Saenredam, toegewijd en pietepeuterig' Gary Schwartz en Marten Jan Bok over Pieter Saenredam Koorproject Rotterdam met motetten In de ban van Needcompany Russen: uitstekende musici Alice in Nachtmerrieland PAGINA 27 HAARLEM "Saenredam was een systematische wer ker, een toegewijde ietwat pietepeuterige man in zijn beroepsuitoefening. Hij ging nauwlettend aan het werk, had een programma als hij ergens mee begon. Ging hij aan de slag dan zag hij het schilderij meestal al voor zich". De Amerikaanse Neder lander Gary Schwartz, gebo ren in 1940 in New York, heeft de afgelopen jaren een intensieve speurtocht on dernomen naar het leven en werk van de 17de-eeuwse Haarlemse schilder Pieter Saenredam. Samen met de historicus Marten Jan Bok (geb. 1956), die studeerde aan de Utrechtse universi teit, schreef hij een boek over deze als 'kluizenaar' be kend staande architectuur schilder. Eerder schreef Schwartz de schilderijenca talogus van het Rijksmuse um (1976), Charlotte (1980) en Rembrandt (1984). door Frans Keijsper Gary Schwartz: "Van Saenredam hebben we geen dagboek, brieven of persoonlijke stukken gevonden. Maar wel een opsomming van klei ne documenten, vooral financiën, welke een beeld geven hoe hij zijn leven leidde. Gebleken is dat Saen redam een vrij vermogend man was. Hij erfde van zijn vader een aanzienlijk aandeel in de Verenigde Oostindische Compagnie van f 2400,-. Tot hij stukjes ging verko pen in de jaren 1660 heeft hij daar van kunnen leven. Dus met kunst hoefde hij geen geld te verdienen. Hij kon het zich permitteren heel perfectionistisch te werken". "Hij oefende zijn beroep anders uit dan de wat je noemt Hol landse vakschilders, die een 'fa briekje' hadden waar kunstwerken voor de markt werden vervaardigd. Een van de interessantste onder werpen in dit boek is Saenredams dekenaat van het Haarlemse Sint Lucasgilde. Het was zeker in over eenstemming met zijn maatschap pelijke positie binnen Haarlem dat hij hiervoor gekozen werd. Tevoren was hij ervan tien jaar secretaris en penningmeester geweest. Dat deke naat was de kroon op zijn LEIDEN Een uitvoering door Koorproject Rotterdam wordt mor genavond gegeven in de Lokhorst- kerk. Het programma vermeldt dubbelkorige motetten van H. Schütz, J.H. Schein, J.L. Bach, J.M. Bach, J. Chr. Bach en J.S. Bach. De leiding berust bij Maarten Michiel- De formule van Koorproject Rot terdam houdt in dat eerst een pro gramma wordt bedacht en pas daar na een koor wordt samengesteld. De bezetting is ditmaal rechtstreeks afgeleid van het koor waar J.S. Bach in Leipzig meestal mee werk te en dus zeer klein.: twee zangers per stem in het achtstemmige reper toire. Voorts wordt getracht een beeld te geven van de korische ver sieringskunst zoals die in de Barok gebruikelijk was. Daarnaast wor den er naast twee motetten van J.S. bach, 'Fürchte dich nicht' en 'Komm, Jesu, komm', enkele wer ken uitgevoerd van zijn oom, Jo- hann Christoph. Aanvang 20.15 uur. Verbouwing Haags gemeentemuseum ligt tijdelijk stil DEN HAAG (ANP) - De verbou wing van het Haagse gemeentemu seum valt duurder uit dan voorzien. Er is een miljoen gulden te weinig, hetgeen betekent dat de muziekaf deling voorlopig niet kan worden verbouwd. Ook een paar kleinere aanpassingen kunnen nog niet wor den verricht. Toch gaat het museum half au gustus, na vijf maanden gesloten te zijn geweest, in zijn geheel open. Kort na de opening zal een interna tionaal museum-congres plaatsheb ben. De zalen van de muziekafde ling worden voorlopig "a l'impro- viste" ingericht, aldus zakelijk lei der C. List. De museum-directie wist al lan ger dat het ideale verbouwingsplan niet helemaal betaalbaar zou zijn. Zij wilde echter geen genoegen ne men met een goedkoper en kwalita tief minder plan. Vandaar nu deze "gefaseerde" verbouwing. De pauze wordt volgens List gebruikt om be drijven als sponsors te wèrven. Die staan echter niet te dringen. Vol gens List zijn er bedrijven die meer dere verzoeken per dag krijgen. St. Bavo-kerk "Saenredam kwam terecht in een ongelooflijke verbeten en vervelen de strijd tussen twee partijen in het gilde, onder wie De Grebber. De Grebber was Saenredams leermees ter geweest, hij kende hem dus goed. Deze wilde een wat soepeler reglement betreffende verkopin gen. Het ging om mensen die elke week loon aan hun werknemers moesten betalen. Zelf hadden die niet veel kapitaal en moesten het hebben van lopende inkomsten. Met de ups en downs van de con junctuur, de belangstelling voor de kunst en de wispelturige kunst markt verkeerden ze vaak in een pcw sitie dat ze contanten tekort kwa men om aan hun verplichtingen te voldoen. Ze wilden dan schilderijen op veilingen brengen hetgeen werd verboden". "De Grebber, die een 'galei van slaven' aan het werk hield met het maken van kunstobjecten, heeft constant de beperkingen doorbro ken. Hij deed dat door de ene keer een niet-toegestane veiling te hou den, de andere keer bij een openba re verkoping eigen werk in te bren gen. Een lievelingsmanier om de re gels te ontduiken". "Aan de andere kant had je kapi taalkrachtige kunsthandelaren die van producenten werk wilden op schilder Pieter Saenredam. kopen tegen lagere prijzen. Ze wil den die opslaan en wachten tot ze er een betere prijs voor konden krij gen. Ze waren er op uit collectio neurs 'fokken', de kunstwereld zo op peil te brengen dat ze er een fat soenlijke boterham aan konden ver dienen. Deze mensen kwamen steeds naar het gilde met een ver haal als: 'We hebben gehoord dat in de herberg in bij de Zijlpoort een niet-officiële veiling wordt gehou den. Wat doen jullie er tegen?"' "Kon het gilde hieraan ontko men. dan deed het dat. Toen Saen redam gildedeken werd heeft hij de zelfde soort nauwkeurigheid en ver antwoordelijkheden aan de dag ge legd als hij in zijn kunst deed. Hij pi-obeerde die regels echt tot de laatste letter te laten uitvoeren. Er was geen vrede tussen die partijen te sluiten, het ging om tegenover el kaar staande belangen. Als gildeof- fïcier ging Saenredam daaraan ten onder. Aan het eind van zijn deke naat van een jaar kwam hij niet meer terug als officier". Hoogste glorie "Saenredam bereikte zijn hoogste glorie in Amsterdam met de ver koop van een schilderij dat het oude stadhuis voorstelde: het hangt nu in het Rijksmuseum. Hij leverde het aan de burgemeesters van Amster dam voor het nieuwe stadhuis. Het is nog steeds eigendom van de ge meente Amsterdam, het enige schil derij van Saenredam dat nog in han den is van de oorspronkelijke eige- Welke werken zijn van Saenre dam voor steden als Haarlem, Utrecht, Amsterdam en Alkmaar van belang geweest? "In Alkmaar heeft Saenredam prachtige werken uitgevoerd in de St. Laurenskerk en in de Kapel- kerk. Nu moet ik toegeven dat Alk maar voor ons een onoplosbaar pro bleem, wat zijn beweegredenen zijn geweest om daarheen te gaan en te werken. Bij Alkmaar hebben we met uitzondering van de bouw meester Jacob van Campen niet gevonden wat zijn eerste contact was. Wat wel interessant is, is dat één van zijn vroegste schilderijen in de Laurenskerk een altaar toont voor de katholieke eredienst. Met iemand die daarvoor knielt; erbo ven hangt een schilderij van de kruisiging. Het altaarfront is boven dien 17de-eeuws; het heeft echter nooit in de Laurenskerk gestaan. Sinds de reformatie was dat natuur lijk volstrekt uitgesloten. Saenre dam heeft dat beeld verzonnen. Dat heeft hij ook gedaan in de Sint Jans- kerk in Utrecht, ook voor de Sint Jan in Den Bosch en in een aantal Haarlemse Bavo-kerkschilderijen. In Haarlem heeft hij eveneens een aantal katholieke elementen inge voegd." Kan hij van katholieken opdracht hebben gehad kerken te schilderen met beelden van vóór de reformatie? "Dat is juist het mooie, het is niet het beeld van vóór de reformatie. Maar van: hoe zou die kerk er uitge zien hebben als zij katholiek geble ven was? Het is nog meer een poli tieke fantasie, een herinnering aan Haarlem, Alkmaar of Den Bosch van voor die reformatie. Het is een doortrekken van een katholiek Ne derland, dat ophield te bestaan in de kerken, maar niet in het leven van de mensen. Na de hervorming bleef Haarlem voor 50 procent katholiek. In Assendelft, zijn geboorteplaats, was 90 procent katholiek. Den Bosch 95 of 98 procent. Ik weet niet hoe in Alkmaar de verhoudingen la gen, maar in Noord-Holland was het percentage katholieken heel hoog. Utrecht was ook zwaar katholiek gebleven". Katholieken Zelf was Saenredam van calvinisti sche huize, maar hij werkte voor ka tholieke en protestante opdrachtge vers. Gary Schwartz: "We weten uit de onderwerpen die hij schilderde dat hij voor de Haarlemse katholie ken gewerkt moet hebben. Alleen weten we niet wie ze waren. Onze hoop is gevestigd op de uitgave van dit boek opdat de mensen in archie ven duiken en proberen de eerste ei genaren van schilderijen met katho lieke onderwerpen te identifice- "De familie Saenredam komt oor spronkelijk uit de Zaanstreek. We weten niet wanneer ze uit Zaandam vertrokken zijn, het zal de helft van de 16de eeuw zijn geweest. In de kaart van Noord-Holland, die door zijn vader Jan Saenredam gegra veerd is, spelt hij ook de naam van Zaandapi als 'Saenredam'. De grootouders van Saenredam zijn waarschijnlijk vermoord of hebben de dood gevonden tijdens gevech ten die plaatsvonden in de Zaans treek in 1574 toen juist vanuit As sendelft een Spaans garnizoen het land onveilig maakte en veel men sen opjoeg in de barre winter. De mensen moesten hun woningen verlaten, waarbij velen zijn omge komen door de kou of doordat zij door het ijs zijn gezakt. Anderen werden door de Spanjaarden ver moord. Omdat we weten dat beide ouders van Jan Saenredam precies in die periode omkwamen, denken we dat het daaraan heeft gelegen". Hoe groot is het oeuvre van Saen redam? "Er zijn zo'n vijftig schilderijen en 150 tekeningen bekend. We ver- Dezer dagen verschijnt bij de Sdu in Den Haag het boek 'Pieter Saen redam; de schilder in zijn tijd', samengesteld door Gary Schwartz en Marten Jan Bok. In het Frans Halsmuseum gaat ter gelegenheid hier van een kleine tentoonstelling open van werk van Saenredam. waarop een schilderij van het Haarlems Stadhuis aanwezig is afkomstig uit een Newyorkse collectie. Saenredam (1597-1665) was gespecialiseerd in het weergeven van gebouwen. Hij beeldde kerken en stadhuizen af. Lokaties: Haarlem, zijn geboorteplaats Assendelft. Alkmaar. Den Bosch. Utrecht, Rhenen en Amsterdam. Saenredam was een heel exact werkende kunstenaar. Voor hij het penseel ter hand nam in zijn atelier aan de Jansstraat 61 in Haarlem, deed hij eerst zorgvuldig opmetingen van het af te beelden gebouw volgens technieken die hij had geleerd van landmeters en architecten. Het boek over Saenredam telt 270 pagina's: 275 illustraties waarvan 60 in kleur. Tot 30 juni bedraagt de prijs van deze fraaie band f 99,90, daarna f 125,--. De uitgave beschouwt Gary Schwartz als eerbetoon aan een 17de-eeuwse Haarlemse schilder, die volgens hem waarschijnlijk na Frans Hals, Rembrandt en Vermeer nu als meester onder deze top beschouwd kan worden. 'Ca va' 'pa va a story of a child who wanted to be an angel' door de Needcompany. Samen stelling, decors en regie: Jan Lauwers. Pro- duktie i.s.m. Mickery Amsterdam, Theater Am Turm Frankfurt, Kaaitheater Brussel en Calouste Gulbenkian Foundation Acarte '89 Lissabon. Gezien in De Brakke Grond op 7 juni. Herhalingen t/m 1 juli. AMSTERDAM Hoe reageer je als publiek, als het voordoek dicht gaat en een klein meisje met een stalen gezicht op nog geen meter van de eerste rij op haar dooie gemak een appel gaat zitten eten? En wat doe je als de voor stelling misschien wel afgelopen zou kunnen zijn, maar niets er op wijst dat het ook echt zo is? Ge roezemoes en gegiechel liggen voor de hand, maar niet als de Needcompany speelt. Op de een of andere manier we ten Lauwers en zijn mensen de toeschouwer dusdanig in hun ban te houden, dat juist op zulke momenten iedereen een zekere angst schijnt te hebben de stilte te verbreken. Daar spelen zij ook op, soms uitdagend, soms met onver holen humor, maar altijd met een bedekte ironie die op zich de voorstelling weer extra spanning verleent. Inhoudelijk blijkt 'Qa va' moei lijk te duiden. Er zijn drie in el kaar overlopende delen, die met knipoog naar het pu bliek ook steeds even achteraf worden samengevat en die op verschillende niveaus met elkaar verbonden worden. Aan de ene kant is er de steeds terugkerende doodsthematiek, en aan de ande re kant dat zwijgende meisje dat tegen het einde vleugeltjes aange meten en sterretjes in haar han den krijgt. Het leggen van een verbinding tussen kind en dood blijft een oude literaire truc, maar het effect is gegarandeerd. Er is ook sprake van talloze ver wijzingen en citaten over en weer tussen de diverse scènes, maar de hele voorstelling zit vol citaten met grote brokken uit Verdi's 'Ai- da' (tekst en muziek), maar ook uit Canetti, Pinter en Tsjechov. Daarmee wordt 'Qa va' het soort voorstelling waaraan diepzinnige filosofische theorieën kunnen worden opgehangen, maar tege lijkertijd maakt de Needcompany er ook een klein anderhalf uur smeuïg theater van, vol humor, bravoure en discipline. De tekstdelen, soms schijnbaar geïmproviseerd, passen naadloos in elkaar en worden soms tot een flitsend tempo opgevoerd zonder nadelige gevolgen voor muzikali teit of verstaanbaarheid, onge acht of daarbij gebruik wordt ge- Mil Seghers leest Canetti in de voorstelling 'Ca t maakt van Nederlands, Engels of Frans. Daarnaast wordt er op ve lerlei manieren bewogen, lopend in zorgvuldig uitgekiende patro nen, hollend springen en dansend met een perfecte timing in dikwijls heel abstract aandoende choreografieën. Het lijkt wat al te vrijblijvend om te stellen dat 'Qa va' elk wat wils biedt, maar het is zeker wel een voorstelling die door ieder een anders ervaren zal worden. Dat de Needcompany daarbij een altijd boeiende thematiek weet te verbinden met amusant en wel overwogen theater, is een niet on belangrijke bijkomstigheid. PAUL KORENHOF Het Solisten Ensemble van het Bolsjoi The ater speelde werken van Russische compo nisten uit de iaren dertig; o.a.: Denisov, Popov en Sjostakovitsj. Sopraan: Nellie Lee. Dirigent; Alexander Lazarev. Gehoord op 7 juni in de Kleine Zaal van het Concert gebouw. Solisten Ensemble Bolsjoi Theater AMSTERDAM - Lang verwacht en eindelijk gekomen. Al tijden staan kranten en tijdschriften vol met artikelen over de Russische eigentijds muziek in het Holland Festival. Over het feit dat compo nisten zich in de tijd van Stalin niet onafhankelijk konden ont plooien. Bekend is Sjostakovistj die in het openbaar moest belo ven in de pas te lopen van het re giem. Het Holland Festival stelt ons in staat kennis te maken met de meest uiteenlopende muziek van de meest uiteenlopende com ponisten. Met gemengde gevoe lens van verwachting zat ik dan ook in de Kleine Zaal te wachten op de Russische avantgarde mu ziek uit de jaren twintig. Tastbare muziek die altijd wel ergens over ging. Nooit langdra dig, geen frivool frutselwerk. Ta melijk recht door zee en compact van uitdrukking. Op het werk van Popov na bestonden alle compo sities uit fragmenten al dan niet aaneengeschakeld. Het meest treffende voorbeeld daarvan was 'Fragmenten' uit 1929 van Alexej Zjivotov (1904-1964), een losse reeks van afwisselende, fel aange zette emoties. Anders dan hun Westeuropese collega's spreken de Russen liever over de 'ziel' van hun muziek dan over 'technie ken', 'structuren' en 'materiaal'. Om deze 'zeil' te kunnen aandui den in de zopas gehoorde werken vereist voor ons westerlingen misschien wel een grotere ver trouwdheid met het Russische idioom. Echt op zichzelf staat de vroeg Russische avant-garde niet. In het Nonet van Vladirmir Tsjer- batsjev uit 1919 horen we gepas sioneerde pianoklanken als van Rachmaninov en harmonieën die zwaar aanleunen tegen Reger. Gepassioneerd is zeker ook de woordeloze, maar klankrijke zangpartij van de dramatische so praan Nelli Lee, die bij tijden in zó felle, lange uithalen uitbarst, dat het zweet je uitbreekt. Even later in 'Vier krantenadverten ties' en 'Drie kindertoneelstukjes' van Alexander Mosolov (in 1981 geïnstrumenteerd door Denisov) windt ze de halfvolle kleine zaal om haar vingers met haar uiterst expressieve vertolking van deze geestige, satirische werkjes. Tot twee maal toe hoor ik zelfs de Transsiberische spoorlijn op vol le snelheid door de composities tornen. Bij de reeds eerder ge noemde Tserbatsjev en in het "Septet' van Gavril Popov uit 1927, dat toch wel de meeste in druk maakte met zijn langere adem, zijn sonore contrasten tus sen strijkers en blazers en zijn schitterende klankkleuren. Uitstekende musici, stuk voor stuk, dit solisten ensemble van het .Bolsjoi Theater gekleed in zwarte truien met daarop de naam van hun ensemble. Dirigent Alexander Lazarev legde de han den op zijn zwarte gehemde borst en wierp ontwapenende kushan den de zaal in. In de vrolijk swin gende suite voor jazzorkest van Sjostakowitsj hadden zowel or kest als dirigent zich met glunde rende gezichten helemaal laten gaan. Toch een leuk uit stapje, dat Holland Festival. MONICA SCHIKS moeden dat een behoorlijk percen tage van het werk bewaard is geble ven. Het andere soort werk dat hij heeft gemaakt en dat in zijn oeuvre enige omvang heeft, zijn de prenten die hij vervaardigde tussen 1628 en 1631 in Haarlem voor de stadsdruk ker Adriaen Roman. Voornamelijk voor de grote uitgave over de 'Be- schryvinghe ende Lof der stad Haerlem in Holland' door de gere formeerde predikant Samuel Ampzing. Dat was de officiële ge schiedschrijving van Haarlem in de 17de eeuw. Saenredam heeft daar als kunstenaar het belangrijkste deel aan illustratiemateriaal gele verd. Nadien heeft hij de prent kunst finaal de rug toegekeerd." "Saenredam heeft de eer mogen smaken dat een van zijn schilderij en ten geschenke is gegeven aan ko ning Karei II van Engeland. De vorst kreeg het cadeau bij zijn ver trek uit de Nederlanden. Het was iets bijzonders. Want de commissie, die de opdracht had om een 'Dutch gift' te kopen, werd verteld dat Ka- rel II een uitgesproken voorkeur had voor 16de-eeuwse Italiaanse schilderijen en dat hij niet zoveel gaf om Nederlandse meesters. Toch kreeg hij een werk van de Bavo". Werkte Saenredam snel of lang- "Hij werkte ontzettend hard. We weten we dat uit een document. Zo schrijft hij over een tekening een halve dag, 'zes uren' te hebben ge werkt. Zes uur bechouwde hij der halve als een halve werkdag. Daar naast deed hij ook andere dingen, zoals zijn inspanningen voor het gil de. In de loop van één jaar heeft hij veertig zware vergaderingen voor gezeten, echt geen kleinigheid". "Hij heeft een mooie bibliotheek samengesteld en een fantastische kunstverzameling op poten gezet. Wanneer hij aan het tekenen was maakte hij lange dagen. Aan zijn schilderijen werkte hij meestal wat rustiger: een tempo van gemiddeld anderhalf schilderij per jaar. Toch kwamen sommige schilderijen heel snel tot stand, hetgeen is op te ma ken uit elkaar opvolgende data. In dien hij geen opdracht voor een schilderij had kon hij zijn eigen dag indelen, wat hij prettig vond. De ochtenden besteedde hij in zijn ate lier aan een schilderij zonder dat hij een 'dead line' hoefde te halen, 's Middags kon hij naar een boeken veiling en 's avonds op bezoek bij andere verzamelaars. Als hij de vol gende dag een lunchafspraak had in Spaarndam hoefde hij die ochtend niet te werken. Saenredam had een rustig en plezierig leven. Behalve dan dat rot jaar met het gilde." 'Stores' speelt 'Groot en klein' 'Groot en klein' van Botho Strauss, ge speeld door toneelgroep 'Stores. Gezien op 7 juni in Microtheater Imperium. Regie, de cor, licht en geluid. Cees van Damme. Spe lers: Marise Hazenberg, Albert Boon, Onno Schipperius, Cor Geljon, Caroline de Groot en Sacha van Boxtelin. Nog te zien op 8 en Hoezeer ik zijn beeldende i van schrijven en zijn originele in valshoeken ook bewonder, na zijn roman 'Rumoer' is de West- duitse schrijver Botho Strauss wat mij betreft in raadselen gaan schrijven. Zijn toneelwerk, dat de laatste jaren in Nederland nogal eens werd opgevoerd, is meer toe gankelijk. 'Groot en klein' is daar een goed voorbeeld van. De toneelgroep 'Stores' speelde dat stuk gisteravond in het micro- theater Imperium in de regie van Cees van Damme. In de wandel gangen hoorde ik fluisteren dat 'Stores' een ad-hoc-gezelschap zou zijn. Dat zag je er in deze voor stelling niet echt aan af. In ieder geval lieten de spelers zien dat zij zelfs een dubbelrol aankonden. Dat is voor onervaren acteurs nogal een prestatie, want voor je het weet duikt een trek of eigen aardigheid van het eerste perso nage op in het tweede. Dat ge beurde hier gelukkig niet. De hoofdpersoon in 'Groot en klein' is Lotte. Ze heeft het uitge maakt met haar vriend, - een schrijver van cursiefjes. In haar eenzaamheid zoekt Lotte wanho pig contact met andere mensen. Ze is nogal opdringerig en heeft in haar naïeviteit niet door dat hun leven net zo'n mislukking is als het hare. 'Groot en klein' vertoont wat de thematiek betreft overeenkom sten met het werk van Samuel Beckett. Ook in Strauss' stuk sla gen de mensen er niet in om we zenlijk tot elkaar door te dringen. En als er al sprake is van liefde, lijkt die van één kant te komen. Bij sommige, door Lotte (Marise Hazenberg) sterk neergezette scè nes, moest ik denken aan Yeats' bekende strofe: 'If equal affection cannot be/let the more loving one be me'. Lotte is iemand op wie de ze regels passen. Zij houdt altijd meer van anderen dan die ande ren van haar. Het stuk begint in Marokko, in een Paul Bowles-achtig decor, waarin natuurlijk de luxaflexen niet ontbreken. Na de scheiding van haar vriend is Lotte naar dit oord getogen. In flash-backs krij gen wij vervolgens een paar proe ven van menselijke contactar moede te zien, waarbij Lotte ons gidst als een soort Alice in Nacht merrieland. We zien een man die naast zijn slapende vrouw zit te waken omdat hij zoveel van haar houdt. De vrouw ergert zich aan zijn gedrag. Ze is bang dat ze in haar slaap heeft gepraat en dat ze zich daardoor teveel bloot heeft gegeven. Met het tweede 'paar' is het al niet veel beter gesteld. We wor den geconfronteerd met een man en een vrouw die de wetenschap beoefenen. Ze maken een litera tuurstudie met als onderwerp 'de hartelijke begroeting'. Maar veel hebben ze van die studie niet op gestoken: ze behandelen elkaar als oud vuil. Het zijn eigenlijk alleen de twee stokoude mensen in dit stuk, bij wie je iets opmerkt dat in de buurt komt van liefde. Alsof Strauss heeft willen zeggen dat de mensen eerst de dood in de ogen moeten kijken voor ze een beetje aardig tegen elkaar gaan doen. Tussen de verschillende scènes door duikt telkens een poppen speler op, die met geknepen stem de 'ondertitels' levert bij dit, toch nog vrij cryptische, psychologi sche drama. Steeds meer wordt duidelijk hoe de mensen verstrikt zijn in het net van relaties en af hankelijkheden. Ze lijken op ma rionetten, waarvan de poppen speler de touwtjes niet meer kan ontwarren. Hun handelen krijgt daardoor iets grotesks. Lotte zwerft van het ene paar naar het andere, als een nomade van de koude grond. Regisseur Cees van Damme maakte daarop een toespeling door haar een reis tas te geven van het merk 'No- mad'. Daarnaast is er een meisje dat niet meer tevoorschijn wil ko men uit een hoeslaken waarin zij zich heeft gehuld. Isolement dus wat de klok slaat. 'Groot en klein' eindigt met een scène waarin Lot te op zoek gaat naar een oude vriendin. Ze gaat naar het huis van het meisje maartreft de naam niet meer aan tussen de vele naambordjes. Maar wie weet, is haar vriendin inmiddels wel ge trouwd. Nadat zij een paar keer op de bel heeft gedrukt, breekt er een waar pandemonium los. Alle bewoners schreeuwen 'hallo', blijven dat maar schreeuwen. Wie moet Lotte toch hebben! Het ant woord is: iedereen en eigenlijk ook weer niemand. Sommige scènes werden af en toe te dik aangezet. Bijvoorbeeld in het geval van het oude echt paar, dat wel erg bibberig doet. Hier had Parkinsom wat mij be treft niet zo hard hoeven toeslaan, maar ik moet erbij zeggen dat ik, in het kleine theater, bijna op de schoot van het oude vrouwtje zat. Misschien heeft de regisseur meer afstand op het oog gehad. Echt aardig vond ik het spel van Cor Geljon als 'Egbert' en 'de dokter' en dat van Caroline de Groot als de vrouw van Egbert. Maar hun rollen sloten dan ook sterk aan bij hun persoonlijkheid. De anderen hadden het moeilij ker. Lotte, die soms moeilijk was te verstaan, vond ik vooral in de wat stillere scènes ontroerend. De vertaling is zeker vatbaar voor verbetering. Ze leek me op sommige momenten hypercor rect, bijvoorbeeld in een zin als 'Ik heb er immers geen'. Dat zeg je niet zo mooi in het vuur van een gesprek. Dat boekenwoordje 'im mers' kwam bovendien hinder lijk veel terug. En ik heb ook nog nooit iemand zien slapen 'als een otter' maar wel als een os. Het zijn kleine braampjes. Als 'Stores' wat meer routine opdoet, zou dit wel eens een van de betere amateur- gezelschappen kunnen worden. CEES VAN HOORE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 27