Kweekplaats van klassieke dans(ers) Erfenis Dali stelt Catalonië teleur Vaganova-academie in Holland festival 'Goden en Goeroe' beticht Tibetaans boeddhisme DINSDAG 13 JUNI 1989 LENINGRAD (GPD) - De Rossistraat in Leningrad is een wonderlijke straat, waar alles lijkt samen te kómen: verleden, heden en toekomst. De straat wordt gevormd door twee voorname gebouwen, die volledig identiek aan elkaar zijn; zacht-gele gevels in neo klassieke stijl, die leiden naar het Pushkin- theater, waarmee ze architectonisch in harmonie zijn. Symbolischer kan het niet. De ont werper van theater en straat was Carlo Rossi, een in Rusland gebo ren zoon van een Italiaans ballet- paar. En in één van de twee gebou wen is sinds de voltooiing van de straat in 1832 de (tot voor de revolu tie Keizerlijke Balletschool gehe ten) Agrippina Vaganova Academie voor Choreografie gevestigd. door Rijk van Rotterdam Die school dateert al van 1738 en le verde door de eeuwen heen de ene na de andere wereldster af. De klas sieke dans, waarvan symmetrie een even kenmerkend element is als van de Rossistraat, wordt er met de grootste zorg geconserveerd. Stap je de school binnen, dan lijkt het of je een enorme sprong terug in de tijd maakt. Of, zoals een docent het typeert: "Binnen de muren van de ze school is Leningrad nog Sint Pe tersburg". Maar tegelijkertijd besef je dat de kinderen, die in de brede gangen in het voorbijgaan gracieus voor je buigen, toekomstige Pavlo va's en Noerejevs kunnen zijn. Ver leden, heden en toekomst; de tijd lijkt een spelletje met je te spelen. Iets daarvan moet eind deze maand te ervaren zijn in het Mu ziektheater in Amsterdam. In het kader van het Holland Festival wordt het publiek dan geconfron teerd met tweeënhalve eeuw dans- traditie van de Vaganova-academie, terwijl het zich kan afvragen wie van de jeugdige dansers en danse ressen uit Leningrad over een jaar of wat als sterren over het zelfde po dium zullen zweven èn er wordt ook nog geschiedenis gemaakt. Want niet alleen geeft de Vaganova-aca demie de eerste schoolvoorstellin gen buiten Leningrad, er zal ook een ontmoeting plaats hebben met The School of American Ballet uit New York. Deze Amerikaanse school werd in 1934 gesticht door George Balanchine, die opgeleid werd aan... de Vaganova-academie en dus ooit dagelijks door de Rossi straat liep, waar immers alles sa menkomt. Zoals de Vaganova-academie nauwe banden heeft met het Kirov Ballet, dat in het gelijknamige thea ter in Leningrad een majestueus on derkomen heeft, is The School of American Ballet gelieerd aan het New York City Ballet. De leerlingen van beide instituten krijgen derhal ve al tijdens hun opleiding ruim schoots de kans om podiumerva ring op te doen. Gevaarlijk "Het wordt een gevaarlijke ontmoe ting", zégt Natalia Doedinskaya met een strijdlustige lach. "De leer lingen van beide scholen willen de besten zijn. Ze vermoorden elkaar nog". We zitten in de kamer van de ar- tiestiek-directeur van de Vaganova- academie, Konstantin Sergejev. Aan de wanden hangen foto's van beroemde oud-leerlingen en -do centen en affiches van inmiddels le gendarische voorstellingen. Char les Didelot, Marius Petipa, Lev Ivanov, Michael Fokine; ze lieten al len sporen achter in de Rossistraat, waar Doedinskaya en Sergejev eens ook hun leerlingen-uniformen droe gen, voor ze sterren werden, voor ze (42 jaar geleden) trouwden, voor ze (25 jaar geleden) hun dagelijkse les sen gingen geven. Met het 'gevaar' van de ontmoe ting tussen de Russen en de Ameri kanen zal het overigens wel meeval len, ook wat betreft de mogelijke beïnvloeding van de ene traditie door de andere. Doedinskaya: "On ze traditie gaat zo diep. En onze leer lingen weten heel goed waar ze aan toe zijn. Ze zullen hun ogen wel de kost geven en interessante dingen zien, maar ze blijven in onze tradi tie. Die is ook nooit stagnerend ge weest, maar heeft zich altijd ontwik keld en is met de tijd meegegaan. Vaganova veranderde onze traditie, maakte veel dingen gemakkelijker en tegelijkertijd het resultaat ster ker e *Leerlbxgetjësv^idëv^anova-academiein Lenïngrcuicmn hetwerk indeballetstud Waarmee weer veel samenvalt. Bij de oprichting van de Keizerlijke Balletschool in 1738 kreeg Jean Baptlste Landé de leiding. Het pu bliek in het toenmalige Sint Peters burg had dankzij hem en zijn groep al vier jaar eerder kennis temaakt met de theaterdans uit Italië en Frankrijk. In 1921 trad Agrippina Vaganova in dienst van de school. Doedinskaya: "Zij was zeer intelli gent. Ze keek rond in de Franse en de Italiaanse traditie. De Franse tra ditie was zacht, mild. De Italiaanse dansers waren technisch beter, met krachtiger bewegingen, maar zon der gevoel. Vaganova nam het beste van beide tradities en bracht dat in bij de heroïsche stijl van het Sovjet- russische ballet. Het belangrijkst in haar visie waren de armen. Ze zei al tijd: 'De armen moeten sterk zijn en bekoorlijk en vloeiend en ze moeten helpen bij het dansen, maar nie mand mag dat opvallen. Alleen de danser zelf weet het, dat de armen als vleugels helpen. Het publiek mag dat niet zien'. En ze vond het heel belangrijk, dat het hele li chaam bij de dans betrokken was, alles, niet alleen de benen, maar ook de nek, de schouders, het hoofd". Vriendinnen Zo vertellend, is Doedinskaya de personificatie van het principe van de Vaganova-academie: de docent levert zijn persoonlijke ervaring over aan een nieuwe generatie. "Ik werkte 23 jaar samen met Vagano va.. Drie jaar in de school en daarna twintig jaar in het theater, waar ze les gaf aan de solistenklas. En toen ze in 1951 ziek werd en niet meer mocht werken, gaf ze mij haar solis- tenkias in het Kirov-theater en die klas heb ik van 1951 tot 1971 les ge geven. Vaganova en ik waren hele goede vriendinnen, ze was mijn tweede moeder". 1951 was ook het jaar, waarin Va ganova overleed. Zes jaar later werd de academie officieel naar haar ver noemd. Dat de Vaganova-jeugd nu naar Amsterdam mag, is een positief te ken des tijds. Toen de leerlingen nog persoonlijk bezit van de tsaar waren, werden ze voor optredens in geblindeerde koetsjes van de Rossi straat naar het Kirov-theater ver voerd, dat toen nog Maryinsky heet te. Bescherming bood dat wel; in dezelfde tijd werd in Parijs heren van stand niets in de weg gelegd om hun favoriete danseresjes te 'ont moeten'. Na de revolutie bleef de school hermetisch gesloten voor pottekij- kers. Dit jaar werden voor het eerst westerse journalisten toegelaten tot de lessen. Niet alle docenten toon den zich daar even verheugd over. Begrijpelijk, want behalve een zwa re, niet zelden ook pijnlijke, licha melijke inspanning wordt van de leerlingen uiterste concentratie ver eist. Eén extra stapje na de zoveel ste pirouette is uit den boze. Dat moet over, het moet altijd perfect zijn. De armen mogen dan bij het dansen helpen als vleugels, het blijft schijn dat de zwaartekracht geen vat lijkt te hebben op een bal lerina. Dat zie je, als het goed is, niet in het theater, maar wel tijdens die lessen. Wankele stappen, ver krampte gezichten, de trillende ar men van een jongen die nog niet zo ver is dat hij de kijker kan doen ge loven dat een danseres zo licht is als een veertje. Spotten Het feit dat de Vaganova-methode bewaard blijft door zorgvuldige overlevering neemt niet weg, dat de manieren van lesgeven in Le ningrad evenveel van elkaar ver schillen als in een willekeurige school waar dan ook. Je hoeft me vrouw Vassilieva maar even bezig te zien met een groep meisjes uit de vierde klas en je weet dat er met haar niet te spotten valt. Doedins kaya daarentegen mag zelf graag een beetje spotten. Als een van haar meiden uit de zesde zich naar haar zin niet bevallig genoeg beweegt, sjokt ze er als een hobbezak op af, terwijl ze even tevoren nog de sier lijkheid zelve was bij het uitleggen van haar bedoelingen. Maar helpt een grapje niet om de dames tot per fectie te bewegen, dan weet ook Doedinskaya haar gezag te laten gelden. Een leraar van het stoïcijnse type is Vladilin Semjonov, die we met een groep zesdejaars jongens aan het werk zien. Kalm, haast mompe lend geeft hij zijn instructies, die de uitwerking van bezweringen lijken te hebben. In alle klassen komen de leerlin gen toegewijd en gedisciplineerd over. Tussen de oefeningen door wisselen ze af en toe een paar woor den met elkaar, verder is het hard werken. Of kun je je ook hierop ver kijken? Die vraag rijst na het opvan gen van een gesprek over het schaarser worden van grote talen ten onder de jongere generaties. Wat vindt Doedinskaya daarvan? "Ik denk dat voor de jongeren van tegenwoordig overal geldt, dat alles te gemakkelijk gaat. De vorige ge neraties moesten alles zelf doen, zelf rollen zien te veroveren. Ze moesten ervoor vechten. Nu wordt er gezegd: .Neern alstublieft rol zus of zo, doe alstublieft mee in Het Zwanenmeer.' De echte liefde voor het vak is er niet meer". Meer werk En dan wordt er ook nog geopperd, dat de meisjes het beter doen dan de jongens. Doedinskaya: "Er worden veel meer meisjes opgeleid dan jon gens, zoals over de hele wereld. Maar als de jongens er flink tegen aan gaan, dan redden ze het wel. Het is alleen zo jammer, dat ze dat in het laatste jaar van de school doen, als ze beginnen te begrijpen dat er voor goede dansers veel meer werk is dan voor danseressen. Dan is het ei genlijk te laat". Doedinskaya's collega Gurgapki- na, een al even goedlachse vrouw, weet wel een verklaring voor dat trage begrip van de jongens: "De meisjes komen uit zichzelf naar on ze school. De jongens worden ge bracht door hun ouders. Die komen er pas in de laatste paar jaar achter, dat danser nog niet zo'n gek beroep is". En verder zegt ze: "Ik weet niet hoe het in het Westen is. maar vol gens mij is het overal hetzelfde: leerlingen moeten hard worden aangepakt". Acht, negen jaar zijn ze, als ze elk jaar weer bij bosjes worden aangemeld in de Rossis traat, komend uit alle hoeken van de Sovjet-republieken, in de hoop, althans in de hoop van hun ouders, voor de opleiding te worden uitver koren. In het Kirov-theater, hooguit een kwartier met de bus van de Rossis traat, zie je 's avonds wat "de Russi sche sterren van morgen" verdeeld over de voorstellingen van 27, 29 en 30 juni (de laatste avond samen met 'de Amerikaanse sterren van mor gen', die hun eigen voorstellingen 26 en 28 juni hebben) in het Amster damse Muziektheater zullen bren gen: 'Chopiniana' (Les Sylphides), een Grand Divertissement, de der de akte uit 'De Notenkraker', Grand Pas uit 'Paquita' en als opening van de eerste twee voorstellingen 'Van Landé tot Vaganova'. het academi sche visitekaartje van het instituut. En je vraagt je af of de magie van de Rossistraat wel haar uitwerking zal hebben op het verwende Holland- Festivalpubliek, ook al zit dat dan op het Waterlooplein, waar toch ook een beetje verleden, heden en toe komst samenkomen. Eerste reis Voor Sergejev kan het niet mis gaan: "Vorig jaar vierden we ons 250-jarige bestaan en nu maken we onze allereerste reis buiten Le ningrad. Het is voor ons van groot belang, dat wij als eerste Russische balletschool naar het Westen gaan en dat het ook voor de Amerikaanse school de eerste grote reis is. En de Amerikaanse school is de school van Balanchine, die een leerling van ons was. Dus die school is eigenlijk een dochter van ons. Dat typeert wel de historische waarde van de ontmoeting". Een stille ochtend in het Dali Theater-museum in het Spaanse Figueras. De warmte hangt als een deken over het roze gebouw dat versierd is met reusachtige eieren en duizenden stenen 'broodjes'. Aan alle kanten trachten ventilatoren de vochtige hitte te verdrijven. Wat Franse toeristen slenteren zwetend langs de schilderijen. BARCELONA/DEN HAAG (GPD) Nauwelijks vier maan den geleden verdrongen dui zenden mensen zich voor de in gang van dit museum. Zij hoop ten een glimp op te vangen van de dode die in vol ornaat onder de hoge glazen koepel van de 'Torre Galatea' lag opgebaard. Najaren van onafgebroken ziek zijn stierf op 23 februari van dit jaar de 94-jarige kunstenaar Sal vador Dali y Domenèch. Spaans Catalonië was in diepe rouw ge dompeld. De drukte voor het bi zarre museum was overweldi gend. door Monique Brandt en Norbert v.d.Werff Vier dagen later, bjj de opening van Dali's testament, volgde een klap die nog veel harder aankwam bij veel nationalistische Catalanen. Da- li bleek zijn gehele erfenis, volgens kenners onder meer bestaand uit twee-tot drieduizend kunstwerken, beelden, boeken, brieven van voor aanstaande surrealisten en miljoe nen peseta's, nagelaten te hebben aan de Spaanse Staat. Catalonië was verbijsterd en geschokt, want tot dan werd altijd aangenomen dat de Catalaanse surrealist tenminste een gedeelte van zijn nalatenschap aan zijn geboortestreek zou vermaken. In een eerder testament was dat ook inderdaad het geval. In december 1980 lieten Dali en zijn vrouw Gala officieel optekenen dat de helft van hun gezamelijk nalatenschap voor de Staat zou zijn.'De andere helft was bestemd voor het Catalaanse volk, middels de Generalitat, de Ca talaanse regering. Maar amper twee maanden na de dood van Gala in 1982 veranderde de grillige kunste naar zijn testament. Met het resul taat dat de Catalanen hoogstwaar schijnlijk nog geen schetsje uit de erfenis zullen vergaren. Gevecht Door de wijziging van zijn testa ment koos Dalï partij in de al eeu wen durende strijd tussen de cen trale regering in Madrid en Catalo- Conversatie met Hermine de Graaf LEIDEN De laatste conversatie vóór de zomer wordt in de Burcht gevoerd. Helbertijn Schmitz-Küller spreekt op deze avond met Hermine de Graaf over verschillende aspecten van het werk'van deze schrijfster. De ont moeting is georganiseerd door Burcht Literair in samenwerking met boekhandel Kooyker. Aanvang 20.15 uur. Veel Catalanen beschouwen de daad van Dalï daarom als een dood zonde, want de rivaliteit tussen tus sen Madrid en Barcelona zit heel diep. Vraag een willekeurige Cata laan naar zijn of haar nationaliteit, en het overgrote deel zal uitroepen 'Catalaans', in plaats van 'Spaans'. Het gevecht met de Madrileense 'imperialisten' drukt in Catalonië zijn stempel op het leven van alle dag, en de nalatenschap van Dalï lijkt inzet van de strijd geworden. Die strijd wordt door velen uiterst serieus genomen. De gemeenteraad van Artés, een klein dorpje, zo'n zes tig kilometer ten westen van Bar celona, besloot zich daarom niet af zijdig te houden. De voltallige ge meenteraad, bestaande uit elf per sonen van drie partijen, nam kort na de opening van het testament van Dalï in februari het besluit om de Dalï-straat een andere naam te ge ven. Volgens burgemeester José Paré van de plaatselijke partij Uni- tario de Artés een symbolische be slissing. "We wilden de publieke opinie beïnvloeden, en druk uitoe fenen op cultuurminister Semprun. De werken horen alle in Figueras, want daar staat het museum van Dali". Er is echter wel wat reserve inge bouwd bij het nemen van dit koene besluit. De raad verandert de straat naam pas daadwerkelijk als blijkt dat de meerderheid van de kunst werken naar Madrid moet verhui zen. En zover is het nog lang niet. "We hebben de zaak maar in de ijs kast gezet, omdat het er naar uitziet dat de meeste kunstwerken,toch in Catalonië blijven. Mocht de situatie veranderen, ondernemen we na tuurlijk onmiddelijk actie". In hoeverre dit plan om Dalï 'het dorp uit te werken' serieus is, blijft de vraag. Buurtbewoners hebben geprotesteerd omdat zij volkomen buiten het besluit van de naamsver andering gehouden zijn. En de raad lijkt ook weer niet van plan om met deze nationale kwestie een plaatse lijke 'oorlog' te ontketenen. Officiële instanties doen de plan nen tot naamsverandering af als een flauwe grap. "Dwaasheid is het", schampert Francisco Vergés, secre taris van de Fundació Gala-Sal- vador Dalï, dat het museum be heert. "Het is kinderachtig, en abso luut niet serieus te nemen. Trou wens, in Gerona is na zijn dood juist een straat naar Dalï vernoemd. Ach, ze doen maar". Spelletje Eduard Fornès, woonachtig in Bar celona, en volgens eigen zeggen 'Ca talaan in hart en nieren', was jaren lang uitgever van Dali. Tien jaar ge» leden leerde Fornes de kunstenaar kennen. Deze ontmoeting resulteer de in de gezamelijke publicatie van een boek over surrealisme, geschre ven door Dali. Vervolgens werden catalogi van Dali's werk in negen ta len uitgegeven, waaronder een Ja panse versie, en een groot aantal boeken over het werk van Dali. Bo vendien heeft Fornes de rechten op Beeldend kunstenaar R< De 'doodzonde' van een surrealist alle reprodukties, kaarten en pos ters van Dali. Sinds jaar en dag houdt de uitge ver/schrijver zich intens bezig met alles wat de kunstenaar aangaat. Meer dan eens publiceert hij artike len over de kunstenaar. Twee we ken geleden gaf Fornes een boekje uit in het Catalaans; 'de tegenspra ken in de zaak Dali' met daarin brie ven en officiële stukken over de er fenis. De Dali-kenner meent dat de centrale regering in Madrid via een duister politiek spelletje heeft bin nengesleept. Fornès: "Na de dood van Gala Da lï is haar testament, waarin ze be paalde dat de helft van de collectie aan de Generalitat geschonken moest worden, nooit ten uitvoer ge bracht. Dali's advocaat ontkende dat een gezamelijk collectie be stond, hij voerde aan dat volgens de Spaanse wetgeving bij Galas dood haar bezit automatisch aan haar echtgenoot verviel. De Catalaanse wetgeving regelt dit soort zaken an ders. Hoewel de Generalitat niet ak koord ging, heeft deze niets meer ondernomen". Volgens de uitgever voelde Dali er niets voor om successierechten over de erfenis te betalen. De Spaanse staat zag toen haar kans schoon en maakte een afspraak met de kunstenaar. Als Dali zijn nalaten schap aan de Spaanse staat zou ver maken, hoefde hij niet te betalen. Fornès: De centrale regering in Madrid ziet Catalonië als een kolo nie. Ze beseffen dat de streek rijk is aan cultuur, maar ze hebben het liefst dat alle kunstwerken, en als het even kan ook alle musea, naar Madrid worden overgebracht." Het is in Spanje een publiek geheim dat de minister van cultuur, Jorge Sem prun, heel graag wil dat alle werken van Dali naar Madrid verhuizen. De Catalanen eisen dat de nalatèn- schap in zijn geheel in het Dali-mu- seum wordt ondergebracht, terwijl in Barcelona stemmen opgaan om met de collectie het nog te bouwen museum voor hedendaagse kunst te vullen. Maar wat er nu precies gaat ge beuren blijft heel vaag. Voorlopig is een commissie aangesteld die de bezittingen van Dali moet inventa riseren, en dan moet bepalen wat de uiteindelijke bestemming van de erfenis zal zijn. Fornes gelooft dat Madrid afwacht totdat de boosheid van de Catalanen over de vreemde gang van zaken rond het testament een beetje gezakt is, voor werkelijke besluiten worden genomen. Dat kan nog lang duren, volgens de uit gever, want er zijn Catalanen ge noeg die niet 'zomaar een beetje te leurgesteld' zijn. Aanslag Gevolgen van die teleurstelling on dervond Eduard Fornès die een Da- lï-tentoonstelling had voorbereid in Barcelona als een hommage aan de kunstenaar. Deze belangrijke expo sitie toonde vooral zijn drie-dimen sionale werken, zoals sculpturen, surrealistische objecten, hologram men en drie-dimensionale schilde rijen. Op grote aandrang van de mi nister van cultuur besloot Fornès de tentoonstelling uit te stellen omdat het gevaar bestaat van een aanslag door de 'independistas' van Terra Lliure, de Catalaanse verzetsstrij ders. De expositie zal nu eerst naar Japan gaan. Minder strijdbare Catalanen zijn wat gematigder, en zoeken andere oorzaken voor de wijziging van Da li's testament. Zij geloven niet dat het de bedoeling van de kunstenaar is geweest om zijn geboortestreek te benadelen, en vermoeden dat Sal vador Dali slachtoffer is geworden van gewetenloze oplichters die wil den profiteren van de doodzieke, gedeeltelijk demente kunstenaar. Ramon Casals, een levendige grijsaard met strenge donkere ogen is een van hen. Casals is smid, en vervaardigt voornamelijk bronzen beeldjes en gebruiksvoorwerpen in de stoffige werkplaats onder zijn woning net buiten Barcelona. Glim mend van trots toont hij zijn mooi ste kunstwerk: een 48 centimeter hoog bronzen borstbeeld van een jonge, krachtige Salvador. Het beeld heeft al enkele malen deel uit gemaakt van Dali-exposities in het buitenland. "Toen Dalï zijn testament veran derde was hij al ernstig ziek. De man wist nauwelijks meer wat hij deed. Hij was zelf niet meer verant woordelijk voor zijn daden", vindt Casals. "Dalï werd gemanipuleerd door advocaten en vrienden die hem gebruikten om hun zakken te vullen". Casals betwijfelt zelfs of de schil der wel geweten heeft dat al zijn be zittingen na zijn dood staatseigen dom werden. "Als dit echt Dalï's laatste wil was moeten we zijn wen sen respecteren, maar ik geloof er niet in. Volgens mij stierf hij in de veronderstelling dat de helft naar Catalonië zou gaan, zoals hy dat in 1980 had vastgelegd". "Het is absurd om te ruziën, of een straatnaam te veranderen om deze kwestie", zegt Isabel Castell, een medewerkster van het Dalï-mu- seum. "Als dit echt de laatste wil van Dalï was, moet die ook serieus genomen worden". Wat aarzelend voegt ze hieraan toe:" Al was ik toch ook wel erg teleurgesteld dat hij niet een deel van zijn bezit aan de Catalanen geschonken heeft. Maar de reden daarvoor zijn nog altijd wat vaag, daar wil ik me verder ook niet over uitlaten". Hoerenzoon In Barcelona heeft men enkele ja ren geleden het plan opgevat om op de Placa Nova, naast de kathedraal, een monument voor Dalï op te rich ten. De plannen kunnen voorlopig niet worden uitgevoerd omdat on der het plein parkeergarages wor den aangelegd. Met het oog op de komst van een monument hebben onbekenden alvast een aanplakbil jet opgehangen dat aan duidelijk heid niets te wensen overlaat. On der de vraag: 'Hier een monument voor Dalï?' staan twee tekeningen. Links het straatnaambordje Placa Nova met de tekst: 'Hier niet'. Daar naast is een wc-pot getekend met daarin het hoofd van Dalï, en de tekst: 'Hier wel'. ROTTERDAM (ANP) - In het Muse um voor Volkenkunde in Rotter dam wordt van 16 juni tot 27 novem ber de groots opgezette tentoonstel ling 'Goden en Goeroes, Tibetaans Boeddhisme' gehouden. De Vereni ging van Vrienden van Aziatische Kunst bracht hiertoe uit particulie re collecties unieke religieuze ob jecten bijeen die zijn aangevuld met voorwerpen uit openbare verzame lingen. De expositie geeft inzicht in de ta melijk ingewikkelde religieuze we reld van het Tibetaans boeddhisme en de rol die deze godsdienst ook in het huidige Tibet speelt. Op de ten toonstelling is daartoe een La- maïstisch Pantheon samengesteld, een tempel waar de Tibetaanse boeddhisten ook offers brengen. Onder meer ziet men er beelden van boeddha's, goden en histori sche personen, walmende boter- lampen en koperen kommen, doe ken en draperieen. De gebruiks voorwerpen, schilderingen en sculpturen hebben ook een artistie ke waarde. Het Tibetaans boeddhisme is niet alleen een zaak van monniken en nonnen. In vrijwel elk huis en iede re nomadentent is een altaar te vin den waar aan boeddha's en plaatse lijke goden wordt geofferd. De leek en de ongeletterde monnik belijden voortdurend hun geloof door for mules op te zeggen, wat ook wel met een gebedswiel gebeurt. Dan is er nog het levenswiel, waarmee de stadia van dier tot god heid worden gesymboliseerd. In het boeddhisme kunnen gewone ster velingen namelijk naar een hoger niveau van leven komen door onder meer meditatie. Het geloof in de we dergeboorte bepaalt eveneens de opvolging van de wereldlijk en geestelijk leider, wiens geest na zijn overlijden terugkeert in het lichaam van een kind. Ter gelegenheid van de tentoon stelling stelde Hugo Kreijger het boek 'Godenbeelden uit Tibet, La- maïstische kunst uit Nederlands particulier bezit' samen. Het is een uitgave van de Staatsdrukkerij (SDU) en Openbaar Kunstbezit. Zo'n overzicht in boekvorm was er nog niet. Het geeft ook de plaats aan van de Lamaistische kunst. In vijf essays worden voorts verschillende aspecten van het Tibetaans boed dhisme behandeld. PRIJS - De Heemschut Persprijs 1988 van 2.500 gulden is toegekend aan Cees Maas (35) in Etten-Leur voor het verhaal 'Stiltegebieden een onhaalbaar ideaal' in De Stem. De prjjs wordt 14 juni in Amsterdam uitgereikt door minister Nijpels. De uitgever-schrijver Eduard Ook bjj het Theater-museum in Figueras zijn zichtbare sporen van de sluimerende boosheid te vinden. Een straatkunstenaar verfraaide de muur van de kunsthandel naast het museum uit droefenis over het ver scheiden van de kunstenaar met een schildering, waaruit duidelijk bewondering voor de schilder spreekt. Een schets van de kathe draal van het stadje, de koepel van het museum en een doodskist. Daaronder de tekst: Figueras bij nachte....is dood. Een onverlaat duister politiek spelletje, (foto gpd> heeft met viltstift echter ook de tekst 'hoerenzoon' toegevoegd, in Spanje de grootste belediging die je je kunt voorstellen. "De schets verwoordt heel duide lijk de geschiedenis van Dalï", ver telt Raimon, de zoon van de oude Casals. "Aan zijn werken zijn ook al tijd meer kanten". De eeuwige te genspraak van de schilder, die in de korte tijd na zijn dood in dit deel van het land misschien nóg meer emoties opwekte dan tijdens zijn le-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 19