'Er bestaan attente en slordige lezers' De ruige blues van een dame Haitink naar Amsterdam Mooie etsen Schellekens Interessante dimensies en symbolisch getruttei Sprekend geweten van duistere tijd Soms vals, vaak adembenemend MAANDAG 22 MEI 1989 PAGINA 21 AKO-prijswinnares Raskin over kritiek op haar werk: Heeft literair Nederland collectief last van een blinde vlek of is 'Het koekoeksjong' van Brigitte Raskin inderdaad niet het meesterwerk waar de AKO-jury het voor houdt? Raskin zelf spreekt fijntjes van 'attente' en 'slordige' lezers van haar debuutroman. Maar is dat wel terecht? Een gesprek met de omstreden winnares van de AKO Literatuur Prijs 1989. AMSTERDAM De volgende och tend kan Brigitte Raskin (1947) nog steeds niet goed geloven dat zij vrij dagavond de AKO Literatuur Prijs 1989 heeft gewonnen. Zo nu en dan haalt ze de cheque van 50.000 gul den uit de blauwe boodschappentas naast zich, alsof ze zich er steeds weer van moet overtuigen dat ze niet droomt. "Heel Vlaanderen was ervan overtuigd dat Leo Pleysier zou winnen. Ik had er geen moment rekening mee gehouden dat ik de gelukkige zou zijn". Brigitte Raskin was niet de enige die vrijdagavond hoogst verbaasd reageerde op haar uitverkiezing. Wie je tijdens het diner vooraf ook sprak, niemand tipte haar boek voor de overwinning. Er was zelfs regelrechte kritiek te horen op het feit dat zij tot de genomineerden be hoorde. Met uitzondering van jury lid Hans Warren, die als recensent 'Het koekoekjong' de hemel in had geprezen, had niemand Raskins de buut immers opgemerkt. Afgezien van een forse bestelling door de bi bliotheken, waren tot het moment door Gerlof Leistra dat haar nominatie bekend werd ge maakt in Nederland slechts 100 exemplaren van haar boek ver kocht. Raskin wordt uitgegeven door Kritak in Leuven, een volle dochter van uitgeverij Meulenhoff. Veelzeggend lijkt dat Meulenhoff het manuscript weigerde. Saillant detail is ook dat van de vijf juryle den van de AKO Prijs twee tegen Raskin stemden. In de wandelgan gen werd dan ook bij wijze van grap opgemerkt dat niet Raskin maar Warren de AKO Prijs gewonnen had. Wanneer ik Brigitte Raskin zeg dat ik haar boek meer een journalis tieke reportage dan een roman vind, kijkt ze mij glimlachend aan. "Er zitten wel degelijk allerlei literaire vondsten in mijn boek: herhalin gen, spiegeleffecten, noem maar op. Maar ik ben het met u eens dat ik het drama in het boek zeker niet ge accentueerd heb. Die vorm heeft zich automatisch opgedrongen. De papieren moeten voor zich spreken. Daar kun je nu eenmaal niet heel emotioneel tussen komen. Het is een kwestie van doseren. Wat mij betreft moest het zo en niet anders". In 'Het koekoeksjong' beschrijft Raskin het levensrelaas van Frans Maes, het koekoeksjong, een ver schoppeling van de maatschappij wiens korte bestaan zich tussen 1938 en 1970 afspeelde. Raskin heeft Maes oppervlakkig gekend en be gon haar zoektocht zeventien jaar na de dood van Maes. Haar boek is het verslag van die obsessieve zoek tocht. Aan de hand van allerlei ge tuigen probeert Raskin het leven van Maes te reconstrueren en op die manier aan de vergetelheid te ont rukken. Nieuwe Revue-stijl Ook na herlezing blijft het wat mij betreft vergeefse moeite: van Frans Maes gaan er drieduizend in een do zijn. En de stijl van Raskin onder scheidt zich bovendien in niets van een aardig geschreven reportage voor de Nieuwe Revu. Raskin - sinds twintig jaar actief in de jour nalistiek - blijft stoicijns onder de kritiek. "Je hebt nu eenmaal attente en slordige lezers. Een attente lezer De Vlaamse schrijfster Brigitte Roskin (links) neemt de AKO'-Literatuurprijs 1989 in ontvangst uit handen i Chris de Ruyig, de voorzitter van het AKO-bestuur. De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van 50.i gulden. (foto A In haar dankwoordje na afloop van de prijsuitreiking vrijdagavond zei Raskin enigszins beschaamd: "Frans Maes moest eens weten dat ik hier met zijn leven centen zit te verdienen". De obsessie voor Frans Maes is bij Raskin begonnen na zijn dood. "De lijken van de andere mensen die bij dat ongeval waren betrokken, werden keurig afge haald. Alleen Frans Maes bleef over. Ik wilde weten waarom dat zo was. In mijn boek vertel ik zijn levens verhaal". de belangstelling voor Vlaamse lite- ratuur. Maar voor mijzelf wordt het R PftlTIPfltlP niet gemakkelijker op. Normaal gesproken begin je onderaan, ik kom van bovenaf het literaire we reldje binnenvallen. Schrijvers als Bernlef of Kousbroek hebben al zo veel gepresteerd, die liggen niet LEIDEN - Door een abuis bij het 'overschrijven', zoals dat in tekst verwerkerstermen heet, is er af gelopen zaterdag een verkeerde foto-onderschrift wakker van de verwachtingen geplaatst onder de foto van de i anderen. Maar ik begin net". Hoewel ze al wi boek schrijft, wil kwijt dat het ïr aan een tweede e daar alleen over betreft. twee schrijvers Peter van Zonne veld en F.L. Bastet. Allereerst is Bastet en niet Van Zonneveld de auteur van het gedicht waarop in laatste alinea wordt Haar debuutroman schreef ze naast zinspeeld. Daarnaast is het woord haar baan als lerares geschiedenis, "maar die 50.000 gulden stellen mij in staat een of twee jaar verlof te ne men. Al met al is het dus zeer ple zant". 'groot' in de laatste zin niet op zijn plaats. Bastet schrijft in het ge dicht 'Rapenburg': 'En elke avond komen weer de schriele/verpau perde klassieke imbecielen'. AMSTERDAM (GPD) Voor het eerst sinds zijn afscheid van het Concertgebouworkest in april 1988 zal Bernard Haitink Amstardam be zoeken. Op 22 april dirigeert hij in het Concertgebouw een uitvoering van de 8e symfonie van Anton Bruckner, waarbij hij het Europees Jeugdorkest zal leiden. Dit concert maakt deel uit van een tournee, die Haitink met dit ensemble door Eu ropa maakt. Op 14 mei 1990 dirigeert Haitink het Rotterdams Philharmonisch Orkest in een uitvoering van de Tweede symfonie van Gustav Ma hler. Daarmee wordt herdacht dat het op dat moment vijftig jaar gele den is dat Rotterdam door de Duit sers werd gebombardeerd. Deze maand brengt Philips de 5de symfonie van Mahler uit met de Berliner Philharmoniker. De uitga ve maakt deel uit van de integrale Mahler-reeks, die Haitink met dit orkest aan het vastleggen is. In no vember zal Beethovens Fidelio met de Dresdener Staatskapelle worden vereeuwigd. Voor het EMI neemt Haitink Wa gners 'Ring des Nibelungen op waarvan 'Die Walküre reeds is ver schenen en 'Das Rheingold' snel uitkomt.In 1990 wordt 'Siegfried' opgenomen. Binnenkort kunnen Haitinks nieuwe opnamen van de 5de symfonie en het 'Te Deum' van Bruckner met de Wiener Philhar moniker tegemoet worden gezien. Haitinks opera-agenda vermeldt opvoeringen van Wagners 'Die Wal küre' en Mozarts 'Le nozze di Figaro' in het Londense Govent Garden. In de jaren 1991 en 1992 di rigeert Haitink uitvoeringen van laatstgenoemde opera in Salzburg tijdens de Osterfestspiele en het daarop volgende zomerfestival. LEIDEN Een hele wand van antiquariaat Van Paddenburgh in de Diefsteeg wordt in beslag genomen door keurig georden de rijen boeken; Aafjes, Bies heuvel en Claus of Arntz, Be- snyöen Brassaï zijn in de verza meling literaire en kunstboeken te vinden. De overgebleven ruimte en een plaats in de etala ge zijn gereserveerd voor een maandelijks wisselende ten toonstelling van grafiek. In de ruim twee jaar van het bestaan van het antiquariaat waren on dermeer werken van de kunste nares en schrijfster Charlotte Mutsaers en de vorig jaar overle den Gerd Arntz te bewonderen. Enkele malen liet het geëxpo seerde werk een relatie met de literatuur zien, bijvoorbeeld de reeks prenten van Mutsaers, waarin de inktvis de schrijver symboliseerde en de schrijvers portretten van Judith ten Bosch. In de serie kleuretsen van Marcel Schellekens die recent tentoongesteld zijn, ontbreekt de literaire inslag, maar zijn werk bevat wel verwijzingen naar schilderijen van Gauguin en Breitner die heel opvallend zijn. In een ets combineert Schellekens een aantal Tahiti- aanse vrouwen met een Breit- ner-achtig model in kimono. Het warme kleurgebruik en de weelderige bloempatronen la ten Schellekens' gevoeligheid voor een exotische sfeer zien. De fraaie vrouwenportretten ge ven tegengestelde stemmingen weer, zoals rust, in de weergave van een sluimerende figuur, en extase, die de houding van een in blauw geklede vrouw uit drukt. Deze kleuretsen op groot formaat vormen een nieuwe stap in de ontwikkeling van hel der kleurgebruik en verdere be heersing van deze lastige tech niek. In de subtiele detaillering en de decoratieve patronen toont Marcel Schellekens zijn kunnen. In de aangename rust en be slotenheid van antiquariaat Van Paddenburgh kan een ieder met een passie voor literatuur, beel dende kunst, architectuur of fo tografie ontbrekende titels voor eigen collectie opsporen of een keuze maken uit de prenten in stock. Men kan er van woensdag tot en met zaterdag van twee uur tot zes uur terecht. NANCY STOOP Rory Block en Leoni Jansen openen Chansonweek Optreden van Rory Block met Leoni Jansen in het voorprogramma tijdens de eerste avond van de Internationale Chansonweek. Gezien op 21 mei in de Leidse schouwburg. LEIDEN - De chansonweek is be gonnen. Rory Block en Leoni Jansen hebben voor een ope ningsavond gezorgd die er mag zijn. De Blockfans en de Jansen- fans zullen zich geenszins be kocht voelen. Wie één van de twee zangeressen nog niet of niet goed kende, moet het een prettige (nadere) kennismaking hebben gevonden. Rory Block mocht zeker op een aantal enthousiaste fans rekenen die haar niet alleen maar van de single-hit 'Lovin' Whiskey' ken nen. Ook al is dit nummer heel wat keren te horen geweest, het blijft mooi en opvallend temid den van veel poppulp. Natuurlijk kon zij er gisteravond niet onder uit om het nummer weer eens te brengen, en natuurlijk was de bij val van het publiek navenant. Ze doet dat echter pas, nadat ze een aantal onvervalste blues-num mers heeft laten horen. En dat blijkt dan verrassend voor wie haar nog niet eerder live zagen optreden. Op het eerste gezicht zou je na melijk niet verwachten dat zij met zoveel passie dit soort nummers kan vertolken. Ze slaat het vuur uit haar gitaar, en onderstreept dat nog eens stevig door met haar linkervoet het ritme mee te stam pen. Wat ze doet, is zonder meer muzikaal, maar dan toch wel mu ziek van het wat ruigere soort. Kijk je echter naar het toneel, dan' zie je tot je verbazing geen wild blues-type maar een charmante dame, gekleedin een goudgele blouse, zwarte rok, zwarte nylons en elegante schoentjes met hoge hakken. Niettemin blijkt dat je ook in die outfit en zelfs met dat schoeisel -zulke stevige muziek kunt maken. Rory Block heeft een kleurrijke stem; van het innemende geluid zoals in 'Lovin' Whiskey' tot krachtige uithalen in het echte blues-werk. Van werk als 'Trave- lin' blues', 'Statesborough blues', 'Walkin' blues' (van Robert Johnson, één van haar muzikale voorbeelden) stapt ze - dan met begeleiding van Alan Gorie op Rory Block sloeg "het vuur uit haar gi taar" op de eer ste avond van de Internatio nale Chanson- week in de Leidse Schouw burg. (foto pr) bas - over naar recenter werk en laat zelfs al wat horen van haar nieuwe album dat in september zal worden uitgebracht. Het pu bliek reageerde steeds enthou siaster, en zonder een paar toegif ten kon Rory Block dan ook niet wegkomen. Leoni Jansen gaf geen toegif ten. Misschien vond ze dat niet bij een voorprogramma passen, want het aplaus van de toeschou wers was ér eigenlijk wel naar. Dat is al een hele prestatie, want in een voorprogramma staan is niet gemakkelijk. Gaandeweg verovert Leoni Jansen het pu bliek. Haar optreden was dan ook veelzijdig genoeg om ook dege nen die uitsluitend voor Rory Block waren gekomen, in elk ge val een staaltje van haar vocale kwaliteiten te tonen. Misschien heeft Leoni Jansen in de veertig minuten van haar optreden (met pianobegeleiding van Polo de Haas) iets te veel ver scheidenheid gebracht, waardoor zij het er voor zichzelf niet gemak kelijker op maakte. Op stemtech- nisch gebied haalt ze een paar capriolen uit, het een wat meer geslaagd dan het ander. Haar bes te momenten zijn ofwel in de te dere nummers, waarin ze erg ont roerend kan zijn, of in het meer cabareteske werk,.dat ze met ver ve brengt. Ook al wilde zij in deze veertig minuten misschien iets te veel, ze kan beslist heel veel, en dat zal niemand durven betwis ten. Leoni Jansen sloot haar op treden af met 'Two for Tango', dat Rob Chrispijn en Frans Ehlhart voor haar gemaakt hebben. Als ze dat eenmaal heeft gebracht, kan het gewoon niet meer stuk. Het publiek dacht er kennelijk ook zo WIJNAND ZEILSTRA 'De Reisleidster' van Bolho Strauss door De Tijd. Vertaling: Raf Reymen. Regie: Lucas Vandervorst. Spel: Antje De Boeck en Bob de Moor. Gezien in het LAK Theater op 20 LEIDEN - 'De Reisleidster' van Botho Strauss is een stuk met slechts twee personages, maar desondanks loopt er een schier eindeloos aantal persoonlijke en maatschappelijke verhoudingen stuk. De man in het stuk is een le raar die zich op zijn toekomst moet bezinnen, met andere woor den: hij is vastgelopen in zijn baan, kan zijn leerlingen niet meer aan en is overspannen ge raakt. De vrouw is twintig jaar jonger en behoort tot het impul sieve type dat nauwelijks conven ties accepteert en zich aangetrok ken voelt tot ieder interessant probleemgeval dat zij tegenkomt. Nog tot over haar oren verliefd op het ene probleem wordt zij gefas cineerd door het andere, kan bei de niet combineren, kan ook de afzonderlijke problemen niet aan en stort zich dus in het volgende al even uitzichtloze avontuur. Vooral tijdens de eerste helft staan de dialogen bol van het hol le gepsychologiseer en de relatie- problematiek uit het ik-tijdpërk van de jaren zeventig. Aan sym bolen en semi-poëtisch woordge bruik geen gebrek en de situering tegen een achtergrond van het klassieke Griekenland verhoogt het modieuze, semi-intellectuele aspect. Dramatisch heel zwak is bovendien het overdadige exposé en het onfunctionele gesol met de zwijgende, doodzieke bijna-ex- vriend, onder andere om hem in de hotelkamer van de leraar in bad te doen (en dan verbaasd rea geren als deze dat niet leuk vindt...). Ook de voorstelling zelf was vóór de pauze niet echt meesle pend, maar het was moeilijk te constateren of de redenen daar voor gezocht moesten worden bij Strauss zelf, bij de Vlaamse verta ler of bij de beide spelers van De Tijd, van wie met name Antje De Boeck in het begin regelmatig verzandde in gekunstelde toon tjes en maniertjes. Na de pauze trad een lichte kentering op. Daar creëerde Strauss de onontkoom bare confrontatie en daar kregen de spelers de gelegenheid elkaar in een lange dramatische climax emotioneel op te stuwen. Ook hier weer enig overbodig symbo lisch getruttei, onder andere van een naakte, witgeschilderde Pan die scènes lang doodstil op een paaltje had gezeten en zich ver volgend verhief om Antje De Boeck een draai om haar oren te geven. Zoiets wekt hilariteit op (het was ook komisch), maar het pleit voor de inzet van de beide spelers dat het de eindelijk opge- t bouwde spanning niet verzwakte. De dialogen van Strauss bleven gekunsteld, maar in een zeer di recte speltechniek die ook een di recte betrokkenheid van de toe schouwers eiste, werden er in ie der geval interessante dimensies aan verleend. PAUL KORENHOF Schrijver Abel Herzberg (95) overleden AMSTERDAM (GPD) - De vrijdag op 95-jarige leeftijd overleden schrijver Abel J. Herzberg heeft zich met zijn werken binnen en bui ten de joodse wereld groot moreel gezag verworven. Voordat de Twee de Wereldoorlog en de Holocaust bittere feiten werden, was de jurist Abel Herzberg enkele jaren voorzit ter van de Nederlandse Bond van Zionisten. Na de oorlog en de kam pen kreeg hij naam als schrijver. Hij trad op als de chroniqeur van een tijdperk en legde zijn herinneringen vast in een aantal geschriften die een wijde verspreiding vonden: ver slagen, verhalen, toneelwerken, do cumentaires. De waardige toon is niet alleen in joodse kring verstaan: Abel Herzberg werd, wellicht tegen zijn zin en bedoeling, met Jacques Presser het sprekend geweten van een periode. Abel Jacob Herzberg werd op 17 september 1893 in Amsterdam ge boren. Hij studeerde rechten en pu bliceerde in 1936, vanuit de zionis tische gedachte en praktijk, het boek Vaderland. Het lot van zijn familie had hem in het centrum van de zionistische activiteit gevoerd. De Herzbergs waren ten tijde van de verschrikke lijke pogroms in Rusland, rond 1880, naar Amsterdam uitgeweken. Daar wachtte de kleinzoon Abel Ja cob en zijn verwanten tijdens de be zetting een nog vreselijker vervol ging. Hij kwam terecht in kampen, overleefde en publiceerde vlak na de oorlog de aangrijpende kroniek Amor Fati, een bundeling van arti kelen en opstellen over zijn ervarin gen in het kamp Bergen-Belsen, die eerder in het weekblad de Groene Amsterdammer verschenen. Herz berg legde hier, in zijn eigen woor den, subjectieve uitingen neer die «met andere verklaringen zouden moeten leiden tot een meer objec tief oordeel. "Dat is niet alleen van belang voor de bejegening van het Duitse volk, maar ook, en zelfs in de eerste plaats voor de ontwikkeling van onze eigen toekomst". Amor Fati werd in 1949 bekroond met de Wijnaendts-Franckenprijs. In het verzamelwerk Onderdruk king en Verzet plaatste Herzberg zijn Kroniek der jodenvervolging die in 1950 als zelfstandige uitgave het licht zag. In datzelfde jaar ver scheen ook zijn dagboek uit het kamp Tweestromenland. Met Eich- mann in Jeruzalem (1962) leverde Abel Herzberg een veelbesproken documentaire. In 1964 volgde zijn befaamd geworden Brieven aan mijn kleinzoon, De geschiedenis van een joodse emigrantenfamilie. Dit vele malen herdrukte boek is het wijs relaas van een leven, een le venslot en een levensopvatting. Eind 1964 werd de schrijver, wiens literaire kwaliteiten zeer de aandacht trokken, onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs. Tien jaar later, na het verschijnen van de toneelwerken Herodes en Sauls dood, de verhalenbundel Om een lepel soep, de novelle Drie rode de De van koning Herodes werd dit in drukwekkende oeuvre onderschei den met de P.C. Hooftprijs. Dat werk leidt tot de herontdek king van de voor Abel Herzberg be tekenisvolle fundamentele waar den. Zijn drie rode rozen heten ge loof, hoop en liefde. Hij bouwde er een literair en vooral humaan mo nument voor. Schrijver Abel Herzberg tijdens een uitzending Collegium Musicum in Stadsgehoorzaal Concert door Collegium Musicum met wer ken van Brahms, Dvorak, L. Andriessen, Mendelssohn en Debussy. Dirigenten wa ren René Gulikers (orkest) en Jos Vermunt (koor). Gehoord op 21 mei in de Stadsge hoorzaal. LEIDEN —-Was het de dige herinnering aan hun tournee door Zweden of de laffe warmte die langzamerhand bezit had ge- nomep van een redelijk gevulde Stadsgehoorzaal? Over de achtste symfonie van Dvorak hing de wat lome sfeer van iemand die te lang in de zon heeft gestoofd. Hoe vol de orkestklank ook was, hoe één van geest de strijkersgroepen en hoe zuiver de blazers over het al gemeen ook waren, toch werd het publiek wat doezelig, de aan dacht dwaalde al eens af en een enkeling werd overmand door Klaas Vaak. Van de weeromstuit klonken er in het orkest onnauw keurigheden: ongelijke strij- kersinzetten, onzuivere blazers passages zoals de trompetten die aan het slot fier, maar vals gesto ken werden. Toch zat tegen het eind van het concert de Schwung er weer in, zodat het een dende rend slot werd met veel applaus. Dirigent René Gulikers had al laten horen tot welk een hoge graad van afwerking een ama teurorkest kan komen als hetzelf de programma op een buiten landse (Zweedse) tournee meer dan eens gespeeld is. Koordiri gent Jos Vermunt deed daar nog een schepje bovenop. Waar Guli kers het gebracht had tot een voorbeeldig spelend ensemble, had Vermunt nog de energie om de koren en ook het 'kameror kest' aan te zetten tot muzikale bewogenheid en uitdrukkings kracht. Intensiteit is één van Ver- munts kenmerken. Dat begint al bij het aangeven van de stemmen. Ondanks hun zacht zoemende vo lume dragen zijn tonen tot ver in de zaal. Hij heeft een zeer actieve houding bij het dirigeren waar mee hij de koorleden verleidt tot een mooi afgewerkte koorklank. Vooral de zachte passages stralen een ingehouden spanning uit. De 'Sechs Sprüche' van Mendels sohn (voor groot koor a capella) dwongen reeds de aandacht af maar de proef op de som vorm den de 'Trois Chansons de Char les d'Orléans' van Debussy, even eens zonder begeleiding. Immers een kamerkoor is een zeer deli caat en kwetsbaar instrument. Ie dere hapering, elke verspreking is veel duidelijker te horen dan in een groot koor. Welnu: van aarze ling of onzuiverheid was geen sprake. Vol durf en bekwaamheid begaven de zangers zich in het waagstuk van Debussy's tere rit mes, zijn pastelgetinte maar zeker ook gewaagde akkoorden, waar door dit een adembenemende uit voering werd die zeer enthousiast onthaald werd door het publiek. De lichtvoetige en heldere dic tie van de Franse taal stond in grote tegenstelling tot de ritmi sche, strak afgebeten Italiaanse lettergrepen van 'II Principe'. In dit werk voor twee koren en klein instrumentaal ensemble (waaron der basgitaar) laat Louis An driessen het koor citaten spreek- /zingen van Macchiavelli. Ieder citaat wordt ingeleid door enkel doffe dreunen van de basinstru- menten. De afstandelijke wreed heid van de teksten roept in toe nemende mate spanning en agressie op. In de muziek uit zich dat in steeds dwingender gescan deerde woorden en in steeds snel ler opeenvolgende, bonzende ak koorden. Ondanks de onbekend heid misschien van veel mensen met dit soort muziek, werd het werk zo overtuigend en indrin gend gebracht dat het toch veel bijval kreeg uit de zaal. Het leek alweer eeuwen geleden dat het concert geopend werd met de klaagzang 'Nanie' van Brahms voor koor en orkest. Mooi uitge voerd maar met minder intense directheid dan het meest recente werk van dit concert. MONICA SCHIKS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 21