Saenredam, toegewijd en pietepeuterig'
Gary Schwartz en Marten Jan Bok over Pieter Saenredam
Koorproject
Rotterdam
met motetten
In de ban van Needcompany
Russen: uitstekende musici
Alice in Nachtmerrieland
PAGINA 27
HAARLEM "Saenredam
was een systematische wer
ker, een toegewijde ietwat
pietepeuterige man in zijn
beroepsuitoefening. Hij ging
nauwlettend aan het werk,
had een programma als hij
ergens mee begon. Ging hij
aan de slag dan zag hij het
schilderij meestal al voor
zich".
De Amerikaanse Neder
lander Gary Schwartz, gebo
ren in 1940 in New York,
heeft de afgelopen jaren een
intensieve speurtocht on
dernomen naar het leven en
werk van de 17de-eeuwse
Haarlemse schilder Pieter
Saenredam. Samen met de
historicus Marten Jan Bok
(geb. 1956), die studeerde
aan de Utrechtse universi
teit, schreef hij een boek
over deze als 'kluizenaar' be
kend staande architectuur
schilder. Eerder schreef
Schwartz de schilderijenca
talogus van het Rijksmuse
um (1976), Charlotte (1980)
en Rembrandt (1984).
door
Frans Keijsper
Gary Schwartz: "Van Saenredam
hebben we geen dagboek, brieven
of persoonlijke stukken gevonden.
Maar wel een opsomming van klei
ne documenten, vooral financiën,
welke een beeld geven hoe hij zijn
leven leidde. Gebleken is dat Saen
redam een vrij vermogend man
was. Hij erfde van zijn vader een
aanzienlijk aandeel in de Verenigde
Oostindische Compagnie van f
2400,-. Tot hij stukjes ging verko
pen in de jaren 1660 heeft hij daar
van kunnen leven. Dus met kunst
hoefde hij geen geld te verdienen.
Hij kon het zich permitteren heel
perfectionistisch te werken".
"Hij oefende zijn beroep anders
uit dan de wat je noemt Hol
landse vakschilders, die een 'fa
briekje' hadden waar kunstwerken
voor de markt werden vervaardigd.
Een van de interessantste onder
werpen in dit boek is Saenredams
dekenaat van het Haarlemse Sint
Lucasgilde. Het was zeker in over
eenstemming met zijn maatschap
pelijke positie binnen Haarlem dat
hij hiervoor gekozen werd. Tevoren
was hij ervan tien jaar secretaris en
penningmeester geweest. Dat deke
naat was de kroon op zijn
LEIDEN Een uitvoering door
Koorproject Rotterdam wordt mor
genavond gegeven in de Lokhorst-
kerk. Het programma vermeldt
dubbelkorige motetten van H.
Schütz, J.H. Schein, J.L. Bach, J.M.
Bach, J. Chr. Bach en J.S. Bach. De
leiding berust bij Maarten Michiel-
De formule van Koorproject Rot
terdam houdt in dat eerst een pro
gramma wordt bedacht en pas daar
na een koor wordt samengesteld.
De bezetting is ditmaal rechtstreeks
afgeleid van het koor waar J.S.
Bach in Leipzig meestal mee werk
te en dus zeer klein.: twee zangers
per stem in het achtstemmige reper
toire. Voorts wordt getracht een
beeld te geven van de korische ver
sieringskunst zoals die in de Barok
gebruikelijk was. Daarnaast wor
den er naast twee motetten van J.S.
bach, 'Fürchte dich nicht' en
'Komm, Jesu, komm', enkele wer
ken uitgevoerd van zijn oom, Jo-
hann Christoph. Aanvang 20.15 uur.
Verbouwing Haags
gemeentemuseum
ligt tijdelijk stil
DEN HAAG (ANP) - De verbou
wing van het Haagse gemeentemu
seum valt duurder uit dan voorzien.
Er is een miljoen gulden te weinig,
hetgeen betekent dat de muziekaf
deling voorlopig niet kan worden
verbouwd. Ook een paar kleinere
aanpassingen kunnen nog niet wor
den verricht.
Toch gaat het museum half au
gustus, na vijf maanden gesloten te
zijn geweest, in zijn geheel open.
Kort na de opening zal een interna
tionaal museum-congres plaatsheb
ben. De zalen van de muziekafde
ling worden voorlopig "a l'impro-
viste" ingericht, aldus zakelijk lei
der C. List.
De museum-directie wist al lan
ger dat het ideale verbouwingsplan
niet helemaal betaalbaar zou zijn.
Zij wilde echter geen genoegen ne
men met een goedkoper en kwalita
tief minder plan. Vandaar nu deze
"gefaseerde" verbouwing. De pauze
wordt volgens List gebruikt om be
drijven als sponsors te wèrven. Die
staan echter niet te dringen. Vol
gens List zijn er bedrijven die meer
dere verzoeken per dag krijgen.
St. Bavo-kerk
"Saenredam kwam terecht in een
ongelooflijke verbeten en vervelen
de strijd tussen twee partijen in het
gilde, onder wie De Grebber. De
Grebber was Saenredams leermees
ter geweest, hij kende hem dus
goed. Deze wilde een wat soepeler
reglement betreffende verkopin
gen. Het ging om mensen die elke
week loon aan hun werknemers
moesten betalen. Zelf hadden die
niet veel kapitaal en moesten het
hebben van lopende inkomsten.
Met de ups en downs van de con
junctuur, de belangstelling voor de
kunst en de wispelturige kunst
markt verkeerden ze vaak in een pcw
sitie dat ze contanten tekort kwa
men om aan hun verplichtingen te
voldoen. Ze wilden dan schilderijen
op veilingen brengen hetgeen werd
verboden".
"De Grebber, die een 'galei van
slaven' aan het werk hield met het
maken van kunstobjecten, heeft
constant de beperkingen doorbro
ken. Hij deed dat door de ene keer
een niet-toegestane veiling te hou
den, de andere keer bij een openba
re verkoping eigen werk in te bren
gen. Een lievelingsmanier om de re
gels te ontduiken".
"Aan de andere kant had je kapi
taalkrachtige kunsthandelaren die
van producenten werk wilden op
schilder Pieter Saenredam.
kopen tegen lagere prijzen. Ze wil
den die opslaan en wachten tot ze er
een betere prijs voor konden krij
gen. Ze waren er op uit collectio
neurs 'fokken', de kunstwereld zo
op peil te brengen dat ze er een fat
soenlijke boterham aan konden ver
dienen. Deze mensen kwamen
steeds naar het gilde met een ver
haal als: 'We hebben gehoord dat in
de herberg in bij de Zijlpoort een
niet-officiële veiling wordt gehou
den. Wat doen jullie er tegen?"'
"Kon het gilde hieraan ontko
men. dan deed het dat. Toen Saen
redam gildedeken werd heeft hij de
zelfde soort nauwkeurigheid en ver
antwoordelijkheden aan de dag ge
legd als hij in zijn kunst deed. Hij
pi-obeerde die regels echt tot de
laatste letter te laten uitvoeren. Er
was geen vrede tussen die partijen
te sluiten, het ging om tegenover el
kaar staande belangen. Als gildeof-
fïcier ging Saenredam daaraan ten
onder. Aan het eind van zijn deke
naat van een jaar kwam hij niet
meer terug als officier".
Hoogste glorie
"Saenredam bereikte zijn hoogste
glorie in Amsterdam met de ver
koop van een schilderij dat het oude
stadhuis voorstelde: het hangt nu in
het Rijksmuseum. Hij leverde het
aan de burgemeesters van Amster
dam voor het nieuwe stadhuis. Het
is nog steeds eigendom van de ge
meente Amsterdam, het enige schil
derij van Saenredam dat nog in han
den is van de oorspronkelijke eige-
Welke werken zijn van Saenre
dam voor steden als Haarlem,
Utrecht, Amsterdam en Alkmaar
van belang geweest?
"In Alkmaar heeft Saenredam
prachtige werken uitgevoerd in de
St. Laurenskerk en in de Kapel-
kerk. Nu moet ik toegeven dat Alk
maar voor ons een onoplosbaar pro
bleem, wat zijn beweegredenen zijn
geweest om daarheen te gaan en te
werken. Bij Alkmaar hebben we
met uitzondering van de bouw
meester Jacob van Campen niet
gevonden wat zijn eerste contact
was. Wat wel interessant is, is dat
één van zijn vroegste schilderijen in
de Laurenskerk een altaar toont
voor de katholieke eredienst. Met
iemand die daarvoor knielt; erbo
ven hangt een schilderij van de
kruisiging. Het altaarfront is boven
dien 17de-eeuws; het heeft echter
nooit in de Laurenskerk gestaan.
Sinds de reformatie was dat natuur
lijk volstrekt uitgesloten. Saenre
dam heeft dat beeld verzonnen. Dat
heeft hij ook gedaan in de Sint Jans-
kerk in Utrecht, ook voor de Sint
Jan in Den Bosch en in een aantal
Haarlemse Bavo-kerkschilderijen.
In Haarlem heeft hij eveneens een
aantal katholieke elementen inge
voegd."
Kan hij van katholieken opdracht
hebben gehad kerken te schilderen
met beelden van vóór de reformatie?
"Dat is juist het mooie, het is niet
het beeld van vóór de reformatie.
Maar van: hoe zou die kerk er uitge
zien hebben als zij katholiek geble
ven was? Het is nog meer een poli
tieke fantasie, een herinnering aan
Haarlem, Alkmaar of Den Bosch
van voor die reformatie. Het is een
doortrekken van een katholiek Ne
derland, dat ophield te bestaan in de
kerken, maar niet in het leven van
de mensen. Na de hervorming bleef
Haarlem voor 50 procent katholiek.
In Assendelft, zijn geboorteplaats,
was 90 procent katholiek. Den
Bosch 95 of 98 procent. Ik weet niet
hoe in Alkmaar de verhoudingen la
gen, maar in Noord-Holland was het
percentage katholieken heel hoog.
Utrecht was ook zwaar katholiek
gebleven".
Katholieken
Zelf was Saenredam van calvinisti
sche huize, maar hij werkte voor ka
tholieke en protestante opdrachtge
vers. Gary Schwartz: "We weten uit
de onderwerpen die hij schilderde
dat hij voor de Haarlemse katholie
ken gewerkt moet hebben. Alleen
weten we niet wie ze waren. Onze
hoop is gevestigd op de uitgave van
dit boek opdat de mensen in archie
ven duiken en proberen de eerste ei
genaren van schilderijen met katho
lieke onderwerpen te identifice-
"De familie Saenredam komt oor
spronkelijk uit de Zaanstreek. We
weten niet wanneer ze uit Zaandam
vertrokken zijn, het zal de helft van
de 16de eeuw zijn geweest. In de
kaart van Noord-Holland, die door
zijn vader Jan Saenredam gegra
veerd is, spelt hij ook de naam van
Zaandapi als 'Saenredam'. De
grootouders van Saenredam zijn
waarschijnlijk vermoord of hebben
de dood gevonden tijdens gevech
ten die plaatsvonden in de Zaans
treek in 1574 toen juist vanuit As
sendelft een Spaans garnizoen het
land onveilig maakte en veel men
sen opjoeg in de barre winter. De
mensen moesten hun woningen
verlaten, waarbij velen zijn omge
komen door de kou of doordat zij
door het ijs zijn gezakt. Anderen
werden door de Spanjaarden ver
moord. Omdat we weten dat beide
ouders van Jan Saenredam precies
in die periode omkwamen, denken
we dat het daaraan heeft gelegen".
Hoe groot is het oeuvre van Saen
redam?
"Er zijn zo'n vijftig schilderijen
en 150 tekeningen bekend. We ver-
Dezer dagen verschijnt bij de Sdu in Den Haag het boek 'Pieter Saen
redam; de schilder in zijn tijd', samengesteld door Gary Schwartz en
Marten Jan Bok. In het Frans Halsmuseum gaat ter gelegenheid hier
van een kleine tentoonstelling open van werk van Saenredam. waarop
een schilderij van het Haarlems Stadhuis aanwezig is afkomstig uit
een Newyorkse collectie. Saenredam (1597-1665) was gespecialiseerd
in het weergeven van gebouwen. Hij beeldde kerken en stadhuizen af.
Lokaties: Haarlem, zijn geboorteplaats Assendelft. Alkmaar. Den
Bosch. Utrecht, Rhenen en Amsterdam.
Saenredam was een heel exact werkende kunstenaar. Voor hij het
penseel ter hand nam in zijn atelier aan de Jansstraat 61 in Haarlem,
deed hij eerst zorgvuldig opmetingen van het af te beelden gebouw
volgens technieken die hij had geleerd van landmeters en architecten.
Het boek over Saenredam telt 270 pagina's: 275 illustraties waarvan
60 in kleur. Tot 30 juni bedraagt de prijs van deze fraaie band f 99,90,
daarna f 125,--. De uitgave beschouwt Gary Schwartz als eerbetoon aan
een 17de-eeuwse Haarlemse schilder, die volgens hem waarschijnlijk
na Frans Hals, Rembrandt en Vermeer nu als meester onder deze top
beschouwd kan worden.
'Ca va'
'pa va a story of a child who wanted to be
an angel' door de Needcompany. Samen
stelling, decors en regie: Jan Lauwers. Pro-
duktie i.s.m. Mickery Amsterdam, Theater
Am Turm Frankfurt, Kaaitheater Brussel en
Calouste Gulbenkian Foundation Acarte '89
Lissabon. Gezien in De Brakke Grond op 7
juni. Herhalingen t/m 1 juli.
AMSTERDAM Hoe reageer je
als publiek, als het voordoek
dicht gaat en een klein meisje met
een stalen gezicht op nog geen
meter van de eerste rij op haar
dooie gemak een appel gaat zitten
eten? En wat doe je als de voor
stelling misschien wel afgelopen
zou kunnen zijn, maar niets er op
wijst dat het ook echt zo is? Ge
roezemoes en gegiechel liggen
voor de hand, maar niet als de
Needcompany speelt.
Op de een of andere manier we
ten Lauwers en zijn mensen de
toeschouwer dusdanig in hun
ban te houden, dat juist op zulke
momenten iedereen een zekere
angst schijnt te hebben de stilte te
verbreken. Daar spelen zij ook op,
soms uitdagend, soms met onver
holen humor, maar altijd met een
bedekte ironie die op zich de
voorstelling weer extra spanning
verleent.
Inhoudelijk blijkt 'Qa va' moei
lijk te duiden. Er zijn drie in el
kaar overlopende delen, die met
knipoog naar het pu
bliek ook steeds even achteraf
worden samengevat en die op
verschillende niveaus met elkaar
verbonden worden. Aan de ene
kant is er de steeds terugkerende
doodsthematiek, en aan de ande
re kant dat zwijgende meisje dat
tegen het einde vleugeltjes aange
meten en sterretjes in haar han
den krijgt. Het leggen van een
verbinding tussen kind en dood
blijft een oude literaire truc, maar
het effect is gegarandeerd.
Er is ook sprake van talloze ver
wijzingen en citaten over en weer
tussen de diverse scènes, maar de
hele voorstelling zit vol citaten
met grote brokken uit Verdi's 'Ai-
da' (tekst en muziek), maar ook
uit Canetti, Pinter en Tsjechov.
Daarmee wordt 'Qa va' het soort
voorstelling waaraan diepzinnige
filosofische theorieën kunnen
worden opgehangen, maar tege
lijkertijd maakt de Needcompany
er ook een klein anderhalf uur
smeuïg theater van, vol humor,
bravoure en discipline.
De tekstdelen, soms schijnbaar
geïmproviseerd, passen naadloos
in elkaar en worden soms tot een
flitsend tempo opgevoerd zonder
nadelige gevolgen voor muzikali
teit of verstaanbaarheid, onge
acht of daarbij gebruik wordt ge-
Mil Seghers leest Canetti in de voorstelling 'Ca t
maakt van Nederlands, Engels of
Frans. Daarnaast wordt er op ve
lerlei manieren bewogen, lopend
in zorgvuldig uitgekiende patro
nen, hollend springen en dansend
met een perfecte timing in
dikwijls heel abstract aandoende
choreografieën.
Het lijkt wat al te vrijblijvend
om te stellen dat 'Qa va' elk wat
wils biedt, maar het is zeker wel
een voorstelling die door ieder
een anders ervaren zal worden.
Dat de Needcompany daarbij een
altijd boeiende thematiek weet te
verbinden met amusant en wel
overwogen theater, is een niet on
belangrijke bijkomstigheid.
PAUL KORENHOF
Het Solisten Ensemble van het Bolsjoi The
ater speelde werken van Russische compo
nisten uit de iaren dertig; o.a.: Denisov,
Popov en Sjostakovitsj. Sopraan: Nellie
Lee. Dirigent; Alexander Lazarev. Gehoord
op 7 juni in de Kleine Zaal van het Concert
gebouw.
Solisten Ensemble Bolsjoi Theater
AMSTERDAM - Lang verwacht
en eindelijk gekomen. Al tijden
staan kranten en tijdschriften vol
met artikelen over de Russische
eigentijds muziek in het Holland
Festival. Over het feit dat compo
nisten zich in de tijd van Stalin
niet onafhankelijk konden ont
plooien. Bekend is Sjostakovistj
die in het openbaar moest belo
ven in de pas te lopen van het re
giem. Het Holland Festival stelt
ons in staat kennis te maken met
de meest uiteenlopende muziek
van de meest uiteenlopende com
ponisten. Met gemengde gevoe
lens van verwachting zat ik dan
ook in de Kleine Zaal te wachten
op de Russische avantgarde mu
ziek uit de jaren twintig.
Tastbare muziek die altijd wel
ergens over ging. Nooit langdra
dig, geen frivool frutselwerk. Ta
melijk recht door zee en compact
van uitdrukking. Op het werk van
Popov na bestonden alle compo
sities uit fragmenten al dan niet
aaneengeschakeld. Het meest
treffende voorbeeld daarvan was
'Fragmenten' uit 1929 van Alexej
Zjivotov (1904-1964), een losse
reeks van afwisselende, fel aange
zette emoties. Anders dan hun
Westeuropese collega's spreken
de Russen liever over de 'ziel' van
hun muziek dan over 'technie
ken', 'structuren' en 'materiaal'.
Om deze 'zeil' te kunnen aandui
den in de zopas gehoorde werken
vereist voor ons westerlingen
misschien wel een grotere ver
trouwdheid met het Russische
idioom.
Echt op zichzelf staat de vroeg
Russische avant-garde niet. In
het Nonet van Vladirmir Tsjer-
batsjev uit 1919 horen we gepas
sioneerde pianoklanken als van
Rachmaninov en harmonieën die
zwaar aanleunen tegen Reger.
Gepassioneerd is zeker ook de
woordeloze, maar klankrijke
zangpartij van de dramatische so
praan Nelli Lee, die bij tijden in
zó felle, lange uithalen uitbarst,
dat het zweet je uitbreekt. Even
later in 'Vier krantenadverten
ties' en 'Drie kindertoneelstukjes'
van Alexander Mosolov (in 1981
geïnstrumenteerd door Denisov)
windt ze de halfvolle kleine zaal
om haar vingers met haar uiterst
expressieve vertolking van deze
geestige, satirische werkjes. Tot
twee maal toe hoor ik zelfs de
Transsiberische spoorlijn op vol
le snelheid door de composities
tornen. Bij de reeds eerder ge
noemde Tserbatsjev en in het
"Septet' van Gavril Popov uit
1927, dat toch wel de meeste in
druk maakte met zijn langere
adem, zijn sonore contrasten tus
sen strijkers en blazers en zijn
schitterende klankkleuren.
Uitstekende musici, stuk voor
stuk, dit solisten ensemble van
het .Bolsjoi Theater gekleed in
zwarte truien met daarop de
naam van hun ensemble. Dirigent
Alexander Lazarev legde de han
den op zijn zwarte gehemde borst
en wierp ontwapenende kushan
den de zaal in. In de vrolijk swin
gende suite voor jazzorkest van
Sjostakowitsj hadden zowel or
kest als dirigent zich met glunde
rende gezichten helemaal laten
gaan. Toch een leuk uit stapje, dat
Holland Festival.
MONICA SCHIKS
moeden dat een behoorlijk percen
tage van het werk bewaard is geble
ven. Het andere soort werk dat hij
heeft gemaakt en dat in zijn oeuvre
enige omvang heeft, zijn de prenten
die hij vervaardigde tussen 1628 en
1631 in Haarlem voor de stadsdruk
ker Adriaen Roman. Voornamelijk
voor de grote uitgave over de 'Be-
schryvinghe ende Lof der stad
Haerlem in Holland' door de gere
formeerde predikant Samuel
Ampzing. Dat was de officiële ge
schiedschrijving van Haarlem in de
17de eeuw. Saenredam heeft daar
als kunstenaar het belangrijkste
deel aan illustratiemateriaal gele
verd. Nadien heeft hij de prent
kunst finaal de rug toegekeerd."
"Saenredam heeft de eer mogen
smaken dat een van zijn schilderij
en ten geschenke is gegeven aan ko
ning Karei II van Engeland. De
vorst kreeg het cadeau bij zijn ver
trek uit de Nederlanden. Het was
iets bijzonders. Want de commissie,
die de opdracht had om een 'Dutch
gift' te kopen, werd verteld dat Ka-
rel II een uitgesproken voorkeur
had voor 16de-eeuwse Italiaanse
schilderijen en dat hij niet zoveel
gaf om Nederlandse meesters. Toch
kreeg hij een werk van de Bavo".
Werkte Saenredam snel of lang-
"Hij werkte ontzettend hard. We
weten we dat uit een document. Zo
schrijft hij over een tekening een
halve dag, 'zes uren' te hebben ge
werkt. Zes uur bechouwde hij der
halve als een halve werkdag. Daar
naast deed hij ook andere dingen,
zoals zijn inspanningen voor het gil
de. In de loop van één jaar heeft hij
veertig zware vergaderingen voor
gezeten, echt geen kleinigheid".
"Hij heeft een mooie bibliotheek
samengesteld en een fantastische
kunstverzameling op poten gezet.
Wanneer hij aan het tekenen was
maakte hij lange dagen. Aan zijn
schilderijen werkte hij meestal wat
rustiger: een tempo van gemiddeld
anderhalf schilderij per jaar. Toch
kwamen sommige schilderijen heel
snel tot stand, hetgeen is op te ma
ken uit elkaar opvolgende data. In
dien hij geen opdracht voor een
schilderij had kon hij zijn eigen dag
indelen, wat hij prettig vond. De
ochtenden besteedde hij in zijn ate
lier aan een schilderij zonder dat hij
een 'dead line' hoefde te halen, 's
Middags kon hij naar een boeken
veiling en 's avonds op bezoek bij
andere verzamelaars. Als hij de vol
gende dag een lunchafspraak had in
Spaarndam hoefde hij die ochtend
niet te werken. Saenredam had een
rustig en plezierig leven. Behalve
dan dat rot jaar met het gilde."
'Stores' speelt 'Groot en klein'
'Groot en klein' van Botho Strauss, ge
speeld door toneelgroep 'Stores. Gezien op
7 juni in Microtheater Imperium. Regie, de
cor, licht en geluid. Cees van Damme. Spe
lers: Marise Hazenberg, Albert Boon, Onno
Schipperius, Cor Geljon, Caroline de Groot
en Sacha van Boxtelin. Nog te zien op 8 en
Hoezeer ik zijn beeldende i
van schrijven en zijn originele in
valshoeken ook bewonder, na
zijn roman 'Rumoer' is de West-
duitse schrijver Botho Strauss
wat mij betreft in raadselen gaan
schrijven. Zijn toneelwerk, dat de
laatste jaren in Nederland nogal
eens werd opgevoerd, is meer toe
gankelijk. 'Groot en klein' is daar
een goed voorbeeld van.
De toneelgroep 'Stores' speelde
dat stuk gisteravond in het micro-
theater Imperium in de regie van
Cees van Damme. In de wandel
gangen hoorde ik fluisteren dat
'Stores' een ad-hoc-gezelschap
zou zijn. Dat zag je er in deze voor
stelling niet echt aan af. In ieder
geval lieten de spelers zien dat zij
zelfs een dubbelrol aankonden.
Dat is voor onervaren acteurs
nogal een prestatie, want voor je
het weet duikt een trek of eigen
aardigheid van het eerste perso
nage op in het tweede. Dat ge
beurde hier gelukkig niet.
De hoofdpersoon in 'Groot en
klein' is Lotte. Ze heeft het uitge
maakt met haar vriend, - een
schrijver van cursiefjes. In haar
eenzaamheid zoekt Lotte wanho
pig contact met andere mensen.
Ze is nogal opdringerig en heeft
in haar naïeviteit niet door dat
hun leven net zo'n mislukking is
als het hare.
'Groot en klein' vertoont wat de
thematiek betreft overeenkom
sten met het werk van Samuel
Beckett. Ook in Strauss' stuk sla
gen de mensen er niet in om we
zenlijk tot elkaar door te dringen.
En als er al sprake is van liefde,
lijkt die van één kant te komen.
Bij sommige, door Lotte (Marise
Hazenberg) sterk neergezette scè
nes, moest ik denken aan Yeats'
bekende strofe: 'If equal affection
cannot be/let the more loving one
be me'. Lotte is iemand op wie de
ze regels passen. Zij houdt altijd
meer van anderen dan die ande
ren van haar.
Het stuk begint in Marokko, in
een Paul Bowles-achtig decor,
waarin natuurlijk de luxaflexen
niet ontbreken. Na de scheiding
van haar vriend is Lotte naar dit
oord getogen. In flash-backs krij
gen wij vervolgens een paar proe
ven van menselijke contactar
moede te zien, waarbij Lotte ons
gidst als een soort Alice in Nacht
merrieland. We zien een man die
naast zijn slapende vrouw zit te
waken omdat hij zoveel van haar
houdt. De vrouw ergert zich aan
zijn gedrag. Ze is bang dat ze in
haar slaap heeft gepraat en dat ze
zich daardoor teveel bloot heeft
gegeven.
Met het tweede 'paar' is het al
niet veel beter gesteld. We wor
den geconfronteerd met een man
en een vrouw die de wetenschap
beoefenen. Ze maken een litera
tuurstudie met als onderwerp 'de
hartelijke begroeting'. Maar veel
hebben ze van die studie niet op
gestoken: ze behandelen elkaar
als oud vuil.
Het zijn eigenlijk alleen de twee
stokoude mensen in dit stuk, bij
wie je iets opmerkt dat in de
buurt komt van liefde. Alsof
Strauss heeft willen zeggen dat de
mensen eerst de dood in de ogen
moeten kijken voor ze een beetje
aardig tegen elkaar gaan doen.
Tussen de verschillende scènes
door duikt telkens een poppen
speler op, die met geknepen stem
de 'ondertitels' levert bij dit, toch
nog vrij cryptische, psychologi
sche drama. Steeds meer wordt
duidelijk hoe de mensen verstrikt
zijn in het net van relaties en af
hankelijkheden. Ze lijken op ma
rionetten, waarvan de poppen
speler de touwtjes niet meer kan
ontwarren. Hun handelen krijgt
daardoor iets grotesks.
Lotte zwerft van het ene paar
naar het andere, als een nomade
van de koude grond. Regisseur
Cees van Damme maakte daarop
een toespeling door haar een reis
tas te geven van het merk 'No-
mad'. Daarnaast is er een meisje
dat niet meer tevoorschijn wil ko
men uit een hoeslaken waarin zij
zich heeft gehuld. Isolement dus
wat de klok slaat. 'Groot en klein'
eindigt met een scène waarin Lot
te op zoek gaat naar een oude
vriendin. Ze gaat naar het huis
van het meisje maartreft de naam
niet meer aan tussen de vele
naambordjes. Maar wie weet, is
haar vriendin inmiddels wel ge
trouwd. Nadat zij een paar keer
op de bel heeft gedrukt, breekt er
een waar pandemonium los. Alle
bewoners schreeuwen 'hallo',
blijven dat maar schreeuwen. Wie
moet Lotte toch hebben! Het ant
woord is: iedereen en eigenlijk
ook weer niemand.
Sommige scènes werden af en
toe te dik aangezet. Bijvoorbeeld
in het geval van het oude echt
paar, dat wel erg bibberig doet.
Hier had Parkinsom wat mij be
treft niet zo hard hoeven toeslaan,
maar ik moet erbij zeggen dat ik,
in het kleine theater, bijna op de
schoot van het oude vrouwtje zat.
Misschien heeft de regisseur
meer afstand op het oog gehad.
Echt aardig vond ik het spel van
Cor Geljon als 'Egbert' en 'de
dokter' en dat van Caroline de
Groot als de vrouw van Egbert.
Maar hun rollen sloten dan ook
sterk aan bij hun persoonlijkheid.
De anderen hadden het moeilij
ker. Lotte, die soms moeilijk was
te verstaan, vond ik vooral in de
wat stillere scènes ontroerend.
De vertaling is zeker vatbaar
voor verbetering. Ze leek me op
sommige momenten hypercor
rect, bijvoorbeeld in een zin als
'Ik heb er immers geen'. Dat zeg
je niet zo mooi in het vuur van een
gesprek. Dat boekenwoordje 'im
mers' kwam bovendien hinder
lijk veel terug. En ik heb ook nog
nooit iemand zien slapen 'als een
otter' maar wel als een os. Het zijn
kleine braampjes. Als 'Stores' wat
meer routine opdoet, zou dit wel
eens een van de betere amateur-
gezelschappen kunnen worden.
CEES VAN HOORE