SLiIJ Smog is verre van nieuw verschijnsel Voortbestaan werkloosheid stilzwijgend aanvaard WÊBÈ Misbruik gehandicapten komt vaak voor Reportage 'Provincies hebben de problemen tot nu toe altijd verwaarloosd' ZATERDAG 17 JUNI 1 DEN HAAG Tot vijf weken geleden leek het niet te bestaan en nu lijkt het niet meer weg te gaan: smog. Je kunt geen krant openslaan, geen tv aanzetten, geen radio beluisteren of iemand meldt met grote bezorgdheid iets over de situatie in "grote delen van het land". Er lijkt een nieuwe vorm van milieuverontreiniging gevonden te zijn, maar niets is minder waar. Nederland wordt al sinds meer dan twintig jaar in periodes van mooi weer geplaagd door smog. "Smog een nieuw verschijnsel? Nou nee", zegt dr. R.M. van Aalst van het Rijksinstituut voor Volks gezondheid en Milieuhygiëne (RI VM), "In de jaren zeventig en in 1982 hebben we nog hogere waar den gemeten dan in deze weken. Wat nieuw is, is dat alle provincies sinds enkele jaren dezelfde waar schuwingscodes hanteren. En als neringsgebied verklaard. Ook el- r toch al problemen krijgen. De ders werden maatregelen tegen de omstandigheden zijn gewoon slech- dan smog is, komen 2 tegelijk met maatregelen natuurlijk op". door Runa Hellinga luchtverontreiniging genomen Op sommige punten heeft dat wel effect gehad. "Op het gebied van stank is zeker wat bereikt", zegt ook als Aad Roosken, hoofd van de afde- ben", ling waarneming en analyse van de Dienst Centraal Milieubeheer Rijn mond. De uitwaseming van koolwa- Normen ter, ook al omdat er meer pollen de lucht zweven. Daar krijgen veel ;n geprikkelde keel van, geen last van astma heb- Planten allemaal terstoffen uit tankparken is bijvoor- dat valt beeld met 50 tot 70 procent gedaald en de uitstoot van zwaveldioxide is 80 procent lager dan in de jaren ze ventig. Vorig jaar kon de dienst voor het eerst met vreugde consta- Instituut teren dat het aantal stankklachten Onderzoek luchtverontreiniging zijn op mensen afgestemd. Lang voordat wij last krijgen van ozon in de lucht, lopen planten al schade op. "Planten zijn er veel gevoeliger voor", zegt Fred Tonneijck van het Planteziektekundig Wageningen. Een schadelijke stoffen te beperken om de smog te In de landbouw laten de gevolgen concentraties kijkt, kom je dit jaar met 2.000 was gezakt. "Maar die po- aantal jaren lang had zijn instituut sitieve ontwikkeling is dit jaar i tuurlijk voorbij", meent Roosken wat treurig. 1 luchtvervuiling dan Antnvprkppr waar wp nu mpp fp /lULUVcIxvccI dere de problemen waar we nu mee te maken hebben. Smog is eigenlijk Ondanks alle inspanningen moet een samentrekking van smoke en hij vaststellen dat de pogingen de fog, rook en mist, een combinatie vervuiling van stikstofoxiden terug die vooral in Engeland zeer ge- te brengen, is mislukt. Hij wijt dat In dat land werd in 1273 vooral aan de groei van het autover- op 'zeventien plaatsen meetstations king met het RIVM werd nagegaan smogperiode zich dan ook vertalen in hele harde guldens. "We hebben de economische schade het land door luchtverontreiniging over 1983 uitgerekend. Dat was een gemid deld jaar en toen was de opbrengst echt het besef doorgedron- zeker op een hogere schade uit. En gen dat smog bestreden moet dan is nog niet eens meegerekend den. dat planten die nu aan ozon bloot hoe bepaalde luchtverontreiniging vijf procent te laag. Dat betekende op de groei van landbouwgewassen werkte. Die meetstations zijn begin dit jaar opgeheven, omdat de resul taten duidelijk waren: planten groeien veel minder goed. een verlies van 642 miljoen gulden. Ozon was alleen al verantwoorde lijk voor drie tot vier procent van het opbrengstverlies, zo'n 450 mil joen gulden. Als je naar de huidige ucu pictmtrii uit: uu aan uzun ujuui ■*-[- staan, het hele jaar kwetsbaarder 0rm6n blijven", zegt Tonneijck. De gevolgen van smog zijn eigen lijk al jaren duidelijk. De eerste mel ding van beschadiging van planten zwaveldioxide", zegt Rooskens door ozon vond bijvoorbeeld al in 1969 plaats. Maar pas de laatste ja ren is op provinciaal niveau, waar de maatregelen moeten worden ge- "De aanleiding was de winter 1984-1985. Toen hadden we last smog door verhoogde concentraties len. Maar we zijn als VNG niet be- hanteerden en heel ver schillend op de problemen reageer den. Er is toen een werkgroep be noemd en die heeft de nu geldende afspraken en criteria vastgelegd". "Alleen, als je normen vastlegt, moet je ook structurele maatrege len nemen zodat je die kan handha ven. Bij de industrie is dat gelukt, bedrijven kunnen een verbod tot de uitstoot van bepaalde stoffen krij gen. Maar in stedelijke gebieden speelt de auto een hele belangrijke rol. Een deel van de vervuiling komt wel uit het buitenland, maar als je de auto tussen 's ochtends zes uur en 's nachts twaalf uur stilzet zou je de Nederlandse bijdrage aan de ver vuiling in de steden met 70 procent reduceren en zou de totale concen tratie met 30 procent omlaag gaan". Zo'n maatregel vereist echter een duidelijk plan van aanpak. Vier we ken geleden, tijdens de eerste smog periode, was zo'n plan er in de ver ste verte niet. Inmiddels zijn pro vincies, rijk en gemeenten bij elkaar gaan zitten om een scenario op te stellen. In ieder geval is wel duidelijk dat straks niet het hele verkeer in een provincie stilgelegd wordt. Het draaiboek is bestemd voor gemeen ten met meer dan 40.000 inwoners. "Op het platteland is zo'n maatregel niet zo zinvol, omdat het autover keer daar veel minder is en de lucht vervuiling van elders vooral een rol speelt". De grote vraag in de uitwerking van het draaiboek is volgens Han- nema nog steeds wie voor de extra kosten op moet draaien. "We heb ben voor Haarlem en Maastricht uit gerekend dat de gemeenten al een ton extra kwijt zijn aan het vervan gende vervoer. Je zult bijvoorbeeld verloven moeten intrekken en chauffeurs moeten betalen alsof het overwerk is. Het rijk is ervan uitge gaan dat de gemeenten dat zelf beta- de DCMR, "In het Roergebied heb ben ze toen het autoverkeer be perkt, maar hier kwamen we er ach ter dat alle provincies hun eigen reid op te draaien voor een maatre gel waar we door de provincie toe worden verplicht en voor vervui ling die uit het Roergebied naar ons toekomt". dan ook de eerste wet tegen lucht verontreiniging opgesteld. Die keer. Onder normale omstandighe den zijn stikstofoxiden schadelijk bood de burgers van London steen- omdat ze bijdragen aan de verzu- kool te stoken in de periode dat het ring. Zodra de zon gaat schijnen, parlement vergaderde. In de wen daarna werd de wetgeving aantal keren aangepast, maar kon niet verhinderen dat in 1952 tij dens 4.000 mensen door smog stierven. De smog waar wij nu mee te m ken hebben, heeft met rook en mist niets van doen. Het i /orming van ozon. merkwaardig gas. dat Aan de ene kant zou de aarde ster- zonder de ozonlaag die zich op dichte Londense mist 20 tot 60 kilometer hoogte bevindt en ultraviolette stralen uit het zon licht filtert. Geleerden kijken niet niets bezorgd naar het gat i veel slui- ozonlaag dat ontstaan is door het ge- pender vervuiling, omdat je de vie- bruik van cfk's in drijfgassen en zigheid niet ziet. Integendeel, de koelkasten. "Maar aan de andere moderne smog treedt alleen op bij kant is het op leefniveau heel gif- mooi weer, want er is veel zonlicht tig", aldus Van Aalst van het RIVM. nodig om koolwaterstoffen te laten De ene ozonlaag heeft helaas niets worden uitgestoten door de indus trie en auto's en ze worden bij on gunstige windrichting in grote hoe veelheden aangevoerd uit het Roer gebied en Oost-Duitsland. Klachten De eerste meldingen van smog in Nederland stammen uit de .jaren zestig. De maatregelen werden in 1971 genomen, toen het land drie weken lang door een ernstige smog periode werd geplaagd. Vooral in de Rijnmond, toen al een van de vieste gebieden, leverde dat heel veel klachten op. Die regio werd tot sa- vulling van het gat op tientallen ki lometers hoogte. Het gas is al in kleine concentra ties schadelijk voor mensen, dieren en planten. Omdat het op de longen werkt, zijn vooral hart- en astmapa- tienten de dupe van de smogproble- men. "We hebben de laatste dagen duidelijk meer mensen met klach ten binnen gehad", zegt directrice drs. S.A. de Jager van het Astma centrum Heideheuvel. Ze durft echter niet te zeggen in hoeverre de luchtvervuiling daar echt debet aan is: "Het probleem is met astma met mooi DEN HAAG Een zwaar gehan dicapte vrouw woont in een in stelling. Omdat ze lesbisch is, heeft de directie maar besloten dat ze niet meer door vrouwen ge wassen mag worden. 'Dat is niet goed voor je', luidde het argu ment. Daarom moet zij toestaan dat ze elke dag door een wel zeer vrijpostige verpleger wordt ge- door Monique Brandt ?n van de vele voorbeel- seksueel misbruik van die blind zijn, in een rol stoel zitten of anderszins gehan dicapt zijn. Het gebeurt op straat, maar ook in de instellingen voor lichamelijk gehandicapten. Agnes van Wijnen, beleidsme dewerker van de Gehandicapten raad, heeft regelmatig te maken met dit soort gevallen. Zij is een van de schrijvers van de nota 'Het komt vaker voor dan je denkt', die deze week werd gepresen teerd tijdens een studiedag in Utrecht over seksueel geweld te gen lichamelijk gehandicapten De nota is gebaseerd op een studiereis naar Amerika die de twee schrijfsters vorig jaar maak ten. Daar bezochten zij een aantal organisaties die actief zijn op het gebied van seksueel misbruik van gehandicapten. Daar ook woonden zij het eerste wereldwij de congres bij waar hulpverleners hierover hun ervaringen uitwis selden. Van Wijnen vermoedt dat het aantal Nederlandse gevallen ook niet gering is. "Het is belangrijk dat een gedegen onderzoek de fei ten boven tafel krijgt". Agnes van Wijnen vindt dat de maatschappij het probleem onte recht verbloemt. In de meesté ge vallen worden gehandicapten niet geloofd als zij aangeven dat zij seksueel misbruikt zijn. Van Wijnen: "Mensen denken nog steeds dat alleen iemand die 'aan trekkelijk' is, de kans loopt ver kracht te worden. Gehandicapten worden gezien als a-seksuele we zens, en daarom kunnen ze ook niet verkracht worden". Maar het gebeurt wel, en gehan dicapte vrouwen lopen zelfs een verhoogd risico om het slachtof fer te worden van misbruik, zo vermoeden de onderzoekers. Im mers, mensen met een handicap zijn doorgaans van jongs af aan betutteld door de verzorgers. Art sen, ouders en hulpverleners be slissen wat 'goed' voor hen is. De gehandicapte zelf heeft weinig in te brengen, en leert dus niet om zich weerbaar op te stellen, zich zelf te verdedigen. Dit maakt een gehandicapte tot een makkelijk slachtoffers van een verzorger met minder nobele bedoelingen. Dan krijg je geval len als de verlamde jongen, die voor dagelijkse hulp afhankelijk is van een oudere man. Als tegen prestatie voor die goedbedoelde hulp moet de jongen wel toestaan dat de man met hem vrijt. Of de half verlamde vrouw die in een rolstoel rijdt, en voor haar werk naar een vergadering moet. Ze wordt door een behulpzame col lega thuisgebracht. Als ze binnen zijn tilt de man haar uit de rolstoel en zet die weg. Dan wordt ze ver kracht, nadat de dader eerst nog haar katheter heeft verwijderd. Kant en klare oplossingen voor dit soort misbruik zijn natuurlijk niet te geven. Maar de nota geeft wel een aantal nuttige suggesties om de huidige situatie te verbete ren. Bijvoorbeeld door het instel len van een registratiepunt waar gehandicapten of hulpverleners seksueel misbruik kunnen mel den. Van Wijnen: "Ik zat eens in de trein toen verderop een vrouw in een rolstoel lastig werd gevallen door twee jongens. Ze waren echt vervelend, trokken aan haar walkman. De vrouw waarschuw de herhaaldelijk dat ze op moes ten passen, maar de jongens gin gen gewoon door. Toen haalde ze ontzettend uit, en gaf een van de jongens een mep. Die jongens dropen echt af, ze hadden niet venvacht dat zo'n zwak wezen wat terug zou doen. Dat was prachtig om te zien". Van Wijnen benadrukt nog eens dat gehandicapten moeten inzien dat ze zelf veel aan hun si tuatie kunnen veranderen. Die bewustwording moet' volgens haar onder meer tot stand komen door het instellen van verplichte zelfverdedigingscursussen. „Mensen met een handicap moe ten de macht over hun eigen li chaam weer terugkrijgen, zich weer sterk voelen. Een blinden stok kan een goed wapen zijn, en met het handvat van een rolstoel kun je rake klappen uitdelen. Het is noodzakelijk dat je je eigen grenzen kunt stellen, en dat je je machtig genoeg voelt om die door niemand te laten overschrijden. Nooit". LEIDEN Dé werkloze be staat niet, dé oplossing voor de werkloosheid al evenmin. Met die even voorspelbare als ont nuchterende boodschap kwa men vorige week de Leidse so ciologen Schuyt, Engbersen, Kroft en Van Waarden na een groots opgezet onderzoek on der langdurig werklozen in wij ken in Rotterdam, Amsterdam en Enschede. door Sjaak Smakman De werklozen, en dan vooral de har de kern van ongeveer 250.000 lang durig werklozen, zijn de afgelopen jaren meer dan wie of wat ook in de politieke arena de toetssteen ge weest voor sociale bewogenheid. Het ene na het andere fraai opge tuigde werkgelegenheidsplan werd gelanceerd om kort daarop weer ter aarde te storten. Het enige plan dat tot nu toe op enig succes kan bogen is het naar de initiatiefnemers ge noemde plan Vermeend-Moor. Maar ook deze vrijstelling van de betaling van sociale premies voor werknemers die langdurig werklo zen in dienst nemen, heeft slechts ongeveer 10.000 banen opgeleverd. Veel maatregelen, constateert Schuyt ronduit, hebben slechts een symbolisch effect: de morele en po litieke steun is groot, maar het ef fect gering. "Zo ontstaat het idee dat er veel gedaan wordt en dat de bestrijding van de werkloosheid een breed maatschappelijk draag vlak heeft. Tegelijk wordt echter stilzwijgend aanvaard dat men zich moet neerleggen bij een grote voort durende werkloosheid", aldus Schuyt. Dat komt, stelt hij, omdat de poli tici en andere plannenmakers zich in hun beleid baseren op een onjuist beeld van de werklozen. Die laten zich niet indelen in categoriën van leeftijd, scholing, arbeidservaring of sociale klasse. Werklozen, zo is misschien wel de belangrijkste con clusie van het onderzoek, vormen een bont geheel van individuen die niet onder een of een paar noemers te vangen zijn. Elk beleidsplan dat wel uitgaat van zo'n simpele voor stelling van zaken is daarom ge doemd te mislukken. Wijken Om inzicht te krijgen in wie de werklozen nu werkelijk zijn en hoe ze leven kozen de onderzoekers voor een groot aantal intensieve vraaggesprekken en leefden ook daadwerkelijk enige tijd in de wij ken in Rotterdam, Amsterdam en Enschede waar ze hun onderzoek deden. Rond werkloosheid zijn de nodi ge mythes ontstaan. De twee hard nekkigste zijn dat alle werklozen dolgraag zouden willen werken en het idee dat de meeste werklozen het wel mooi vinden en met hun zwarte bijverdiensten leven als God in Frankrijk. Beide ideeën kloppen niet. Vorig jaar bleek al dat vooral de mensen met banen zwart bijver dienen. Schuyt en zijn collega's vonden dat ongeveer een op de vijf werklozen zwart bijverdient. En dat is, aldus de hoogleraar, 'een aan zienlijk lager percentage dan bij an dere beroepsgroepen, zoals bijvoor beeld de apothekers'. Ook het idee dat alle werklozen graag aan de slag zouden willen is een misvatting. Een niet onaanzienlijk deel van de werklozen heeft zijn draai gevon den en hoeft niet meer zo nodig. De sociologen onderscheiden zes typen werklozen. In de eerste plaats de conformisten, ruim eenderde van de ondervraagden. Ze sollicite ren, gaan naar het arbeidsbureau, volgen soms een bijscholingscursus en houden zich aan de regels van de Sociale Dienst. De tweede groep, de ritualisten (9 procent), gedragen zich hetzelfde als de conformisten maar hebben in hun hart de hoop op een nieuwe baan al lang opgegeven. Maar zelfs na 6 of 7 jaar werkloos heid, zo constateerde Schuyt met enige verbazing, gaan de sollicita tiebrieven nog trouw de deur uit. De retraitisten (25 procent) doen nog een stapje verder terug: ze sollicite ren ook niet meer. Tevreden Het resterende derde deel wordt ge vormd door drie ongeveer even gro- te groepen: de ondernemenden,_de_ De conformistische werkloze blijft solliciteren, bezoekt het arbeidsbureau calculerenden en de autonomen. Volgens Schuyt zijn met name de autonomen en de calculerenden de 'moderne werklozen'; groepen die zijn ontstaan door ons sociale-ze- kerheidsstelsel. De autonomen bij voorbeeld zien hun uitkering als een soort basisinkomen en zijn daar tevreden mee. De calculerenden zijn de meestbesproken groep: de fraudeurs, die 'op een slimme en soms opzichtige manier manipule ren met sociale uitkeringen'. De on- dernemenden zijn de werklozen die er legaal of illegaal bijklussen en zo hun uitkering aanvullen. De mees ten van hen hopen op langere ter mijn toch weer aan de slag te ko- De onderzoekers constateren dat in de huidige situatie twee para doxen zitten. De eerste is dat passi viteit niet loont, maar dat een werk loze die actief is al snel in de sfeer recht komt. Eigenlijk, zo suggereert Schuyt, zouden de sociale diensten de ondernemenden beter met rust kunnen laten. De vitaliteit die ze nog aan de dag leggen maakt juist hun kans op een baan groter (Schuyt: 'Ik sprak laatst een werk gever die dolgraag zulke mensen in zijn fabriek wilde hebben'). De tweede paradox is dat er tegelijk met de grote werkloosheid een 'on gelooflijkheid hoeveelheid zinvol werk te doen is'. "Blijkbaar", aldus Schuyt vorige week bij de presenta tie van het rapport, "houdt ons stel sel de eerste paradox in stand en is het onmachtig de tweede op te los- Een echte oplossing geven de we tenschappers echter ook niet. Het (oogluikend) toestaan van zwart werk bij de 'ondernemenden' botst bijvoorbeeld met het rechtsgevoel van zowel de meeste werkende en volgt soms een bijscholingscursus. (foto GPD) de mensen met minimum-uitkerin gen. Die moeten immers lijdelijk toezien hoe fraude resulteert in een levensstandaard die voor hen niet is weggelegd. Voor mensen die een goed inkomen hebben is dat ge makkelijker te accepteren, aldus Engbersen. Individuen Langdurig werklozen aan de slag helpen dus. Maar hoe? De onder zoekers pleiten ervoor de werklo zen niet langer in groepen te bena deren, maar als de individuen die ze uiteindelijk zijn. Op regionaal, maar liever nog op wijkniveau, zouden werklozen een loopbaanbegelei ding moeten krijgen. De ideale ar beidsbemiddeling, aldus Schuyt, is een soort makelaardij 'waarbij de wensen en verwachtingen van ko per en verkoper langzaam bijge steld worden en realistischer wor- Het veelgeciteerdë Zweedse mo del, waarbij werklozen een aange boden baan moeten accepteren op straffe van korting of verlies van hun uitkering, vindt Schuyt te glo baal: "Je praat over zes typen werk lozen. Voor sommige groepen helpt controle en dwang wel, maar voor andere juist niet. De waarschuwing uit ons rapport is datje niet één plan op alle werklozen kunt toepassen". Maar dan nog: er moeten wel ba nen zijn. De gemeente Rotterdam riep 50.000 werklozen op voor het 2000 plaatsen omvattende plan 'Rotterdam werkt'. Dat leverde dus 48.000 teleurstellingen op. Het prin cipe is goed, de uitwerking ver keerd. Hetzelfde geldt voor de her- oriénteringsgesprekken, het nieuw ste plan van het ministerie van soci ale zaken. Engbersen: "Voor veel werklozen zit er weinig licht in dit plan. Het bevestigt eerder hun pro blemen van weinig werkervaring en weinig scholing". Bovendien zit er aan die persoonlijke begeleiding door ambtenaren-in-de-wijk weer het probleem dat deze het contact met het arbeidsbureau gaandeweg verliest en zo weinig meer voor de werkloze kan betekenen dan wat persoonlijke aandacht en morele steun. De tweede paradox wordt vooral veroorzaakt door de hoge loonkos ten in Nederland. Moet het mini mumloon dan omlaag? Nee, stelde de socioloog Van Waarden, je kunt ons onderzoek ook lezen als een pleidooi voor een (gedeeltelijk) ba sisinkomen. Dat gegarandeerde in komen voor iedere Nederlander zou de loonkosten vooral voor de lager- betaalde banen enorm drukken. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, waarin Schuyt ook zitting heeft, kwam vorig jaar met een rapport waarin een basisin komen van ongeveer 600 gulden per maand werd aanbevolen. Basisinkomen Toch nam Schuyt er vorige week weer afstand van: "Dat vooronder stelt dat mensen niet hoeven te wer ken en dat er geen werk voor ze zou zijn. Maar er is nog zoveel te doen- ...je moet niet net doen alsof al dat werk er niet is". Bovendien, merkt hij op, is het bij een voortschrijden- schijnlijk dat Nederland op eigen houtje een basisinkomen kan in- Volgens hem zijn er twee manie ren om de loonkosten te verlagen: het verlagen van het minimumloon of het verlagen van de sociale pre mies, zoals in het plan Vermeend- -Moor. Voor het antwoord op de vraag welke van de twee opties het meest aantrekkelijk is, is volgens hem een hele aparte studie nodig. Maar er zijn, aldus onderzoeker Kroft, höe dan ook gewoon meer ba nen nodig. Er ligt voldoende werk te wachten in het openbaar vervoer, het maatschappelijk werk, de ver pleging en verzorging, milieube heer. openbare veiligheid en andere diensten. De vraag is alleen wie de ze banen daadwerkelijk moet cre- eren: overheid of bedrijfsleven. Die twee spelen elkaar de bal toe, aldus Schuyt. De overheid wacht op parti culiere initiatieven omdat de collec tieve lasten niet mogen stijgen, het bedrijfsleven laat de eer aan de overheid omdat bedrijven nu een maal geen sociale werkplaatsen zijn. En dus gebeurt er eigenlijk niets en is het wachten op 'inventie ve plannen', aldus Schuyt. Die zijn er nog steeds niet. Het Leidse onderzoeksteam heeft niet meer gedaan dan het aangeven van de minimum-eisen die aan die plannen moeten worden gesteld, zoals decentralisatie en persoonlij ke aandacht voor de werklozen. Drie jaar noeste arbeid heeft welis waar een - vooral dankzij de vele ci taten uit de honderden vraagge sprekken - boeiend en uiterst lees baar beeld opgeleverd van de werk loosheid in de jaren tachtig, maar de sprankelende ideeën die volgens Schuyt zo hard nodig zijn ontbre ken. Tekenend was dat staatssecreta ris De Graaf, bewindsman in een ka binet waarvan zowel de premier als de minister van sociale zaken heb ben toegegeven dat het op het ge bied van de werkgelegenheid heeft gefaald, met het rapport in de hand concludeerde dat het kabinet met het huidige beleid op de goede koers zit. (Een tijd zonder werk. Hein Kroft, Godfried Enghersen, Kees Schuyt, Frans van Waarden. Uitgeverij Sten-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 2