam", zegt Liselot. "Dat komt onder
meer door de kleding- en voedselhulp".
Nederlanders worden in Polen dan ook
warm ontvangen. Alsof alle verhalen
over de Poolse armoede louter op boos
aardige propaganda berusten, worden de
westerse bezoekers overal met weldadi
ge gastvrijheid ontvangen. Hoewel elke
Nederlande huwelijkskandidaat op in
structie van Liselot zijn auto volpakt met
Nederlandse heerlijkheden als kaas, ca
cao, koffie, thee, fruit, zeep en wc-papier,
komt aan de verwennerij in Polen geen
einde. Aleen het beste is goed genoeg
voor de gasten uit Nederland.
Met weemoed herinnert Ton zich die
hartelijke ontvangst in Torun. Terwijl
het uitgestrekte Poolse landschap aan
hem voorbijtrekt, mijmert hij over de
aardige mensen die hij heeft ontmoet.
Zelfs toen duidelijk was dat het niet klik
te tussen hem en zijn beoogde Poolse
bruid, bleef de koffie en de wodka stro
men en liep de vrije zaterdagavnd uit op
een spontaan Pools familiefeest.
Te laat bedenkt hij zich welke fouten
hij heeft gemaakt. Dat kennismaken tijd
en energie kost en datje ook met handen
en voeten kunt praten. "Het liefst zou ik
het met haar opnieuw proberen", ver
zucht hij. "Als dat zou kunnen".
(Ter bescherming van persoonlijke
gegevens zijn sommige namen in dit
verhaal veranderd).
DOOR JOOP VAN DER HORST
De woeste wandeling is een filmscenario
van W.F. Hermans uit 1962. Het begint
met een gezin dat aan boord gaat van
een passagiersschip in Indonesië. Alle
gezinsleden dragen een kistje, ook de al
lerkleinsten. Eenmaal op het schip wor
den de kistjes neergezet. Het laatste en
kleinste kistje wordt ruw bij de grotere ge
worpen en iemand zegt dan: Die van jou
zit toch niks in. De rest moet iedereen zelf
lezen want het een van Hermans' mooi
ste boeken.
Er is niets bijzonders aan zo'n zinnetje;
alleen komen we zoiets zelden of nooit in
een boek tegen. Het is zo helemaal
spreektaal dat veel mensen het een fout
vinden dit te schrijven. Wat moeten we
dan wel schrijven? In die van jou zit toch
niks.
Wanneer de zin begint met een voor
zetsel, hebben we de neiging om dat
voorzetsel weg te halen en ergens ach
teraan te zetten: "Die opmerking krijg je
vragen over"; "Bananen ben ik niet dol
op"; "Dat jij ervan houdt dat mensen el
kaar overhoop schieten kan ik ook niks
aan doen"; "Die kwestie heeft Tinbergen
vaak over geschreven".
Een enkele keer is het niet eens het
eerste zinsdeel dat zijn voorzetsel kwijt
raakt. Zo heb ik voor de televisie een be
kende Nederlander eens horen zeggen:
"Ik heb de jeugd van de kinderen te wei
nig tijd aan besteed". Ook hier is een
voorzetsel, namelijk aan, dat hoort bij de
jeugd, weggehaald van zijn gewone
plaats en ergens achteraan terecht geko-
Ook al schrijven we zulke zinnen liever
niet (waarom eigenlijk niet?), in ons spre
ken zijn ze heel gewoon. Het zijn waar
schijnlijk verkortingen van: Die van jou
DAAR zit toch niks in, en: Die opmerking
DAAR krijg je vragen over. Het is althans
opvallend dat als daar niet mogelijk is,
ook de achteraanplaatsing van het voor
zetsel uitgesloten is.
Zo zegt niemand Het slechte weer ben
ik ondanks gaan fietsen of Voorhoeve is
het CDA volgens schuldig aan de crisis.
De onmogelijkheid van de laatste twee
zinnen zal dus wel samenhangen met de
onmogelijkheid van Het slechte weer
daar ben ik ondanks gaan fietsen. Met
andere woorden: hier kan men daar niet
weglaten aangezien het er niet eens kan
staan. Maar bij Die van jou daar zit toch
niks in.
Is dit iets nieuws? Of bestond deze mo
gelijkheid al heel lang in de spreektaal? In
oudere boeken komen we zulke zinnen
waarschijnlijk niet tegen maar dat zegt
dus niets over de spreektaal van vroeger.
Ook vijftig en honderd jaar geleden zullen
de mensen in hun spreken allerlei zins
wendingen gebruikt hebben die men om
de een of andere reden niet schreef. Dat
maakt het taalkundig onderzoek naar de
spreektaal van het verleden natuurlijk
heel moeilijk. Het is maar bij toeval dat we
soms iets vinden. In toneelstukken en in
rompns, wanneer een schrijver zijn per
sonages opzettelijk spreektaal in de
mond geeft, valt wel eens iets te ontdek
ken. Mijn oudste voorbeeld van een zin
met zo'n naar achteren gehaald voorzet
sel is voorlopig van 1960. Henk Romijn
Meijer liet toen in zijn roman Het kwartet
(blz. 213) een violist zeggen: "De loopjes
zelf is niet aan". Toch moet het verschijn
sel al veel ouder zijn. De taalkundige W.
de Vries spreekt er in 1910 al over!
Als lezers mij voorbeelden van vóór die
tijd kunnen noemen, zou ik ze bijzonder
dankbaar zijn. Op dit moment is het in ie
der geval nog te vroeg voor de conclusie
dat het verschijnsel rond 1910 opduikt.
"Ik ben een fatsoenlijk mens. Ik help oude
vrouwtjes altijd naar de overkant van de
straat, zelfs als ze niet willen".
De grapjas, die zichzelf op deze manier
typeerde, is daarmeemooi door de mand
gevallen. Want hij heeft waarschijnlijk
niet in de gaten gehad dat hij daarmee
ook liet doorschemeren een houding te
genover de bejaarde medemens te heb
ben, die bepaald niet zo grappig is. Kern
van die houding is, dat bejaarden niet
meer voor 'vol' kunnen worden aange
zien en dat je af en toe gewoon beslissin
gen moet nemen voor 'hun eigen bestwil'.
Net zoals je dat ook met onwillige kinde
ren doet. En net zoals met onwillige kin
deren die niet naar je willen luisteren,
moet je ook bij je bejaarde vader of moe
der af en toe eens flink optreden. Soms
zelfs de harde hand gebruiken.
Uit een onderzoek van het Nationaal
Instituut voor Geestelijke Gezondheid in
de Verenigde Staten blijkt dat lichame
lijke en geestelijke mishandeling van be
jaarden helemaal geen zeldzaamheid is.
Zo'n vier op de honderd mensen van 70 of
ouder blijken af en toe of zelfs geregeld
klappen, stompen of knepen van anderen
te ontvangen zonder dat ze daar uitdruk
kelijk om hebben gevraagd. Ook geeste
lijke wreedheden, zoals sarren, doen
schrikken, het uiten van dreigementen en
het opzettelijk geven van valse informa
tie "de dokter heeft mij gezegd dat je
veel zieker bent dan je zelf gelooft" zijn
geen uitzondering.
Een 79-jarige vrouw nam na het over
lijden van haar man haar 48-jarige
dochter weer in huis. De dochter had twee
mislukte huwelijken achter de rug en was
juist aan een nieuwe vriend begonnen.
De eerste tijd ging het heel goed. Proble
men begonnen te ontstaan toen de nieuwe
vriend steeds vaker kwam, en bleef sla
pen. Dochter en vriendlief besloten dat ze
af en toe het rijk alleen mochten hebben
en dat moeder dan bij een vriendin of een
familielid zou moeten logeren. Omdat ze
daarmee niet iedere keer instemde, vie
len er nogal eens woorden en later ook
weieens klappen. Geleidelijkaan liep
de vijandelijkheden steeds hoger op en
begonnen dochter en vriend de moeder
het leven vrijwel onmogelijk te maken.
Het gevolg was, dat ze ten slotte nauwe
lijks meer haar eigen slaapkamer uit
durfde te komen.
Het was uiteindelijk de huisarts, die
vanwege de blauwe plekken en andere
verwondingen die de oude vrouw steeds
vaker vertoonde, onraad begon te ruiken.
Maar het duurde nog een hele tijd voor
het hoge woord eruit kwam en zij hem
durfde te vertellen over de terreur waar
onder ze leefde.
De meeste oudere mensen, die het
slachtoffer zijn van geestelijke of licha
melijke mishandeling, vooral als eigen
kinderen de daders zijn, schamen zich er
vreselijk voor om daar anderen ook
maar iets van te laten merken. Dat is be
grijpelijk, want er bestaat voor mensen
nauwelijks een grotere vernedering dan
geslagen of op een andere manier mis
handeld te worden door hun eigen kinde
ren. Het is voor ouders vaak al heel be
schamend een grote mond van hun kind
te krijgen in het bijzijn van anderen.
Maar het is wel een hele grote schande om
te moeten toegeven dat hun kind hen af
tuigt als dat zo uitkomt. Het meest sma
delijke bewijs, dat je kind geen greintje,
maar dan ook geen greintje respect voor
je heeft.
Het is niet voor niks, dat door de eeu
wen heen bij vrijwel alle volkeren het op
heffen van de hand tegen de eigen ouder
het absolute einde van iedere ouder-kind
relatie betekende. Het kind, dat zoiets
deed, werd heengestuurd om nooit meer
terug te mogen komen.
m
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
Een 75-jarige vader, die door zijn zoon
in elkaar werd geslagen toen hij perti
nent bleef weigeren om hem een aanzien
lijk geldbedrag te schenken, verwoordde
het effect dat die gebeurtenis op hem had
als volgt: "Zelfs als ik hem kan vergeven,
en ik denk dat ik dat kan, komt het tussen
ons toch nooit meer goed. Dit blijft altijd
tussen ons staan".
Uit het Amerikaanse onderzoek blijkt
dat mishandeling van bejaarden meestal
door bekenden of familieleden gebeurt.
Onder die bekenden komen nogal eens
mensen voor aan wier zorgen te zijn toe
vertrouwd, zoals zieken- of bejaarden
verzorgers.
Als er mishandeling door familieleden
plaatsheeft, dan zijn het helaas meestal
kinderen. Gek genoeg zijn het heus niet
alleen zonen, maar bijna even vaak
dochters die zich vergrijpen. Hoewel, zo
nen slaan eerder, terwijl dochters vaker
psychische wreedheden begaan.
Het is overigens helemaal niet waar,
zoals in populaire romans en goedkope
detectives zo vaak wordt uitgespeld, dat
er achter de wreedheden meestal de lust
naar een erfenis schuilgaat. Bejaarden
mishandeling komt minstens zo vaak
voor in families waarin niets te erven
valt als in families waarin wel het een en
ander valt weg te slepen.
Wel is waar dat kinderen die mishan
delen, vaak ook zelf in hun jeugd mishan
deld of afgeknepen zijn. Zo bezien oog
sten sommige ouders op hoge leeftijd
soms dat wat ze zelf hebben gezaaid. Het
probleem is alleen, dat als de vader het
kind regelmatig mishandeld heeft, het
meestal de moeder is die als bejaarde de
klappen krijgt. Eenvoudig omdat vrou
wen nu eenmaal langer leven dan hun
Uit het Amerikaanse onderzoek valt
ook af te leiden dat bejaardenmishande
ling een verschijnsel is dat in populari
teit toeneemt. Waarom dat zo is, weet men
niet precies. Een van de veronderstellin
gen is, dat het te maken heeft met de ver
anderde positie van de oudere mens in
onze samenleving en de veranderende
houding ten opzichte van ouder worden
en ouderen.
Kern van die verandering is, dat ouder
worden of bejaard zijn in de ogen van de
jongere generaties vaak helemaal niets
meer met eerbiedwaardigheid of wijs
heid te maken heeft, maar eerder met
waardeloosheid of nutteloosheid. Uit een
onderzoek naar de opvatting van jonge
ren over bejaarden komt als duidelijke
conclusie naar voren dat bejaarden
vaak worden gezien als niet-creatieve,
slome denkers en als personen die zich
niet meer ontwikkelen, die niets meer bij
leren en die ook niets meer bij te dragen
hebben. Verder is oud voor veel jongeren
hetzelfde als ongezond, gebrekkig en le
lijk.
De waarheid is dat dit beeld in feite
voor hoogstens 5% of minder van de be
volking van 65 en ouder opgaat. De mees
ten van hen zijn gezond, hun intelligentie
is volledig intact en doet niet onder voor
of is zelfs superieur aan die van veel
jongere mensen en hun bijdrage aan de
samenleving is zeer aanzienlijk. Van
waar dan zo'n negatief idee over ouder
dom bij zoveel jongeren (en, helaas, ook
bij zoveel ouderen zelf)?
Het antwoord ligt in de houding van de
maatschappij in haar geheel, van ons al
lemaal dus, ten opzichte van de oudere
mens. De meeste mensen worden tegen
woordig zo tussen hun 60ste en 65ste ge
pensioneerd en vaak nog wel eerder ook.
Vanaf dat moment worden ze geacht aan
de zijlijn te staan. Maar dat toekijken
kan wel eens een hele tijd duren. Veel
mensen hebben op het moment van hun
pensioen nog 20 tot 25 jaar en vaak nog
langer voor de boeg. En al die tijd wordt
de kennis en de vaardigheden die ze in de
loop van hun leven vergaard hebben vrij
wel ongebruikt gelaten, weggegooid dus.
Er zijn heel veel mensen die zich nu
druk maken over hoe dat straks allemaal
wel moet als 20 op de 100 mensen bejaard
zijn. Of de kosten daarvoor nog wel op te
brengen zijn. Vooral de kosten van de ge
zondheidszorg zouden gigantisch oplo
pen, want daarvan maken bejaarden re
latief veel meer gebruik.
Maar ik zou niet weten waarom we be
jaarden niet zouden kunnen inschakelen
bij het verzorgen en verplegen van ande
re bejaarden. Het lijkt me een goed idee
om een soort sociale dienstplicht in te stel
len voor mensen van 65 jaar en ouder. Op
ieder jaar pensioen, verplicht twee
maanden voor het algemeen belang aan
de slag.
Zo'n bejaardenleger mag wat mij be
treft ook knokploegen instellen, zodat er
niemand meer tegen zijn zin de straat
wordt overgezet