We zijn nog leuk gegroeid
m asmossB.
Trendsetter Albert Heijn stopt na veertig jaar 'grootkruidenieren'
MILIEU
SATAN
BESLOTEN
ZATERDAG 17 JUNI 1989
PAGINA 31
Albert Heijn (62): "Ik heb al met al vier commissariaten en hier en daar nog wat bestuursfuncties. Genoeg om mij uit
de kroeg te houden". doto gpd>
drogisterij zit redelijk in de buurt, slijte
rijen ook. Een tapijtzaak lijkt me niet
echt waarschijnlijk. Misschien sta ik
over twee jaar voor lelijkerd, dat kan.
Maar het moet natuurlijk toch op eniger
lei wijze aansluiten op waar je goed in
bent".
"Dat de Miro niet is gelukt, was vol
gens mij niet zozeer het probleem van de
niet-levensmiddelen. Natuurlijk kom je
daar pas later achter, maar in Nederland
is de infrastructuur kennelijk zodanig
dat je niet met die grote hypermarkten
kan werken. Want niet alleen dat het ons
niet gelukt is, het is Famila ook niet ge
lukt en Koninklijke Bijenkorf Beheer
evenmin. En van KBB kun je niet zeggen
dat ze geen niet-levensmiddelen aankun
nen. Het zijn ook goede winkeliers".
"Een Miro in bijvoorbeeld Purmerend
moet zo ver trekken dat je bij wijze van
spreken klanten uit Zaandam moet weg
halen. Waarom zou iemand nou voor zijn
levensmiddelen uit Zaandam naar Pur
merend gaan als je hier ook goede Albert
Heijn-winkels hebt?".
Niet schuldig
"Met onze grote Albert Heijn-winkels
ligt het iets anders. De winkels moeten
het assortiment hebben dat bij de buurt
hoort. Als dat betekent dat de winkel
groter moet worden, dan is dat zo. Als dat
inhoudt dat de kleinere winkels het moe
ten afleggen, dan zal dat op zichzelf wel
spijtig zijn voor degene die die winkel
drijft. Maar ja, zo zit de wereld nou een
maal in elkaar".
"Hoe gevoelig ik ervoor ben dat Albert
Heijn 'het kruideniertje op de hoek'
wegdrukt? Die vraag is mij jaren geleden
ook al gesteld. En ook toen heb ik geant
woord: hebt u de laatste tijd nog een lan
taarnopsteker gezien? Met andere woor
den: in de loop van de tijd verdwijnen al
lerhande beroepen en mensen van het to
neel. De beurtschipper tussen Zaandam
en Amsterdam vice versa is er ook al ja
ren niet meer. En jullie krant heeft toch'
ook die zetter met zijn lood de deur uit
gewerkt? Natuurlijk is het pijnlijk als
omscholing niet mogelijk is. Ik heb daar
ook wel medelijden mee, maar schuldig?
Nee".
Vorig jaar begon Ahold met The Fresh
Company, winkels die verse spullen le
veren. Wie bepaalt nu de smaak van het
Nederlandse volk? Is dat Ahold die voor
op loopt en volgt de bevolking? Of is het
andersom? Heijn: "Ik denk dat het
meestal een kwestie is dat een onderne
mer iets probeert waarvan hij denkt dat
het goed zal kunnen zijn. Maar de klant
bepaalt uiteindelijk of het goed is. Via
marktonderzoek kun je dat eigenlijk niet
te weten komen. Het is onbegonnen
werk om de klant te ondervragen over
iets dat er niet is. Als DuPont in 1939 ge
vraagd zou hebben: wat vindt u van ny
lon kousen?, dan zou men hebben ge
zegd: niks, ik ken ze niet en voor mij is
kunstzijde goed genoeg".
De naar de grootvader van de schei
dende topman genoemde keten van su
permarkten is niet alleen marktleider in
Nederland, maar veelal ook trendsetter.
Heijn beaamt dat gewillig. "Ik denk dat
we na de oorlog redelijk voorop hebben
gelopen met de ontwikkelingen. Uit
overlevering meen ik te mogen zeggen
dat dat vroeger ook al het geval was".
Simon
Ahold heeft Schuitema overgenomen en
de rechter heeft beslist dat dat op een
juiste manier is gebeurd. Na de inlijving
van Simon de Wit was het de bedoeling
dat die keten naast de Albert Heijn-za-
ken zou blijven voortbestaan. Dat is niet
gelukt.
"Nee. Kennelijk is het onmogelijk om
vanuit één gebouw, op één markt, twee
formules te hebben. Eerder was het ook
niet gelukt met Van Amerongen. We
hebben het toch weer geprobeerd met
Simon, maar toen bleek toch dat de re
sultaten van Albert Heijn gewoon beter
waren. Na de ombouw gingen de voor
malige Simon de Wit-winkels ineens
weer goed lopen. Het is het type winkel,
het assortiment, de training van het per
soneel. Of het met Schuitema lukt, daar
is geen verstandig woord over te zeggen.
Ik denk het wel. We verwachten dat we
met de kennis die nu eenmaal in het
Ahold-huis aanwezig is, nog een eindje
kunnen gaan groeien".
Tot nu toe is Heijn altijd een bezig
baasje geweest. Voorstelbaar toch dat hij
enige angst koestert voor de dagen (en ja
ren) na 1 september, voor het zwarte gat
van de vut. Of heeft de Ahold-president
genoeg commissariaten om de tijd te do
den? "Per 1 januari 1990 hoop ik toe te
treden tot de Raad van Commissarissen
van Ahold. Dan heb ik al met al vier com
missariaten en hier en daar nog wat be
stuursfuncties. Genoeg om my uit de
kroeg te houden".
"Verder zijn er in heel West-Europa
lollige dingen te doen op universiteiten.
Ik denk aan Nijenrode in Nederland,
maar tevens aan de universiteiten van
Oxford, Sterling en Saarbrücken. Bo
vendien wil ik een aanzet geven voor het
in kaart brengen van de geschiedenis
van het concern. Niet in de eerste plaats
om die historie voor het nageslacht te be
waren, maar ook om misverstanden over
sommige zaken uit de weg te ruimen. En
tenslotte kun je ook nog eens van je
eigen stommiteiten leren".
Uitwisselbaar
De overige drie commissariaten heeft de
scheidende topman bij de Amrobank,
Reesink nv (president-commissaris) en
Riva nv (voorzitter van de Raad van
Commissarissen). Instellingen dus die
onderling nogal afwijken. Rijst de vraag
of een topmanager in de levensmidde
lenbranche dezelfde kwaliteiten heeft als
bijvoorbeeld zijn collega's bij de KLM en
Hoogovens.
Heijn scheert niet alle presidenten, di
recteuren en topmanagers over één kam:
"De leiding van bedrijven als KLM en
Ahold verschilt enorm van die van Hoog
ovens. In IJmuiden komt niemand aan
de poort om een kilo blik te kopen. De
staalgigant levert aan industriële cliën
ten. Maar het klantentype van KLM en
Ahold is, ondanks de verschillen in pro-
dukt, hetzelfde. Dat maakt ons vergelijk
baar".
"Overigens heb ik, min of meer onder
dwang, tijdens een lezing eens moeten
verdedigen dat management uitwissel
baar is. Wel, dat wilde ik, als aan een
randvoorwaarde kon worden voldaan:
indien je in een branche als die van
Ahold of KLM zit, moet je het leuk vin
den om met mensen om te gaan. Je hebt
te maken met klanten en personeel, met
leveranciers en vakbroeders. Als je dat
niet leuk vindt, dan is dit een rotvak. Al
dat gezeik van de r
Dus Albert Heijn houdt van mensen.
Ook al zie je hem niet in het middelpunt
van de belangstelling staan, zoals colle
ga-topman Freddy Heineken dat wel
doet. Die laat zich uitgebreid fotografe
ren met vriend Frank Sinatra en vriendin
Vanessa. "Dat heeft echter niets met
managementskwaliteiten te maken,
maar met persoonlijke interesses. Heine
ken houdt van muziek en gaat dus naar
een concert van Sinatra. Nogmaals, dat
staat los van onze functie".
Wel of geen fan van Frank en Vanessa,
de naam 'Appie' ligt de Nederlanders in
de mond bestorven. Alleen de merk
naam Philips is bekender. Hoe voelt dat?
"Het vreemde is dat ik vroeger nooit Ap
pie werd genoemd. Dat is echt iets van de
laatste jaren en kennelijk ontstaan onder
invloed van de supermarkt. Het kan me
niet schelen hoor, als ze maar niet gaan
schelden".
Ouwe rot
In de figuur van de gaande man krijgt
Ahold in ieder geval een goede commis
saris, een ouwe rot in het vak die weet
wat er in de levensmiddelenbranche
letterlijk en figuurlijk te koop is. Die
zijn pappenheimers kent. En die dat ken
nelijk ook uitstraalt als hij met een kriti
sche blik rondwaart door een van de 1000
Ahold-filialen. "Ik vind het nog altijd
leuk om boodschappen te doen, al moet
ik er niet aan denken wat er nu, in deze
ene seconde, niet allemaal kan misgaan
in die duizend supermarkten".
"Opmerkelijk is dat ik dikwijls word
herkend door klanten, ook als ik in win
kels van concurrenten rondloop. Die
mensen zien niet dat ik Albert Heijn ben,
maar denken dat ik bij het personeel
hoor. Ik was vorige maand in een knots
van een hypermarkt in de Verenigde Sta
ten. Komt een Amerikaanse op me af die
vraagt waar dat-en-dat staat. Ik kijk eens
in het rond, wys in een bepaalde richting
en zeg: ik ben hier niet bekend, maar ik
vermoed dat het produkt dat u zoekt
daar en daar is te vinden. Dat bleek in
derdaad aardig te kloppen".
Heijn mag dat opmerkelijk noemen,
echt verwonderlijk is het niet. Immers,
de 40-jarige Ahold-jubilaris. onder wiens
bewind de omzet steeg van 350 miljoen
naar 15,3 miljard gulden, heeft het ver
schijnsel supermarkt in Nederland groot
gemaakt. "De overstap van toonbankbe
diening naar zelfbediening was ook heel
belangrijk. Sommige klanten zeiden:
meneer Heijn, als u dat doet, kom ik niet
meer bij u. Ik heb geantwoord dat ik daar
respect voor zou hebben, indien zij ten
minste nog één keertje zouden komen
kijken. En dan hoorde je toch al gauw dat
ze zelfbediening wel prettig vonden".
Leuk gegroeid
"Dan is er de succesvolle overstap naar
Amerika. Spreken van een trendbreuk
gaat misschien te ver, maar een onge
bruikelijke stap was het wel. Vaak wordt
gezegd: schoenmaker, houd je bij je
leest. Maar als we dat hadden uitgelegd
als 'nooit iets anders doen dan je altijd
hebt gedaan', dan waren we er waar
schijnlijk niet meer geweest. Maar we
zijn er nog wel, en we zijn nog leuk ge
groeid ook. Of is dat een understate
ment?".
.DINGEN VAN DE WEEK
Mij wilde eigenlijk bij de marine, maar was
voorbestemd voor het Zaanse
familiebedrijf, dat in de loop der jaren
"aardig gegroeid" is. Albert Heijn heeft er
("zonder tegenzin") veertig jaar op zitten
en stopt per 1 september als president
van de Raad van Bestuur van Koninklijke
Ahold, een detailhandelsconcern dat
poten heeft in Nederland en de Verenigde
Staten, een omzet maakt van ruim 15
miljard gulden en werk biedt aan zo'n
80.000 mensen. Eigenlijk had zijn
vermoorde broer Gerrit-Jan hem moeten
opvolgen, nu wordt het de Belgische
Amerikaan Pierre Everaert. Met Albert
(62) verdwijnt de naam Heijn uit het
concern. Doet dat pijn? "Ach, het is
jammer. We zeggen wel: het mag geen
voordeel zijn datje Heijn heet, maar het
hoeft ook geen nadeel te zijn. Als een van
de kinderen nadrukkelijk de capaciteiten
had gehad, zou het leuk zijn geweest als
die straks in de Raad van Bestuur had
gezeten. Maar nu dat nog niet het geval is
ben ik er niet nerveus onder. Ik zou
zenuwachtiger zijn als er geen goede
mensen zouden zitten in de Raad van
Bestuur en de directies".
door Jurriaan Geldermans en
Theo Groot
Zijn kantoor op de bovenste verdie-
ping van het grijze AH-gebouw in
Zaandam biedt een riante blik op de
Zaan en de vanouds bedrijvige om
geving. In de vensterbank ligt een
attachékoffertje. De twee forse mar
keerstiften en de drie naamplaatjes
onthullen niet alleen de naam van de
eigenaar, maar ook dat hij nogal wat
stukken leest en een graag geziene
gast is op symposia, presentaties en
soortgelijke bijeenkomsten.
Zijn curriculum vitae bevat alleen al vijf
tien functies buiten het bedrijf. Maar bo
venal is Albert Heijn de topman van
Ahold, een concern dat zo zoetjes aan erg
is groot gegroeid. Stapsgewijs, met be
langrijke overnames zoals Van Ameron
gen, Simon de Wit en (in de Verenigde
Staten) Bi-Lo, Giant Food Stores en First
National Supermarkets. Maar er moest
ook wel eens een stapje terug worden ge
daan. Zo heeft Ahold de Spaanse super
marktketen CadaDia, gekocht in 1977, na
zeven jaar weer van de hand moeten
doen.
Een stommiteit was dat 'Spaanse
avontuur' niet, meent Heijn. "Ik denk
dat we op tijd hebben ingezien dat de
groei anders was dan we aanvankelijk
verwachtten". Hij wijt dat aan 'lokale po
litieke tegenwerking' in de voorsteden
van Madrid. Gemeenteraadsleden die
hun kiezers/middenstanders wilden be
schermen. "Wé hebben een supermarkt
gehad die al jaren klaar stond, maar zon
der stroom".
Snelle groei
Om een steviger basis in Spanje te krij
gen, ging het Zaanse concern op zoek
naar snelle groei en vond een keten om
over te nemen. Het oog viel echter op een
'chain' van een Engels bedrijf en dat had
"wat meer belangen in het Spaanse dan
wij". Ahold besloot toen maar zelf het
'spulletje' te verkopen. "We hebben er
veel van geleerd. Die winkels bestaan
nog steeds en voorzover we kunnen le
zen uit de kranten doen ze het goed, dus
we waren echt op de goede weg".
In 1977 betrad Ahold met meer succes
de Amerikaanse markt, door overname
van de Bi-Lo-keten met 94 supermark
ten. Dat zijn er nu ruim 170. "De beslis
sing om de oceaan over te gaan werd niet
genomen in de sfeer van: kom laten we
eens. Eindjaren' zestig hadden wij met el
kaar een strategie voor de jaren zeventig
uitgestippeld. Voorop daarin stond het
werken met supermarkten in de VS. Als
je voor jezelf bepaald hebt dat het een
grote markt is, met een bedrijfsvriende-
lijke omgeving, dan ga je het land bestu
deren en kijken waar je moet zijn. En zo
dra je de plaats weet, ga je eens na of er
wat bedrijven zijn die je aanstaan. Het
tweede schot was raak. Eerst was er een
andere kandidaat. Die wilde wel, op één
aandeelhouder na. Een ietwat oude oom.
Maar we hadden geen zin om te wach
ten".
Heijn is in principe voorstander van
zogenoemde vriendelijke overnames,
vooral om de praktische reden dat de staf
en het personeel dan eerder blijven. "Na
onze Spaanse ervaringen waren we er be
paald niet van gecharmeerd om hele
maal opnieuw te beginnen. Dat is toch
heel erg moeilijk".
Onlangs kondigde Ahold, met in het
vooruitzicht het vrije Europa van 1992,
een samenwerking aan met een Britse en
een Franse keten. Westduitsland, een
meer voor de hand liggend terrein voor
een Nederlands bedrijf, zat er niet bij. Al-
bert Heijn: "Wat niet is kan nog komen.
De meest gerede partij is niet zo gereed.
Dat is Tengelmann. Een uitstekend be
drijf. De baas is best een aardige kerel,
daar ontbreekt het niet aan. Maar ze zijn
in Nederland met Jac. Hermans, en ook
in de VS, een directe concurrent van
ons". En lachend: "Ik ben best bereid sa
men te werken, maar er zijn grenzen".
Ups en downs
Bij een omzet van 15 miljard gulden be
haalde Ahold vorig jaar een netto-resul
taat van 146 miljoen gulden. Vertaald: op
elke gulden die binnenkomt, wordt 1
cent verdiend. "Die lage netto-marge van
één procent is een probleem voor super
markten over de hele wereld. Voor het
vak doen we het niet slecht, maar over
het algemeen gezien wel. Er hoeft maar
een heel klein beetje fout te gaan en van
je procent blijft niet zoveel over. Maar
dat heeft nu eenmaal te maken met het
vak waarin we zitten. In al die veertig
jaar is het vrijwel hetzelfde gebleven,
met ups en downs".
Ahold heeft naast de supermarkten
ook slijterijen (Gall Gall) en drogiste
rijen (Etos). De AC-restaurants staan op
het punt te worden afgestoten, omdat ze
niet bij de hoofdactiviteiten passen. "We
zijn levensmiddelendistributeurs. Een
Als het om het milieu gaat, zijn we in Ne
derland nog nauwelijks verder dan het
stadium van de lippendienst, wat er ook
allemaal dapper wordt beweerd en op
papier gezet. Het gaat ons wel allemaal
aan, maar als puntje bij paaltje komt is
het toch een zaak van anderen.
Hoe weinig het schone milieu in de har
de praktijk leeft, bleek dezer dagen toen
de dijkgraaf van het Hoogheemraad
schap van Rijnland, ir. Van Tuyll van
Serooskerken, even een boekje opeji deed
over de vervuiling die giganten als KLM
en Fokker voor hun rekening nemen. Hij
dreigt met bezwaarschriften tegen hun
bouwplannen als ze geen maatregelen
nemen tegen de lozing van zware meta
len op het riool van Schiphol.
Hoe reageren die concerns-nu op zijn
zware beschuldigingen? Je zou mogen
verwachten, nu het milieu zo centraal
staat, dat ze zich beschroomd zouden af
vragen hoe aan de ellende een einde te
maken. Maar zo werkt dat niet bij mach
tige bedrijven. Oh nee. Ze roepen direct
dat het "heel vervelend" is en dat dan
maar naar de mogelijkheid moet worden
gekeken de nieuwbouw naar Amerika te
verplaatsen, verder kan de vervuiling
niet alleen hun in de schoenen worden ge
schoven, daarnaast vechten ze procedu
res aan, vertragen ze allerlei zaken en ga
zo maar door.
Tot alles blijken ze bereid, behalve tot
het aanpakken van de zaken waar het nu
echt om gaat.
Zo lang die mentaliteit heerst, zo lang
maatregelen tegen de vervuiling zo ge
makkelijk kunnen worden afgedaan,
blijft het milieu niet veel meer dan een
veelbesproken stiefkind. Leuk hoor, dat
Joris Voorhoeve op de fiets gaat stemmen,
maar om die franje gaat het natuurlijk
niet.
RUUD PAAUW
Is geloven in God geloven in de Duivel?
Afgaande op een uitzending van de EO
afgelopen woensdag is het antwoord 'ja'.
De meest christelijke van de Nederlandse
omroepen kwam met een in de dagbladen
al uitgebreid aangekondigde 'reportage'
over wel zeer perverse mensen, die tijdens
rituele bijeenkomsten de meest verschrik
kelijke dingen zouden doen. Daarbij zou
den ze zich bedienen van onschuldige
schoolkinderen, die seksueel op allerlei
manieren werden misbruikt en boven
dien werden gedwongen met messen te
steken, kloppende harten uit te rukken,
bloed te drinken en mensenvlees te eten.
De EO haalde de voornaamste 'bewij
zen' uit het land van de televisie-domi
nees, waar tal van lieden hun zegje voor
de Tijdsein-camera's mochten doen.
Daar, in de Verenigde Staten, was de EO
tot de overtuiging gekomen dat de dui-
velsrituelen wereldwijd voorkomen, dus
ook in Nederland. En meer concreet: ni
Oude Pekela en op een school in Amster
dam. Opvallend daarbij was de gelijke
nis met de ervaringen in de VS, zo werd
benadrukt.
Aantonen kon de EO in feite niets. Het
bleef bij interviews met enkele ouders en
(soms onherkenbaar gemaakte) vrouwen
die als kind het slachtoffer zijn geweest
van de Satan, want dat die er achter
moet zitten werd wel duidelijk tijdens de
uitzending, die allengs een religieuzer
karakter kreeg. Het leek de EO eigenlijk
wel goed uit te komen dat elk concreet
spoortje van bewijs ontbrak. Dat beves
tigt tenslotte het (letterlijk) onmenselijke
aan de hele affaire. De boodschap was
duidelijk: Beëlzebub zelf is hier aan het
werk.
Beeldmateriaal ontbrak uiteraard
ook. Maar de EO, deskundig op het ge
bied van propaganda, maakte van de
nood een deugd en lardeerde de uitzen
ding contrastrijk met sfeerbeelden Hol
landse landschappen. Vredige plaatjes
kregen zo iets angstaanjagends; Satan is
onder ons.
Een bedenkelijke methode om zieltjes te
winnen. Want de EO redeneert kennelijk
aldus: wie gelooft in de Duivel, gelooft
ook in God.
WIM FORTUYN
Waartoe dienen regels, afspraken en pro
cedures?
Om iets ordelijk te laten verlopen, om
willekeur en andere groezeligheden te
voorkomen. Hier wordt op het eerste ge
zicht even op ferme wijze een open deur
ingetrapt, maar waar het de gemeente
Leiden betreft lijkt dat geen overbodige
luxe, als men ziet op welke merkwaardi
ge wijze de Rembrandt Scholengemeen
schap aan een conrectrix is geholpen. De
krant van dinsdag bood wat dat betreft
werkelijk adembenemende lectuur.
De voorgeschiedenis was van een
zwartgalligheid om er een slecht boek
over te schrijven: uitgebreid gekift tussen
wethouder en raadsleden enerzijds en
docenten anderzijds over de geschiktheid
van een kandidate. De vrouw die het be
trof trok zich te elfder ure terug. Daarna
volgde er een grote stilte. En dinsdag was
daar ineens, als kwam zij uit de hoge
hoed van de goochelaar, de nieuwe con
rectrix. Vlag uit, iedereen blij.
Maar de haren rijzen je te berge als je
hoort hoe het allemaal gegaan is. Burge
meester en Wethouders en medezeggen
schapsraad deden afstand van hun be
voegdheden. Er werd een commissie inge
steld "die de vrije hand kreeg om alle pro
cedures links te laten liggen". Wethouder
Van Dongen (PvdA) "was er alles aan ge
legen de zaak volledig in beslotenheid te
regelen". Pas op het laatste moment werd
het punt aan de raadsagenda toege
voegd. Er werd een besloten raadsverga
dering belegd, opdat er geen openbare
discussie kon plaatshebben. Tijdens de
openbare raadsvergadering werd slechts
gestemd. Zonder een enkel woord te zeg
gen, schaarde de raad zich unaniem ach
ter de benoeming".
Een sociaal-democratische wethouder
"die er alles aan gelegen is om de zaak
volledig in beslotenheid te regelen" -
van die kant zijn ooit wel eens dndere ge
luiden vernomen. Hier past uit grote
droevigheid een moment van stilte.
Waartoe dienen regels, procedures e.d.
als je ze bij problemen terzijde kan schui
ven? Als ze niet werken wat kan gebeu
ren), dienen ze op gedegen wijze te wor
den bijgesteld. En niet even in het sche
merduister, zoals nu is gebeurd.
Wie deze weg inslaat, mag zich wel eens
afvragen waar het eind is. Die vraag
klemt te meer omdat wethouder Van Don
gen, die kennelijk de smaak van de beslo
tenheid te pakken heeft, straks op dezef-
de manier een rector van het Rembrandt
wil presenteren.
Maar ach, misschien moet bij de benoe
ming van vrouwen wel alles wijken.
RUUD PAAUW