OEICEN Herinneringen aan de ijsbloemen van Wijster De tango van media en terroristen Hitier door kranten niet genegeerd in jaren '30 Hoofdredacteur Ger Vaders schrijft na 14 jaar boek over treinkaping DONDERDAG 25 MEI 1989 Het verhaal dat Nieuwsblad van het Noorden hoofdredacteur Ger Vaders in december 1975 met verkleumde vingers in de trein in Wijster schreef, was een monumentaal stuk journalistiek. Nu, bijna veertien jaar later, comfortabel gezeten achter een tekstverwerker in plaats van op een harde ongemakkelijke treinbank, heeft Vaders een indrukwekkend, persoonlijk document geschreven over de terreur van die twaalf dagen. Het boek, 'Ijsbloemen en witte velden', is een geschiedenis vol roerende details maar ook een geschiedenis waarin de grote lijnen duidelijk worden geschilderd. Woensdag vond in Den Haag de officiële presentatie plaats. In 1975 studeerde zijn dochter Ca- rolien nog op de sociale academie in Groningen. Zij was niet erg popu lair op die instelling, want ze was de dochter van de hoofdredacteur van 'dat rechtse kloteblad'. Zij moest een paar tentamens doen, net toen de gijzeling aan de gang was. Daar kwam uiteraard niets van terecht omdat ze thuis zat in Paterswolde bij haar moeder, haar zus en haar pleegzus. Direct na afloop van het gezins drama kreeg zij een briefje dat ze die tentamens alsnog terstond moest doen, anders kon ze het wel vergeten. Die extra tik was net te veel. De dochter klapte in en had een paar maanden nodig om weer overeind te komen. Het is maar een detail in het boek. Maar het gediplomeerde (on)begrip voor spanning, voor vretende onze kerheid, is wel illustratief voor de houding van autoriteiten die alles beter wisten in die dagen. Het is het zelfde begrip waarmee in journalis tieke kring het besluit viel om Ger Vaders voor zijn verhaal na de gijze ling niet de persprijs te geven. Het valt in dezelfde categorie als de be slissing om geen lintjes te geven aan gijzelaars uit de trein. Vanuit de trein was kritiek gele verd op de overheid. Na afloop van de gijzeling, waarbij drie doden wa ren gevallen, bleef de kritiek. Dat werd niet geduld en dus kon er geen enkel betoon van respect voor de gijzelaars af, bijvoorbeeld in de vorm van een lintje. De gijzelaars werden in de positie van patiënt ge plaatst. Ze waren uit hun evenwicht en dus zouden ze wel onverstandige dingen roepen, betoogden de auto riteiten? Verwijten In zijn boek, 15 jaar na dato geschre ven, handhaaft Ger Vaders in hoofdzaak de verwijten die hij tij dens en na Wijster heeft gespuid. Zijn verhaal na de gijzeling, 'Geval lenen uit Gods hand', droeg als mot to: 'De regering speelde met levens en verloor'. De essentie van zijn ver wijt was dat er uit Den Haag door Ger Vaders, op de plek waar hij veertien jaar geleden twaalf koude dagen lang slachtoffer was van een treinka ping. (foto GPD) Van Agt en door Den Uyl, destijds respectievelijk minister van justitie en minister-president, een tactiek werd uitgestippeld die te weinig re kening hield met de gegijzelden. Een tactiek die onnodige ergernis sen, onnodige ontbering en daar door riskante situaties opleverde. i Een tactiek die slachtoffers kostte onder de gijzelaars. In 'Ijsbloemen en witte velden', houdt Vaders die kritiek staande. Het argument van de autoriteiten dat de rechtsorde bedreigd zou wor den als er werd toegegeven aan de kapers, is naar zijn oordeel maar be trekkelijk. De rechtsorde wankelde ook niet toen eerder een Japanse terrorist met geld op zak en per vliegtuig werd vrijgelaten. In Wijs ter is zelfs niet de schijn gewekt dat er serieus onderhandeld kon wor den over de eisen van de kapers. Dat bracht verhoogd risico voor de gijzelaars mee. Die kritiek van de hoofdredac teur van het Nieuwsblad werd des tijds aangevochten en ook nu valt er wel wat op af te dingen. Los van de vraag of de rechtsorde door onder handelingen met terroristen wordt bedreigd, is er het argument om vooral als overheid duidelijk te ma ken dat geweld niets oplevert. Elke schijn van tegemoetkomendheid kan andere groepen op het idee brengen dat, mist ze het nog slim mer aanpakken, het doel bereik baar is. Gedood Naast onderhandelingen zijn er an dere mogelijkheden om bij terreur op te treden. Anderhalfjaar na Wijs ter deed het begrip 'compartimen teren' zijn intrede. De trein in De Punt werd in de vroege ochtend overvallen. De kapers, waarvan be kend was dat ze zich in een apart stuk van de trein bevonden, werden allemaal gedood. In Wijster is met die mogelijkheid gespeeld. Een informant van de Amsterdamse politie die vertrou wen genoot in Molukse kringen, wilde onder dekking van de politie de kapers uit de trein lokken met het argument dat hun actie nooit kon slagen. Hij zou, op dezelfde ma nier als hij gekomen was, de kapers laten vluchten. Die informant eiste van de autoriteiten wel dat alle ka pers, zodra ze uit de trein waren, ge dood zouden worden omdat hij na derhand niet het risico van een aan slag wilde lopen. De actie is ten slotte mede niet doorgegaan, omdat de man weiger de zijn plan uit te voeren toen hij had gezien hoe gebrekkig de organi satie rond de gijzeling was. Mr. R.A. Gonsalves, destijds spe ciaal belast met de opsporing van misdaden van terroristische aard en betrokken bij de gijzeling in Wijs ter, wees in eerste instantie het plan af, nadat hogere autoriteiten in het crisiscentrum in Den Haag al min of meer akkoord waren gegaan. Gon salves vond dat de methode (het in hinderlaag lokken van misdadigers om ze vervolgens standrechtelijk te executeren) niet paste binnen het patroon van de Nederlandse zeden. Anderhalf jaar later, toen De Punt aan de orde was, waren de overwe gingen van degenen die daarbij be trokken waren kennelijk anders. Details De nauwgezette reconstructie van het drama Wijster en de weging van de beleidsmaatregelen die toen gol den, maken het boek zoveel jaren na het gebeuren toch weer tot een hoogst interessant document. Wat het daarnaast zeer leesbaar en boei end maakt, is de rijke dosering van persoonlijke details. Ger Vaders be schrijft uitvoerig de gevolgen die het drama had op hem, op zijn gezin en op een aantal andere betrokke nen. Die gevolgen kan hij alleen eerlijk beschrijven door te vertellen hoe zijn leven voor die tijd in elkaar zat. Over zijn problemen thuis, waar na de adoptie van een nichtje spannin gen ontstonden. In die situatie vond hij de veel jongere Matty van wie hij ging houden. Dat leidde tot extra problemen thuis. Hij vertelt in het boek over de vakantie op een Grieks eiland, samen met zijn vrouw Maup. De explosie als hij alles vertelt; de wanhoop als Maup in stromende re gen aan een winderig strand door een jonge Griekse politieagent wordt gevonden en in gebrekkig Engels getroost met de opmerking dat mannen vaak terugkomen; het melancholieke afscheid van Matty; het nieuwe evenwicht dat vlak voor de gijzeling is gegroeid waardoor hij die morgen van 2 december net even iets te lang tevreden naast zijn vrouw in bed blijft liggen en net de sneltrein mist en is aangewezen op die fatale stoptrein die wordt' ge kaapt. Wantrouwen Velen uit de trein zijn na de gijze ling een ander mens geworden. Va ders schildert met de geoefende hand van de observator het portret van Hans Prins, de dokter in de trein die de spil wordt in de activi teiten die de gijzelaars zelf onderne men om hun lot te verbeteren. Prins zag op jonge leeftijd, na een buson geluk, een hond rondlopen met het hoofdje van een verongelukt kind in de bek. Een ervaring die hem heeft getekend. Hij was radicaal en rechtlijnig. Na die slopende dagen in december 1975 verandert zijn le ven totaal. Hij moet ander werk zoe ken. Zijn huwelijk loopt op de klip pen. Interesses veranderden. Zekerhe den vielen weg. Soms bleef er angst of een totaal wantrouwen. Voor het boek heeft Vaders po gingen ondernomen om ook ge sprekken te voeren met de kapers van destijds. Ze wilden niet. Maar desondanks weet hij in 'Ijsbloemen en witte velden' een klemmend beeld te geven van de cultuur waar in het idee groeide om te gijzelen en te schieten voor een onbereikbaar ideaal. De jongens waren opgegroeid in een besloten KNIL-samenleving. Ze werden thuis door hun militai- ristische vaders hard behandeld. Ze hadden in die besloten wereld een droom, waarvan ze wisten dat die onhaalbaar was. Ze wilden terug naar de eilanden waar hun wortels lagen, maar de illusie dat het zou ge beuren brokkelde langzaam af. De jongens die de kaping pleeg den, waren christelijk. Maar bij hun daad hadden ze gerekend op de goedkeuring van hun voorouders, die in de tradities van de eigen cul tuur een grote rol spelen. Dat geloof in de juistheid van hun actie ver dween, toen een van de Molukkers in de trein later werd getroffen door een afketsende kogel uit een geweer dat per ongeluk was afgegaan. Dat bracht hun vertrouwen in de goede afloop van de gijzeling aan het wan kelen. Ze groeiden langzaam toe naar het idee dat de ontknoping heel anders zou zijn dan ze hadden gedacht. Indonesië In het boek kijkt Ger Vaders ook te rug op andere situaties waarin hij met geweld te maken had. In de oor log, toen hij met twee broers werd opgepakt als represaille voor het feit dat generaal Seyffardt was doodgeschoten door een jonge ver zetsman. In het kamp Vugt ziet hij hoe een joodse gevange wordt neer geknald. Later maakt hij het geweld mee in Indonesië, waar hij bij de po litionele acties wordt ingezet. Op bevel van een meerdere moet hij kiezen tussen het afranselen van een gevangene of een schot. Hij kiest voor zijn leven. In 1975 zijn het de kinderen van de KNIL-militai- ren waarmee hij samen vocht in Indonesië, die hem in de trein in hun macht hebben. Na afloop van die episode van ge weld vat hij zijn ervaring samen in een gesprek met zijn vrouw met: "Het zijn eigenlijk dertien unieke dagen in mijn leven geweest. Want er is niets gebeurd waarvoor ik mij hoef te schamen". In de afstandelij ke derde persoon, waarin hij het boek heeft geschreven, voegt hij er aan toe: "Tegelijkertijd besefte hij dat het niet waar was, hoogstens bij na waar". Dat moet een bevrijdende gedachte zijn na een érvaring waar bij het overleven aan een zijden draad heeft gehangen. Na zijn terugkeer op de krant in Groningen wacht hem aanvankelijk een hartelijk welkom. Later ont staat er een groot conflict rond zijn persoon. Het uiteindelijke resultaat is dat redactie een andere algemeen hoofdredacteur krijgt en Ger Va ders verder functioneert als com mentariërend hoofdredacteur. La ter, als de opwinding over is, wordt in kleine kring soms twijfel geuit over de noodzaak van de verande ring. In zijn boek stelt Ger Vaders dat hij zonder rancune terugkijkt op het gebeuren. Balans "Zonder de ervaring van Wijster zou hij er in het conflict nog eens goed tegenaan zijn gegaan", schrijft hij. "Nu wist hij dat er dingen waren die belangrijker waren dan win nen". En hij vervolgt: "Wie in alle ernst de balans van zijn leven tracht op te maken komt altijd in de buurt van nul komma nul uit, maar dat is niet belangrijk. Waar het om gaat, is de smaak die achterblijft nadat men een positief of negatief saldo van zijn inspanningen en daden heeft vastgesteld. Vindt hij bij het opma ken van de rekening zichzelf vies, voelt hij schaamte, is hij gekweld, heeft hij schuldgevoelens die niet overgaan? Of zegt hij: het kon be roerder. In zijn geval kon het rot ter". WIM BISSCHOP Ger Vaders: Ijsbloemen en witte velden. Uitgeverij Anthos, f37,50. Augustus 1988, Westduitse bankrovers - ze zouden nog met een gekaapte bus de Nederlandse grens oversteken - praten vrijuit met de pers terwijl ze het publiek onder schot houden. (f0to ap> Op 30 januari 1933 kwam Adolf Hit- Ier in Duitsland aan de macht. De Nederlandse kranten schonken daar toen grote aandacht aan. Toch besefte men in ons land in die tijd niet echt welk een levensgevaarlij ke ontwikkeling er bij onze ooster buren aan de gang was, zo schrijft dr. L. de Jong in 'Voorspel', het eer ste deel van zijn levenswerk Het Ko ninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Volgens De Jong werd in ons land "het misdadig en ook jegens het buitenland agressief karakter van het nationaal-socialisme slechts door weinigen begrepen". De be langstelling voor wat er in Duits land gebeurde was naar zijn mening beperkt. Velen dachten dat het met het nazidom niet zo'n vaart zou lp- pen. De Jongs stelling is interessant, want zij verklaart misschien waar om zeven jaar later, toen de Duitsers ons land binnenvielen, een zo groot deel van de Nederlandse bevolking zich passief gedroeg tegenover de bezetter. Sproot die houding niet voort uit het geloof dat het 'allemaal wel mee zou vallen'? Bleef men daarom lange tijd passief meewer ken aan Duitse maatregelen als te werkstellingen en deportaties van joden? De historicus Frank van Vree, zelf behorend tot de naoorlogse genera tie, wilde het antwoord weten op die intrigerende vragen. Hij besloot de reactie van de Nederlandse publie ke opinie op de gebeurtenissen in Duitsland in de jaren dertig te on derzoeken. Het resultaat is een doorwrochte studie, waarop hij pro moveerde aan de Leidse universi teit. Om met zijn conclusie te begin nen: Van Vree is het niet eens met dr. L. de Jong. De Nederlandse kranten, waarvan Van Vree er vier grondig heeft bestudeerd, gaven wel degelijk veel aandacht aan wat zich destijds in Duitsland afspeel de. 'Duitsland' kreeg in de landelij ke pers zelfs meer aandacht dan alle andere buitenlandse onderwerpen. Sterker nog: enkele kranten be steedden daar meer redactionele ruimte aan dan aan een spectaculair binnenlands onderwerp als het Am sterdamse Jordaanoproer in 1934, waarbij zeven doden en tweehon derd gewonden vielen. Hitiers Derde Rijk was in de Ne derlandse kranten "een permanent terugkerend thema, zelfs in perio den dat er weinig 'spectaculaire' verwikkelingen waren", consta teert Van Vree. De diepgaande be langstelling voor Duitsland bleek niet alleen uit de .stroom van nieuwsberichten, maar ook uit het overweldigende aantal commenta ren, hoofd- en achtergrondartike len. Van Vree nam vier kranten onder de loep: de Nieuwe Rotterdamsche Courant (liberaal), Het Volk (socia listisch), De Standaard (anti-revolu tionair) en De Maasbode (rooms-ka- tholiek). Kranten dus met politieke of religieuze beginselen die vijandig stonden tegenover het nationaal-so cialisme. Dat betekende echter nog niet dat zij zich alle vier steeds even fel tegen ieder element van de natio- naal-socialistische politiek keer den. Ook begrip Naast scherpe kritiek hadden de confessionele bladen De Maasbode en De Standaard ook begrip, ja zelfs waardering voor wat de nazi's de den. Bepaalde aspecten van het na tionaal-socialisme werden onder schat of vergoeilijkt. Zo bagatelli seerde De Maasbode het geweld en het antisemitisme. De Duitse correspondent van krant, G. ridder de van der Schue- ren, zag tot 1936 naast veel negatie ve ook heel wat positieve en leerza me elementen in het nazisme, zoals de militaire tucht en de strijd tegen het 'decadente humanisme'. Ook het anti-revolutionaire blad De Standaard was niet in alle op zichten negatief. Deze krant vpnd Hitier, naast alle kritiek die zij op hem had, toch ook een "fascineren de massaleider", die vele werkloze mannen en vrouwen in Duitsland "gered heeft uit de klauwen van het communisme" en hen weer een "positief levensdoel heeft geschon ken". Wat de liberale NRC in de jaren dertig over Duitsland schreef was zeker tot het vertrek in 1936 van de befaamde Duitsland-kenner Marius van Blankenstein uiterst negatief. Daarna verdween de fel-polemische toon vrijwel geheel uit de krant; zij maakte plaats voor een ineer afstan delijke benadering. Wat bleef was de gedegenheid waarmee NRC over Duitsland berichtte; zij overtrof daarin alle andere Nederlandse dag bladen. Dat de redactie van het socialisti sche blad Het Volk de beginselen en de praktijken van de nazi's zeer fel kritiseerde, zal niet verwonderen. Opmerkelijk is echter, dat het blad - in tegenstelling tot de NRC - niet messcherp inzag dat Hitiers antise mitisme onherroepelijk leidde tot de uitroeiing van cLe joden. De nieuwsstroom was, als ge zegd, overvloedig, maar had toch zijn beperkingen. Bij de redacties heerste het gevoel dat men de lezer niet blijvend kon 'lastig vallen' met verhalen over onderdrukking, ra cisme en martelingen. Bovendien wilden bij voorbeeld Het Volk en NRC vooral niet de indruk wekken 'sensationeel' in de berichtgeving te zijn. Een andere beperking, aldus Van Vree, hing nauw samen met de angst dat de Nederlandse politieke en economische belangen bij een verstoring van de betrekkingen met Duitsland in gevaar zouden kunnen komen. "In het belang van de posi tie van Nederland als kleine neutra le natie trachtte men het Derde Rijk niet 'onnodig te prikkelen'." Het proefschrift van Van Vree geeft een helder beeld van de ma nier waarop de Nederlandse pers in de jaren dertig met Duitsland 'om sprong'. Een deel van het gras werd hem overigens twee jaar geleden voor de voeten weggemaaid door een studie van Paul Stoop over de druk die Duitsland in de jaren der tig uitoefende op de Nederlandse pers. Er blijft niettemin in dit nieuwe boek genoeg interessants te lezen. Van Vree heeft zijn onderwerp zeer breed aangepakt. Hij beperkt zich niet tot een 'wie schreef wat', maar schetst ook de structuur van de Ne derlandse dagbladpers in de jaren dertig. Verhelderend is de manier waarop Van Vree beschrijft en ana lyseert hoe het er bij de vier onder zochte kranten voor de oorlog aan toe ging. Eigenlijk geeft hij hier vier miniatuurgeschiedenissen van kranten die de spreekbuizen waren van zeer. uiteenlopende bevolkings groepen in het verzuilde Nederland van de jaren dertig. JAN DE ROOS Frank van Vree: De Nederlandse Pers en Duitsland, 1930-1939. Een stu die over de vorming van de publieke opinie. Historische Uitgeverij Gronin gen, f 49,50. (Nieuwe uitgaven op pagina 9) Journalistiek, zegt de journalist/his toricus Mark Blaisse, is een tango: "De tango wordt gedanst volgens geheimzinnige regels, traag zwie rend of abrupt zwaaiend. Het is ge disciplineerd, uitgevoerd door bij- na-marionetten die een haat-liefde- verhouding lijken te hebben. Tango is entertainment, waarbij trots en melancholie, kracht en verdriet door elkaar lopen. Wie danst met wie als terreur wordt verslagen, ideologen en propagandamakers worden opgevoerd of machtheb bers aan het woord komen?". Die vraag is het thema van 'Aboe Nidal bestaat niet'. Blaisse illu streert aan de hand van zijn eigen ervaringen in het midden-oosten dat het samenspel tussen de media en hun 'nieuwsleveranciers' aan zienlijk ingewikkelder is dan me nigeen wil (doen) geloven. De Ame rikaanse historicus Lacqueur bij voorbeeld heeft de theorie ontwor pen dat het terrorisme leeft bij gra tie van de media. Terroristen zijn uit op publiciteit. Zwijg je ze dood, dan houden ze vanzelf op, aldus Lac queur. Het verhaal spreekt aan door zijn eenvoud. De Britse premier That cher besloot vorig jaar oktober dat de Britse media na de zoveelste aan slag geen IRA-leden meer voor hun camera's of microfoons 'mochten halen. Ook parlementariërs van Sinn Fein, de legale tak van de IRA, moest op die manier het zwijgen worden opgelegd. Maar censuur, zo luidt de stelling die Blaisse een poosje geleden al op een symposium over terrorisme in Leiden verdedigde, is geen ant woord. Ten eerste belichten kriti sche media in hun verslaggeving ook de misdadige kant van terroris me kunnen belichten en prikken ballonnen door, en in de tweede plaats ornaat het meeste terrorisme helemaal niet is gericht op grote koppen in de kranten. Co-produktie Bovendien is terrorisme geen co- produktie van media en terroristen, maar evenzeer een één-tweetje van terroristen en autoriteiten. Hoe vaak gooien overheden het niet op een akkoordje met terroristen? De Italianen legden de PLO geen stro breed in de weg om gespaard te blij ven voor aanslagen. Toen de PLO die 'afspraak' in 1985 schond door de kaping van het Italiaanse passa giersschip Achille Lauro en het ver moorden van de Amerikaanse toe rist Leon Klinghoffer, gaven de Ita lianen geen krimp. De eis van de VS om de kapers uit te leveren werd ge negeerd. Ze werden integendeel vrijgelaten. Recenter en wellicht nog onthullender is natuurlijk Iran- gate. Blaisse gelooft niet zo in de stimu lerende rol van de media, al signa leert hij wel de toenemende nood zaak voor journalisten om te 'sco ren'. "Radio, televisie en in toene mende mate ook kranten en tijd schriften lijken primair voor enter tainment te moeten zorgen. Ont spanning is belangrijker dan infor matie. De vermoeide democraat, die na een dag werken op de vrije markt thuiskomt, wil geamuseerd worden, niet gedeprimeerd worden. Wie het hoogst scoort, kan de hoog ste bedragen voor advertenties vra gen". En terrorisme is vermaak, hoe luguber dat ook klinkt. De voorma lige RAF-terrorist Christhoph Wac- kernagel vertelt Blaisse dat zijn groep bij aanslagen soms rekening hield met de sluitingstijd van be langrijke kranten. Hysterie Maar ligt daar de wortel voor het terrorisme? Nee, zegt Blaisse. Hij ci teert Sartre, die ooit heeft gezegd dat wie niemand is, moet zorgen dat hij wat krijgt. Hij citeert ook het ant woord van een gevangen genomen Palestijnse terrorist op de vraag of hij uit overtuiging of voor geld moordt: "Nee, mijn God, alleen voor geld. Wat voor overtuiging be staat er eigenlijk? Is er nog steeds een overtuiging? We hebben ons al lang geleden met huid en haar ver kocht". Blaisse heeft jarenlang in het midden-oosten gewerkt en zich daar verdiept in het terrorisme. Meer nog dan zijn vergeefse pogin gen om Aboe Nids(l, de beruchtste terrorist ter wereld, te zien en te spreken te krijgen (vandaar de titel van zijn boek), heeft zijn verblijf in Beiroet bijgedragen aan zijn opvat tingen: "Je hoeft geen fanatieke is lamiet of overdreven nationalist te zijn om geweld als laatste redmid del te beschouwen. Het is voldoen de om geboren te zijn in een vluch telingenkamp, in een sloppenwijk of een geïsoleerd dorp. Dat geldt voor Libanon net zo goed als voor Noord-Ierland, Baskenland of Ar menië". De levensgeschiedenis van Aboe Nidal is tekenend. Qeboren als zoon van een de rijkste Palestijnse groot grondbezitters zag hij hoe de Israë li's in 1948 het land van zijn vader in beslag namen en belandde hij zeifin een vluchtelingenkamp. Arm, ver nederd en verjaagd zwoer hij wraak. De wereld heeft het geweten. Zijn verhaal illustreert treffend het onderscheid dat de Ierse publi cist O'Brien maakt tussen de senti mentele en de hysterische benade ring. De séntimentele ziet de terro rist als een verdwaalde idealist, een sociale hervormer die helaas naar de wapens grijpt. Onzin, zegt O'Brien, een terrorist is geen ziele- poot, maar een mens die macht en gelding uit zijn wandaden put. Maar de hysterische visie (vooral te vin den in de VS), waarin de terrorist een geestelijk gestoorde moorde naar is die wordt gemanipuleerd door een supermogendheid, is evenmin realistisch. Het wezenlijke probleem is dat terreur diep in onze culturen zit. Al leen intensieve internationale sa menwerking biedt perspectieven. Maar dat gebeurt niet. Want of het nu gaat om de sponsoring van con- tra-terreur in Nicaragua, het opbla zen van een schip van Greenpeace of het steunen van de PLO, elke re gering heeft wel belang bij terreur. Perscensuur is daarvoor geen op lossing, het leidt hooguit de aan dacht van het kernpunt af. 'Aboe Nidal bestaat niet' onder scheidt zich van andere boeken over terrorisme doordat het leest als een spannend jongensboek. Blaisse schrijft boeiend over zijn eigen be levenissen. De essentie van de vele 'vakliteratuur' die hij heeft gelezen, vlecht hij er spelenderwijs door heen. Voor de geïnteresseerde lezer is een uitgebreide literatuurverwij zing opgenomen. Blunder Jammer genoeg verzandt Blaisse aan het eind van het boek in ego tripperij. Het hoofdstuk waarin hij uiteenzet hoe hij een paar jaar gele den door Banana-split werd gefopt met een nep-interview met de dub belgangster van Margaret Thatcher, lijkt opgenomen om zijn blunder goed te praten. Ook het verhaal hoe hij de opdracht voor een biografie van de fYanse president Mitterrand misliep, is vooral ter meerdere eer en glorie van Mark Blaisse. Wie die hoofdstukken overslaat, houdt een boeiend werkstuk over. SJAAK SMAKMAN Mark Blaisse: Aboe Nidal be staat niet. Uitgeverij de Arbei derspers, 29,50)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 11