SLiIJ
Smog is verre van
nieuw verschijnsel
Voortbestaan werkloosheid stilzwijgend aanvaard
WÊBÈ
Misbruik gehandicapten komt vaak voor
Reportage
'Provincies hebben de problemen tot nu toe altijd verwaarloosd'
ZATERDAG 17 JUNI 1
DEN HAAG Tot vijf weken geleden leek het niet te bestaan en nu lijkt het niet meer weg
te gaan: smog. Je kunt geen krant openslaan, geen tv aanzetten, geen radio beluisteren of
iemand meldt met grote bezorgdheid iets over de situatie in "grote delen van het land". Er
lijkt een nieuwe vorm van milieuverontreiniging gevonden te zijn, maar niets is minder
waar. Nederland wordt al sinds meer dan twintig jaar in periodes van mooi weer geplaagd
door smog.
"Smog een nieuw verschijnsel?
Nou nee", zegt dr. R.M. van Aalst
van het Rijksinstituut voor Volks
gezondheid en Milieuhygiëne (RI
VM), "In de jaren zeventig en in
1982 hebben we nog hogere waar
den gemeten dan in deze weken.
Wat nieuw is, is dat alle provincies
sinds enkele jaren dezelfde waar
schuwingscodes hanteren. En als
neringsgebied verklaard. Ook el-
r toch al problemen krijgen. De
ders werden maatregelen tegen de omstandigheden zijn gewoon slech-
dan smog is, komen 2
tegelijk met maatregelen
natuurlijk op".
door
Runa Hellinga
luchtverontreiniging genomen
Op sommige punten heeft dat wel
effect gehad. "Op het gebied van
stank is zeker wat bereikt", zegt ook als
Aad Roosken, hoofd van de afde- ben",
ling waarneming en analyse van de
Dienst Centraal Milieubeheer Rijn
mond. De uitwaseming van koolwa- Normen
ter, ook al omdat er meer pollen
de lucht zweven. Daar krijgen veel
;n geprikkelde keel van,
geen last van astma heb-
Planten
allemaal terstoffen uit tankparken is bijvoor-
dat valt beeld met 50 tot 70 procent gedaald
en de uitstoot van zwaveldioxide is
80 procent lager dan in de jaren ze
ventig. Vorig jaar kon de dienst
voor het eerst met vreugde consta- Instituut
teren dat het aantal stankklachten Onderzoek
luchtverontreiniging
zijn op mensen afgestemd. Lang
voordat wij last krijgen van ozon in
de lucht, lopen planten al schade
op. "Planten zijn er veel gevoeliger
voor", zegt Fred Tonneijck van het
Planteziektekundig
Wageningen. Een
schadelijke stoffen te beperken om de smog te
In de landbouw laten de gevolgen concentraties kijkt, kom je dit jaar
met 2.000 was gezakt. "Maar die po- aantal jaren lang had zijn instituut
sitieve ontwikkeling is dit jaar i
tuurlijk voorbij", meent Roosken
wat treurig.
1 luchtvervuiling dan Antnvprkppr
waar wp nu mpp fp /lULUVcIxvccI
dere
de problemen waar we nu mee te
maken hebben. Smog is eigenlijk Ondanks alle inspanningen moet
een samentrekking van smoke en hij vaststellen dat de pogingen de
fog, rook en mist, een combinatie vervuiling van stikstofoxiden terug
die vooral in Engeland zeer ge- te brengen, is mislukt. Hij wijt dat
In dat land werd in 1273 vooral aan de groei van het autover-
op 'zeventien plaatsen
meetstations
king met het RIVM werd nagegaan
smogperiode zich dan ook
vertalen in hele harde guldens. "We
hebben de economische schade
het land door luchtverontreiniging over 1983
uitgerekend. Dat was een gemid
deld jaar en toen was de opbrengst
echt het besef doorgedron-
zeker op een hogere schade uit. En gen dat smog bestreden moet
dan is nog niet eens meegerekend den.
dat planten die nu aan ozon bloot
hoe bepaalde luchtverontreiniging vijf procent te laag. Dat betekende
op de groei van landbouwgewassen
werkte. Die meetstations zijn begin
dit jaar opgeheven, omdat de resul
taten duidelijk waren: planten
groeien veel minder goed.
een verlies van 642 miljoen gulden.
Ozon was alleen al verantwoorde
lijk voor drie tot vier procent van
het opbrengstverlies, zo'n 450 mil
joen gulden. Als je naar de huidige
ucu pictmtrii uit: uu aan uzun ujuui ■*-[-
staan, het hele jaar kwetsbaarder 0rm6n
blijven", zegt Tonneijck.
De gevolgen van smog zijn eigen
lijk al jaren duidelijk. De eerste mel
ding van beschadiging van planten zwaveldioxide", zegt Rooskens
door ozon vond bijvoorbeeld al in
1969 plaats. Maar pas de laatste ja
ren is op provinciaal niveau, waar
de maatregelen moeten worden ge-
"De aanleiding was de winter
1984-1985. Toen hadden we last
smog door verhoogde concentraties len. Maar we zijn als VNG niet be-
hanteerden en heel ver
schillend op de problemen reageer
den. Er is toen een werkgroep be
noemd en die heeft de nu geldende
afspraken en criteria vastgelegd".
"Alleen, als je normen vastlegt,
moet je ook structurele maatrege
len nemen zodat je die kan handha
ven. Bij de industrie is dat gelukt,
bedrijven kunnen een verbod tot de
uitstoot van bepaalde stoffen krij
gen. Maar in stedelijke gebieden
speelt de auto een hele belangrijke
rol. Een deel van de vervuiling komt
wel uit het buitenland, maar als je
de auto tussen 's ochtends zes uur
en 's nachts twaalf uur stilzet zou je
de Nederlandse bijdrage aan de ver
vuiling in de steden met 70 procent
reduceren en zou de totale concen
tratie met 30 procent omlaag gaan".
Zo'n maatregel vereist echter een
duidelijk plan van aanpak. Vier we
ken geleden, tijdens de eerste smog
periode, was zo'n plan er in de ver
ste verte niet. Inmiddels zijn pro
vincies, rijk en gemeenten bij elkaar
gaan zitten om een scenario op te
stellen.
In ieder geval is wel duidelijk dat
straks niet het hele verkeer in een
provincie stilgelegd wordt. Het
draaiboek is bestemd voor gemeen
ten met meer dan 40.000 inwoners.
"Op het platteland is zo'n maatregel
niet zo zinvol, omdat het autover
keer daar veel minder is en de lucht
vervuiling van elders vooral een rol
speelt".
De grote vraag in de uitwerking
van het draaiboek is volgens Han-
nema nog steeds wie voor de extra
kosten op moet draaien. "We heb
ben voor Haarlem en Maastricht uit
gerekend dat de gemeenten al een
ton extra kwijt zijn aan het vervan
gende vervoer. Je zult bijvoorbeeld
verloven moeten intrekken en
chauffeurs moeten betalen alsof het
overwerk is. Het rijk is ervan uitge
gaan dat de gemeenten dat zelf beta-
de DCMR, "In het Roergebied heb
ben ze toen het autoverkeer be
perkt, maar hier kwamen we er ach
ter dat alle provincies hun eigen
reid op te draaien voor een maatre
gel waar we door de provincie toe
worden verplicht en voor vervui
ling die uit het Roergebied naar ons
toekomt".
dan ook de eerste wet tegen lucht
verontreiniging opgesteld. Die
keer. Onder normale omstandighe
den zijn stikstofoxiden schadelijk
bood de burgers van London steen- omdat ze bijdragen aan de verzu-
kool te stoken in de periode dat het ring. Zodra de zon gaat schijnen,
parlement vergaderde. In de
wen daarna werd de wetgeving
aantal keren aangepast, maar
kon niet verhinderen dat in 1952 tij
dens
4.000 mensen door smog stierven.
De smog waar wij nu mee te m
ken hebben, heeft met rook en mist
niets van doen. Het i
/orming van ozon.
merkwaardig gas.
dat Aan de ene kant zou de aarde ster-
zonder de ozonlaag die zich op
dichte Londense mist 20 tot 60 kilometer hoogte bevindt
en ultraviolette stralen uit het zon
licht filtert. Geleerden kijken niet
niets bezorgd naar het gat i
veel slui- ozonlaag dat ontstaan is door het ge-
pender vervuiling, omdat je de vie- bruik van cfk's in drijfgassen en
zigheid niet ziet. Integendeel, de koelkasten. "Maar aan de andere
moderne smog treedt alleen op bij kant is het op leefniveau heel gif-
mooi weer, want er is veel zonlicht tig", aldus Van Aalst van het RIVM.
nodig om koolwaterstoffen te laten De ene ozonlaag heeft helaas niets
worden uitgestoten door de indus
trie en auto's en ze worden bij on
gunstige windrichting in grote hoe
veelheden aangevoerd uit het Roer
gebied en Oost-Duitsland.
Klachten
De eerste meldingen van smog in
Nederland stammen uit de .jaren
zestig. De maatregelen werden in
1971 genomen, toen het land drie
weken lang door een ernstige smog
periode werd geplaagd. Vooral in de
Rijnmond, toen al een van de vieste
gebieden, leverde dat heel veel
klachten op. Die regio werd tot sa-
vulling van het gat op tientallen ki
lometers hoogte.
Het gas is al in kleine concentra
ties schadelijk voor mensen, dieren
en planten. Omdat het op de longen
werkt, zijn vooral hart- en astmapa-
tienten de dupe van de smogproble-
men. "We hebben de laatste dagen
duidelijk meer mensen met klach
ten binnen gehad", zegt directrice
drs. S.A. de Jager van het Astma
centrum Heideheuvel.
Ze durft echter niet te zeggen in
hoeverre de luchtvervuiling daar
echt debet aan is: "Het probleem is
met astma met mooi
DEN HAAG Een zwaar gehan
dicapte vrouw woont in een in
stelling. Omdat ze lesbisch is,
heeft de directie maar besloten
dat ze niet meer door vrouwen ge
wassen mag worden. 'Dat is niet
goed voor je', luidde het argu
ment. Daarom moet zij toestaan
dat ze elke dag door een wel zeer
vrijpostige verpleger wordt ge-
door
Monique Brandt
?n van de vele voorbeel-
seksueel misbruik van
die blind zijn, in een rol
stoel zitten of anderszins gehan
dicapt zijn. Het gebeurt op straat,
maar ook in de instellingen voor
lichamelijk gehandicapten.
Agnes van Wijnen, beleidsme
dewerker van de Gehandicapten
raad, heeft regelmatig te maken
met dit soort gevallen. Zij is een
van de schrijvers van de nota 'Het
komt vaker voor dan je denkt',
die deze week werd gepresen
teerd tijdens een studiedag in
Utrecht over seksueel geweld te
gen lichamelijk gehandicapten
De nota is gebaseerd op een
studiereis naar Amerika die de
twee schrijfsters vorig jaar maak
ten. Daar bezochten zij een aantal
organisaties die actief zijn op het
gebied van seksueel misbruik
van gehandicapten. Daar ook
woonden zij het eerste wereldwij
de congres bij waar hulpverleners
hierover hun ervaringen uitwis
selden.
Van Wijnen vermoedt dat het
aantal Nederlandse gevallen ook
niet gering is. "Het is belangrijk
dat een gedegen onderzoek de fei
ten boven tafel krijgt".
Agnes van Wijnen vindt dat de
maatschappij het probleem onte
recht verbloemt. In de meesté ge
vallen worden gehandicapten
niet geloofd als zij aangeven dat
zij seksueel misbruikt zijn. Van
Wijnen: "Mensen denken nog
steeds dat alleen iemand die 'aan
trekkelijk' is, de kans loopt ver
kracht te worden. Gehandicapten
worden gezien als a-seksuele we
zens, en daarom kunnen ze ook
niet verkracht worden".
Maar het gebeurt wel, en gehan
dicapte vrouwen lopen zelfs een
verhoogd risico om het slachtof
fer te worden van misbruik, zo
vermoeden de onderzoekers. Im
mers, mensen met een handicap
zijn doorgaans van jongs af aan
betutteld door de verzorgers. Art
sen, ouders en hulpverleners be
slissen wat 'goed' voor hen is. De
gehandicapte zelf heeft weinig in
te brengen, en leert dus niet om
zich weerbaar op te stellen, zich
zelf te verdedigen.
Dit maakt een gehandicapte tot
een makkelijk slachtoffers van
een verzorger met minder nobele
bedoelingen. Dan krijg je geval
len als de verlamde jongen, die
voor dagelijkse hulp afhankelijk
is van een oudere man. Als tegen
prestatie voor die goedbedoelde
hulp moet de jongen wel toestaan
dat de man met hem vrijt. Of de
half verlamde vrouw die in een
rolstoel rijdt, en voor haar werk
naar een vergadering moet. Ze
wordt door een behulpzame col
lega thuisgebracht. Als ze binnen
zijn tilt de man haar uit de rolstoel
en zet die weg. Dan wordt ze ver
kracht, nadat de dader eerst nog
haar katheter heeft verwijderd.
Kant en klare oplossingen voor
dit soort misbruik zijn natuurlijk
niet te geven. Maar de nota geeft
wel een aantal nuttige suggesties
om de huidige situatie te verbete
ren. Bijvoorbeeld door het instel
len van een registratiepunt waar
gehandicapten of hulpverleners
seksueel misbruik kunnen mel
den.
Van Wijnen: "Ik zat eens in de
trein toen verderop een vrouw in
een rolstoel lastig werd gevallen
door twee jongens. Ze waren echt
vervelend, trokken aan haar
walkman. De vrouw waarschuw
de herhaaldelijk dat ze op moes
ten passen, maar de jongens gin
gen gewoon door. Toen haalde ze
ontzettend uit, en gaf een van de
jongens een mep. Die jongens
dropen echt af, ze hadden niet
venvacht dat zo'n zwak wezen
wat terug zou doen. Dat was
prachtig om te zien".
Van Wijnen benadrukt nog
eens dat gehandicapten moeten
inzien dat ze zelf veel aan hun si
tuatie kunnen veranderen. Die
bewustwording moet' volgens
haar onder meer tot stand komen
door het instellen van verplichte
zelfverdedigingscursussen.
„Mensen met een handicap moe
ten de macht over hun eigen li
chaam weer terugkrijgen, zich
weer sterk voelen. Een blinden
stok kan een goed wapen zijn, en
met het handvat van een rolstoel
kun je rake klappen uitdelen. Het
is noodzakelijk dat je je eigen
grenzen kunt stellen, en dat je je
machtig genoeg voelt om die door
niemand te laten overschrijden.
Nooit".
LEIDEN Dé werkloze be
staat niet, dé oplossing voor de
werkloosheid al evenmin. Met
die even voorspelbare als ont
nuchterende boodschap kwa
men vorige week de Leidse so
ciologen Schuyt, Engbersen,
Kroft en Van Waarden na een
groots opgezet onderzoek on
der langdurig werklozen in wij
ken in Rotterdam, Amsterdam
en Enschede.
door
Sjaak Smakman
De werklozen, en dan vooral de har
de kern van ongeveer 250.000 lang
durig werklozen, zijn de afgelopen
jaren meer dan wie of wat ook in de
politieke arena de toetssteen ge
weest voor sociale bewogenheid.
Het ene na het andere fraai opge
tuigde werkgelegenheidsplan werd
gelanceerd om kort daarop weer ter
aarde te storten. Het enige plan dat
tot nu toe op enig succes kan bogen
is het naar de initiatiefnemers ge
noemde plan Vermeend-Moor.
Maar ook deze vrijstelling van de
betaling van sociale premies voor
werknemers die langdurig werklo
zen in dienst nemen, heeft slechts
ongeveer 10.000 banen opgeleverd.
Veel maatregelen, constateert
Schuyt ronduit, hebben slechts een
symbolisch effect: de morele en po
litieke steun is groot, maar het ef
fect gering. "Zo ontstaat het idee
dat er veel gedaan wordt en dat de
bestrijding van de werkloosheid
een breed maatschappelijk draag
vlak heeft. Tegelijk wordt echter
stilzwijgend aanvaard dat men zich
moet neerleggen bij een grote voort
durende werkloosheid", aldus
Schuyt.
Dat komt, stelt hij, omdat de poli
tici en andere plannenmakers zich
in hun beleid baseren op een onjuist
beeld van de werklozen. Die laten
zich niet indelen in categoriën van
leeftijd, scholing, arbeidservaring
of sociale klasse. Werklozen, zo is
misschien wel de belangrijkste con
clusie van het onderzoek, vormen
een bont geheel van individuen die
niet onder een of een paar noemers
te vangen zijn. Elk beleidsplan dat
wel uitgaat van zo'n simpele voor
stelling van zaken is daarom ge
doemd te mislukken.
Wijken
Om inzicht te krijgen in wie de
werklozen nu werkelijk zijn en hoe
ze leven kozen de onderzoekers
voor een groot aantal intensieve
vraaggesprekken en leefden ook
daadwerkelijk enige tijd in de wij
ken in Rotterdam, Amsterdam en
Enschede waar ze hun onderzoek
deden.
Rond werkloosheid zijn de nodi
ge mythes ontstaan. De twee hard
nekkigste zijn dat alle werklozen
dolgraag zouden willen werken en
het idee dat de meeste werklozen
het wel mooi vinden en met hun
zwarte bijverdiensten leven als God
in Frankrijk. Beide ideeën kloppen
niet. Vorig jaar bleek al dat vooral
de mensen met banen zwart bijver
dienen. Schuyt en zijn collega's
vonden dat ongeveer een op de vijf
werklozen zwart bijverdient. En dat
is, aldus de hoogleraar, 'een aan
zienlijk lager percentage dan bij an
dere beroepsgroepen, zoals bijvoor
beeld de apothekers'. Ook het idee
dat alle werklozen graag aan de slag
zouden willen is een misvatting.
Een niet onaanzienlijk deel van de
werklozen heeft zijn draai gevon
den en hoeft niet meer zo nodig.
De sociologen onderscheiden zes
typen werklozen. In de eerste plaats
de conformisten, ruim eenderde
van de ondervraagden. Ze sollicite
ren, gaan naar het arbeidsbureau,
volgen soms een bijscholingscursus
en houden zich aan de regels van de
Sociale Dienst. De tweede groep, de
ritualisten (9 procent), gedragen
zich hetzelfde als de conformisten
maar hebben in hun hart de hoop op
een nieuwe baan al lang opgegeven.
Maar zelfs na 6 of 7 jaar werkloos
heid, zo constateerde Schuyt met
enige verbazing, gaan de sollicita
tiebrieven nog trouw de deur uit. De
retraitisten (25 procent) doen nog
een stapje verder terug: ze sollicite
ren ook niet meer.
Tevreden
Het resterende derde deel wordt ge
vormd door drie ongeveer even gro-
te groepen: de ondernemenden,_de_
De conformistische werkloze blijft solliciteren, bezoekt het arbeidsbureau
calculerenden en de autonomen.
Volgens Schuyt zijn met name de
autonomen en de calculerenden de
'moderne werklozen'; groepen die
zijn ontstaan door ons sociale-ze-
kerheidsstelsel. De autonomen bij
voorbeeld zien hun uitkering als
een soort basisinkomen en zijn daar
tevreden mee. De calculerenden
zijn de meestbesproken groep: de
fraudeurs, die 'op een slimme en
soms opzichtige manier manipule
ren met sociale uitkeringen'. De on-
dernemenden zijn de werklozen die
er legaal of illegaal bijklussen en zo
hun uitkering aanvullen. De mees
ten van hen hopen op langere ter
mijn toch weer aan de slag te ko-
De onderzoekers constateren dat
in de huidige situatie twee para
doxen zitten. De eerste is dat passi
viteit niet loont, maar dat een werk
loze die actief is al snel in de sfeer
recht komt. Eigenlijk, zo suggereert
Schuyt, zouden de sociale diensten
de ondernemenden beter met rust
kunnen laten. De vitaliteit die ze
nog aan de dag leggen maakt juist
hun kans op een baan groter
(Schuyt: 'Ik sprak laatst een werk
gever die dolgraag zulke mensen in
zijn fabriek wilde hebben'). De
tweede paradox is dat er tegelijk
met de grote werkloosheid een 'on
gelooflijkheid hoeveelheid zinvol
werk te doen is'. "Blijkbaar", aldus
Schuyt vorige week bij de presenta
tie van het rapport, "houdt ons stel
sel de eerste paradox in stand en is
het onmachtig de tweede op te los-
Een echte oplossing geven de we
tenschappers echter ook niet. Het
(oogluikend) toestaan van zwart
werk bij de 'ondernemenden' botst
bijvoorbeeld met het rechtsgevoel
van zowel de meeste werkende
en volgt soms een bijscholingscursus.
(foto GPD)
de mensen met minimum-uitkerin
gen. Die moeten immers lijdelijk
toezien hoe fraude resulteert in een
levensstandaard die voor hen niet is
weggelegd. Voor mensen die een
goed inkomen hebben is dat ge
makkelijker te accepteren, aldus
Engbersen.
Individuen
Langdurig werklozen aan de slag
helpen dus. Maar hoe? De onder
zoekers pleiten ervoor de werklo
zen niet langer in groepen te bena
deren, maar als de individuen die ze
uiteindelijk zijn. Op regionaal, maar
liever nog op wijkniveau, zouden
werklozen een loopbaanbegelei
ding moeten krijgen. De ideale ar
beidsbemiddeling, aldus Schuyt, is
een soort makelaardij 'waarbij de
wensen en verwachtingen van ko
per en verkoper langzaam bijge
steld worden en realistischer wor-
Het veelgeciteerdë Zweedse mo
del, waarbij werklozen een aange
boden baan moeten accepteren op
straffe van korting of verlies van
hun uitkering, vindt Schuyt te glo
baal: "Je praat over zes typen werk
lozen. Voor sommige groepen helpt
controle en dwang wel, maar voor
andere juist niet. De waarschuwing
uit ons rapport is datje niet één plan
op alle werklozen kunt toepassen".
Maar dan nog: er moeten wel ba
nen zijn. De gemeente Rotterdam
riep 50.000 werklozen op voor het
2000 plaatsen omvattende plan
'Rotterdam werkt'. Dat leverde dus
48.000 teleurstellingen op. Het prin
cipe is goed, de uitwerking ver
keerd. Hetzelfde geldt voor de her-
oriénteringsgesprekken, het nieuw
ste plan van het ministerie van soci
ale zaken. Engbersen: "Voor veel
werklozen zit er weinig licht in dit
plan. Het bevestigt eerder hun pro
blemen van weinig werkervaring en
weinig scholing". Bovendien zit er
aan die persoonlijke begeleiding
door ambtenaren-in-de-wijk weer
het probleem dat deze het contact
met het arbeidsbureau gaandeweg
verliest en zo weinig meer voor de
werkloze kan betekenen dan wat
persoonlijke aandacht en morele
steun.
De tweede paradox wordt vooral
veroorzaakt door de hoge loonkos
ten in Nederland. Moet het mini
mumloon dan omlaag? Nee, stelde
de socioloog Van Waarden, je kunt
ons onderzoek ook lezen als een
pleidooi voor een (gedeeltelijk) ba
sisinkomen. Dat gegarandeerde in
komen voor iedere Nederlander zou
de loonkosten vooral voor de lager-
betaalde banen enorm drukken. De
Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid, waarin Schuyt
ook zitting heeft, kwam vorig jaar
met een rapport waarin een basisin
komen van ongeveer 600 gulden per
maand werd aanbevolen.
Basisinkomen
Toch nam Schuyt er vorige week
weer afstand van: "Dat vooronder
stelt dat mensen niet hoeven te wer
ken en dat er geen werk voor ze zou
zijn. Maar er is nog zoveel te doen-
...je moet niet net doen alsof al dat
werk er niet is". Bovendien, merkt
hij op, is het bij een voortschrijden-
schijnlijk dat Nederland op eigen
houtje een basisinkomen kan in-
Volgens hem zijn er twee manie
ren om de loonkosten te verlagen:
het verlagen van het minimumloon
of het verlagen van de sociale pre
mies, zoals in het plan Vermeend-
-Moor. Voor het antwoord op de
vraag welke van de twee opties het
meest aantrekkelijk is, is volgens
hem een hele aparte studie nodig.
Maar er zijn, aldus onderzoeker
Kroft, höe dan ook gewoon meer ba
nen nodig. Er ligt voldoende werk
te wachten in het openbaar vervoer,
het maatschappelijk werk, de ver
pleging en verzorging, milieube
heer. openbare veiligheid en andere
diensten. De vraag is alleen wie de
ze banen daadwerkelijk moet cre-
eren: overheid of bedrijfsleven. Die
twee spelen elkaar de bal toe, aldus
Schuyt. De overheid wacht op parti
culiere initiatieven omdat de collec
tieve lasten niet mogen stijgen, het
bedrijfsleven laat de eer aan de
overheid omdat bedrijven nu een
maal geen sociale werkplaatsen
zijn. En dus gebeurt er eigenlijk
niets en is het wachten op 'inventie
ve plannen', aldus Schuyt.
Die zijn er nog steeds niet. Het
Leidse onderzoeksteam heeft niet
meer gedaan dan het aangeven van
de minimum-eisen die aan die
plannen moeten worden gesteld,
zoals decentralisatie en persoonlij
ke aandacht voor de werklozen.
Drie jaar noeste arbeid heeft welis
waar een - vooral dankzij de vele ci
taten uit de honderden vraagge
sprekken - boeiend en uiterst lees
baar beeld opgeleverd van de werk
loosheid in de jaren tachtig, maar de
sprankelende ideeën die volgens
Schuyt zo hard nodig zijn ontbre
ken.
Tekenend was dat staatssecreta
ris De Graaf, bewindsman in een ka
binet waarvan zowel de premier als
de minister van sociale zaken heb
ben toegegeven dat het op het ge
bied van de werkgelegenheid heeft
gefaald, met het rapport in de hand
concludeerde dat het kabinet met
het huidige beleid op de goede
koers zit.
(Een tijd zonder werk. Hein Kroft,
Godfried Enghersen, Kees Schuyt,
Frans van Waarden. Uitgeverij Sten-