De strijd om een kunstcollectie m Klachtwacht Denkwijzer Hilversummer Van de Werd ziet na achttien jaar doorbraak in impasse ik» £J 'I Onze taal eu. ui. oe. ZATERDAG 20 MEI 1989 DOOR JOOP VAN DER HORST Je moet er een krat bier voor kopen. Bij de aanschaf krijg je het Heerlijk Helder Woordenboek cadeau. Het is een woor denboekje van de typische bierbrouwers- taal. met woorden als zwikkel. vooreest. bostel en kiezelgoer. Ik kan nu eenmaal geen woordenboek laten liggen en heb het meteen gekocht, ook al is het voor ie mand die geen bier drinkt relatief duur. Ik troostte mij met de gedachte dat ik voor het eerst in mijn leven een krat bier van de belasting kan aftrekken. Als je eerst al dat bier opdrinkt, is het een aardig boekje. Bijzonder aardig zelfs, fantastisch, want bijna de helft bestaat uit glanzende foto's van schuimende glazen bier. Als je het nuchter leest, valt het nogal tegen. De andere helft bestaat na melijk uit een verhaaltje over het maken van bier en vijf bladzijden met bierbrou werswoorden. Het is dus een tamelijk dun woordenboekje. Ik heb geen verstand van bierbrouwen. Of de betekenis van de woorden goed wordt uitgelegd, kan ik dus niet beoorde len. De verklaringen zijn over het alge meen duidelijk en begrijpelijk. Het is dan ook niet bedoeld voor brouwers en café bazen maar voor iedereen. En iedereen die het bekijkt voo/dat hij aan dat krat be gint, zal zien dat het slordig haastwerk is. De fotograaf heeft zijn werk heel wat be ter gedaan dan de schrijver. Freddy slaat zijn klanten niet hoog aan. Als hij nog even zelf naar het Heerlijk Helder Woordenboek gekeken had. zou hij gezien hebben wat er allemaal is mis gegaan. Zo worden er in de inleiding en het verhaaltje vooraf een heleboel bier woorden gebruikt die verderop niet in het eigenlijke woordenboekgedeelte worden verklaard. Ook wie niets van brouwen af weet, kan nu zien hoe onvolledig het is. Zo ontbreken bijvoorbeeld vermouten, kiemkast. eest. mout, moutopslag, poet sen, schroten, bliezen, moutschroot, af- eesten, roerwerk en wortfiltratie. In de dikke Van Dale worden de meeste van deze woorden gelukkig wél verklaard, zo dat Van Dale met meer recht een bier woordenboek genoemd mag worden darr dit fotoboekje uit Zoeterwoude. En dan nog zoiets. De bierbrouwers- taal is net als het bierbrouwen zelf heel oud. Bier wordt al duizenden jaren ge maakt. Weten ze dat in Zoeterwoude? Er is in dit rijk geïllustreerde woordenboek een bladzijde die alsvolgt begint: 'Biertaai herinnert aan oude tradities. Maar hoe oud eigenlijk?' Inderdaad een interessan te vraag. Vooral als je iets wilt begrijpen van de woorden die in dit vak gebruikt werden en worden. Nieuwsgierig en ake lig nuchter lees ik verder. De traditie blijkt helemaal niet zo oud: maar 125 jaarl Is dat niet wat weinig? Wat mag er in dat taalkundig zo belangrijke jaar 1864 wel geschied zijn? We vernemen dat een 22- jarige ondernemer, Gerard Adriaan H. genaamd, in Amsterdam de oude bier brouwerij 'De Hooiberg' aan de Nieuwe- zijds Voorburgwal koopt en het bedrijf voortaan zijn naam geeft. Heeft dit iets met de taal van het bierbrouwersbedrijf te maken? Niets. Maar zoveel te meer met de be doeling van deze kleurenfolder. Een domoor, wie anders verwacht had. Zoals ik dus. Diepe gedachten kwamen bij mij op. Taal is blijkbaar in de mode en woorden boeken daar vliegt men op af. Want ik ben ervan overtuigd dat de reclame-mensen in Zoeterwoude hun vak beter verstaan dan de Zoeterwoudse lexicografen. Als de reclame-afdeling zegt dat een bier- woorc/enboe/c een trekpleister is waar voor men onmiddellijk naar de slijter holt, dan is dat waarschijnlijk zo. Het gaat goed met Nederland! rijen denken als toestanden die eigenlijk niet horen of niet normaal zijn. Ze me nen, dat als de zaken maar beter georga niseerd zouden zijn, files niet voor zou den hoeven te komen. Maar voor de mees te grote steden geldt, dat files of rijen on vermijdelijk zijn zowel nu als in de toe komst, door de grote mensenmassa's die zich op bepaalde tijdstippen op hele klei ne oppervlakten concentreren. In feite is het veel abnormaler datje meteen aan de beurt bent, dan dat je een tijd moet wach ten. Toch maken de meeste mensen bij het doen van boodschappen, het maken van afspraken bij anderen of het ondernemen van hun auto- of vliegvakantie een plan ning alsof er geen files of opstoppingen te verwachten zijn of alleen maar bij hoge uitzondering. Touroperators en lucht vaartmaatschappijen doen daar vaak nog een schepje bovenop, door hun fol ders vol te stouwen met misleidende ter men als 'comfortabel reizen', 'ontspan nend erop uit', 'verzorging van begin tot eind'. Er is dus een groot verschil tussen de werkelijkheid en het rozige beeld, dat veel mensen verkiezen erop na te houden als ze de wereld intrekken voor een grote of kleine boodschap. Dat is misschien maar goed ook. want de dingen die je onthoudt worden bepaald door het 'filter' datje in je hoofd hebt, niet door de werke lijke toedracht. Las dat filter alleen de rozige dingen doorlaat, kom je toch nog met opgewonden verhalen thuis. Ook al is het vrijwel zeker dat je van de zeven vakantiedagen er ongeveer llk op een of andere manier met wachten hebt doorge bracht. En ook al is het vrijwel zeker dat je gedurende die l'h wachtdag je gere geld hebt bezondigd aan mensvijandige of zelfs racistische uitlatingen en soms zelfs medemensen op een onbeschofte ma nier hebt proberen af te knijpen of op een levensgevaarlijke manier eruit te rijden. De conclusie: in het nationale milieu plan hoort een paragraaf over milieu- vriendelijk wachten Het trieste avontuur in Zwitserland en de mislukte pogingen om de schilderijen terug te krijgen, heeft vooral zijn kunst makker Jelle de Boer erg aangegrepen. Waarschijnlijk hingen de ernstige hart klachten die hij kreeg ten nauwste sa men met de hele affaire. Tijdens één van de besprekingen in Zwitserland werd De Boer onwel. In 1972 overleed hij aan een hartaanval. "Nadat zijn hele broodwin ning als kunsthandelaar al kapot was ge gaan, werd de affaire hem ten slotte zelf noodlottig. Een affaire, die met de vrij spraak van Achermann en de teruggave van de kunstwerken ten einde had kun nen zijn". Al jaren stelt Van de Werd alles in het werk om de collectie van Achermann te rug te krijgen, maar hij komt geen stap verder. Waar hij aanvankelijk meende dat de Zwitser te goeder trouw was, kent Van de Werd intussen geen twijfel meer aangaande diens kwade bedoelingen. In 1982 legde de Hilversummer nog maar eens een bezoek af aan Achermann. "Hij vertelde mij dat hij de collectie net zo lang zou houden, totdat hij een nog gro tere schadevergoeding van justitie had ontvangen. Met andere woorden: Acher mann gijzelt onze kunstwerken!" De verwoede pogingen die Van de Werd daarna heeft ondernomen om de 23 kunstwerken terug te krijgen die door de Zwitserse autoriteiten in beslag zijn ge nomen, liepen al evenmin op iets uit. "Toen ik hierover een gesprek had met een Zwitserse officier van justitie, zag ik achter in zijn kamer opeens een exem plaar uit onze collectie aan de wand han gen. Hoogst merkwaardig. In verband met het onderhoud was het beter de wer ken in het departement op te hangen, zei hij. Het was een schilderij dat Jelle de Boer had toegeschreven aan Toulouse Lautrec met de naam 'In het restaurant Blampied'." Van de Werd heeft daarna een Zwitser se advocaat in de arm genomen, die het met veel moeite voor elkaar heeft gekre gen Achermann voor de rechter te laten verschijnen. "Tijdens die rechtszitting zei Achermann dat hij de collectie net zo lang houdt, totdat de weduwe van Jelle de Boer en ik hem 250.000 Zwitserse franc zou hebben gegeven. Er zou een langdurige en kostbare civiel-rechterlij- ke procedure moeten komen om Acher mann te dwingen de collectie zonder meer af te staan". Oude bekende Uitgerekend op het moment dat de zaak hopeloos leek vast te zitten, dook een oude bekende op. Advocaat mr. Brai- nerd meldde zich op zekere dag bij Van de Werd. Tussen de werken die hij in 1967 kocht, en waardoor het transport van Nederland naar Zwitserland moge lijk werd, zat een heuse Manet! Dat had hij laten onderzoeken in het bekende Amerikaanse laboratorium van Mc. Cro ne in Chicago. Na bijna achttien jaar strijd om erken ning van de collectie zijn er volgens Van de Werd ontwikkelingen gaande, die zouden kunnen wijzen op een doorbraak in de impasse. In zijn voordeel spreekt in elk geval dat één van de werken echt is. Hij hoopt dat het hierdoor makkelijker wordt om een vuist te maken tegen de Zwitsers. Dat vindt ook Brainerd, die heeft aan geboden om voor éénderde van de col lectie te proberen alle kunstwerken uit Zwitserland los te krijgen. Van de Werd gaat daarmee akkoord. Hij laat tevens vastleggen dat eenderde van de 'herover de' collectie aan hem toekomt en de res terende eenderde aan de weduwe van Jelle de Boer. "Denk niet dat geld in dit verband voor mij een rol speelt, het kan mij niets sche len. Mijn deel gaat naar liefdadige doelen en naar een op te richten stichting ter be vordering van het particuliere kunstbe zit. Voor mij is het belangrijkste dat ik eindelijk rust krijg". de vriendelijke, voorkomende personen tot infantiele, mateloos gefrustreerde we- - zens, die nog maar één doel voor ogen hebben en dat is 'zo snel mogelijk aan de beurt komen'. Gedrag van mensen in file of rij heeft vaak kenmerken van het te rugvallen op vroegere ontwikkelingssta dia of zelfs tot een dierlijk niveau. Een voorbeeld. U staat in een lange rij voor het enige loket van de luchthaven douane dat op dat moment open is. Als nu iemand uit de rij wegloopt en voor het ernaast liggende loket gaat staan, ook al is daar in geen velden of wegen een doua nier te bekennen, dan gaat toch bijna de helft van de mensen achter hem aan. Loopt dezelfde persoon vervolgens weer naar een ander, eveneens volslagen ver laten loket, dan gaat de meute er op nieuw achteraan. De Engelse onderzoe kers konden vaststellen dat je op die ma nier een groep mensen als een kudde koei en de halve luchthaven over kunt laten zwalken, van het ene naar het andere le ge loket. Een andere constatering uit het onder zoek ia, dot de meeste mensen overflies en door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden pogingen van de invoeger .straal of zien er geen punt in autohuid langs autohuid te schuiven om in ieder geval maar nie mand ertussen te hoeven laten. Een ander voorbeeld. Iemand die in een rij voor een postloket probeert voor te dringen haalt zich een hoop vijandig ge lazer op de hals. De meeste mensen, die echt en om serieuze redenen haast heb ben, laten het daarom meestal toch wel uit hun hoofd om voorrang te vragen, want veel sympathie hoeven ze niet te verwachten en vaak zijn opmerkingen als "ja, dat kan iedereen wel zeggen" niet van de lucht. Veel mensen ervaren aan de beurt zijn als een soort van overwinning en als de beambte voor hen aan het werk is, draai en ze zich met een meewarige of triomfan telijke blik naar al die stakkers die nog moeten wachten. Althans, dat denken die stakkers vaak, zo blijkt uit een recent En gels onderzoek over file- of wachtgedrag. Het interessante aan dat onderzoek is, dat het laat zien hoezeer mensen in dit soort situaties kunnen veranderen van Na tientallen jaren is de thriller, waarin de Hilversummer W. Th. J. van de Werd tegen wil en dank een hoofdrol heeft gespeeld, toe aan de laatste bladzij. Alle ingrediënten voor een gegarandeerde bestseller zijn aanwezig. Ga maar na, allereerst is er een kunstverzameling die mogelijk een waarde van vele miljoenen vertegenwoordigt. Daarnaast figureren dwarsliggende Zwitserse autoriteiten en komt er nogal wat persoonlijke rancune om de hoek kijken. De dood van een kunsthandelaar en de spectaculaire ontdekking van een heuse Manet in Amerika completeren het bizarre verhaal. Zijn ook de overige 150 Van Gogh's, Cézanne's, Renoir's, Manet's, Toulouse Lautrec's en Monet's echt? Voor het geld wil Van de Werd het niet weten, hij wil eindelijk eens rust hebben. door Bert-Jan Klein en Frans Raven Alle kamers van de grote villa in Hil versum staan vol met ikonen en soms metershoge beelden. De wan den gaan grotendeels schuil achter olieverfschilderijen of pentekenin gen. In de werkkamer kijkt een bal lerina vanaf een doek dromerig neer op de bezoekers. Zij is de gepenseel de schepping van Fresco, een duide lijk door Dégas geïnspireerde Ne derlandse schilder. En ten slotte zijn er nog de afbeeldingen van Ruben- siaanse vrouwen in bijbelse tafere len die rug aan rug staan met Neder landse landschappen. De 72-jarige Van de Werd is kunsthande laar in ruste. Een kleurrijk man, die zich omstandig excuseert voor de chaos in zijn werkkamer. Als ooit wordt aange toond dat de inrichting van een woning iets zegt over de bewoner, dan hier wel. Van de Werd zelf is ook een en al chaos. Hij vraagt bijvoorbeeld of er behoefte be staat aan koffie. Als daarop bevestigend wordt geantwoord, begint hij zijn levens verhaal om vervolgens nooit meer aan het zetten van koffie toe te komen. In de jaren dertig begon het allemaal. Van de Werd was toen eigenaar van een kunstgalerie in Amsterdam. Zijn Handel: Nederlandse landschapschilders, bijbel se taferelen en portretten van klassieke snit. Tekeningen die werden toegeschreven aan Vincent van Gogh kwamen in zijn bezit voor vijftig cent. Een enkele keer moest hij een paar gulden betalen, een hogere prijs betaalde Van de Werd nooit. Schilderijen van Matisse, Rénoir en Tou louse Lautrec verwisselden voor enkele honderden guldens van eigenaar. Na dertig jaar verzamelen wist Van de Werd zich bezitter van een unieke collectie. Al leen de echtheid van de 'meesterwerken' moet nog steeds worden aangetoond. Zwanger Van de Werd toont een map met repro- dukties, die zijn gemaakt van tekeningen van Van Gogh uit de collectie. Deze wer den in een beperkte oplage van 250 ge drukt ter gelegenheid van de eerste ex positie in Amsterdam. Nog bij de eigen drukkerij van Van de Werd in Amster dam. Aan de hand van een boek over Vin cent van Gogh probeert de vroegere kunsthandelaar duidelijk te maken, waarom hij één van de tekeningen voor onmiskenbaar echt houdt. De afgebeel de zwangere vrouw komt ook voor op een reeds door experts als écht bestem pelde Van Gogh. Die tekening hangt in het Kröller Müllermuseum in Otterlo. "Kijk maar naar de lijn van dat schou derblad en het dikke buikje van de zwan gerschap. Bovendien had Vincent aan zijn broer Theo van Gogh geschreven dat hij van de vrouw twee tekeningen had gemaakt. Eén zittend en één staand. Mijn tekening toont het staande model". In de tijd dat Van de Werd de werken kocht had hij er zelf niet het geringste vermoeden van, dat hij wellicht een mil joenencollectie in handen had. "Ik be sloot in 1965 met vijf andere collectio neurs door middel van een tentoonstel ling in Amsterdam de wereld kennis te laten maken met onze 'Van Goghs, Ma- tisses, Toulouse Lautrecs en andere meesters'. Eén van de andere verzame laars was de Amsterdamse kunstexpert Jelle de Boer". Met de expositie wilden de organisato ren links en rechts reacties uitlokken. De heren wilden wel eens horen hoe ken ners de verzameling schilderijen beoor deelden. Tot hun genoegen mochten ze vaststellen dat de belangstelling voor de tentoonstelling enorm was. Ook de inter nationale pers dook er bovenop. En al twijfelden sommige experts aan de echt heid van de collectie en waren er onder hen weer die de bevlogen Nederlanders voor gek verklaarden, de meeste deskun digen waren razend enthousiast. Zwitserland De naam Achermann valt dan. En als Van de Werd Achermann zegt, zegt hij ook 1967 en Zwitserland. Het verhaal over wat hij nu betitelt als het Zwitserse avontuur zou zo kunnen dienen voor het script van een succesvolle Hollywood- film. Sleutelfiguur hierin is naast de reeds genoemde Anton Achermann, de directeur van de bekende Hofgalerie in Luzern, de Amerikaan Brainerd. Een ad vocaat, werkzaam bij de Verenigde Na ties in Genève. Als Van de Werd begin 1967 had geweten wat hem naderhand boven het hoofd zou hangen, nooit was hij met die Achermann in zee zijn ge gaan. Van de Werd is er evenwel niet de man naar om te zien in wrok, en dat doet hij dus ook niet als het gaat om zijn bele venissen in Zwitserland. "Met Achermann regelden Jelle de Boer en ik dat de hele collectie in de Zwitserse galerie zou komen te hangen. Maar zowel het transport als de verzeke ringspremie van de werken liep behoor lijk in de papieren. Door enkele exem plaren uit de collectie voor een schijntje "Pak jij die rij, dan neem ik deze", hoor ik een stem op een geslepen manier achter mij fluisteren. Ik draai me om, net op tijd om te zien hoe een belegen echtpaar uit el kaar gaat om hun geluk te beproeven aan twee in plaats van een in-check balie. Een tijdje later, als we nog niks zijn opgescho ten, hoor ik de vrouw heel informatief mopperen: "Als het zo doorgaat, staan we hier over een uur nog". Op hetzelfde moment geeft ze een gefrustreerde duw tegen haar bagagekar, waardoor ze de voorstang keihard tegen mijn hielen ramt. Als we een paar minuten later toch een passagier opschuiven, komt ze met het vervolg: "Hè, hè, nu het zal me benieu wen hoe lang het nou weer duurt". Tege lijk houdt ze ook nog even de rij van haar ega in de gaten want "bij jou schiet het ook al niks op". Totdat ik. zelf aan de beurt ben, word ik nog onthaald op "Goh, wat is het hier warm", "daar sta je dan zo vroeg voor op", "ik wed dat mijn doch ter al lang weer thuis is voor wij 'ns aan de beurt zijn" en als klapstuk van de vei ling: "je zal maar haast hebben". Ik blijk trouwens nog niet van ze af te zijn, want ik zit al in het toestel als ik haar met van opwinding nog altijd rozige wangen aan zie komen. Ik ben niet snel genoeg achter mijn krant, zodat ik nog een keer moet horen dat "het voornaamste is dat we het gered hebben". Wanneer we op de plaats van bestem ming in een lange rij voor de douane ko men te staan, begint ze opnieuw te don derjagen: "nou pa, moet je nou eens zien, die lui dringen er gewoon tussendoor" en (weer heel geslepen fluisterend) "vooruit, ga jij er ook gauw tussen staan". Tot het onze beurt is, houdt ze als een praatzieke havik iedere ongerechtigheid scherp in de gaten. De frustratie wordt haar wer kelijk te veel als blijkt dat de rij naast ons twee keer zo hard gaat, omdat wij wor den opgehouden door een Noordafri kaans uitziend persoon die zijn handba gage helemaal moet omkeren om te vin den wat de beambte van 'm wil hebben: "nou, je bent zwaar geschoren als je ach ter zulke lui komt te staan, we hadden het ook niet beroerder kunnen treffen". Een beschrijving als deze is karakteris tiek voor het gedrag van tal van mensen die in een rij of file tot wachten worden gedwongen. De kern daarvan is dat je ge frustreerd inwendig of uitwendig scheldt op de wereld, op andere mensen en soms ook op jezelf ("waarom heb ik verdorie ook niet die andere rij (of route) ge pakt"). Afgezien van het feit dat in een rij wachten betekent, dat je niet onmid dellijk krijgt waar je op uit bent, is een minstens zo belangrijk punt, dat je je in een machteloze positie bevindt. Je hebt geen controle over de dingen, over hoe snel je wordt geholpen, over wanneer je weer door kunt rijden. Je weet vaak niet hoelang het zal duren tot je aan de beurt bent of tot de zaak weer in beweging komt. Een rij of een file reduceert je vaak tot een nietswetend machteloos nummer. Omdat mensen er heel slecht tegen kun nen, en begrijpelijk trouwens, om de con trole over hun situatie uit handen te moe ten geven, gaan ze er in een file of een rij vaak toe over om het beetje controle dat ze nog kunnen uitoefenen op een vaak ti rannieke en volslagen onredelijke ma nier te gebruiken. Je ziet dat het meest duidelijk in het verkeer. Iemand, die van een invoegstrook in een file moet invoe gen heeft vaak de grootste moeite om een plaatsje te vinden. Hoewel het in tijd ab soluut nauwelijks of niets uitmaakt, ver dedigen in file rijdende automobilisten hun territorium als tijgers en negeren de Kunstverzamelaar Van de Werd poogt al achttien jaar erkenning te krijgen voor zijn gegijzelde kunst collectie. Intussen is het Spaanse meisje in een kerk, door Édouard Manet in I860 geschilderd, echt be vonden. (foto GPD) volgden. Achermann werd gearresteerd. Zodra de Nederlanders dit vernamen, reisden ze opnieuw naar Zwitserland af om officier van justitie van hun beste be doelingen te overtuigen. Het bleek een vergeefse poging. "Ons werd toen duidelijk dat officier Winniger Achermann persoonlijk een hak wilde zetten. Ook de Nederlandse ambassadeur in Luzern hulde zich in stil zwijgen. Bij terugkomst in Nederland restte ons niets anders dan op een pers conferentie op Schiphol onze bitterheid te uiten". Na een lange juridische strijd werd Achermann uiteindelijk in hoger beroep vrijgesproken. Achermann, eerst de steun en toeverlaat van Van der Werd en De Boer, wierp zich opeens op als tegen stander in de slag om de collectie. De rechtbank bepaalde dat alle kunstwer ken aan Achermann moesten worden te ruggeven, met uitzondering van 23 stuks die in een Zwitsers museum werden op geslagen. Achermann sprak met Van de Werd af dat hij de collectie zou bewaken, totdat justitie hem een schadevergoe ding had betaald. De Zwitser kreeg in derdaad geld, maar weigerde vervolgens de collectie terug te geven. aan Brainerd te verkopen, kwamen we aan geld om de operatie door te laten gaan. De hele collectie werd voor een half miljoen gulden verzekerd en naar Zwitserland gebracht". In de sfeervolle Hofgalerie werden in middels de voorbereidingen getroffen om de expositie met veel fanfare te ope nen. Tal van prominenten lieten op de premièredag hun gezicht zien en brach ten een toast uit op het succes van de ten toonstelling. Terwijl iedereen zijn lof uit te over de werken, voltrok zich achter de schermen het begin van het drama. Een foutje op de affiches voor de expositie bleek een kapitale misser. "Op het aanplakbiljet stond niet vermeld dat de echtheid van sommige werken nog niet officieel was aangetoond. De Zwitserse kunstenaarsbond greep dat aan om Achermann, wellicht uit jaloezie, in een kwaad daglicht te stellen. De bond diende een aanklacht in bij officier van justitie mr. Winniger wegens misleiding van het publiek. Achermann plakte nog een strook over de affiches, maar het was al te laat". De Zwitserse justitie haalde de gehele collectie van de muren. Zo'n honderd vijftig schilderijen, toegeschreven aan bekende meesters als Van Gogh, Matis se, Renoir en Toulouse Lautrec verdwe nen in een donkere kelder van het Ge richtshof van Luzern. Van de Werd en De Boer bliezen ontgoocheld de aftocht en wachtten thuis gelaten op de dingen die ii ||l|u i .ut

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 29