Op zoek naar een Poolse bruid Bejaardenmisbruik Denkwijzer Onze taal Via bureau Partnerglück komen vooral ongehuwde boeren aan de vrouw eu. ui. *43 IJ- oe. ZATERDAG 24 JUNI 1989 PAGINA 23 Via het bureau Partnerglück uit Velp vinden Nederlandse mannen geregeld een bruid in Polen. In de vier jaar dat het bemiddelingskantoor bestaat, zijn al vijftig huwelijken gesloten, wat neerkomt op een 'succes-percentage' van 80 procent. Eigenaresse Liselot Snabel is er trots op dat ze zoveel mannen die door toeval of pech alleen zijn gebleven aan de vrouw heeft geholpen. "Onder hen zijn veel boeren, op wie in Nederland wordt neergekeken, Daarom adverteren we in Polen speciaal voor boerendochters". door Onno Havermans Van vermoeidheid vallen zijn ogen bijna dicht. De hele nacht heeft hij doorgekacheld om vanmiddag hier te kunnen zijn. Hij zou wel een paar uur willen slapen, maar tegenover hem zit zij, zijn Poolse schone. Een pronte meid, roodharig en goed lachs. Ze bekijkt hem nieuwsgierig en wacht op wat hij zal gaan zeggen. Hier heeft hij weken naar uitgekeken. Vanaf het moment dat hij zich inschreef bij het huwelijksbureau en voor het eerst haar foto zag, vanaf zijn eerste brief aan haar, haar eerste brief aan hem, heeft hij gepo peld van ongeduld om naar Polen te rei zen. Naar haar, zijn aanstaande bruid. Als ze met hem trouwen wil, tenminste. Onderweg heeft Ton zijn ogen uitgeke ken, de uitgestrekte landerijen waar boe ren met twintig, dertig man tegelijk aan het werk zijn tussen de aardappels. "Daar ben ik met mijn machines in een uurtje mee klaar", prevelde hij verbaasd toen hij 'zag hoe landarbeiders met blote handen de grond bewerkten. Thuis op de boerderij zorgt een waar nemer voor het melken, want Ton heeft iets anders aan zijn hoofd. Ton wil trou wen. En wat in eigen land niet gaat geen enkel Hollands meisje wil kenne lijk nog boerin worden - lukt misschien in Polen. Advertentie Poolse dames20-60 jaar, zkn een nette eerl. levenspartner, via bem. kant. Zo luidt de advertentie van Partnerglück, het bureau van Liselot Snabel in Velp. Tientallen Nederlandse mannen zijn de afgelopen vier jaar door haar naar Polen gestuurd. Meer dan vijftig huwelijken waren daarvan het gevolg. Snabel gaat prat op een 'succes-percentage' van 80 procent, dank zij intensieve bemidde ling. De kosten zijn hoog, maar huwbare mannen worden dan ook' niet afge scheept met een foldertje met nietszeg gende foto's. Mannen die zich voor 1400 gulden in schrijven, worden net zo lang achter hun broek gezeten tot het huwelijksbootje in zicht is, Liselot wil er echter niets van weten dat ze haar neus soms te diep in andermans zaken steekt en balanceert op de rand van wat kan en mag. "Ze ko men zelf om hulp vragen en leggen al hun privégegevens bij mij op tafel. Ik mag me daarmee bemoeien totdat ze een maatje gevonden hebben", meent ze. Ton is samen met haar naar Polen ge reisd. Enkele weken geleden heeft hij haar schoorvoetend gevraagd hem te helpen een vrouw te vinden. Hij durfde pas in haar drie foto-albums vol Poolse dames bladeren nadat zij enkele ge trouwde mannen had opgebeld die alle maal hetzelfde enthousiaste verhaal ver telden: dank zij Partnerglück gelukkig getrouwd met een Poolse. Zijn kennismakingsbrief aan het meis je van zijn keuze werd door het bureau vertaald en bezorgd. Toen ze terug schreef datize uitzag naar zijn komst was het zaak spoedig naar Polen te rijden voor een persoonlijke ontmoeting. Een maal aangekomen in het stadje Torun, op het Poolse contactadres van Partner glück, heeft Ton geen puf meer. Suize bollend blikt hij naar de roodharige aan de andere kant van de tafel. Dat is ze nou, zijn schrijfvriendin. Nu moet hij zien of het klikt. Maar Ton doet geen bek meer open. De taalbarrière, de spanning en de slaap, het wordt hem allemaal te veel. Mislukt Ton krijgt echter geen kans naar adem te happen. Liselot is als een moeder voor 'haar' jongens: zorgzaam, maar ook streng. "Vooruit, je bent nog jong en je hebt vakantie. Slapen kun je altijd nog", bijt ze hem toe. "Je moet plezier maken, dan leer je elkaar het snelst kennen. Als je het meteen spontaan aanpakt scheelt dat drie of vier stroeve dagen". Het mag niet baten. Ton mislukt jam merlijk. Hij weet zich niet hoffelijk te ge dragen. Stoort zich aan het zusje dat zijn meisje bij elk uitstapje vergezelt als een heuse chaperonne en kan zijn gevoelens niet kwijt in een teder gebaar. Omringd door haar familie krijgt hij zijn mond nauwelijks open. En hij vecht voortdu rend tegen de slaap. Na enkele dagen le vert zij hem in tranen weer af. Het klikt niet. Het is ook zo moeilijk als je nog nooit een meisje hebt gehad. Bedrijfson- gelukje voor Partnerglück. Vervelend, maar niets aan te doen. "Je kunt iemand per slot van rekening niet volledig herop voeden", merkt Liselot op. Echtgenoot Ferdinand kan zijn teleur stelling minder goed verbergen. "Zonde van zo'n prachtmeid. Voor die jongen kan Liselot niks doen. Boeren kan ze hel pen, maar boerelullen niet", lucht hij zijn hart. Maar de boosheid trekt snel weg. Als Ton inziet wat hij verkeerd heeft ge daan, mag hij het binnenkort nog eens proberen. Met een ander meisje. "Van zo'n mislukking leren we weer een hele Sjaak vond zijn bruid Elzbieta in een afgelegen Pools dorpje. Nu zijn ze samen gelukkig in de Hollandse polder. (foto GPD) boel", weet Liselot. "Al is het natuurlijk niet leuk, want je hoopt altijd dat het goed gaat". Meestal is dat ook het geval. De klanten van Partnerglück zijn ge wone mannen, die door toeval of pech al leen zijn gebleven, zegt Liselot. "Door de emancipatie stellen veel Nederlandse vrouwen hoge eisen. Dat zeggen tenmin ste veel mannen die bij mij komen. On der hen zijn veel boeren, op wie in Neder land wordt neergekeken. Daarom zetten we in Polen speciaal advertenties voor boerendochters". Huwelijk In één teug slaan Sjaak en Elzbieta de wodka naar binnen. Samen nemen ze een hapje brood met zout, de voorberei ding op voor- en tegenspoed. De muzi kanten op het weitje voor de boerderij zwijgen eerbiedig. Dan tilt Sjaak zijn Poolse bruid over de drempel. Een half uur eerder heeft meneer pastoor hen in een tochtig kerkje in de echt verbonden. Zij trouwden in januari al voor de bur gerlijke stand in Assendelft, maar nu heeft het huwelijk pas werkelijk waarde. Want hier in Polen geldt nog de wet van de roomskatholieke kerk. "Ik heb me gisteren nog snel laten dopen", grijnst Sjaak. In eigen land was het Sjaak niet gelukt een vrouw te vinden. "Sjaak is een jon gen van de polder", vertelt zijn zwager tijdens het bruiloftsmaal. "Hij hoort bui ten op het land. In een fabriek of op kan toor zou hij doodongelukkig zijn. Maar een Nederlands meisje krijg je de polder niet meer in". In het afgelegen Poolse dorpje Brda vond Sjaak de boerendochter die hij zocht. Met haar 24 jaar was Elzbieta de huwbare leeftijd al bijna gepasseerd, want in Polen wordt jong getrouwd. Maar ze wilde geen Pool. "Ze kon zat mannen krijgen, maar die zopen alle maal", zegt de bruidegom. Daarom be sloot ze de gok te wagen op een nieuw be staan ver van huis, waar ze zou delen in de ongekende westerse welvaart. Maar bovenal was er opeens dat wonder, los van alle zakelijke motieven. Tijdens de boerenbruiloft straalt de verliefdheid van de jonggehuwden af. De taal leek even een probleem, maar Sjaak en Elzbieta losten dat op hun eigen manier op. In een voor anderen onbegrij pelijk mengelmoesje van Nederlands, Pools, Duits en koeterwaals, verstaan ze elkaar prima. "De taal der liefde", con cludeert Sjaaks zwager. Sjaaks familie kijkt in Brda de ogen uit. "De dag voor de trouwerij gooien de mannen uit de buurt flessen stuk voor de deur van de boerderij van Elzbieta's ou ders. Ze gingen door tot Sjaak naar bui ten kwam om met ieder van hen een glas te drinken. Eigenlijk hoort dat bij het huis van de bruidegom te gebeuren, maar dat kon nu natuurlijk niet", vertelt Sjaaks zwager. "Vanmorgen moesten ze samen knielen om van haar ouders de ze gen te ontvangen, als afscheid van de jeugd". De boerenbruiloft gaat door tot het aanbreken van de volgende dag. Wodka gaat rond en schalen vol hapjes worden af en aan gedragen. Drie dames uit het dorp hebben dagenlang in de keuken ge staan om het feest tot iets onvergetelijks te maken. Trouwen doe je tenslotte vol gens goed-katholieke principes maar eens in je leven. Zolang er fut zit in de muzikanten en de gasten, gaat het dan sen door. Wie door slaap wordt over mand legt zich te ruste om een paar urn- later weer vrolijk mee te feesten. Liselot is tussen de bruilofsgasten als een vis in het water. Maakt een praatje hier en daar en zwiert aan de arm van een besnorde Pool over de dansvloer. Dan wordt ze ontboden door meneer pastoor, die zich tegoed doet aan vis in glibberige gelei. In de Bijbel die hij het bruidspaar kado doet heeft hij een Poolse heilwens geschreven en ztf moet nu zorgen voor een Nederlande vertaling. Ze mag dan als een moeder zorgen voor haar klanten, zonder Poolse hulp is Lise lot nergens. Ewa Bajduszewska is de spin in het Poolse web. "Ewa vangt de Nederlandse jongens op die voor het eerst naar Polen gaan", legt Liselot uit. "En ze is een soort vraagbaak voor de Poolse vrouwen die zich hebben inge schreven. Haar telefoon staat meestal roodgloeiend". Liselot gebruikt haar bezoeken aan Polen om samen met Ewa zoveel moge lijk dames af te gaan. Die bezoekjes ko men altyd onverwacht. "Dan kunnen de dames zich er niet op voorbereiden en zie ik ze zoals ze zijn", zegt Liselot. Chrysty- na wordt op die manier verrast. Ze heeft zich onlangs ingeschreven. Liselot hoopt haar (met haar 1.70 meter voor Poolse be grippen behoorlijke lengte) te kunnen koppelen aan een knaap van boven de twee meter. Chrystyna schrikt, maar stemt er toch mee in dat de jongen haar een brief stuurt. Zonder schroom vertelt ze honderduit. Van verloren liefdes, stukgemaakt door drankzucht, en van haar hoop dat het in Nederland allemaal wat beter is. Liselot is zeer tevreden. Het ziet er netjes uit bij Chrystyna, die overkomt als een open en vriendelijk meisje, dat er. bo vendien heel aantrekkelijk uitziet. Dat moet geen problemen opleveren. Danuta komt net uit de suikerfabriek waar ze werkt, maar ze straalt meteen als de naam valt van haar Nederlandse vriend. De gasten moeten mee naar bin nen, waar de Slavische gastvrijheid ten minste in een kopje thee tot uiting moet komen. Als ze een blad dampende glazen binnendraagt, blijkt er toch koffie gezet. Kon ze niet laten. De schaarse koffie is immers bewaard voor een speciale gele genheid als deze. Alles gaat uitstekend, verzekert Danu ta. Zodra ze haar visum heeft, komt ze naar Nederland. Waarom ze met een Hol landse knul wil trouwen? Omdat ze gek op hem is natuurlijk. In haar dorpje heeft ze niemand kunnen vinden. Weinig man nen, en de kerels die er zijn drinken im mers. Trots laat ze een foto zien, geno men in de havens van Gdansk. Twee vro lijke jonge mensen van achter in de twin tig. Bepaald geen zielepietjes. Onaangekondigd staat de delegatie van Partnerglück ook op de stoep bij Malgorzata, die met haar dochtertje een donker, muffig bovenhuis bewoont in een drukke winkelstraat, waar om de paar minuten een piepende tram door heen schommelt. Malgorzata heeft al een poosje niets meer laten horen aan de Nederlandse man die haar op handen draagt, vertelt Liselot. Binnen is het donker en vuil. Het gesprek verloopt stroef, maar tot opluch ting van Liselot belooft Malgorzata be terschap. Ze zal snel schrijven, want ze wil graag naar Nederland om een nieuw leven te beginnen, verzekert ze. Weer buiten in de zon haalt Liselot diep adem. Dat viel mee. Typerend Het verhaal van Chrystyna, Danuta en Malgorzata is typerend voor de vrouwen die afkomen op de advertenties van Partnerglück in Poolse kranten. Drank zuchtige kerels, een scheiding, een onze kere toekomst, de schande van het onge huwd moederschap in een zwaar katho liek land, dat zijn de voornaamste rede nen om te kiezen voor een nieuw leven elders. "Nederland heeft in Polen een goede naam", zegt Liselot. "Dat komt onder meer door de kleding- en voedselhulp". Nederlanders worden in Polen dan ook warm ontvangen. Alsof alle verhalen over de Poolse armoede louter op boos aardige propaganda berusten, worden de westerse bezoekers overal met weldadi ge gastvrijheid ontvangen. Hoewel elke Nederlande huwelijkskandidaat op in structie van Liselot zijn auto volpakt met Nederlandse heerlijkheden als kaas, ca cao, koffie, thee, fruit, zeep en wc-papier, komt aan de verwennerij in Polen geen einde. Aleen het beste is goed genoeg voor de gasten uit Nederland. Met weemoed herinnert Ton zich die hartelijke ontvangst in Torun. Terwijl het uitgestrekte Poolse landschap aan hem voorbijtrekt, mijmert hij over de aardige mensen die hij heeft ontmoet. Zelfs toen duidelijk was dat het niet klik te tussen hem en zijn beoogde Poolse bruid, bleef de koffie en de wodka stro men en liep de vrije zaterdagavnd uit op een spontaan Pools familiefeest. Te laat bedenkt hij zich welke fouten hij heeft gemaakt. Dat kennismaken tijd en energie kost en datje ook met handen en voeten kunt praten. "Het liefst zou ik het met haar opnieuw proberen", ver zucht hij. "Als dat zou kunnen". (Ter bescherming van persoonlijke gegevens zijn sommige namen in dit verhaal veranderd). DOOR JOOP VAN DER HORST De woeste wandeling is een filmscenario van W.F. Hermans uit 1962. Het begint met een gezin dat aan boord gaat van een passagiersschip in Indonesië. Alle gezinsleden dragen een kistje, ook de al lerkleinsten. Eenmaal op het schip wor den de kistjes neergezet. Het laatste en kleinste kistje wordt ruw bij de grotere ge worpen en iemand zegt dan: Die van jou zit toch niks in. De rest moet iedereen zelf lezen want het een van Hermans' mooi ste boeken. Er is niets bijzonders aan zo'n zinnetje; alleen komen we zoiets zelden of nooit in een boek tegen. Het is zo helemaal spreektaal dat veel mensen het een fout vinden dit te schrijven. Wat moeten we dan wel schrijven? In die van jou zit toch niks. Wanneer de zin begint met een voor zetsel, hebben we de neiging om dat voorzetsel weg te halen en ergens ach teraan te zetten: "Die opmerking krijg je vragen over"; "Bananen ben ik niet dol op"; "Dat jij ervan houdt dat mensen el kaar overhoop schieten kan ik ook niks aan doen"; "Die kwestie heeft Tinbergen vaak over geschreven". Een enkele keer is het niet eens het eerste zinsdeel dat zijn voorzetsel kwijt raakt. Zo heb ik voor de televisie een be kende Nederlander eens horen zeggen: "Ik heb de jeugd van de kinderen te wei nig tijd aan besteed". Ook hier is een voorzetsel, namelijk aan, dat hoort bij de jeugd, weggehaald van zijn gewone plaats en ergens achteraan terecht geko- Ook al schrijven we zulke zinnen liever niet (waarom eigenlijk niet?), in ons spre ken zijn ze heel gewoon. Het zijn waar schijnlijk verkortingen van: Die van jou DAAR zit toch niks in, en: Die opmerking DAAR krijg je vragen over. Het is althans opvallend dat als daar niet mogelijk is, ook de achteraanplaatsing van het voor zetsel uitgesloten is. Zo zegt niemand Het slechte weer ben ik ondanks gaan fietsen of Voorhoeve is het CDA volgens schuldig aan de crisis. De onmogelijkheid van de laatste twee zinnen zal dus wel samenhangen met de onmogelijkheid van Het slechte weer daar ben ik ondanks gaan fietsen. Met andere woorden: hier kan men daar niet weglaten aangezien het er niet eens kan staan. Maar bij Die van jou daar zit toch niks in. Is dit iets nieuws? Of bestond deze mo gelijkheid al heel lang in de spreektaal? In oudere boeken komen we zulke zinnen waarschijnlijk niet tegen maar dat zegt dus niets over de spreektaal van vroeger. Ook vijftig en honderd jaar geleden zullen de mensen in hun spreken allerlei zins wendingen gebruikt hebben die men om de een of andere reden niet schreef. Dat maakt het taalkundig onderzoek naar de spreektaal van het verleden natuurlijk heel moeilijk. Het is maar bij toeval dat we soms iets vinden. In toneelstukken en in rompns, wanneer een schrijver zijn per sonages opzettelijk spreektaal in de mond geeft, valt wel eens iets te ontdek ken. Mijn oudste voorbeeld van een zin met zo'n naar achteren gehaald voorzet sel is voorlopig van 1960. Henk Romijn Meijer liet toen in zijn roman Het kwartet (blz. 213) een violist zeggen: "De loopjes zelf is niet aan". Toch moet het verschijn sel al veel ouder zijn. De taalkundige W. de Vries spreekt er in 1910 al over! Als lezers mij voorbeelden van vóór die tijd kunnen noemen, zou ik ze bijzonder dankbaar zijn. Op dit moment is het in ie der geval nog te vroeg voor de conclusie dat het verschijnsel rond 1910 opduikt. "Ik ben een fatsoenlijk mens. Ik help oude vrouwtjes altijd naar de overkant van de straat, zelfs als ze niet willen". De grapjas, die zichzelf op deze manier typeerde, is daarmeemooi door de mand gevallen. Want hij heeft waarschijnlijk niet in de gaten gehad dat hij daarmee ook liet doorschemeren een houding te genover de bejaarde medemens te heb ben, die bepaald niet zo grappig is. Kern van die houding is, dat bejaarden niet meer voor 'vol' kunnen worden aange zien en dat je af en toe gewoon beslissin gen moet nemen voor 'hun eigen bestwil'. Net zoals je dat ook met onwillige kinde ren doet. En net zoals met onwillige kin deren die niet naar je willen luisteren, moet je ook bij je bejaarde vader of moe der af en toe eens flink optreden. Soms zelfs de harde hand gebruiken. Uit een onderzoek van het Nationaal Instituut voor Geestelijke Gezondheid in de Verenigde Staten blijkt dat lichame lijke en geestelijke mishandeling van be jaarden helemaal geen zeldzaamheid is. Zo'n vier op de honderd mensen van 70 of ouder blijken af en toe of zelfs geregeld klappen, stompen of knepen van anderen te ontvangen zonder dat ze daar uitdruk kelijk om hebben gevraagd. Ook geeste lijke wreedheden, zoals sarren, doen schrikken, het uiten van dreigementen en het opzettelijk geven van valse informa tie "de dokter heeft mij gezegd dat je veel zieker bent dan je zelf gelooft" zijn geen uitzondering. Een 79-jarige vrouw nam na het over lijden van haar man haar 48-jarige dochter weer in huis. De dochter had twee mislukte huwelijken achter de rug en was juist aan een nieuwe vriend begonnen. De eerste tijd ging het heel goed. Proble men begonnen te ontstaan toen de nieuwe vriend steeds vaker kwam, en bleef sla pen. Dochter en vriendlief besloten dat ze af en toe het rijk alleen mochten hebben en dat moeder dan bij een vriendin of een familielid zou moeten logeren. Omdat ze daarmee niet iedere keer instemde, vie len er nogal eens woorden en later ook weieens klappen. Geleidelijkaan liep de vijandelijkheden steeds hoger op en begonnen dochter en vriend de moeder het leven vrijwel onmogelijk te maken. Het gevolg was, dat ze ten slotte nauwe lijks meer haar eigen slaapkamer uit durfde te komen. Het was uiteindelijk de huisarts, die vanwege de blauwe plekken en andere verwondingen die de oude vrouw steeds vaker vertoonde, onraad begon te ruiken. Maar het duurde nog een hele tijd voor het hoge woord eruit kwam en zij hem durfde te vertellen over de terreur waar onder ze leefde. De meeste oudere mensen, die het slachtoffer zijn van geestelijke of licha melijke mishandeling, vooral als eigen kinderen de daders zijn, schamen zich er vreselijk voor om daar anderen ook maar iets van te laten merken. Dat is be grijpelijk, want er bestaat voor mensen nauwelijks een grotere vernedering dan geslagen of op een andere manier mis handeld te worden door hun eigen kinde ren. Het is voor ouders vaak al heel be schamend een grote mond van hun kind te krijgen in het bijzijn van anderen. Maar het is wel een hele grote schande om te moeten toegeven dat hun kind hen af tuigt als dat zo uitkomt. Het meest sma delijke bewijs, dat je kind geen greintje, maar dan ook geen greintje respect voor je heeft. Het is niet voor niks, dat door de eeu wen heen bij vrijwel alle volkeren het op heffen van de hand tegen de eigen ouder het absolute einde van iedere ouder-kind relatie betekende. Het kind, dat zoiets deed, werd heengestuurd om nooit meer terug te mogen komen. m door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden Een 75-jarige vader, die door zijn zoon in elkaar werd geslagen toen hij perti nent bleef weigeren om hem een aanzien lijk geldbedrag te schenken, verwoordde het effect dat die gebeurtenis op hem had als volgt: "Zelfs als ik hem kan vergeven, en ik denk dat ik dat kan, komt het tussen ons toch nooit meer goed. Dit blijft altijd tussen ons staan". Uit het Amerikaanse onderzoek blijkt dat mishandeling van bejaarden meestal door bekenden of familieleden gebeurt. Onder die bekenden komen nogal eens mensen voor aan wier zorgen te zijn toe vertrouwd, zoals zieken- of bejaarden verzorgers. Als er mishandeling door familieleden plaatsheeft, dan zijn het helaas meestal kinderen. Gek genoeg zijn het heus niet alleen zonen, maar bijna even vaak dochters die zich vergrijpen. Hoewel, zo nen slaan eerder, terwijl dochters vaker psychische wreedheden begaan. Het is overigens helemaal niet waar, zoals in populaire romans en goedkope detectives zo vaak wordt uitgespeld, dat er achter de wreedheden meestal de lust naar een erfenis schuilgaat. Bejaarden mishandeling komt minstens zo vaak voor in families waarin niets te erven valt als in families waarin wel het een en ander valt weg te slepen. Wel is waar dat kinderen die mishan delen, vaak ook zelf in hun jeugd mishan deld of afgeknepen zijn. Zo bezien oog sten sommige ouders op hoge leeftijd soms dat wat ze zelf hebben gezaaid. Het probleem is alleen, dat als de vader het kind regelmatig mishandeld heeft, het meestal de moeder is die als bejaarde de klappen krijgt. Eenvoudig omdat vrou wen nu eenmaal langer leven dan hun Uit het Amerikaanse onderzoek valt ook af te leiden dat bejaardenmishande ling een verschijnsel is dat in populari teit toeneemt. Waarom dat zo is, weet men niet precies. Een van de veronderstellin gen is, dat het te maken heeft met de ver anderde positie van de oudere mens in onze samenleving en de veranderende houding ten opzichte van ouder worden en ouderen. Kern van die verandering is, dat ouder worden of bejaard zijn in de ogen van de jongere generaties vaak helemaal niets meer met eerbiedwaardigheid of wijs heid te maken heeft, maar eerder met waardeloosheid of nutteloosheid. Uit een onderzoek naar de opvatting van jonge ren over bejaarden komt als duidelijke conclusie naar voren dat bejaarden vaak worden gezien als niet-creatieve, slome denkers en als personen die zich niet meer ontwikkelen, die niets meer bij leren en die ook niets meer bij te dragen hebben. Verder is oud voor veel jongeren hetzelfde als ongezond, gebrekkig en le lijk. De waarheid is dat dit beeld in feite voor hoogstens 5% of minder van de be volking van 65 en ouder opgaat. De mees ten van hen zijn gezond, hun intelligentie is volledig intact en doet niet onder voor of is zelfs superieur aan die van veel jongere mensen en hun bijdrage aan de samenleving is zeer aanzienlijk. Van waar dan zo'n negatief idee over ouder dom bij zoveel jongeren (en, helaas, ook bij zoveel ouderen zelf)? Het antwoord ligt in de houding van de maatschappij in haar geheel, van ons al lemaal dus, ten opzichte van de oudere mens. De meeste mensen worden tegen woordig zo tussen hun 60ste en 65ste ge pensioneerd en vaak nog wel eerder ook. Vanaf dat moment worden ze geacht aan de zijlijn te staan. Maar dat toekijken kan wel eens een hele tijd duren. Veel mensen hebben op het moment van hun pensioen nog 20 tot 25 jaar en vaak nog langer voor de boeg. En al die tijd wordt de kennis en de vaardigheden die ze in de loop van hun leven vergaard hebben vrij wel ongebruikt gelaten, weggegooid dus. Er zijn heel veel mensen die zich nu druk maken over hoe dat straks allemaal wel moet als 20 op de 100 mensen bejaard zijn. Of de kosten daarvoor nog wel op te brengen zijn. Vooral de kosten van de ge zondheidszorg zouden gigantisch oplo pen, want daarvan maken bejaarden re latief veel meer gebruik. Maar ik zou niet weten waarom we be jaarden niet zouden kunnen inschakelen bij het verzorgen en verplegen van ande re bejaarden. Het lijkt me een goed idee om een soort sociale dienstplicht in te stel len voor mensen van 65 jaar en ouder. Op ieder jaar pensioen, verplicht twee maanden voor het algemeen belang aan de slag. Zo'n bejaardenleger mag wat mij be treft ook knokploegen instellen, zodat er niemand meer tegen zijn zin de straat wordt overgezet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 23