Swing met eeuwigheidswaarde
Glenn Miller-Band halve eeuw
geleden in één avond beroemd
EXTRA
ZATERDAG 13 MEI 1989
Het kon niet in een fleurig pakpa-
piertje, maar het was wel het mooi
ste verjaarscadeau dat Glenn Miller
op 1 maart 1939 aangeboden kreeg.
Precies op de dag dat de Amerikaan
se trombonist en bandleider 35 jaar
werd, kreeg hij te horen dat hij en
zijn dansorkest waren geboekt voor
een zomer-engagement van veertien
weken in The Glen Island Casino.
Dat betekende heel wat. Wat heet, het
was een gouden kans voor het Miller-or-
kest, dat sinds 1938 speelde, maar temid
den van de felle concurrentie van dozij
nen andere swingbands niet meer dan
enkele bescheiden succesjes had ge
boekt. The Glen Island Casino was zo'n
beetje de allerbelangrijkste ballroom van
de hele VS, gelegen in New Rochelle
(New York), aan het water van de Long
Island Sound.
Niet alleen belangrijk, omdat er uit alle
gegoede voorsteden van New York de
hele zomer lang college-kids kwamen
dansen in het toonaangevende Casino,
maar ook omdat vanuit die lokatie om de
haverklap over het hele land verspreide
(coast-to-coast) radio-uitzendingen wer
den verzorgd door de grote 'networks'.
In het pre-televisie-tijdperk, toen radio
het machtigste medium was, de manier
bij uitstek om je als amusementsorkest
door de hele VS te laten horen. En zo te
bouwen aan je populariteit, want zo'n ra
dio-programma met flitsende muziek en
enthousiaste bijval van een meute pu
bliek werkte aanstekelijk.
Goede greep
Op woensdagavond 17 mei 1939 was het
de directie van The Glen Island Casino al
snel duidelijk, dat het contracteren van
de Miller-band wel een goede greep was
geweest. Voor het aanvangsuur was er
een record-aantal bezoekers geboekt:
1800 mensen dromden de trap op naar de
eerste verdieping, waar de dansvloer was
onder een hoog, kathedraalachtig pla
fond dat een prima akoestiek bewerk
stelligde.
Op de bandstand, onder de fluwelen
draperieën, de leden van Millers orkest.
Netjes in het pak en onderdrukt gierend
van de zenuwen. De bebrilde leider
speelde nerveus met de schuif van zijn.
trombone en blikte met een scheef oog
naar de rechterkant van het toneel. Daar
zaten de vertegenwoordigers van 'Ko
ning' Radio: de geluidstechnicus achter"
het knoppenpaneel en de omroeper on
der de koptelefoon. Het was tijd voor de
uitzending.
Omroeper Hugh James stapte naar de so
listen-microfoon en zei terwijl het geroe
zemoes in de zaal verstomde: "De schijn
werpers branden, The Glen Island Casi
no opent het seizoen 1939!" De Miller-
band viel in met zijn herkenningsmelo
die Moonlight Serenade en Hugh James
vervolgde na een paar maten: "Goeden
avond, dames en heren. Vanavond komt
er muziek vanaf de waterkant van Long
Island Sound. De microfoons van NBC
zijn aanwezig bij Glenn Millers levendi
ge opening in The Glen Island Casino,
het Mekka van muziek voor moderne
mensen, aan de kustweg bij New Rochel
le, New York. Wij nodigen U nu uit om te
dansen op de muziek van Amerika's be
langrijkste swing-trombonist, Glenn
Miller, met zijn orkest".
Eigen geluid
Glenns muziek bleek op de aanwezigen
een heel bijzondere uitwerking te heb
ben. Niet iedereen danste. Voor de band
stand ontstond een soort oploop van jon
geren, die doodstil stonden te kijken en
te luisteren. Want de band had iets
aparts, iets nieuws, een afwijkend ge
luid, een eigen sound. En die sloeg aan.
Nadat alle sets van de avond waren ver
klonken, was het publiek ervan over
tuigd van iets historisch getuige te zijn
geweest: dit was zo'n A Star Is Bom -da
tum die maar een paar keer per decenni
um voorkomt. The Glenn Miller Or
chestra had in één avond de top bereikt.
De rest van het Glen Island Casino-en
gagement was voor de Miller-band dan
ook een lange triomftocht. Avond aan
avond een volle ballroom, met jongeren
die na elk nummer luidruchtig hun bij
val uitschreeuwden. Miller begon direct
met geschiedenis te schrijven. Op 26 juli
1939 speelde hij in het Casino een num
mer dat In The Mood, heette. Componist
Joe Garland had het aanvankelijk over
handigd aan Artie Shaw, de klarinettist
leider van een andere band.
Maar Shaw gaf het door aan Miller, om
dat de speelduur langer was dan de 3 mi
nuten 17 seconden die er maximaal op
een kant van een 78-toerenplaat paste.
Hij zag er commercieel dus niks in.
Glenn, niet alleen een behoorlijk musi
cus maar zeker ook een slim zaken
man, wel. Hij probeerde In The Mood in
het Glen Island Casino uit, merkte dat
het tempo voor het jonge dansvolkje pre
cies goed lag om de Jitterbug op te swin
gen, ("niet te snel, niet te langzaam, maar
half-sneF') en kreeg een even simpel als
briljant idee.
Wereldhit
Hij arrangeerde de overbodige loopjes
uit In The Mood weg, hield de smeuiige
rifjes over, organiseerde een klein duo
oorlogje voor zijn saxofonisten Tex Be-
neke en Al Klink, en ziedaar, een wereld
hit met 3 minuten spêelduur was gebo
ren. Op 28 juli 1939 werd het nummer in
de studio's van RCA Victor Bluebird op
de plaat gezet.
Op Millers laatste avond in The Glen
Island Casino, woensdag 23 augustus
1939, boden zijn fans hem en de band een
speciaal feestje aan. Woody Herman, de
leider van de band die na Miller in het Ca
sino zou spelen, zag bleek om de neus.
Wat was er eigenlijk zo bijzonder aan
The Glenn Miller Orchestra? Hoe kwam
die eigen sound tot stand, zodat je als ar
geloze radio-luisteraar Millers orkest di
rect herkende tussen alle concurrentie
van topbands als die van Tommy Dor-
sey, Benny Goodman, Sammy Kaye,
Kay Kyser, Gene Krupa, Charlie Barnet,
Jimmy Dorsey, Artie Shaw en Jan Sa-
vitt?
Miller had na het Glen Island Casino
succes voldoende financiële grond onder
de voeten om zijn orkest uit te breiden
met een vierde trompettist en een vierde
trombonist, terwijl hij in de zomer van
1939 al een gitarist had ingehuurd. De be
zetting was in het najaar van 1939 derhal
ve- vier trompetten, vier trombones, vier
STER-reclame anno 1989: Een
iets te uitbundige dame danst naar
haar werk en duikt in opperste
verrukking achter haar
tekstverwerker. Een net wat te
ontspannen heer besmeert een
broodje met een week Frans
kaasje, terwijl om hem heen het
ganse gebouw instort. Beide
reclameboodschappen worden
begeleid door swingende muziek
die al vijftig jaar lekker in het
gehoor ligt. Bijna niemand kent de
Amerikaan meer, die die deuntjes
tussen 1938 en 1944 speelde. Het
was Alton Glenn Miller met zijn
dansorkest, in het turbulente
tijdperk dat er voor het eerst in de
VS jongeren-muziek werd
gemaakt, compleet met alles wat
daar ook nu nog bij hoort: gillende
tieners, hitparades, disc-jockey's,
en danszalen. Woensdag is het
precies een halve eeuw geleden,
dat de Miller-band in één avond
beroemd werd. Een portret van
een man die zo populair was dat
de gouden plaat voor hem moest
worden uitgevonden.
door Frits Cabout
Glenn Miller dirigeert, met het
stokje karakteristiek ter hoogte van
zijn maag, de Army Airforces Band.
De goed geoliede swingmachine die
tijdens de Tweede Wereldoorlog ver
strooiing bood aan Amerikaanse
soldaten in Europa. Öp de foto's on
der acteur James Stewart als Glenn
Miller in de film van 1954 (boven) en
Glenn Miller zelf (onder), (foto's gpd»
saxofoons, een klarinet, een piano, een
gitaar, een bas, een drum, een zanger
(Ray Eberle) en een zangeres (Marion
Hutton).
Gebruikelijk in big-bands was, dat de
klarinet meespeelde met het koper.
Glenn liet klarinettist Willie Schwartz de
lead een octaaf hoger meeblazen met de
saxofoons, op een harde, maar oer-zuive-
re manier. Dat verschafte een briljant
klinkende melodie, dat was de afwijken
de 'Miller-sound'.
Nou ja, er kwam natuurlijk nog wel
wat meer bij kijken, want iedereen die
iets van big-bands afweet, snapt onmid
dellijk dat die kakafonie van frêle tonen
niet een-twee-drie aaneen is te smeden
tot een vloeiend geheel. De Miller-band
was dan ook een combinatie van enthou
siast vakmanschap en bijna militaire
precisie. Precisie die werd verkregen
door ijzeren speeldiscipline en eindeloos
repeteren.
Niet alle bandleden konden even goed
tegen Millers repeteerdrift en kreunden
bijna hoorbaar onder de uiterst strenge
discipline. Het was ook niet zo simpel om
te moeten spelen onder een leider, die
voorschreef welke kleur sokken je dien
de te dragen en hoe ver de lefzakdoek uit
de borstzak van je colbert mocht steken.
Maar het resultaat vergoedde veel. De
houtblazers (reeds) konden met name in
de langzame ballads met z'n vijven tege
lijk in perfecte 'Miller-sound' loopjes bla
zen, waarvan je tranen van ontroering in
je ogen kreeg. De up-tempo-nummers
waren misschien een streepje minder,
omdat het orkest niet echt los swingde.
Kwam het door het strenge oog van de
meester dat drummer Moe Purtill nooit
helemaal ontspande?
Mijlpaal
Op 27 december 1939 bereikte Miller een
nieuwe mijlpaal in zijn carrière. Het siga
rettenmerk Chesterfield had drie maal in
de week een kwartier radiotijd gekocht
op het landelijke CBS-network, en ver
volgens Millers band gecontracteerd om
dat kwartiertje te vullen. Voor Glenn was
nu een droomwens in vervulling gegaan,
hij had een 'eigen' radio-programma.
Met Millers herkenningsmelodie in het
achterhoofd, werd de uitzending 'Ches
terfield's Moonlight Serenade Show' ge
doopt
Vanuit een studiozaal aan de Broad
way and Fifty-third Street in New York,
volgepakt met fans, ging de eerste Ches
terfield-show de lucht in. Omroeper Paul
Douglas had nog maar net "A Moonlight
Serenade!" gezegd, of het publiek barst
te al in een oorverdovend kabaal uit.
Nauwelijks verstaanbaar ging hij verder
met: "Chesterfield is reuzeblij de meest
besproken dansmuziek van Amerika te
kunnen presenteren. En hier is de man
die het orkest leidt, Glenn Miller!"
Glenn zelf was daarna nog minder ver
staanbaar: "Dank je, Paul Douglas. Het
is spannend om al onze vrienden te kun
nen begroeten via Chesterfields fijne
programma van kust tot kust". En het
eerste nummer, Little Brown Jug, ver
oorzaakte helemaal angstwekkende gol
ven van instemmend publieks-geluid.
1940 en 1941 waren Glenns topjaren.
Hij voegde een close-harmoney-zang-
groepje aan zijn orkest toe, bestaande uit
de heren Conway, Dickenson, Goldstein
en Brewster. Samen vormden ze The Mo-
dernaires en ze gaven Glenns langzame
nummers nog wat meer romantiek. In de
zomer van 1941 verhuisde het hele Mil-
ler-circus naar Hollywood voor het ma
ken van een muziekfilm, Sun Valley Se
renade.
Gouden plaat
Eén liedje uit die rolprent, Chattanooga
Choo Choo, was goed voor weer een stuk
je muziekgeschiedenis. Het nummer
over een klein stoomtreintje verkocht
zo goed op de plaat dat Millers platen
baas Wally Early op 10 februari 1942 de
Chesterfield-show binnenstapte met een
geschenk onder de arm.
"Ik presenteer meneer W. Wallis Early,
de manager voor plaatverkoop van Vic-
tor 'en Bluebird grammofoonplaten", zei
omroeper Paul Douglas. Na een beleefd
applausje van het publiek meldde Eraly:
"Sprekend voor RCA Victor, we zijn
trots öp ,de Chattanooga Choo Choo en
de man die de plaat maakte. Want U
moet begrijpen dat het lang geleden is
dat er van een plaat één miljoen exem
plaren zijn verkocht. Chattanooga Choo
Choo zette er goed vaart achter en den
derde dwars doör die miljoen-grens met
nog eens 200.000 exemplaren".
"We hebben besloten dat Glenn een
trofee verdient. Het beste dat we konden
bedenken was een gouden plaat van
Chattanooga. En nu is-ie van jou Glenn,
met de felicitaties van RCA Victor
Bluebird-platen".
De verbaasde bandleider kreeg een
lijstje in handen geduwd, met achter glas
een goud-gespoten matrijs van zijn plaat.
Het was bedoeld als een eenmalig grapje,
maar de platenindustrie vond het zo'n
goed idee, dat de gimmick tot op de dag
van vandaag is blijven bestaan. Glenn
Miller was de eerste ontvanger van een
gouden plaat. De man was zo populair,
dat die trofee voor hem moest worden
uitgevonden.
De Verenigde Staten raakten na de Ja
panse aanval op Pearl Harbour van de
cember 1941 betrokken bij de Tweede
Wereldoorlog. Glenn Miller, patriot in
hart en nieren, wenste op zijn manier een
bijdrage te leveren aan de oorlogsinspan
ningen. Hij meldde zich dus vrijwillig
aan bij de luchtmacht (toen nog een on
derdeel van de landmacht), al kostte hem
dat zijn band en zijn carrière.
Op 24 september 1942 zond CBS de
laatste Moonlight Serenade Show uit,
vanuit het Central Theatre in Passaic
(New Jersey). Glenn stond op het punt
om bij de Army Air Forces in dienst te
treden als kapitein-dirigent van een mili
taire band, en deed zijn ether-plekje over
aan bandleider-trompettist Harry James.
Het was een droeve aangelegenheid,
want duizenden fans meenden thuis aan
de radio gekluisterd getuige te zijn van
het einde van een tijdperk.
Na het laatste nummer, Jukebox Sa
turday Night, draaide Glenn zich rich
ting Harry James en zei met een stevig
brok in zijn keel: "Harry, het valt ons na
tuurlijk zwaar onze Moonlight Serena
des op te geven na zo'n prettige tijd sa
men te hebben gewerkt met Chester
field, maar omdat ik een afspraak heb
met Uncle Sam kan ik zeggen dat ik geen
betere opvolger kan wensen".
Glenn kondigde plechtig af, de band
speelde nog één keer en in mineur Moon
light Serenade en honderden fans in de
zaal snikten luid. Het was gedaan met de
Miller-sound. Hoewel...
Airforces Band
Het beste moest nog komen. Want een
maal in het militaire leven, kreeg kapi
tein Miller (hij werd in 1944 nog bevor
derd tot majoor) een unieke kans.
Dienstplichtig geworden topmusici uit
alle swingbands van het land konden
door captain Miller worden 'bevolen' om
in zijn Army Airforces Band te komen
spelen. En dat deden die knapen maar al
te graag, ze dienden liever in een legeror-
kest dan in een tochtige loopgraaf aan
het front.
Miller bouwde een groot orkest op,
compleet met een strijkers-sectie en een
hoornist, en het resultaat was ernaar.
Een goed-geoliede swingmachine speel
de in 1943 in radio-programma's als 7
Sustain The Wings, waarin Amerikanen
werden opgewekt om geld te offeren
voor de oorlogsinspanningen. Toch werd
kapitein Miller met de dag onrustiger,
want wat hij werkelijk wenste, was ver
strooiing bieden aan de soldaten over
zee, die hard vochten aan de Europese
fronten.
Pas in de zomer van 1944 lukte dat na
eindeloos gezeur. Millers superieuren
stemden ermee in dat de hele 62 man
sterke groep naar Groot-Brittannië werd
verscheept. Daar begon Miller direct te
musiceren voor de geallieerde strijd
krachtenzender AEFN (Allied Expedi
tionary Forces Network).
In december 1944 kreeg majoor Miller,
alweer na veel gezeur, toestemming om
zijn band vanuit Engeland over te bren
gen naar Frankrijk. Parijs was inmiddels
bevrijd en Glenn wilde dolgraag spelen
voor de soldaten die frontverlof hadden.
Op 15 december 1944 had Miller een af
spraak om vast naar Parijs vooruit te
vliegen. Hij zou meegaan met een een-
motorige ongewapende C-64 Norseman,
het privé-vliegtuigje van een generaal, en,
de hele band zou een paar dagen later
volgen.
Het was mistig en het motregende,
maar toch kwam flight-officer Morgan
met zijn toestelletje opdagen op het
vliegveld van Twinwood Farm (Midden-
Engeland). Miller, toch al niet bijster dol
op vliegen, zwiepte nerveus zijn tas met
toiletspullen naar binnen, en zei half
schertsend: "Waar zijn verdomme de pa
rachutes?" Waarop zijn reisgenoot kolo
nel Baesell terugkaatste: "Wat krijgen
we nou, Miller, wil je eeuwig leven?"
De Norseman vertrok in de richting
van Het Kanaal. Om nooit aan te komen
in Parijs, zoals enkele dagen later duide
lijk werd, toen de hele band arriveerde in
Frankrijk en de leider vermist bleek te
zijn. Wat was er gebeurd? Was het vlieg
tuigje door ijsafzetting te zwaar gewor
den en in Het Kanaal geploft? Was er per
ongeluk een bom uit een hoger vliegend
toestel van de Royal Air Force op de Nor
seman gevallen? Over de abrupte dood
van de populaire bandleider circuleer
den de meest wilde speculaties. Hij zou
volgens sommigen zelfs helemaal niet op
de bodem van Het Kanaal liggen, maar
voor de Russen zijn gaan spioneren.
Legende
Het overlijden van Miller, nooit precies
opgehelderd, zorgde voor de nodige le
gendevorming. Onterecht, want Glenn
was geen halve heilige. Wel een handige
zakenman-musicus, die haarscherp aan
voelde wat jong-Amerika wilde horen.
En die muziek maakte, die door de jaren
heen repertoire hield.
In 1954 werd in de Universal-studio's
een kleurenfilm opgenomen over het le
ven van Miller, The Glenn Miller Story,
met James Stewart als Glenn. Een mier
zoete rolprent, wemelend van histori
sche onjuistheden, maar vanwege de
muziek in stereo en deels uitgevoerd
door de originele bandleden toch wel
de moeite waard. En anno 1989 toert The
Glenn Miller Revival Orchestra door
Westeuropa, een Nederlands-Duits or
kest onder leiding van Wil Salden.
Naar het Revival Orchestra luistert,
netjes gezeten op pluche stoelen, een
doorgaans wat ouder schouwburgpu
bliek, mijmerend over de tijd-van-toen.
Toen het swingtijdperk nog vibreerde
onder de jiving en smooching, op de to
nen van de exponent-nummer-één, Al
ton Glenn Miller.