De oudheid brokkelt af
Monumentenzorg in Egypte: snel handelen voordat het te laat is
ZATERDAG 27 ME11989
PAGINA 23
BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD
Zwetende kolonnes toeristen vormen slechts een deel van het kwaad. De architectuur uit de Egyptische oudheid
heeft nog meer te lijden van andere oorzaken, zoals luchtvervuiling en vooral de verzilting van het grondwater. Al
een paar keer in de afgelopen tien jaar zijn door die oorzaken stukken steen losgeraakt uit romp en schouders van
de zeventig meter hoge sfynx op het plateau van Giza. Maar ook tal van andere monumenten van onschatbare
waarde brokkelen stukje bij beetje af. Als er niets verandert zijn de meeste cultuurschatten over zo'n tweehonderd
jaar onherkenbaar verminkt en een bezoek niet meer waard.
In de halfduistere graftomben bekij
ken en betasten ze de onbeschermde
hiëroglyfen. Buiten dollen Ameri
kaanse matrozen tussen de ruines van
de necropolis. Ze achtervolgen elkaar
over vierduizend jaar oude steenho
pen en voetballen met losliggende
keien.
De tempelmuur is rijk voorzien van
inscripties. Geen ode aan een van de
vele koningen die hier hun laatste
rustplaats vonden, maar graffiti, de
hiëroglyfen van de twintigste eeuw.
'Killroy was here'. 'Rambo '87'. En in
1982 kraste ene Fritz H. uitOberhau-
sen zijn naam in de gele steen.
"I made it!"
Een kilometer of tien naar het noord
westen biedt het Plateau van Giza,
met de sfynx en de grote piramiden,
grofweg hetzelfde beeld. Zij het dat
auto's en bussen hier toegang hebben
tot pal onder de monumenten. De
smalle wegen zijn overal verstopt,
niet in de laatste plaats doordat te veel
Egyptische automobilisten in de me
ning verkeren dat eenrichtingverkeer
niet geldt voor wie aanhoudend de
claxon beroert.
Voor de piramide van Mycerinus,
de kleinste van de drie maar de enige
die open is nu er werkzaamheden zijn
in de piramide van Cheops, staan de
toeristen in de rij. Twintig minuten
wachten op het voorrecht om met de
kin tussen de knieën en in gesloten
formatie de lage, nauwe gang te mo
gen afdalen naar de grafkamers. In
het inwendige van de piramide heerst
grote hitte en, bij afwezigheid van een
luchtverversingssysteem, een gebrek
aan zuurstof. Alleen aan te raden voor
mensen zonder claustrofobie en met
een paar gezonde longen. Zwaar ge
bouwde Duitse en Amerikaanse vrou
wen verschijnen half bewusteloos uit
het inwendige van de piramide, opge
duwd door de zwetende kolonne ach
ter hen. "I made it!". "Endlich!".
Beklagenswaardig ondertussen
zijn alleen Egyptes monumenten. De
transpiratie en vochtige adem van de
toeristenstroom tasten wanden van
graf- en tempelruimten aan. In de kale
gangen van de piramide van Myceri
nus is dat geen ramp, maar de vakan
tie vierende massa ademt en zweet er
ook lustig op los in de tempelcom
plexen van Boven-Egypte. In Luxor
viel vorig jaar een groot stuk pleister
werk. compleet met schildering, uit
het plafond van de graftombe van fa
rao Seti I. Enkele maanden later be
gon plotseling het kleurrijke plafond
in de tombe van Ramses VI te schilfe-
Verminkt
Toeristen zijn de schuld van maar een
deel van de schade aan de monumen
ten. De architectuur uit de oudheid
heeft nog meer te lijden van andere
kwalen van de moderne Egyptische
samenleving, zoals luchtvervuiling en
vooral de verzilting van het grondwa
ter. Al een paar keer in de afgelopen
tien jaar zijn door die oorzaken stuk
ken steen losgeraakt uit romp en
schouders van de zeventig meter ho
ge sfynx op het plateau van Giza, het
wezen dat half leeuw half farao is.
Als er niets verandert zijn de mees
Op het parkeerterrein voor het
tempelcomplex van Sakkara
staan welgeteld achtenvijftig
autobussen. Een lange stoet toe
risten schuifelt in het voetspoor
van gidsen door de nauwe zuilen
gang, over de resten van het tem
pelplein en om de karakteristieke
trap-piramide.
door Ad Bloemendaal
Het plateau van Giza met z'n piramides en de sfynx. Door luchtvervuiling en vooral de verzilting van het grondwater zijn er in de afgelopen tien jaar al meerdere malen stukken steen
losgeraakt en weer opgevuld, zoals op de inzet linksboven goed is te zien. (foto Winem schram
te monumenten over zo'n tweehon
derd jaar onherkenbaar verminkt en
een bezoek niet meer waard. En dat is
meer dan alleen maar een pakkende
krantekop. Die pessimistische visie
wordt ook gedeeld door vooraan
staande egyptologen als Zawi
Hawass, namens de Egyptische Orga
nisatie voor Oudheden verantwoor
delijk voor het Giza-plateau, en de
Amerikaan Lanny Bell, directeur van
het Chicago House in Luxor, het be
langrijkste Amerikaanse archeologi
sche instituut in Egypte.
De laatste toont zich in een recent
interview niet optimistisch over de
kans op het behoud van de oud
heidkundige architectuur. Bell: "Bin
nen vijftig jaar zal waarschijnlijk het
meeste van de decoratie op de zijwan
den van de zuilengang van de tempel
van Luxor zijn verdwenen. En ik weet
niet hoe we dat kunnen voorkomen.
Ik kan alleen maar hopen dat de archi
tectuur zal stand houden".
Wat voor de zuilengang in Luxor
geldt, gaat op voor alle moumenten
die vlak bij de Nijl liggen of in de
buurt van moderne steden en dorpen.
Het grondwater verzilt onder invloed
van intensief gebruik van kunstmest
op de akkers en de slechte functione
ring van de rioleringssystemen in de
explosief groeiende bevolkingscen
tra.
Aswan-dam
Met de komst van Aswan-dam in het
uiterste zuiden van Egypte namen de
problemen voor de monumenten al
leen maar toe. Voor die tijd stroomde
de Nijl jaarlijks ongeremd over, waar
bij het water veel van het zout uit de
grond spoelde en bovendien een ver
se laag slib aanbracht. Maar nu de wa
terstand gereguleerd is, pompt men
het water tot aan de rand van de woes
tijn, vanwaar het langzaam naar de ri
vier terugvloeit, door het zand boven
de harde rotslaag.
Veel Egyptische monumenten
staan precies op dergelijke onder
grondse stromen. In Luxor bijvoor
beeld hoef je maar een paar centime
ter onder de tempel te graven en je
stuit al op water. De stenen zuigen het
water op, dat daarna verdampt en
zoutkristallen achterlaat. Ook voor le
ken is dat duidelijk waarneembaar:
de onderste stenen in monumenten
zijn donkerder en lijken vochtig. Het
zou^tast de structuur zodanig aan dat
uiteindelijk verpulvering en afbrok
keling optreedt.
Waterdicht
Egyptologen hebben zich er al bij
neergelegd dat redding van alle mo
numenten niet mogelijk is. De tempel
van Luxor zou kunnen worden be
houden door hem geheel uit te graven
en een waterdichte ondergrond aan te
brengen. Vervolgens zou er een koe
pel overheen moeten, voorzien van
airconditioning. Maar de kosten van
zo'n project zijn exorbitant, laat staan
dat het behoud van alle monumenten
op die manier zou kunnen worden
verwezenlijkt.
Wat wel gedaan wordt, zou men
kunnen omschrijven als reddings-ar-
cheologie. De hoogste voorrang heeft
het documenteren en inventariseren
van alles wat nu nog beschikbaar is.
Verder is het hoog tijd voor een aantal
maatregelen die een voortgaande ver
slechtering van de situatie moeten te
gengaan. Een verbod op het gebruik
van kunstmest en een snelle verbete
ring van het Egyptische rioleringssys
teem zouden natuurlijk veel ten goe
de bijdragen. Maar in een land dat nu
al het grootste deel van zijn voedsel
moet invoeren en waarvan de bevol
king met meer dan een miljoen men
sen per jaar toeneemt zijn dat onver
vulbare wensen.
De vraag hoe de monumenten uit de
tijd van de farao's behouden moeten
blijven, houdt deskundigen al lang
bezig. In 1946, toen het probleem nog
lang niet zo acuut was als hu, vroeg de
Egyptische Organisatie voor Oudhe
den de Belgische egyptoloog Stop-
pelaere om advies. Diens raad luidde
kortweg: "Zand erover". Vele duizen
den jaren lang hebben de monumen
ten immers onder het zand gelegen
zonder noemenswaardige schade op
te lopen. De sfinx bijvoorbeeld is pas
vrij recent helemaal uitgegraven. Fo
to's van rond de eeuwwissseling to
nen hem nog half onder het zand.
Maar zand erover, en een verbod op
nieuwe opgravingen, is al geen bruik
bare oplossing meer, en niet alleen
vanwege het toerisme. Het stijgende
verzilte grondwater tast ook monu
menten aan die onder het zand ver
borgen liggen. Het heeft meer zin nog
bedolven schatten snel naar boven te
brengen, zodat ze tenminste kunnen
worden geïnventariseerd en gedocu
menteerd.
De Egyptische Organisatie voor
Oudheden, het instituut dat is belast
met het beheer van alle antiquiteiten
in het land, stelt sinds kort zwaardere
eisen aan buitenlandse expedities.
"Iedere groep buitenlandse archeolo
gen die hier komt graven is niet alleen
verplicht alle aangetroffen objecten
en architectuur te restaureren, maar
moet ook een waardevolle vondst in
de buurt van het eigen project voor
ondergang behoeden", zegt directeur
dr.Ali Hassan.
In Luxor is de toegang van toeris
ten tot de meest kwetsbare delen van
tempels en graven al beperkt. En bin
nenkort zijn drastische maatregelen
te verwachten voor het plateau van
Giza, in het weekeinde het reisdoel bij
uitstek van Egyptische bermtoeris
ten. Als het aan dr. Ali Hassan ligt
wordt het "al volgende maand" zeu
len met picknickmanden en klapstoe-
len, want gemotoriseerd verkeer zal
van het plateau verdwijnen om verde
re trillingen en luchtvervuiling tegen
te gaan. Een plan overigens dat al is
geopperd in de tijd van president An
war Sadat.
Geen geldgebrek
Hassan: "Er komen grote parkeerter
reinen bij het Mena House Hotel en
bij de sfinx. Bij die twee ingangen
gaan we een toegangsprijs van tien
pond (negen gulden) heffen voor bui
tenlandse toeristen. Egyptenaren be
talen natuurlijk minder. Om de toeris
ten over een groter gebied te verdelen
openen we binnenkort elders op het
plateau vijftien graftomben voor het
publiek".
Er is voorts een plan voor de ope
ning van een bezoekerscentrum, met
een restaurant, toiletten en een ma
quette die de toeristen toont hoe de
necropolis er 4600 jaar geleden moet
hebben uitgezien.
"We kunnen nog wel wat buiten
landse deskundigheid gebruiken",
verklaart Hassan, "maar geld voor
restauraties hebben we genoeg". Bui
tenlandse experts bevestigen dat de
Organisatie voor Oudheden geen
geldgebrek heeft. Dat is wel eens an
ders geweest. In 1979 bedroeg het to
tale budget niet meer dan een miljoen
pond. Het meeste van wat de monu
menten opbrachten aan toegangs- en
expeditiegelden verdween in de
schatkist van de staat.
Dr. John Rodenbeck, docent aan de
Amerikaanse Universiteit van Cairo,
noemt de aanvaarding van een nieu
we oudhedenwet, in 1983, de belang
rijkste archeologische ontwikkeling
van de laatste tijd. Sedert dat jaar
heeft de Egyptische Organisatie voor
Oudheden rechtstreeks toegang tot al
haar financiële bronnen. In 1984 al
steeg het beschikbare bedrag als ge
volg daarvan tot zestien miljoen
pond. Rodenbeck is voorzitter en me
de-oprichter van SPARE, een organi
satie voor het behoud van middel
eeuwse monumenten in Cairo, die
merendeels in verregaande staat van
verval verkeren, bij gebrek aan onder
houd en als gevolg van vervuiling
door uitlaatgassen.
De aanvaarding van de nieuwe wet
was volgens Rodenbeck vooral het
gevolg van het ijveren van het toen
malige hoofd van de organisatie, dr.
Achmed Kadry. "Hij was ook de man
die prioriteit ging geven aan het be
houd van de islamitische monumen
ten in Cairo. De stad heeft middel
eeuwse islamitische wijken die qua
oppervlakte Venetië overtreffen,
maar het verval is er nog verder voort
geschreden dan bij de monumenten
uit de tijd van de farao's".
Voor de bevolking van Egypte bete
kent archeologie meer dan alleen
maar het opgraven van oudheden. De
Egyptenaren weten zich de trotse erf
genamen van een antieke beschaving.
En de grote vondsten van deze eeuw,
zoals het graf van Toetanchamon,
hebben in de tijd van de Britse over
heersing het nationalisme alleen maar
aangewakkerd. Mede daarom is in
Egypte alles wat te maken heeft met
de grote monumenten politiek gela
den.
Ontslag
In de geruchtmakende sfynx-affai-
re van vorig jaar bijvoorbeeld rolde
het hoofd van de veelgeroemde dr.
Achmed Kadry. Hetzelfde was zijn
voorganger overkomen in 1982, toen
er eveneens een stuk steen uit de
sfynx viel. Het ontslag van Kadry
kwam na een wekenlange discussie in
de Egyptische kranten, waarbij woor
den vielen als corruptie en machts
misbruik. De kern van het conflict
was een al langer aan de gang zijnde
competentiestrijd tussen Kadry en
zijn directe baas, minister van cultuur
Faroek Hosni. In het heetst van de
woordenstrijd wekten polemisten de
suggestie dat sabotage de val van de
steen had bewerkstelligd, om Hosni
een excuus te geven zich van Kadry te
ontdoen. Toen Kadry zich uiteinde
lijk op een persconferentie openlijk
tegen de minister keerde, kon de
laatste weinig anders doen dan hem
de laan uit sturen.
Het behoud van de sfynx en andere
grote monumenten is in Egypte on
derwerp van een niet aflatende pu
blieke discussie. De tragiek is dat het
land even rijk is aan oudheidkundige
schatten als arm aan financiële bron
nen. Restauratie van alle architectuur
uit de oudheid zou een budget vergen
als dat van het Amerikaanse ruimte
vaartprogramma. Maar wie in Egypte
zou zo veel geld, mocht het ooit be
schikbaar komen, met een zuiver ge
weten kunnen besteden aan tempels
en grafmonumenten?