'Er bestaan attente
en slordige lezers'
De ruige blues van een dame
Haitink
naar
Amsterdam
Mooie etsen
Schellekens
Interessante dimensies en symbolisch getruttei
Sprekend geweten van duistere tijd
Soms vals, vaak adembenemend
MAANDAG 22 MEI 1989
PAGINA 21
AKO-prijswinnares Raskin over kritiek op haar werk:
Heeft literair Nederland collectief last van een blinde
vlek of is 'Het koekoeksjong' van Brigitte Raskin
inderdaad niet het meesterwerk waar de AKO-jury het
voor houdt? Raskin zelf spreekt fijntjes van 'attente' en
'slordige' lezers van haar debuutroman. Maar is dat wel
terecht? Een gesprek met de omstreden winnares van de
AKO Literatuur Prijs 1989.
AMSTERDAM De volgende och
tend kan Brigitte Raskin (1947) nog
steeds niet goed geloven dat zij vrij
dagavond de AKO Literatuur Prijs
1989 heeft gewonnen. Zo nu en dan
haalt ze de cheque van 50.000 gul
den uit de blauwe boodschappentas
naast zich, alsof ze zich er steeds
weer van moet overtuigen dat ze
niet droomt. "Heel Vlaanderen was
ervan overtuigd dat Leo Pleysier
zou winnen. Ik had er geen moment
rekening mee gehouden dat ik de
gelukkige zou zijn".
Brigitte Raskin was niet de enige
die vrijdagavond hoogst verbaasd
reageerde op haar uitverkiezing.
Wie je tijdens het diner vooraf ook
sprak, niemand tipte haar boek
voor de overwinning. Er was zelfs
regelrechte kritiek te horen op het
feit dat zij tot de genomineerden be
hoorde. Met uitzondering van jury
lid Hans Warren, die als recensent
'Het koekoekjong' de hemel in had
geprezen, had niemand Raskins de
buut immers opgemerkt. Afgezien
van een forse bestelling door de bi
bliotheken, waren tot het moment
door
Gerlof Leistra
dat haar nominatie bekend werd ge
maakt in Nederland slechts 100
exemplaren van haar boek ver
kocht. Raskin wordt uitgegeven
door Kritak in Leuven, een volle
dochter van uitgeverij Meulenhoff.
Veelzeggend lijkt dat Meulenhoff
het manuscript weigerde. Saillant
detail is ook dat van de vijf juryle
den van de AKO Prijs twee tegen
Raskin stemden. In de wandelgan
gen werd dan ook bij wijze van grap
opgemerkt dat niet Raskin maar
Warren de AKO Prijs gewonnen
had.
Wanneer ik Brigitte Raskin zeg
dat ik haar boek meer een journalis
tieke reportage dan een roman vind,
kijkt ze mij glimlachend aan. "Er
zitten wel degelijk allerlei literaire
vondsten in mijn boek: herhalin
gen, spiegeleffecten, noem maar op.
Maar ik ben het met u eens dat ik
het drama in het boek zeker niet ge
accentueerd heb. Die vorm heeft
zich automatisch opgedrongen. De
papieren moeten voor zich spreken.
Daar kun je nu eenmaal niet heel
emotioneel tussen komen. Het is
een kwestie van doseren. Wat mij
betreft moest het zo en niet anders".
In 'Het koekoeksjong' beschrijft
Raskin het levensrelaas van Frans
Maes, het koekoeksjong, een ver
schoppeling van de maatschappij
wiens korte bestaan zich tussen
1938 en 1970 afspeelde. Raskin heeft
Maes oppervlakkig gekend en be
gon haar zoektocht zeventien jaar
na de dood van Maes. Haar boek is
het verslag van die obsessieve zoek
tocht. Aan de hand van allerlei ge
tuigen probeert Raskin het leven
van Maes te reconstrueren en op die
manier aan de vergetelheid te ont
rukken.
Nieuwe Revue-stijl
Ook na herlezing blijft het wat mij
betreft vergeefse moeite: van Frans
Maes gaan er drieduizend in een do
zijn. En de stijl van Raskin onder
scheidt zich bovendien in niets van
een aardig geschreven reportage
voor de Nieuwe Revu. Raskin -
sinds twintig jaar actief in de jour
nalistiek - blijft stoicijns onder de
kritiek. "Je hebt nu eenmaal attente
en slordige lezers. Een attente lezer
De Vlaamse schrijfster Brigitte Roskin (links) neemt de AKO'-Literatuurprijs 1989 in ontvangst uit handen i
Chris de Ruyig, de voorzitter van het AKO-bestuur. De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van 50.i
gulden. (foto A
In haar dankwoordje na afloop
van de prijsuitreiking vrijdagavond
zei Raskin enigszins beschaamd:
"Frans Maes moest eens weten dat
ik hier met zijn leven centen zit te
verdienen". De obsessie voor Frans
Maes is bij Raskin begonnen na zijn
dood. "De lijken van de andere
mensen die bij dat ongeval waren
betrokken, werden keurig afge
haald. Alleen Frans Maes bleef over.
Ik wilde weten waarom dat zo was.
In mijn boek vertel ik zijn levens
verhaal".
de belangstelling voor Vlaamse lite-
ratuur. Maar voor mijzelf wordt het R PftlTIPfltlP
niet gemakkelijker op. Normaal
gesproken begin je onderaan, ik
kom van bovenaf het literaire we
reldje binnenvallen. Schrijvers als
Bernlef of Kousbroek hebben al zo
veel gepresteerd, die liggen niet
LEIDEN - Door een abuis bij het
'overschrijven', zoals dat in tekst
verwerkerstermen heet, is er af
gelopen zaterdag een verkeerde
foto-onderschrift
wakker van de verwachtingen geplaatst onder de foto van de
i anderen. Maar ik begin net".
Hoewel ze al wi
boek schrijft, wil
kwijt dat het
ïr aan een tweede
e daar alleen over
betreft.
twee schrijvers Peter van Zonne
veld en F.L. Bastet. Allereerst is
Bastet en niet Van Zonneveld de
auteur van het gedicht waarop in
laatste alinea wordt
Haar debuutroman schreef ze naast zinspeeld. Daarnaast is het woord
haar baan als lerares geschiedenis,
"maar die 50.000 gulden stellen mij
in staat een of twee jaar verlof te ne
men. Al met al is het dus zeer ple
zant".
'groot' in de laatste zin niet op zijn
plaats. Bastet schrijft in het ge
dicht 'Rapenburg': 'En elke avond
komen weer de schriele/verpau
perde klassieke imbecielen'.
AMSTERDAM (GPD) Voor het
eerst sinds zijn afscheid van het
Concertgebouworkest in april 1988
zal Bernard Haitink Amstardam be
zoeken. Op 22 april dirigeert hij in
het Concertgebouw een uitvoering
van de 8e symfonie van Anton
Bruckner, waarbij hij het Europees
Jeugdorkest zal leiden. Dit concert
maakt deel uit van een tournee, die
Haitink met dit ensemble door Eu
ropa maakt.
Op 14 mei 1990 dirigeert Haitink
het Rotterdams Philharmonisch
Orkest in een uitvoering van de
Tweede symfonie van Gustav Ma
hler. Daarmee wordt herdacht dat
het op dat moment vijftig jaar gele
den is dat Rotterdam door de Duit
sers werd gebombardeerd.
Deze maand brengt Philips de
5de symfonie van Mahler uit met de
Berliner Philharmoniker. De uitga
ve maakt deel uit van de integrale
Mahler-reeks, die Haitink met dit
orkest aan het vastleggen is. In no
vember zal Beethovens Fidelio met
de Dresdener Staatskapelle worden
vereeuwigd.
Voor het EMI neemt Haitink Wa
gners 'Ring des Nibelungen op
waarvan 'Die Walküre reeds is ver
schenen en 'Das Rheingold' snel
uitkomt.In 1990 wordt 'Siegfried'
opgenomen. Binnenkort kunnen
Haitinks nieuwe opnamen van de
5de symfonie en het 'Te Deum' van
Bruckner met de Wiener Philhar
moniker tegemoet worden gezien.
Haitinks opera-agenda vermeldt
opvoeringen van Wagners 'Die Wal
küre' en Mozarts 'Le nozze di
Figaro' in het Londense Govent
Garden. In de jaren 1991 en 1992 di
rigeert Haitink uitvoeringen van
laatstgenoemde opera in Salzburg
tijdens de Osterfestspiele en het
daarop volgende zomerfestival.
LEIDEN Een hele wand van
antiquariaat Van Paddenburgh
in de Diefsteeg wordt in beslag
genomen door keurig georden
de rijen boeken; Aafjes, Bies
heuvel en Claus of Arntz, Be-
snyöen Brassaï zijn in de verza
meling literaire en kunstboeken
te vinden. De overgebleven
ruimte en een plaats in de etala
ge zijn gereserveerd voor een
maandelijks wisselende ten
toonstelling van grafiek. In de
ruim twee jaar van het bestaan
van het antiquariaat waren on
dermeer werken van de kunste
nares en schrijfster Charlotte
Mutsaers en de vorig jaar overle
den Gerd Arntz te bewonderen.
Enkele malen liet het geëxpo
seerde werk een relatie met de
literatuur zien, bijvoorbeeld de
reeks prenten van Mutsaers,
waarin de inktvis de schrijver
symboliseerde en de schrijvers
portretten van Judith ten
Bosch.
In de serie kleuretsen van
Marcel Schellekens die recent
tentoongesteld zijn, ontbreekt
de literaire inslag, maar zijn
werk bevat wel verwijzingen
naar schilderijen van Gauguin
en Breitner die heel opvallend
zijn. In een ets combineert
Schellekens een aantal Tahiti-
aanse vrouwen met een Breit-
ner-achtig model in kimono.
Het warme kleurgebruik en de
weelderige bloempatronen la
ten Schellekens' gevoeligheid
voor een exotische sfeer zien.
De fraaie vrouwenportretten ge
ven tegengestelde stemmingen
weer, zoals rust, in de weergave
van een sluimerende figuur, en
extase, die de houding van een
in blauw geklede vrouw uit
drukt. Deze kleuretsen op groot
formaat vormen een nieuwe
stap in de ontwikkeling van hel
der kleurgebruik en verdere be
heersing van deze lastige tech
niek. In de subtiele detaillering
en de decoratieve patronen
toont Marcel Schellekens zijn
kunnen.
In de aangename rust en be
slotenheid van antiquariaat Van
Paddenburgh kan een ieder met
een passie voor literatuur, beel
dende kunst, architectuur of fo
tografie ontbrekende titels voor
eigen collectie opsporen of een
keuze maken uit de prenten in
stock. Men kan er van woensdag
tot en met zaterdag van twee uur
tot zes uur terecht.
NANCY STOOP
Rory Block en Leoni Jansen openen Chansonweek
Optreden van Rory Block met Leoni Jansen
in het voorprogramma tijdens de eerste
avond van de Internationale Chansonweek.
Gezien op 21 mei in de Leidse schouwburg.
LEIDEN - De chansonweek is be
gonnen. Rory Block en Leoni
Jansen hebben voor een ope
ningsavond gezorgd die er mag
zijn. De Blockfans en de Jansen-
fans zullen zich geenszins be
kocht voelen. Wie één van de
twee zangeressen nog niet of niet
goed kende, moet het een prettige
(nadere) kennismaking hebben
gevonden.
Rory Block mocht zeker op een
aantal enthousiaste fans rekenen
die haar niet alleen maar van de
single-hit 'Lovin' Whiskey' ken
nen. Ook al is dit nummer heel
wat keren te horen geweest, het
blijft mooi en opvallend temid
den van veel poppulp. Natuurlijk
kon zij er gisteravond niet onder
uit om het nummer weer eens te
brengen, en natuurlijk was de bij
val van het publiek navenant. Ze
doet dat echter pas, nadat ze een
aantal onvervalste blues-num
mers heeft laten horen. En dat
blijkt dan verrassend voor wie
haar nog niet eerder live zagen
optreden.
Op het eerste gezicht zou je na
melijk niet verwachten dat zij met
zoveel passie dit soort nummers
kan vertolken. Ze slaat het vuur
uit haar gitaar, en onderstreept
dat nog eens stevig door met haar
linkervoet het ritme mee te stam
pen. Wat ze doet, is zonder meer
muzikaal, maar dan toch wel mu
ziek van het wat ruigere soort.
Kijk je echter naar het toneel, dan'
zie je tot je verbazing geen wild
blues-type maar een charmante
dame, gekleedin een goudgele
blouse, zwarte rok, zwarte nylons
en elegante schoentjes met hoge
hakken. Niettemin blijkt dat je
ook in die outfit en zelfs met dat
schoeisel -zulke stevige muziek
kunt maken.
Rory Block heeft een kleurrijke
stem; van het innemende geluid
zoals in 'Lovin' Whiskey' tot
krachtige uithalen in het echte
blues-werk. Van werk als 'Trave-
lin' blues', 'Statesborough blues',
'Walkin' blues' (van Robert
Johnson, één van haar muzikale
voorbeelden) stapt ze - dan met
begeleiding van Alan Gorie op
Rory Block
sloeg "het vuur
uit haar gi
taar" op de eer
ste avond van
de Internatio
nale Chanson-
week in de
Leidse Schouw
burg. (foto pr)
bas - over naar recenter werk en
laat zelfs al wat horen van haar
nieuwe album dat in september
zal worden uitgebracht. Het pu
bliek reageerde steeds enthou
siaster, en zonder een paar toegif
ten kon Rory Block dan ook niet
wegkomen.
Leoni Jansen gaf geen toegif
ten. Misschien vond ze dat niet bij
een voorprogramma passen,
want het aplaus van de toeschou
wers was ér eigenlijk wel naar.
Dat is al een hele prestatie, want
in een voorprogramma staan is
niet gemakkelijk. Gaandeweg
verovert Leoni Jansen het pu
bliek. Haar optreden was dan ook
veelzijdig genoeg om ook dege
nen die uitsluitend voor Rory
Block waren gekomen, in elk ge
val een staaltje van haar vocale
kwaliteiten te tonen.
Misschien heeft Leoni Jansen
in de veertig minuten van haar
optreden (met pianobegeleiding
van Polo de Haas) iets te veel ver
scheidenheid gebracht, waardoor
zij het er voor zichzelf niet gemak
kelijker op maakte. Op stemtech-
nisch gebied haalt ze een paar
capriolen uit, het een wat meer
geslaagd dan het ander. Haar bes
te momenten zijn ofwel in de te
dere nummers, waarin ze erg ont
roerend kan zijn, of in het meer
cabareteske werk,.dat ze met ver
ve brengt. Ook al wilde zij in deze
veertig minuten misschien iets te
veel, ze kan beslist heel veel, en
dat zal niemand durven betwis
ten. Leoni Jansen sloot haar op
treden af met 'Two for Tango', dat
Rob Chrispijn en Frans Ehlhart
voor haar gemaakt hebben. Als ze
dat eenmaal heeft gebracht, kan
het gewoon niet meer stuk. Het
publiek dacht er kennelijk ook zo
WIJNAND ZEILSTRA
'De Reisleidster' van Bolho Strauss door De
Tijd. Vertaling: Raf Reymen. Regie: Lucas
Vandervorst. Spel: Antje De Boeck en Bob
de Moor. Gezien in het LAK Theater op 20
LEIDEN - 'De Reisleidster' van
Botho Strauss is een stuk met
slechts twee personages, maar
desondanks loopt er een schier
eindeloos aantal persoonlijke en
maatschappelijke verhoudingen
stuk. De man in het stuk is een le
raar die zich op zijn toekomst
moet bezinnen, met andere woor
den: hij is vastgelopen in zijn
baan, kan zijn leerlingen niet
meer aan en is overspannen ge
raakt. De vrouw is twintig jaar
jonger en behoort tot het impul
sieve type dat nauwelijks conven
ties accepteert en zich aangetrok
ken voelt tot ieder interessant
probleemgeval dat zij tegenkomt.
Nog tot over haar oren verliefd op
het ene probleem wordt zij gefas
cineerd door het andere, kan bei
de niet combineren, kan ook de
afzonderlijke problemen niet aan
en stort zich dus in het volgende
al even uitzichtloze avontuur.
Vooral tijdens de eerste helft
staan de dialogen bol van het hol
le gepsychologiseer en de relatie-
problematiek uit het ik-tijdpërk
van de jaren zeventig. Aan sym
bolen en semi-poëtisch woordge
bruik geen gebrek en de situering
tegen een achtergrond van het
klassieke Griekenland verhoogt
het modieuze, semi-intellectuele
aspect. Dramatisch heel zwak is
bovendien het overdadige exposé
en het onfunctionele gesol met de
zwijgende, doodzieke bijna-ex-
vriend, onder andere om hem in
de hotelkamer van de leraar in
bad te doen (en dan verbaasd rea
geren als deze dat niet leuk
vindt...).
Ook de voorstelling zelf was
vóór de pauze niet echt meesle
pend, maar het was moeilijk te
constateren of de redenen daar
voor gezocht moesten worden bij
Strauss zelf, bij de Vlaamse verta
ler of bij de beide spelers van De
Tijd, van wie met name Antje De
Boeck in het begin regelmatig
verzandde in gekunstelde toon
tjes en maniertjes. Na de pauze
trad een lichte kentering op. Daar
creëerde Strauss de onontkoom
bare confrontatie en daar kregen
de spelers de gelegenheid elkaar
in een lange dramatische climax
emotioneel op te stuwen. Ook
hier weer enig overbodig symbo
lisch getruttei, onder andere van
een naakte, witgeschilderde Pan
die scènes lang doodstil op een
paaltje had gezeten en zich ver
volgend verhief om Antje De
Boeck een draai om haar oren te
geven. Zoiets wekt hilariteit op
(het was ook komisch), maar het
pleit voor de inzet van de beide
spelers dat het de eindelijk opge-
t bouwde spanning niet verzwakte.
De dialogen van Strauss bleven
gekunsteld, maar in een zeer di
recte speltechniek die ook een di
recte betrokkenheid van de toe
schouwers eiste, werden er in ie
der geval interessante dimensies
aan verleend.
PAUL KORENHOF
Schrijver Abel Herzberg (95) overleden
AMSTERDAM (GPD) - De vrijdag
op 95-jarige leeftijd overleden
schrijver Abel J. Herzberg heeft
zich met zijn werken binnen en bui
ten de joodse wereld groot moreel
gezag verworven. Voordat de Twee
de Wereldoorlog en de Holocaust
bittere feiten werden, was de jurist
Abel Herzberg enkele jaren voorzit
ter van de Nederlandse Bond van
Zionisten. Na de oorlog en de kam
pen kreeg hij naam als schrijver. Hij
trad op als de chroniqeur van een
tijdperk en legde zijn herinneringen
vast in een aantal geschriften die
een wijde verspreiding vonden: ver
slagen, verhalen, toneelwerken, do
cumentaires. De waardige toon is
niet alleen in joodse kring verstaan:
Abel Herzberg werd, wellicht tegen
zijn zin en bedoeling, met Jacques
Presser het sprekend geweten van
een periode.
Abel Jacob Herzberg werd op 17
september 1893 in Amsterdam ge
boren. Hij studeerde rechten en pu
bliceerde in 1936, vanuit de zionis
tische gedachte en praktijk, het
boek Vaderland.
Het lot van zijn familie had hem
in het centrum van de zionistische
activiteit gevoerd. De Herzbergs
waren ten tijde van de verschrikke
lijke pogroms in Rusland, rond
1880, naar Amsterdam uitgeweken.
Daar wachtte de kleinzoon Abel Ja
cob en zijn verwanten tijdens de be
zetting een nog vreselijker vervol
ging. Hij kwam terecht in kampen,
overleefde en publiceerde vlak na
de oorlog de aangrijpende kroniek
Amor Fati, een bundeling van arti
kelen en opstellen over zijn ervarin
gen in het kamp Bergen-Belsen, die
eerder in het weekblad de Groene
Amsterdammer verschenen. Herz
berg legde hier, in zijn eigen woor
den, subjectieve uitingen neer die
«met andere verklaringen zouden
moeten leiden tot een meer objec
tief oordeel. "Dat is niet alleen van
belang voor de bejegening van het
Duitse volk, maar ook, en zelfs in de
eerste plaats voor de ontwikkeling
van onze eigen toekomst".
Amor Fati werd in 1949 bekroond
met de Wijnaendts-Franckenprijs.
In het verzamelwerk Onderdruk
king en Verzet plaatste Herzberg
zijn Kroniek der jodenvervolging
die in 1950 als zelfstandige uitgave
het licht zag. In datzelfde jaar ver
scheen ook zijn dagboek uit het
kamp Tweestromenland. Met Eich-
mann in Jeruzalem (1962) leverde
Abel Herzberg een veelbesproken
documentaire. In 1964 volgde zijn
befaamd geworden Brieven aan
mijn kleinzoon, De geschiedenis
van een joodse emigrantenfamilie.
Dit vele malen herdrukte boek is
het wijs relaas van een leven, een le
venslot en een levensopvatting.
Eind 1964 werd de schrijver,
wiens literaire kwaliteiten zeer de
aandacht trokken, onderscheiden
met de Constantijn Huygensprijs.
Tien jaar later, na het verschijnen
van de toneelwerken Herodes en
Sauls dood, de verhalenbundel Om
een lepel soep, de novelle Drie rode
de
De
van koning Herodes werd dit in
drukwekkende oeuvre onderschei
den met de P.C. Hooftprijs.
Dat werk leidt tot de herontdek
king van de voor Abel Herzberg be
tekenisvolle fundamentele waar
den. Zijn drie rode rozen heten ge
loof, hoop en liefde. Hij bouwde er
een literair en vooral humaan mo
nument voor.
Schrijver Abel Herzberg tijdens een uitzending
Collegium Musicum in Stadsgehoorzaal
Concert door Collegium Musicum met wer
ken van Brahms, Dvorak, L. Andriessen,
Mendelssohn en Debussy. Dirigenten wa
ren René Gulikers (orkest) en Jos Vermunt
(koor). Gehoord op 21 mei in de Stadsge
hoorzaal.
LEIDEN —-Was het de
dige herinnering aan hun tournee
door Zweden of de laffe warmte
die langzamerhand bezit had ge-
nomep van een redelijk gevulde
Stadsgehoorzaal? Over de achtste
symfonie van Dvorak hing de wat
lome sfeer van iemand die te lang
in de zon heeft gestoofd. Hoe vol
de orkestklank ook was, hoe één
van geest de strijkersgroepen en
hoe zuiver de blazers over het al
gemeen ook waren, toch werd het
publiek wat doezelig, de aan
dacht dwaalde al eens af en een
enkeling werd overmand door
Klaas Vaak. Van de weeromstuit
klonken er in het orkest onnauw
keurigheden: ongelijke strij-
kersinzetten, onzuivere blazers
passages zoals de trompetten die
aan het slot fier, maar vals gesto
ken werden. Toch zat tegen het
eind van het concert de Schwung
er weer in, zodat het een dende
rend slot werd met veel applaus.
Dirigent René Gulikers had al
laten horen tot welk een hoge
graad van afwerking een ama
teurorkest kan komen als hetzelf
de programma op een buiten
landse (Zweedse) tournee meer
dan eens gespeeld is. Koordiri
gent Jos Vermunt deed daar nog
een schepje bovenop. Waar Guli
kers het gebracht had tot een
voorbeeldig spelend ensemble,
had Vermunt nog de energie om
de koren en ook het 'kameror
kest' aan te zetten tot muzikale
bewogenheid en uitdrukkings
kracht. Intensiteit is één van Ver-
munts kenmerken. Dat begint al
bij het aangeven van de stemmen.
Ondanks hun zacht zoemende vo
lume dragen zijn tonen tot ver in
de zaal. Hij heeft een zeer actieve
houding bij het dirigeren waar
mee hij de koorleden verleidt tot
een mooi afgewerkte koorklank.
Vooral de zachte passages stralen
een ingehouden spanning uit. De
'Sechs Sprüche' van Mendels
sohn (voor groot koor a capella)
dwongen reeds de aandacht af
maar de proef op de som vorm
den de 'Trois Chansons de Char
les d'Orléans' van Debussy, even
eens zonder begeleiding. Immers
een kamerkoor is een zeer deli
caat en kwetsbaar instrument. Ie
dere hapering, elke verspreking
is veel duidelijker te horen dan in
een groot koor. Welnu: van aarze
ling of onzuiverheid was geen
sprake. Vol durf en bekwaamheid
begaven de zangers zich in het
waagstuk van Debussy's tere rit
mes, zijn pastelgetinte maar zeker
ook gewaagde akkoorden, waar
door dit een adembenemende uit
voering werd die zeer enthousiast
onthaald werd door het publiek.
De lichtvoetige en heldere dic
tie van de Franse taal stond in
grote tegenstelling tot de ritmi
sche, strak afgebeten Italiaanse
lettergrepen van 'II Principe'. In
dit werk voor twee koren en klein
instrumentaal ensemble (waaron
der basgitaar) laat Louis An
driessen het koor citaten spreek-
/zingen van Macchiavelli. Ieder
citaat wordt ingeleid door enkel
doffe dreunen van de basinstru-
menten. De afstandelijke wreed
heid van de teksten roept in toe
nemende mate spanning en
agressie op. In de muziek uit zich
dat in steeds dwingender gescan
deerde woorden en in steeds snel
ler opeenvolgende, bonzende ak
koorden. Ondanks de onbekend
heid misschien van veel mensen
met dit soort muziek, werd het
werk zo overtuigend en indrin
gend gebracht dat het toch veel
bijval kreeg uit de zaal. Het leek
alweer eeuwen geleden dat het
concert geopend werd met de
klaagzang 'Nanie' van Brahms
voor koor en orkest. Mooi uitge
voerd maar met minder intense
directheid dan het meest recente
werk van dit concert.
MONICA SCHIKS