'Ik heb respect voor mensen die risico's nemen' 'Aan dat reizen komt geen eind' Cees Nooteboom: Pianist Krystian Zimmerman: zAterda^ li MUI i ■TOWT Cees Nooteboom: "Ik maak een ton notities en er komt r, ROTTERDAM - 'Wat ik daar doe? Hetzelfde als ik zou doen wanneer ik hier zat". Schrijven dus. Cees Nooteboom verblijft dit jaar in Berlijn op uitnodiging van de Deutsche Akademi- sche Austausch Dienst: "Het is zowel een eer als een soort beurs", zegt de schrijver. "Je krijgt uitnodigingen voor dit of dat, maar je hoeft niets te doen. Het gaat er om datje er bent". En nu is Nooteboom, als reiziger in eigen land, een paar dagen thuis ter gelegen heid van het verschijnen van zijn nieuwe boek 'De wereld een reiziger'. door Frank van Dijl Dit jaar zitten er geen grote reizen in, vertelt hij. In Berlijn is hij druk bezig met de literaire verwerking van de vier maanden durende reis die hij vorig jaar maakte naar Australië en de Pacific. "Daar heb ik mijn handen vol aan. Voor het volgende reisboek, zal ik maar zeg gen". 'De wereld een reiziger' is ook weer een reisboek. Zitten je lezers niet op een nieuwe roman te wach ten? "Er zitten kennelijk ook een hoop lezers te wachten op een reisboek. Op 'Rituelen' hebben ze toch ook zeventien jaar moeten wachten. Ja, ik heb de film gezien. Die vond ik heel goed. Ik had er niet zoveel van verwacht, want ik ben van nature een sceptisch mens. Maar ik ben wel met dat soort eigenaardige din gen bezig die ik 'roman' noem, met twee fictieboeken. Het woord 'ro man' is niet altijd de juiste term voor wat ik doe, laat ik het zo zeg gen. 'De wereld een reiziger' bevat de oogst van de laatste jaren. Er staan ook dingen in die ik niet in vo rige bundels heb gezet. Bij het sa menstellen van zo'n boek ga je alles bekijken wat er nog ligt. Ik heb bij voorbeeld een heleboel stukken over Mexico. Die heb ik er niet in gezet, omdat het boek anders veel te dik zou worden, dus die bewaar ik". Je hanteert bij de samenstelling van een bundel nooit een thema? "Nee, dat heb ik nooit gedaan... Dat doen ze nu wel in Frankrijk, daar komen nu twee boeken uit met als thema het Verre Oosten. Maar zelf heb ik dat nooit gedaan. Het verbindend thema, flauw gezegd, ben ik zelf'. Nooteboom maakt tijdens zijn reizen rond de wereld heel veel aan tekeningen. "Boeken vol. Nee, niet in dagboekvorm en ook niet in tele gramstijl. Soms in heel uitgewerkte zinnen. Ik neem me altijd voor om aan het einde van de dag een soort dagboek bij te houden, maar het komt er nooit van. Ik maak een ton notities en er komt maar een kilo uit". Tijdens een signeersessie in Rot terdam stelt een jongen zich aan Cees Nooteboom voor. Hij zegt geen geld te hebben om boeken te kopen, maar vraagt de schrijver een exemplaar van een scriptie te signe ren die hij in de laatste klas van het VWO aan diens werk heeft gewijd. Voor Nooteboom zelf heeft hij ook een exemplaar meegebracht. "Voor mijn archief," zegt Nooteboom. Vind je het niet vervelend dat je werk; na publicatie als het ware vo gelvrij is? "Daar is gewoon niks meer aan te doen. Wie zich in de openbaarheid waagt is kwetsbaar. Mijn allereerste journalistieke verhaal uit 1957, zes honderd woorden, daar heeft ie mand een stuk over geschreven van negentig bladzijden! Ik heb vroeger columns geschreven in de Volks krant, die komen nu na vijfentwin tig jaar in een Rainbow-pocket: kennelijk zijn ze dan nog geldig. Ja, de meeste gaan over reizen i dat "Als er een einde aan mij komt. Nee, ik heb nog lang niet alles ge zien. En ik zal ook lang niet alles zien in mijn leven. Er zijn zoveel landen waar ik nog niet geweest ben. De wereld is oneindig groot. Je hoeft in de Derde Wereld maar hon derd kilometer buiten de gebaande paden te gaan en er is niets meer... Australië is zo leeg als wat, fantas tisch. Daar wonen net zoveel men sen als in Nederland op de opper vlakte van Amerika". Daar zou je ook een jaar kunnen blijven? "Dat is ook zo." Wat zit er dan achter dat reizen, dat steeds weer van de ene plek naar de andere bewegen? Rusteloosheid? "Ik denk niet dat het rusteloos heid is, ik ben heel rustig als ik op reis ga... Nee, ik reis niet uit ruste loosheid. Ik ga zomaar ergens an ders heen. Reizen geeft me tijd om mezelf te zijn, om te lezen, te schrij ven. Reizen kost heel veel tijd. Ik heb wel de neiging om naar plekken terug te gaan. Reizen kan heel zwaar zijn, maar ik ben wel gelukkig als ik reis. Mijn laatste grote reis heeft vier maanden geduurd, dan maak je een oneindig aantal vluchten. Het is heet, je moet wachten, met je baga ge zeulen, een vlucht wordt uitge steld of het vliegtuig komt helemaal niet... Dan loop je vast op zo'n ei land, je mist al je connecties... Dat overkwam mij op Tonga, een vlek op de wereldkaart, daar mogen op zondag geen vliegtuigen landen vanwege het christendom. Je kunt niet weg. je moet vijf dagen wach ten. Nu heb ik de tijd, het is geen On overkomelijke ramp, maar het is niet leuk". En soms gebeurt er dan iets waar- door het toch goed is datje bent ge bleven. Ik heb bijvoorbeeld de vol gende dag de koning van Tonga ge zien, die zie je ook niet elke dag". Slaat tijdens zo'n gedwongen op onthoud de verveling niet toe? "Nee, dan ga ik meteen iets an ders doen. Ik heb een soort fatalis me over me. Je doet er toch niets aan. Ik heb boeken bij me, of ik vind op zo'n eiland de gekste dingen. Als ik op zo'n reis ben, neem ik een paar ingewikkelde boeken mee waar ik lang mee bezig ben. En je moet ook wel eens een stukje zwemmen. En werken natuurlijk". Cees Nooteboom: De wereld een reiziger. De Arbeiderspers. Paperback f34,90. Gebonden f49,90. Eén van 's werelds beroemdste pianisten, tevens een erkend Liszt-specialist is de Pool Krystian Zimmerman, leerling van Andrzej Jasinski, en een ook door zijn collega's zeer hooggeschat lid van de jury van het Lisztfestival. Het Festival, dat plaats heeft in het Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht, is gisteren geopend en wordt vervolgd op 16,17,18,19,22,23,26 en 27 mei. Van Krystian Zimmerman verscheen onlangs een nieuwe CD, waarop hij samen met het Boston Symphony Orchestra onder leiding van Seiji Ozawa de twee pianoconcerten en Totentanz van Liszt speelt. AMSTERDAM "Mijn ideeën ook werk van Lutoslakwski spelen, over Liszt? 't Is een beetje gek, maar Ik ging naar hem toe om met hem te verleden jaar, toen ik de Liszt-eon- praten over zijn werk en zei tegen certen opnam voor de CD, zou ik hem: 'Vertel me over je composi- Tekeningen Mommers en Hofman: Contrast in zwart/wit en kleur Expositie met werken op papier van Marije Mommers, t/m 13 mei. De Bange Duivel, Rijndijkstraat 4, Leiden. Geopend do. en zo. van 13-17 uur. Expositie met tekeningen van Wim Hofman, t/m 13 mei. Galerie van Bleijenberg Lijsten, Breestraat, Leiden. Ge opend tijdens winkeluren. LEIDEN - Op haar solo-tentoon stelling bij de grafische werk plaats 'De Bange Duivel' treedt Marije Mommers voor het eerste met haar zwart-wit werken op pa pier naar buiten. De werkwijze van de kunstenares bezit een ze kere verwantschap met grafische kunsten, Maar Mommers voelt zich het meest aangetrokken tot het tekenen, als direct uitdruk kingsmiddel. Ongeveer dertig werken, waaronder ook enkele li tho's en linosneden, geven in alle variatie van materiaal en techniek een indruk van de aard van het onderzoek waarmee Mommers zich de laatste jaren heeft bezig gehouden. Vanuit een figuratief uitgangs punt werkt Marije Mommers naar een semi-abstracte vorm toe, waarin intuïtie en expressie de groei van de compositie mede be palen. Haar figuren zijn opgeno men in een omgeving, die in som mige gevallen aanknopingspun ten met de zichtbare werkelijk heid mist. De losse, tekenachtige stijl of de directe lijnen in Mom mers' werken corresponderen met de emotie of de sensualiteit van de afgebeelde personen. Een tekening, 'Stil' getitels, is een voorbeeld van een lineair opge bouwd stuk, terwijl 'Na de nacht' een heel sterke kant van het ge toonde werk laat zien, namelijk de contrastwerking van zwarte partijen op een wit fond, waarbij vlakken door donkere contourlij nen in het wit zijn uitgespaard. Dergelijke composities geven aan dat Marije Mommers met de mid delen die haar .ter beschikking staan het experimenteren met zwart en wit steeds verder voort zet met bijzonder resultaat. Een tegenstelling met de pre sentatie bij de Bange Duivel vormt de kleurrijke expositie met tekeningen van de Leidse archi tect Wim Hofman bij de galerie van Bleijenberg Lijsten. De ten toonstelling laat tekenwerk zien dat deels geïnspireerd is op het Bretonse landschap bij Ploërmel en deels op het Leidse Van der Werf park. De impressies van het park, vertonen evenals een land schap bij Heinkenszand, nog dui delijke relatie met het gekozen onderwerp, maar in reeks van 'Ploërmel' zijn de tekeningen op gebouwd uit krachtige lijnen en heldere kleurvlakken. Gedeeltelijk abstraheersing voerde Hofman door in het drie luik 'Van der Werfpark-herfst 1988'; bomen en struiken voerde hij terug tot bailonvormige ele menten en het standbeeld van de*, beroemde Leidse burgemeester tot een trapvormige pyramide met een gouden bekroning. De te genhanger van dit drieluik be staat uit drie aparte delen waarin lucht, gras en paden gereduceerd zijn tot nadrukkelijk tegen elkaar afstekende kleun/lakken. Een andere ruimte is gereser veerd voor de serie 'Projecties', die volgens Wim Hofman los staan van zijn werk als architect. Min of meer geometrische vor men en een helder kleurgebruik bepalen een deel van deze compo sities. Hofman streeft hierin niet naar strenge abstractië, gelet op los gearceerde partijen en de ge kromde scheidingslijnen. Een speelser gebruik van gebogen lij nen maakt hij bij de veelkleurige linten van de projecties uit de vijf de serie. Een 'post moderne' stoel in de etalage van Bleijenberg herinnert eraan dat Wim Hofman naast ar chitect ook ontwerper van meu bels is. Deze expositie wil vooral het vrije werk onder de aandacht brengen. NANCY STOOP. ties, vertel wat je precies wilt. Ik weet namelijk niet veel van eigen tijdse muziek en ook niet van jouw Werk.' Waarop Lutoslawski ant woordde: "Gelukkig. Fantastisch". "Ik zeg dit hier, omdat ik me af vraag of het wel nodig is zoveel te weten, van wat een componist, bij voorbeeld Liszt, precies wilde. Na tuurlijk moet je wel inzien dat de vroege Liszt-werken anders zijn dan de later. Maar Liszt op zich is niet meer bijzonder dan bijvoor beeld Mozart ën Beethoven". door Wim Henk Bakker "Liszt en zijn muziek hebben een geweldige impact, vooral ook door de religiositeit die hij in zijn muziek verwerkte. Er wordt vandaag de dag te veel aandacht besteed aan de technische kant van zijn muziek. Misschien komt dat ook doordat het instrument, de vleugel, zo veel moeilijker geworden is om te bespe len. Maar het is ook mooier gewor den. We moeten nu wat harder wer ken voor een goed resultaat dan vroeger. Soms heeft dat het effect, dat men zelfs veel te veel praat over technische problemen." "Liszt schrijft veel noten, dat is waar, en soms komen ze heel vlug achter elkaar. Dat leidt gauw tot een technische benadering en juist dat is een groot bezwaar. Ik werd in 1976 al gevraagd om de concerten van Liszt te spelen. Dat was voor de eerste keer. Ik deed het pas tien jaar later. Ik kon er gewoon niet mee uit de voeten, simpel gezegd. Het zou nog tien jaren vragen voor ik zover Nieuwe directeur Utrechtse filmdagen UTRECHT (GPD) - Johan Schul- maijer (29) is voorgedragen als de nieuwe directeur van de Nederland se Filmdagen te Utrecht. Het be stuur van de Filmdagen zal zijn be noeming binnenkort officieel be krachtigen. Schulmaijer is als advocaat ge specialiseerd in auteursrechtelijke zaken. In tegenstelling tot zijn voor ganger Hans de Wolf gaat hij zich uitsluitend met de zakelijke kant bezighouden. Krystian Zim merman: 'De grens tussen de hoogste artistie ke expressie en kitsch is heel dun', (foto gpd) "In 1986 voelde ik, dat het juiste moment gekomen was. Maar er was nog een andere, een tweede reden, dat ik de CD wou maken. Dat was de Totentanz. Dat stuk gaf me de zet, die me over de drempel hielp. Ik vind het nog steeds Liszts beste stuk voor piano en orkest". Op de vraag waarom hij tien jaar wachtte voordat hij zich aan Liszt waagde, antwoordt Zimmerman: "Veel kun je niet verklaren in de kunst. Hierop heb ik ook geen ant woord. Maar ik hoopte wel, dat het eens zover zou komen. Dat het tien jaar zou duren wist ik ook niet. Ik speelde overigens wel wat Liszt, verder vooral Mozart en Brahms in die tijd, Daarbij deden zich dezelfde problemen voor als bij Liszt. Hier moet ik ook zeggen: ik heb ook voor Brahms tweede pianoconcert tien jaar nodig gehad". "Ik werk nu eenmaal .zo. Bij mij begint alleen langzaam iets vorm te krijgen, ook bij de Schumannsona- tes gebeurde dat. Ik zeg ik nooit: ik ga dit werk spelen, ik pluk er wat aan. Ik denk altijd maar: misschien In het eerste Liszt-concours hoor den we de meest uiteenlopende in terpretaties. Kunnen die allemaal even goed zijn? "Evaluatie is hier moeilijk. Ik heb zelf aan diverse concoursen meege daan en mezelf afgevraagd, of het nu wel zo zinvol is pianisten bij el kaar te brengen, die te laten spelen en vervolgens te zeggen: deze is de beste. Natuurlijk is het goed voor de winnaar, het helpt hem bij zijn carri ère. Maar verder? We hebben daar bij ook nog het gegeven, dat niet al leen de tijden aan veranderen, maar daarmee ook de estetische opvattin gen. Die kunnen zelfs echt ouder wets worden". "Tegenwoordig brengen wij onze ideeën echter ook onder woorden. En juist dat verwoorden kan voor anderen een hoge barrière opwer pen. Een stijl mag van mij een bar rière zijn, maar niet een onder woor den gebracht idee. Dat kan mijn ei gen ideeën belemmeren". Prijzen voor Walter Maas en Wim Quist AMSTELVEEN (ANP) - De oprich ter en oud-directeur van de Stich ting Gaudeaumus, centrum voor hedendaagse muziek, Walter Maas (79) in Bilthoven is de Jan van Gilse- prijs van het Genootschap van Ne derlandse Componisten toegekend. De prijs van 10.000 gulden wordt hem in de loop van dit jaar uitge reikt. Maas krijgt de prijs als onver moeibare pleitbezorger in Neder land voor de eigentijdse muziek. Zijn activiteiten worden van on schatbare waarde geacht voor de na-oorlogse opbloei van het compo neren en de nieuwe muziek in Ne derland. De Van Gilseprijs is genoemd naar de oprichter van het Genoot schap van Nederlandse Componis ten. Hij wordt periodiek toegekend aan personen of instellingen die zich bijzonder verdienstelijk heb ben gemaakt voor muziek van Ne derlandse componisten, de heden daagse in het bijzonder. Het Prins Bernhard Fonds heeft de David Roëllprijs van 20.000 gul den toegekend aan de architect Wim Quist (58) uit Dordrecht. De onderscheiding wordt eind novem ber uitgereikt. Met de prijs wordt het gehele oeu vre van een Nederlands kunstenaar bekroond als erkenning voor diens uitzonderlijke bijdrage aan de Ne derlandse cultuur op het gebied van de beeldende kunsten, de toegepas te kunsten of de architectuur. De prijs is genoemd naar een vroegere hoofddirecteur van het Rijksmuse um en bestuurslid van het fonds. Quist ontwierp voorts onder meer het hoofdkantoor van de Suiker unie in Breda, de uitbreiding van het Rijksmuseum Kröller-Muller in Otterlo, het Museon en het Omni- versum in Den Haag, het Maritiem Museum Prins Hendrik in Rotter dam, de Rotterdamse Schouwburg en het Brabants Museum in Den Bosch. Hij adviseerde onder andere by het ontwerpen van de storm vloedkering in Zeeland en werkt mee aan de renovatie van het Rijks- i Amsterdam. "Ik heb niets tegen traditie. Maar dan niet in de zin van herhalen. Ge loof me, het gebeurde wel in de be gintijd van de grammofoonplaat dat musici tegen het einde van een com positie sneller gingen spelen, omdat ze anders het hele werk niet op de plaat kregen. Daarna dacht ieder een die het hoorde, dat het zo moest en zo was er weer een verkeerde tra ditie geboren". Bij concoursen wordt ook scherp gelet of fouten. Maar een legendari sche beroemdheid als Cortot maakte die ook, zoals je heel goed op z'n pla ten kunt horen. "Nee. Cortot maakte geen 'vergis singen'. Datje dat denkt, komt juist door de plaat. Op het moment, dat de plaat populair werd, begonnen de mensen naar noten te luisteren en dat verstoorde balans. De men sen gingen zelfs meer op de noten letten dan op de muziek. Noten zijn toch maar een klein in strument in het geheel. Het gaat niet om een penseelstreek maar om het hele schilderij. Lisztspeelde vaak andere noten dan hij had geschre ven in een concert. Als een pianist dat overkomt is dat ook niet erg. Hij kan dan juist zelfs heel dicht bij Lis zt komen. Maar hij moet het er niet op toeleggen, hij moet het niet thuis instuderen. Dan zcu het wel een beetje goedkoop gorden...daar zit ik ook vaak mee bij Bach. Soms, wanneer ik er echt zin heb - Bach in spireert mij altijd zeer -, denk ik na afloop van het concert: waar is de grens, ben je er niet overheen? Want dan kom je bij de kitsch terecht. De grens tussen de hoogste artistieke expressie en de kitsch is heel dun". Hoe ver kan je gaan? "Die vraag zal ik mezelf altijd blijven stellen. Estetisch blijf je altijd in beweging. Ik heb respect voor mensen die risi co's nemen. Ik doe het zelf ook. Maar soms ga je te ver en dan verlies je. Dat moet je incalculeren". Expositie kunst uit Afrika in Wageningen WAGENINGEN (GPD) - "Een boeiend waagstuk". Daarmee om schreef de Raad voor de Kunst de plannen voor de beeldententoon stelling 'Beelden op de Berg' in Wa geningen. 'Zimbabwe op de Berg' is de titel van de tentoonstelling, die ditmaal bestaat uit 120 beelden van beeldhouwers uit het Zuidafrikaan- se land. Daarmee is 'Zimbabwe op de Berg' de grootste ooit in ons land gehouden expositie van hederw daagse Afrikaanse kunst. Op 24 juni is de officiële opening. Niet alleen het Belmonte Arbore tum, de plek waar de tentoonstel ling ook ditmaal wordt gehouden, staat in het teken van Zimbabwe en Afrika. Een symposium over Afri kaanse kunst, een reeks voordrach ten, een seminar over de ontwikke ling van het continent, een wee- klang films uit Afrika als onderdeel van het landelijke festival 'Africa in the Picture' en een tentoonstelling over landschappen in Afrika maken eveneens deel uit van Zimbabwe op de Berg'. In Wageningen werd tot nu toe viermaal hedendaagse beeldhouw kunst getoond. Een studiedag in het Tropenmuseum, drie jaar geleden, waar de vraag op tafel kwam of kunst uit ontwikkelingslanden mo derne kunst kan worden genoemd, was de directe aanleiding voor de nieuwe expositie. Ook naar aanlei ding van de tentoonstelling in Wa geningen zal die vraag opnieuw ter sprake komen, zo verwachten de or ganisatoren, want de artistieke waarde van de Afikaanse kunst is onder kunsthistorici omstreden. De initiatiefnemers zien 'Zimbab we op de Berg' echter niet alleen als tentoonsteling van beeldende kunst, maar ook als een "ontwikke lingsproject", aldus stichtingsvoor zitter T. Bakhuizen. Een subsidie aanvraag bij. ontwikkelingssamen werking werd echter afgewezen. WVC kwam wel over de brug. Volgens conservator Harrie Ley- ten van het Amsterdamse Tropen museum, die als adviseur bij 'Zim babwe op de Berg' is betrokken, is Nederland relatief laat met zijn be langstelling voor moderne Afri kaanse kunst. "Ons land loopt wat dat betreft in Europa achter", zo zei hij bij de presentatie van de exposi tie in Wageningen. Op de tentoonstelling, die tot 16 september duurt, worden 100 klei ne en 20 grote beelden uit Zimbab we getoond. De 20 grote zijn aange kocht door de organiserende stich ting, die ze hoopt door te verkopen. Een aantal ervan is inmiddels ver kocht aan overheden en ook het be drijfsleven toont belangstelling. De beelden zijn voor het grootste deel afkomstig uit The National Gallery in de hoofdstad Harare. De grote beelden komen in het vrij toeganke lijke arboretum te staan, de kleine binnen een omheining. Óm deze te bekijken moet entree worden be taald. De organisatoren verwachten minstens 35.000 bezoekers. De beelden die in Wageningen ge toond worden zijn veelal gemaakt in de werkplaatsen bij The National Gallery of in het beeldhouwersdorp Tengenenge, 150 kilometer ten noorden van Harare. De steen die wordt gebruikt is afkomstig uit een aantal steengroeven. In Tengenen ge hakken de beeldhouwers het ma teriaal waarmee ze werken, de steensoort serpentijn, zelf uit een groeve in de buurt. Ze beschikken over eenvoudige gereedschappen en vervaardigen hun beelden, vaak bestaande uit afbeeldingen van die ren en mensen of combinaties daar van, geheel met de hand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 39