OEICEN
Herinneringen aan de ijsbloemen van Wijster
De tango van media en terroristen
Hitier door
kranten niet
genegeerd
in jaren '30
Hoofdredacteur Ger Vaders schrijft na 14 jaar boek over treinkaping
DONDERDAG 25 MEI 1989
Het verhaal dat Nieuwsblad
van het Noorden
hoofdredacteur Ger Vaders
in december 1975 met
verkleumde vingers in de
trein in Wijster schreef, was
een monumentaal stuk
journalistiek. Nu, bijna
veertien jaar later,
comfortabel gezeten achter
een tekstverwerker in plaats
van op een harde
ongemakkelijke treinbank,
heeft Vaders een
indrukwekkend,
persoonlijk document
geschreven over de terreur
van die twaalf dagen. Het
boek, 'Ijsbloemen en witte
velden', is een geschiedenis
vol roerende details maar
ook een geschiedenis waarin
de grote lijnen duidelijk
worden geschilderd.
Woensdag vond in Den Haag
de officiële presentatie
plaats.
In 1975 studeerde zijn dochter Ca-
rolien nog op de sociale academie in
Groningen. Zij was niet erg popu
lair op die instelling, want ze was de
dochter van de hoofdredacteur van
'dat rechtse kloteblad'. Zij moest
een paar tentamens doen, net toen
de gijzeling aan de gang was. Daar
kwam uiteraard niets van terecht
omdat ze thuis zat in Paterswolde
bij haar moeder, haar zus en haar
pleegzus.
Direct na afloop van het gezins
drama kreeg zij een briefje dat ze
die tentamens alsnog terstond
moest doen, anders kon ze het wel
vergeten. Die extra tik was net te
veel. De dochter klapte in en had
een paar maanden nodig om weer
overeind te komen.
Het is maar een detail in het boek.
Maar het gediplomeerde (on)begrip
voor spanning, voor vretende onze
kerheid, is wel illustratief voor de
houding van autoriteiten die alles
beter wisten in die dagen. Het is het
zelfde begrip waarmee in journalis
tieke kring het besluit viel om Ger
Vaders voor zijn verhaal na de gijze
ling niet de persprijs te geven. Het
valt in dezelfde categorie als de be
slissing om geen lintjes te geven aan
gijzelaars uit de trein.
Vanuit de trein was kritiek gele
verd op de overheid. Na afloop van
de gijzeling, waarbij drie doden wa
ren gevallen, bleef de kritiek. Dat
werd niet geduld en dus kon er geen
enkel betoon van respect voor de
gijzelaars af, bijvoorbeeld in de
vorm van een lintje. De gijzelaars
werden in de positie van patiënt ge
plaatst. Ze waren uit hun evenwicht
en dus zouden ze wel onverstandige
dingen roepen, betoogden de auto
riteiten?
Verwijten
In zijn boek, 15 jaar na dato geschre
ven, handhaaft Ger Vaders in
hoofdzaak de verwijten die hij tij
dens en na Wijster heeft gespuid.
Zijn verhaal na de gijzeling, 'Geval
lenen uit Gods hand', droeg als mot
to: 'De regering speelde met levens
en verloor'. De essentie van zijn ver
wijt was dat er uit Den Haag door
Ger Vaders, op de plek waar hij veertien jaar geleden twaalf koude dagen lang slachtoffer was van een treinka
ping. (foto GPD)
Van Agt en door Den Uyl, destijds
respectievelijk minister van justitie
en minister-president, een tactiek
werd uitgestippeld die te weinig re
kening hield met de gegijzelden.
Een tactiek die onnodige ergernis
sen, onnodige ontbering en daar
door riskante situaties opleverde.
i Een tactiek die slachtoffers kostte
onder de gijzelaars.
In 'Ijsbloemen en witte velden',
houdt Vaders die kritiek staande.
Het argument van de autoriteiten
dat de rechtsorde bedreigd zou wor
den als er werd toegegeven aan de
kapers, is naar zijn oordeel maar be
trekkelijk. De rechtsorde wankelde
ook niet toen eerder een Japanse
terrorist met geld op zak en per
vliegtuig werd vrijgelaten. In Wijs
ter is zelfs niet de schijn gewekt dat
er serieus onderhandeld kon wor
den over de eisen van de kapers.
Dat bracht verhoogd risico voor de
gijzelaars mee.
Die kritiek van de hoofdredac
teur van het Nieuwsblad werd des
tijds aangevochten en ook nu valt er
wel wat op af te dingen. Los van de
vraag of de rechtsorde door onder
handelingen met terroristen wordt
bedreigd, is er het argument om
vooral als overheid duidelijk te ma
ken dat geweld niets oplevert. Elke
schijn van tegemoetkomendheid
kan andere groepen op het idee
brengen dat, mist ze het nog slim
mer aanpakken, het doel bereik
baar is.
Gedood
Naast onderhandelingen zijn er an
dere mogelijkheden om bij terreur
op te treden. Anderhalfjaar na Wijs
ter deed het begrip 'compartimen
teren' zijn intrede. De trein in De
Punt werd in de vroege ochtend
overvallen. De kapers, waarvan be
kend was dat ze zich in een apart
stuk van de trein bevonden, werden
allemaal gedood.
In Wijster is met die mogelijkheid
gespeeld. Een informant van de
Amsterdamse politie die vertrou
wen genoot in Molukse kringen,
wilde onder dekking van de politie
de kapers uit de trein lokken met
het argument dat hun actie nooit
kon slagen. Hij zou, op dezelfde ma
nier als hij gekomen was, de kapers
laten vluchten. Die informant eiste
van de autoriteiten wel dat alle ka
pers, zodra ze uit de trein waren, ge
dood zouden worden omdat hij na
derhand niet het risico van een aan
slag wilde lopen.
De actie is ten slotte mede niet
doorgegaan, omdat de man weiger
de zijn plan uit te voeren toen hij
had gezien hoe gebrekkig de organi
satie rond de gijzeling was.
Mr. R.A. Gonsalves, destijds spe
ciaal belast met de opsporing van
misdaden van terroristische aard en
betrokken bij de gijzeling in Wijs
ter, wees in eerste instantie het plan
af, nadat hogere autoriteiten in het
crisiscentrum in Den Haag al min of
meer akkoord waren gegaan. Gon
salves vond dat de methode (het in
hinderlaag lokken van misdadigers
om ze vervolgens standrechtelijk te
executeren) niet paste binnen het
patroon van de Nederlandse zeden.
Anderhalf jaar later, toen De Punt
aan de orde was, waren de overwe
gingen van degenen die daarbij be
trokken waren kennelijk anders.
Details
De nauwgezette reconstructie van
het drama Wijster en de weging van
de beleidsmaatregelen die toen gol
den, maken het boek zoveel jaren na
het gebeuren toch weer tot een
hoogst interessant document. Wat
het daarnaast zeer leesbaar en boei
end maakt, is de rijke dosering van
persoonlijke details. Ger Vaders be
schrijft uitvoerig de gevolgen die
het drama had op hem, op zijn gezin
en op een aantal andere betrokke
nen.
Die gevolgen kan hij alleen eerlijk
beschrijven door te vertellen hoe
zijn leven voor die tijd in elkaar zat.
Over zijn problemen thuis, waar na
de adoptie van een nichtje spannin
gen ontstonden. In die situatie vond
hij de veel jongere Matty van wie hij
ging houden. Dat leidde tot extra
problemen thuis. Hij vertelt in het
boek over de vakantie op een
Grieks eiland, samen met zijn
vrouw Maup.
De explosie als hij alles vertelt; de
wanhoop als Maup in stromende re
gen aan een winderig strand door
een jonge Griekse politieagent
wordt gevonden en in gebrekkig
Engels getroost met de opmerking
dat mannen vaak terugkomen; het
melancholieke afscheid van Matty;
het nieuwe evenwicht dat vlak voor
de gijzeling is gegroeid waardoor hij
die morgen van 2 december net
even iets te lang tevreden naast zijn
vrouw in bed blijft liggen en net de
sneltrein mist en is aangewezen op
die fatale stoptrein die wordt' ge
kaapt.
Wantrouwen
Velen uit de trein zijn na de gijze
ling een ander mens geworden. Va
ders schildert met de geoefende
hand van de observator het portret
van Hans Prins, de dokter in de
trein die de spil wordt in de activi
teiten die de gijzelaars zelf onderne
men om hun lot te verbeteren. Prins
zag op jonge leeftijd, na een buson
geluk, een hond rondlopen met het
hoofdje van een verongelukt kind
in de bek. Een ervaring die hem
heeft getekend. Hij was radicaal en
rechtlijnig. Na die slopende dagen
in december 1975 verandert zijn le
ven totaal. Hij moet ander werk zoe
ken. Zijn huwelijk loopt op de klip
pen.
Interesses veranderden. Zekerhe
den vielen weg. Soms bleef er angst
of een totaal wantrouwen.
Voor het boek heeft Vaders po
gingen ondernomen om ook ge
sprekken te voeren met de kapers
van destijds. Ze wilden niet. Maar
desondanks weet hij in 'Ijsbloemen
en witte velden' een klemmend
beeld te geven van de cultuur waar
in het idee groeide om te gijzelen en
te schieten voor een onbereikbaar
ideaal.
De jongens waren opgegroeid in
een besloten KNIL-samenleving.
Ze werden thuis door hun militai-
ristische vaders hard behandeld. Ze
hadden in die besloten wereld een
droom, waarvan ze wisten dat die
onhaalbaar was. Ze wilden terug
naar de eilanden waar hun wortels
lagen, maar de illusie dat het zou ge
beuren brokkelde langzaam af.
De jongens die de kaping pleeg
den, waren christelijk. Maar bij hun
daad hadden ze gerekend op de
goedkeuring van hun voorouders,
die in de tradities van de eigen cul
tuur een grote rol spelen. Dat geloof
in de juistheid van hun actie ver
dween, toen een van de Molukkers
in de trein later werd getroffen door
een afketsende kogel uit een geweer
dat per ongeluk was afgegaan. Dat
bracht hun vertrouwen in de goede
afloop van de gijzeling aan het wan
kelen. Ze groeiden langzaam toe
naar het idee dat de ontknoping
heel anders zou zijn dan ze hadden
gedacht.
Indonesië
In het boek kijkt Ger Vaders ook te
rug op andere situaties waarin hij
met geweld te maken had. In de oor
log, toen hij met twee broers werd
opgepakt als represaille voor het
feit dat generaal Seyffardt was
doodgeschoten door een jonge ver
zetsman. In het kamp Vugt ziet hij
hoe een joodse gevange wordt neer
geknald. Later maakt hij het geweld
mee in Indonesië, waar hij bij de po
litionele acties wordt ingezet.
Op bevel van een meerdere moet
hij kiezen tussen het afranselen van
een gevangene of een schot. Hij
kiest voor zijn leven. In 1975 zijn het
de kinderen van de KNIL-militai-
ren waarmee hij samen vocht in
Indonesië, die hem in de trein in
hun macht hebben.
Na afloop van die episode van ge
weld vat hij zijn ervaring samen in
een gesprek met zijn vrouw met:
"Het zijn eigenlijk dertien unieke
dagen in mijn leven geweest. Want
er is niets gebeurd waarvoor ik mij
hoef te schamen". In de afstandelij
ke derde persoon, waarin hij het
boek heeft geschreven, voegt hij er
aan toe: "Tegelijkertijd besefte hij
dat het niet waar was, hoogstens bij
na waar". Dat moet een bevrijdende
gedachte zijn na een érvaring waar
bij het overleven aan een zijden
draad heeft gehangen.
Na zijn terugkeer op de krant in
Groningen wacht hem aanvankelijk
een hartelijk welkom. Later ont
staat er een groot conflict rond zijn
persoon. Het uiteindelijke resultaat
is dat redactie een andere algemeen
hoofdredacteur krijgt en Ger Va
ders verder functioneert als com
mentariërend hoofdredacteur. La
ter, als de opwinding over is, wordt
in kleine kring soms twijfel geuit
over de noodzaak van de verande
ring. In zijn boek stelt Ger Vaders
dat hij zonder rancune terugkijkt op
het gebeuren.
Balans
"Zonder de ervaring van Wijster
zou hij er in het conflict nog eens
goed tegenaan zijn gegaan", schrijft
hij. "Nu wist hij dat er dingen waren
die belangrijker waren dan win
nen". En hij vervolgt: "Wie in alle
ernst de balans van zijn leven tracht
op te maken komt altijd in de buurt
van nul komma nul uit, maar dat is
niet belangrijk. Waar het om gaat, is
de smaak die achterblijft nadat men
een positief of negatief saldo van
zijn inspanningen en daden heeft
vastgesteld. Vindt hij bij het opma
ken van de rekening zichzelf vies,
voelt hij schaamte, is hij gekweld,
heeft hij schuldgevoelens die niet
overgaan? Of zegt hij: het kon be
roerder. In zijn geval kon het rot
ter".
WIM BISSCHOP
Ger Vaders: Ijsbloemen en witte
velden. Uitgeverij Anthos, f37,50.
Augustus 1988, Westduitse bankrovers - ze zouden nog met een gekaapte
bus de Nederlandse grens oversteken - praten vrijuit met de pers terwijl ze
het publiek onder schot houden. (f0to ap>
Op 30 januari 1933 kwam Adolf Hit-
Ier in Duitsland aan de macht. De
Nederlandse kranten schonken
daar toen grote aandacht aan. Toch
besefte men in ons land in die tijd
niet echt welk een levensgevaarlij
ke ontwikkeling er bij onze ooster
buren aan de gang was, zo schrijft
dr. L. de Jong in 'Voorspel', het eer
ste deel van zijn levenswerk Het Ko
ninkrijk der Nederlanden in de
Tweede Wereldoorlog.
Volgens De Jong werd in ons land
"het misdadig en ook jegens het
buitenland agressief karakter van
het nationaal-socialisme slechts
door weinigen begrepen". De be
langstelling voor wat er in Duits
land gebeurde was naar zijn mening
beperkt. Velen dachten dat het met
het nazidom niet zo'n vaart zou lp-
pen.
De Jongs stelling is interessant,
want zij verklaart misschien waar
om zeven jaar later, toen de Duitsers
ons land binnenvielen, een zo groot
deel van de Nederlandse bevolking
zich passief gedroeg tegenover de
bezetter. Sproot die houding niet
voort uit het geloof dat het 'allemaal
wel mee zou vallen'? Bleef men
daarom lange tijd passief meewer
ken aan Duitse maatregelen als te
werkstellingen en deportaties van
joden?
De historicus Frank van Vree, zelf
behorend tot de naoorlogse genera
tie, wilde het antwoord weten op die
intrigerende vragen. Hij besloot de
reactie van de Nederlandse publie
ke opinie op de gebeurtenissen in
Duitsland in de jaren dertig te on
derzoeken. Het resultaat is een
doorwrochte studie, waarop hij pro
moveerde aan de Leidse universi
teit.
Om met zijn conclusie te begin
nen: Van Vree is het niet eens met
dr. L. de Jong. De Nederlandse
kranten, waarvan Van Vree er vier
grondig heeft bestudeerd, gaven
wel degelijk veel aandacht aan wat
zich destijds in Duitsland afspeel
de. 'Duitsland' kreeg in de landelij
ke pers zelfs meer aandacht dan alle
andere buitenlandse onderwerpen.
Sterker nog: enkele kranten be
steedden daar meer redactionele
ruimte aan dan aan een spectaculair
binnenlands onderwerp als het Am
sterdamse Jordaanoproer in 1934,
waarbij zeven doden en tweehon
derd gewonden vielen.
Hitiers Derde Rijk was in de Ne
derlandse kranten "een permanent
terugkerend thema, zelfs in perio
den dat er weinig 'spectaculaire'
verwikkelingen waren", consta
teert Van Vree. De diepgaande be
langstelling voor Duitsland bleek
niet alleen uit de .stroom van
nieuwsberichten, maar ook uit het
overweldigende aantal commenta
ren, hoofd- en achtergrondartike
len.
Van Vree nam vier kranten onder
de loep: de Nieuwe Rotterdamsche
Courant (liberaal), Het Volk (socia
listisch), De Standaard (anti-revolu
tionair) en De Maasbode (rooms-ka-
tholiek). Kranten dus met politieke
of religieuze beginselen die vijandig
stonden tegenover het nationaal-so
cialisme. Dat betekende echter nog
niet dat zij zich alle vier steeds even
fel tegen ieder element van de natio-
naal-socialistische politiek keer
den.
Ook begrip
Naast scherpe kritiek hadden de
confessionele bladen De Maasbode
en De Standaard ook begrip, ja zelfs
waardering voor wat de nazi's de
den. Bepaalde aspecten van het na
tionaal-socialisme werden onder
schat of vergoeilijkt. Zo bagatelli
seerde De Maasbode het geweld en
het antisemitisme.
De Duitse correspondent van
krant, G. ridder de van der Schue-
ren, zag tot 1936 naast veel negatie
ve ook heel wat positieve en leerza
me elementen in het nazisme, zoals
de militaire tucht en de strijd tegen
het 'decadente humanisme'.
Ook het anti-revolutionaire blad
De Standaard was niet in alle op
zichten negatief. Deze krant vpnd
Hitier, naast alle kritiek die zij op
hem had, toch ook een "fascineren
de massaleider", die vele werkloze
mannen en vrouwen in Duitsland
"gered heeft uit de klauwen van het
communisme" en hen weer een
"positief levensdoel heeft geschon
ken".
Wat de liberale NRC in de jaren
dertig over Duitsland schreef was
zeker tot het vertrek in 1936 van de
befaamde Duitsland-kenner Marius
van Blankenstein uiterst negatief.
Daarna verdween de fel-polemische
toon vrijwel geheel uit de krant; zij
maakte plaats voor een ineer afstan
delijke benadering. Wat bleef was
de gedegenheid waarmee NRC over
Duitsland berichtte; zij overtrof
daarin alle andere Nederlandse dag
bladen.
Dat de redactie van het socialisti
sche blad Het Volk de beginselen en
de praktijken van de nazi's zeer fel
kritiseerde, zal niet verwonderen.
Opmerkelijk is echter, dat het blad -
in tegenstelling tot de NRC - niet
messcherp inzag dat Hitiers antise
mitisme onherroepelijk leidde tot
de uitroeiing van cLe joden.
De nieuwsstroom was, als ge
zegd, overvloedig, maar had toch
zijn beperkingen. Bij de redacties
heerste het gevoel dat men de lezer
niet blijvend kon 'lastig vallen' met
verhalen over onderdrukking, ra
cisme en martelingen. Bovendien
wilden bij voorbeeld Het Volk en
NRC vooral niet de indruk wekken
'sensationeel' in de berichtgeving te
zijn.
Een andere beperking, aldus Van
Vree, hing nauw samen met de
angst dat de Nederlandse politieke
en economische belangen bij een
verstoring van de betrekkingen met
Duitsland in gevaar zouden kunnen
komen. "In het belang van de posi
tie van Nederland als kleine neutra
le natie trachtte men het Derde Rijk
niet 'onnodig te prikkelen'."
Het proefschrift van Van Vree
geeft een helder beeld van de ma
nier waarop de Nederlandse pers in
de jaren dertig met Duitsland 'om
sprong'. Een deel van het gras werd
hem overigens twee jaar geleden
voor de voeten weggemaaid door
een studie van Paul Stoop over de
druk die Duitsland in de jaren der
tig uitoefende op de Nederlandse
pers.
Er blijft niettemin in dit nieuwe
boek genoeg interessants te lezen.
Van Vree heeft zijn onderwerp zeer
breed aangepakt. Hij beperkt zich
niet tot een 'wie schreef wat', maar
schetst ook de structuur van de Ne
derlandse dagbladpers in de jaren
dertig. Verhelderend is de manier
waarop Van Vree beschrijft en ana
lyseert hoe het er bij de vier onder
zochte kranten voor de oorlog aan
toe ging. Eigenlijk geeft hij hier vier
miniatuurgeschiedenissen van
kranten die de spreekbuizen waren
van zeer. uiteenlopende bevolkings
groepen in het verzuilde Nederland
van de jaren dertig.
JAN DE ROOS
Frank van Vree: De Nederlandse
Pers en Duitsland, 1930-1939. Een stu
die over de vorming van de publieke
opinie. Historische Uitgeverij Gronin
gen, f 49,50.
(Nieuwe uitgaven op pagina 9)
Journalistiek, zegt de journalist/his
toricus Mark Blaisse, is een tango:
"De tango wordt gedanst volgens
geheimzinnige regels, traag zwie
rend of abrupt zwaaiend. Het is ge
disciplineerd, uitgevoerd door bij-
na-marionetten die een haat-liefde-
verhouding lijken te hebben. Tango
is entertainment, waarbij trots en
melancholie, kracht en verdriet
door elkaar lopen. Wie danst met
wie als terreur wordt verslagen,
ideologen en propagandamakers
worden opgevoerd of machtheb
bers aan het woord komen?".
Die vraag is het thema van 'Aboe
Nidal bestaat niet'. Blaisse illu
streert aan de hand van zijn eigen
ervaringen in het midden-oosten
dat het samenspel tussen de media
en hun 'nieuwsleveranciers' aan
zienlijk ingewikkelder is dan me
nigeen wil (doen) geloven. De Ame
rikaanse historicus Lacqueur bij
voorbeeld heeft de theorie ontwor
pen dat het terrorisme leeft bij gra
tie van de media. Terroristen zijn uit
op publiciteit. Zwijg je ze dood, dan
houden ze vanzelf op, aldus Lac
queur.
Het verhaal spreekt aan door zijn
eenvoud. De Britse premier That
cher besloot vorig jaar oktober dat
de Britse media na de zoveelste aan
slag geen IRA-leden meer voor hun
camera's of microfoons 'mochten
halen. Ook parlementariërs van
Sinn Fein, de legale tak van de IRA,
moest op die manier het zwijgen
worden opgelegd.
Maar censuur, zo luidt de stelling
die Blaisse een poosje geleden al op
een symposium over terrorisme in
Leiden verdedigde, is geen ant
woord. Ten eerste belichten kriti
sche media in hun verslaggeving
ook de misdadige kant van terroris
me kunnen belichten en prikken
ballonnen door, en in de tweede
plaats ornaat het meeste terrorisme
helemaal niet is gericht op grote
koppen in de kranten.
Co-produktie
Bovendien is terrorisme geen co-
produktie van media en terroristen,
maar evenzeer een één-tweetje van
terroristen en autoriteiten. Hoe
vaak gooien overheden het niet op
een akkoordje met terroristen? De
Italianen legden de PLO geen stro
breed in de weg om gespaard te blij
ven voor aanslagen. Toen de PLO
die 'afspraak' in 1985 schond door
de kaping van het Italiaanse passa
giersschip Achille Lauro en het ver
moorden van de Amerikaanse toe
rist Leon Klinghoffer, gaven de Ita
lianen geen krimp. De eis van de VS
om de kapers uit te leveren werd ge
negeerd. Ze werden integendeel
vrijgelaten. Recenter en wellicht
nog onthullender is natuurlijk Iran-
gate.
Blaisse gelooft niet zo in de stimu
lerende rol van de media, al signa
leert hij wel de toenemende nood
zaak voor journalisten om te 'sco
ren'. "Radio, televisie en in toene
mende mate ook kranten en tijd
schriften lijken primair voor enter
tainment te moeten zorgen. Ont
spanning is belangrijker dan infor
matie. De vermoeide democraat,
die na een dag werken op de vrije
markt thuiskomt, wil geamuseerd
worden, niet gedeprimeerd worden.
Wie het hoogst scoort, kan de hoog
ste bedragen voor advertenties vra
gen". En terrorisme is vermaak, hoe
luguber dat ook klinkt. De voorma
lige RAF-terrorist Christhoph Wac-
kernagel vertelt Blaisse dat zijn
groep bij aanslagen soms rekening
hield met de sluitingstijd van be
langrijke kranten.
Hysterie
Maar ligt daar de wortel voor het
terrorisme? Nee, zegt Blaisse. Hij ci
teert Sartre, die ooit heeft gezegd
dat wie niemand is, moet zorgen dat
hij wat krijgt. Hij citeert ook het ant
woord van een gevangen genomen
Palestijnse terrorist op de vraag of
hij uit overtuiging of voor geld
moordt: "Nee, mijn God, alleen
voor geld. Wat voor overtuiging be
staat er eigenlijk? Is er nog steeds
een overtuiging? We hebben ons al
lang geleden met huid en haar ver
kocht".
Blaisse heeft jarenlang in het
midden-oosten gewerkt en zich
daar verdiept in het terrorisme.
Meer nog dan zijn vergeefse pogin
gen om Aboe Nids(l, de beruchtste
terrorist ter wereld, te zien en te
spreken te krijgen (vandaar de titel
van zijn boek), heeft zijn verblijf in
Beiroet bijgedragen aan zijn opvat
tingen: "Je hoeft geen fanatieke is
lamiet of overdreven nationalist te
zijn om geweld als laatste redmid
del te beschouwen. Het is voldoen
de om geboren te zijn in een vluch
telingenkamp, in een sloppenwijk
of een geïsoleerd dorp. Dat geldt
voor Libanon net zo goed als voor
Noord-Ierland, Baskenland of Ar
menië".
De levensgeschiedenis van Aboe
Nidal is tekenend. Qeboren als zoon
van een de rijkste Palestijnse groot
grondbezitters zag hij hoe de Israë
li's in 1948 het land van zijn vader in
beslag namen en belandde hij zeifin
een vluchtelingenkamp. Arm, ver
nederd en verjaagd zwoer hij wraak.
De wereld heeft het geweten.
Zijn verhaal illustreert treffend
het onderscheid dat de Ierse publi
cist O'Brien maakt tussen de senti
mentele en de hysterische benade
ring. De séntimentele ziet de terro
rist als een verdwaalde idealist, een
sociale hervormer die helaas naar
de wapens grijpt. Onzin, zegt
O'Brien, een terrorist is geen ziele-
poot, maar een mens die macht en
gelding uit zijn wandaden put. Maar
de hysterische visie (vooral te vin
den in de VS), waarin de terrorist
een geestelijk gestoorde moorde
naar is die wordt gemanipuleerd
door een supermogendheid, is
evenmin realistisch.
Het wezenlijke probleem is dat
terreur diep in onze culturen zit. Al
leen intensieve internationale sa
menwerking biedt perspectieven.
Maar dat gebeurt niet. Want of het
nu gaat om de sponsoring van con-
tra-terreur in Nicaragua, het opbla
zen van een schip van Greenpeace
of het steunen van de PLO, elke re
gering heeft wel belang bij terreur.
Perscensuur is daarvoor geen op
lossing, het leidt hooguit de aan
dacht van het kernpunt af.
'Aboe Nidal bestaat niet' onder
scheidt zich van andere boeken
over terrorisme doordat het leest als
een spannend jongensboek. Blaisse
schrijft boeiend over zijn eigen be
levenissen. De essentie van de vele
'vakliteratuur' die hij heeft gelezen,
vlecht hij er spelenderwijs door
heen. Voor de geïnteresseerde lezer
is een uitgebreide literatuurverwij
zing opgenomen.
Blunder
Jammer genoeg verzandt Blaisse
aan het eind van het boek in ego
tripperij. Het hoofdstuk waarin hij
uiteenzet hoe hij een paar jaar gele
den door Banana-split werd gefopt
met een nep-interview met de dub
belgangster van Margaret Thatcher,
lijkt opgenomen om zijn blunder
goed te praten. Ook het verhaal hoe
hij de opdracht voor een biografie
van de fYanse president Mitterrand
misliep, is vooral ter meerdere eer
en glorie van Mark Blaisse. Wie die
hoofdstukken overslaat, houdt een
boeiend werkstuk over.
SJAAK SMAKMAN
Mark Blaisse: Aboe Nidal be
staat niet. Uitgeverij de Arbei
derspers, 29,50)