'Ik heb alle soorten rampen meegemaakt' Hans Walenkamp, berger van Herald of Free Enterprise, blijft nu aan wal ZATERDAG 13 MEI 1989 PAGINA 25 Een jaar of zeventien heeft Hans Walenkamp als bergingsinspecteur bij Smit Tak goeddeels vanuit de koffer geleefd. Er hoefde zich ergens op of rond een zee maar een scheepsramp voor te doen, en hij vertrok nog dezelfde dag naar de plaats des onheils. "Van 1972 af ben ik van de twaalf maanden die een jaar heeft er telkens een maand of zeven, acht van huis geweest". door Gerard van Putten Met ingang van 1 maart benoemd tot di recteur van Smit Vlootbeheer is het da gelijks bestaan van Walenkamp in een rustiger vaarwater terecht gekomen. Het avonturieren is er bij hem af, zijn werk ligt thans op het hoofdkantoor in Rotter dam. De havensleepboten daargelaten voert hij nu het gezag over de hele vloot van Smit International. De off-shore vaartuigen vallen onder zijn beheer, zoals ook de drijvende bokken, de ber gingsvaartuigen, de bevoorradingssche pen en de sleepboten. "Het is weer eens wat anders. Iets nieuws kan ook geestig zijn". Op grond van zijn buitengewone ver diensten voor de Nederlandse scheep vaart werd hem vorige week de gouden De Ruyter-medaille opgespeld. Een on derscheiding die voor het laatst een jaar of tien geleden op voordracht van het mi nisterie van verkeer en waterstaat door H.M. de Koningin werd uitgereikt. "Een hele eer inderdaad, alleen al vanwege het feit dat het zo weinig voofkomt dat die wordt uitgereikt", zegt Sa.ssenheimer Hans Walenkamp, sinds hij bij Zeebrug- ge leiding gaf aan de berging van de ge zonken Britse veerboot Herald of Free Enterprise een bekend Nederlander. Gieren Volmondig erkent de 51-jarige bergings- deskundige, dat hij samen met zijn me dewerkers gedurende tal van jaren werk heeft opgeknapt met een negatieve in slag. Niet zonder cynisme worden ze soms nagewezen als de gieren van zee en oceaan, de bergers. Al spreekt Walen kamp als telg uit een familie van artsen liever van eerste hulpverlening. "We moeten het hebben van het ongeluk van een ander. Maar dat is met een arts ook zo. Je lost niet alleen de problemen voor reders op, je kunt ook in aanraking ko men met trieste persoonlijke omstandig heden. Wat dat betreft hoef ik alleen maar die narigheid met de Herald of Free Enterprise als voorbeeld te stellen". Even voorbijgaand aan dë emoties die deze catastrofe ook "bij zijn team van ber gers en duikers hebben opgeroepen, vaart de maatschappij waarvoor hij werkt puur boekhoudkundig gerede neerd wel bij rampen en oorlogen. Walenkamp doet daar niet geheimzinnig over, gêneert zich niet dat naar waarheid te vertellen. Iemand moet tenslotte dit werk toch doen. Neem nu de Golfoorlog die vier jaar woedde in de Perzische Golf, goudgeld heeft Smit Tak eraan verdiend. "Die oorlog heeft ons heel veel werk opgeleverd". En het geluk, voor zover in dit verband van mazzel mag worden ge sproken, heeft daarbij zeer zeker een gunstige wending gegeven aan de in komsten. Al is ondernemersgeest zeker Ook van invloed geweest om de concur rentie op dit gebied een slag voor te zijn. Walenkamp noemt de naam van de Ame rikaan Red Adair, een expert als het gaat om blussen van brand op olieplatforms. "Maar een in brand staande tanker blus sen is aanzienlijk moeilijker dan een vast punt als een olieplatform. Het is nu een maal minder eenvoudig om bij een tank-, er te komen, omdat je te maken hebt met de stroom en de wind". Veelzijdiger Onlangs nam Hans Walenkamp definitief afscheid van een bestaan dat hem van de ene naar de andere uithoek van de wereld loodste. Brandende olieplatforms en scheepsrampen, als bergingsinspecteur bij Smit Tak reisde hij ze allemaal af. Twee jaar geleden gaf hij leiding aan de berging van de Britse veerboot The Herald of Free Enterprise. Het karwei werd naar behoren geklaard en leverde hem meer dan locale bekendheid op. Intussen heeft de 51-jarige Sassenheimer zijn baan die hem zo vaak van huis noodde, verruild voor de honkvastheid van een directiezetel. Vorige week werd hem de De Ruyter- medaille opgespeld, door hem aanvaard als een eervol sluitstuk van een loopbaan. "Ik heb alles wat met berging te maken heeft meegemaakt, iets nieuws kan ook geestig zijn". Hans Walenkamp: "Alles wat met de berging van schepen te maken heeft, heb ik meegemaakt". Een denktank van Smit combineerde rond 1980 het een met het ander. Onmid dellijk nadat het personeel was geïnven tariseerd, doemde de vraag op of de teams van blussers niet veelzijdiger kon den worden opgezet. Zeelui, oftewel ber gers waren er genoeg. Maar ze beschik ten niet over de kennis van zaken om een in lichterlaaie staande olietanker te blus sen. "We hebben dus bergers tot blussers opgeleid. Een man of veertig". Daarbij bleef het niet. Om alle wereld zeeën te kunnen bestrijken moderniseer de de maatschappij de blusapparatuur. In eigen beheer werden fire fighting units ontwikkeld. Gemakkelijk per vliegtuig te transporteren brandblus- pompen die elk afzonderlijk 2100 kilo wegen. Niet alleen waren ze handzamer in gebruik, ze bleken ook tot veel in staat. Ga maar na: in een uur tijd wordt er 600 ton water gepompt, met een druk van 16 atmosfeer. "Dat betekent dat het water 150 meter wegspuit". Bij Smit Tak hebben ze er nu twaalf in gebruik, de rest ("in totaal zijn er zestig gemaakt") voor een bedrag van ander halve ton per stuk verkocht aan andere firma's. "In 1980 zijn we met de ontwik keling van de apparatuur begonnen, in 1984 was alles klaar. En uitgerekend toen brak de Golfoorlog uit. Strontgeluk, na tuurlijk". Ze heetten al gauw de bergers van de Perzische Golf, de vrijgevochten jongens van Walenkamp, die zich ondanks hun veelal non-conformistische instelling probleemloos schikten naar de eenheids regels van een team. Niet voor niets zegt Walenkamp: dit werk gaat niet zonder teamwork. Vanuit twee uitvalsbases werd telkens met teams van 15 man ge opereerd, vanuit de vestiging in Bahrein en vanuit Sharjah in de Verenigde Arabi sche Emiraten. "Het bergen van schepen tijdens de Golfoorlog hield een zeker risico in, maar al te dramatisch hoeft daarover nu ook weer niet te worden gedaan. Onze ber gers werden meestal met rust gelaten. Wat zou het trouwens voor zin hebben gehad om ons te beschieten, als de tan ker al geraakt was? Bovendien hadden we met de oorlogvoerende partijen, zo wel met Iraq als met Iran, goede contac ten. Afgezi'en daarvan is iedere berger er op basis van vrijwilligheid naartoe ge gaan. Er wordt goed betaald bij ons. De slepers die daar constant werkten, ont vingen zelfs dubbele gages". Hij prijst zich gelukkig dat de activitei ten in het oorlogsgebied slechts materië le schade heeft opgeleverd. En ook die viel nog alleszins mee. "In die vier jaar is er één man geraakt, een Australische duiker van een ander bedrijf. Van onze vloot zijn er drie schepen getroffen, twee zijn weer in de vaart gebracht en een werd total-loss verklaard. Dat is alles". Behoudens het salaris hield de job van bergingsinspecteur voor Hans Walen kamp maar één zekerheid in: de eis voortdurend stand-by te moeten zijn. Overdreven gesteld verviel hij van de ene ramp in de andere catastrofe. Voor het overige herbergde zijn werk louter onzekerheden. "Nooit wist je wanneer je weg moest en voor- hoe lang. Vele jaren ben ik met kerst niet thuis geweest. Of het nou aan de kerstdiners lag, ik weet het niet. Maar er gebeurde altijd wat rond die tijd". Haast Nog dezelfde dag reisde hij dan in hét ge zelschap van een paar kerels naar de plek waar de ramp zich had voltrokken. Haast was geboden, alleen al vanwege de aan wezigheid van andere kapers op de kust. De concurrentie sliep nooit en hield Walenkamp wakker. Zeker in het geval van brand aan boord van het verongeluk te schip is snelheid van handelen vereist. In het voordeel van hem sprak dat Walenkamp overal in de wereld het ber gingsmateriaal in z'n nabijheid wist. Niet alleen in Rotterdam, maar ook in Ham burg, in het Caraïbisch gebied en in de Perzische Golf. "Allereerst om het contract te krijgen is het zaak snel te handelen. En dan sta je er beter voor als je drijvende bokken in de omgeving hebt liggen dan dat al het materieel nog moet worden overgevlo gen. In het eerste geval kun je bij wijze van spreken op het strand al beginnen met de besprekingen. Door gelijk al con tacten te leggen met de kapitein van het schip. Door met vertegenwoordigers van de regering te onderhandelen. Er zijn landen waar je een werkvergunning moet zien te krijgen. Ook al heb je dan een contract afgesloten met een reder, in Indonesië en in bepaalde Afrikaanse lan den moet je een werkvergunning heb ben. En die kun je alleen maar verwerver! door een deal te sluiten met een locaal bergingsbedrijf dat zelf niks of vrijwel niks aan de berging doet, maar wel tien tot veertig procent van de bergingsop brengst opstrijkt". Smit Tak ruimt in principe al wat wrak is op uit zee, maar het moet wel z'n prijs opleveren. Als regel gaat aan de onder handelingen de rapportage aan het hoofdkantoor in Rotterdam vooraf. De taxatie van Walenkamp als bedrijfsdes- kundige was in dat opzicht van onge meen belang. Hij moest telkens taxeren welk risico zijn bedrijf liep met het aan vaarden van het bergingskarwei. In deze wereld wordt van oudsher gewerkt vpl- gens het standaardcontract met Lloyds formule no cure, no pay. Geen geld voor het bergingsbedrijf als de klus niet naar behoren wordt geklaard. Gebeurt dat wel, dan maakt een arbitragecollege in Londen uit hoeveel geld het bergingsbe drijf mag opstrijken. Niet rendabel "Dat er ergens wel eens een schip uit brandt omdat het niet rendabel is om dat te blussen en te bergen, sluit ik niet uit. Bij een lege tanker wordt het al moeilijk om als berger er iets aan over te houden. Met een geladen tanker die in brand is gevlogen zit je weer wel goed. Stel dat die 300.000 ton olie aan boord had en er 5000 verloren is gegaan, dan nog blijft er 295.000 ton olie over. Die wordt dan naar tankers overgepompt, want uiteraard be paalt die olie mede de geborgen waarde". "Maar een vissertje dat op het strand is gelopen, tja, daar moet geld bij. Stel dat zo'n schuit een miljoen gulden waard is, en daarvan moet dan nog eens twee ton reparatiekosten worden afgetrokken. Dan wordt de spoeling wel erg dun, als er op de normale voorwaarden van het standaardcontract wordt gewerkt. Schroot levert niet meer dan 200 dollar per ton op. Alleen dan als in overleg met de reder de arbitrage erbuiten gehouden kan worden, kan zo'n karwei nog lonen. Zo is het ook gegaan met de Herald of Free Enterprise. We hebben een plan ge maakt, op basis waarvan het bergingsbe drag is vastgesteld. Zoveel moet het kos ten zeg je dan tegen de reder, en van avond kunnen we al beginnen". En dan nog hoeft er geen garantie te bestaan dat no cure no pay met uitslui ting van arbitrage de zekerheid biedt van een financiële uitspringer. De plaatselij ke omstandigheden kunnen zich soms zozeer wijzigen dat het plan dringend herziening behoeft. Een karwei kan ook uitlopen zonder dat een en ander wijzi ging van de inkomsten tot gevolg heeft. Afspraak is nu eenmaal afspraak. De ber ging van de Britse veerboot die zich van 6 maart tot medio april 1987 over een pe riode van zeven weken uitstrekte, lever de Smit Tak een positief resultaat van 12,9 miljoen op. "Maar als er nog eens een storm overheen was gekomen, als het daardoor allemaal nog drie weken langer had geduurd, hadden we er gega randeerd op n^oeten toeleggen". Veiliger De scheepvaart is veiliger geworden, ook al worden de zeeën steeds drukker beva ren. Er doen zich minder aanvaringen voor, zoals het aantal schepen dat op een zandbank loopt achteruit is gelopen. De satelietnavigatie regelt het scheepvaart verkeer beter dan radar; bovendien hou den de trafficlanes (de verkeersbanen) de schepen op de goede koers. "Voor ons is er dus minder werk, maar daar staat te genover dat de ongelukken nu veel ern stiger van aard zijn. Omdat de zeeën nu door andere types schepen worden beva ren. In 1960 was een tanker van 30.000 ton al een hele grote, nu heb je erbij van 400.000 ton. Er gaan schepen met 30.000 ton chemicaliën over de oceaan. En dan zijn er nog de aardgascarriers. Gebeurt daar wat mee, dan heb je meteen met tonnen gas te maken". Walenkamp heeft veel doorleefd in al die jaren dat hij namens Smit Tak leiding gaf aan de berging van schepen met molest. Terwijl de bluswerkzaamheden aan de voorkant nog in volle gang waren, zag hij ingezetenen van het Braziliaanse Manaüs zich gedragen als ware wrakpi raten door de complete inventaris ("met trapleuningen en al") van een in brand gevlogen schip weg te slepen aan de ach terzijde. Met gevaar voor eigen leven. Hij zag van nabij de olieplatforms die als fak kels brandden en scheepsrampen in al lerlei gedaanten. Niet elke catastrofe valt overigens te herleiden tot een noodlottige fout. Ver bazen doet Walenkamp zich al lang niet meer over het gegeven dat een schip van de ene op de andere dag spoorloos uit het zicht kan raken. Zoals er aan de wal wordt gefraudeerd, zo gebeurt dat ook op zee. Zijn bedrijf had voor een derde deel belang in een vaartuig dat tussen Venezuela en Panama voer. Opeens was het foetsie, van de aardbodem verdwe nen. Naar het heette vergaan in slecht weer, niet bepaald een alledaags natuur verschijnsel in de Caraïbische zee. Walenkamp sluit niet uit dat het schip is omgevlagd op volle zee. Onder een ande- re naam en onder een goedkope vlag is gaan varen, al dan niet gedekt door valse documenten. "Wij vermoeden inderdaad dat die boot nu wordt gebruikt voor hasjsmokkel". Moedwil Met enige terughoudendheid laat Walen kamp doorschemeren dat sommige re ders ook anderszins door de mazen van de internationale wetten proberen te glippen, als het hun zo uitkomt. Moed willig schepen naar het zeemansgraf hel pen, Walenkamp heeft bij tijd en wijle de indruk gekregen dat een enkele reder daar wel eens op uit is geweest. Om de verzekering te tillen. Het is voorgeko men, vertelt de voormalige bergingsin specteur, dat assurantiemaatschappijen zijn bedrijf de opdracht hebben gegeven eens onder de machinekamer van een drijvend schip te kijken of de afsluiters waren geopend of gesloten. "Een scheepseigenaar is verplicht om al datgene te doen om een schip te red den. Maar er zijn reders die de financiën belangrijker vinden dan hun vloot. Laat ik het zo zeggen: met name de Grieken zijn in dat opzicht uiterst commercieel ingesteld. En ja, dan kun je af en toe mer ken dat een scheepseigenaar liever heeft dat een boot zinkt dan wordt geborgen". Nee, Walenkamp kan het zich niet her inneren dat er ooit steekpenningen zijn geboden door malverserende scheepsei genaren. En dat iemand van zijn i voor de verleidingen is bezweken, daar is geen denken aan. Zou er wel zijn 'ge schoven', Walenkamp was dat snel ter ore gekomen. In deze wereld lekt dat gauw uit, bezweert hij. "Daarbij, wij zijn een fatsoenlijke firma. Met een historie van 150 jaar, maar graag ook met een toe komst van nog eens 150 jaar. Niemand van ons zal ingaan op gescharrel, op de aanbieding van steekpenningen, daar durf ik voor in te staan. Wij gaan onze goede reputatie, onze goede naam niet op het spel zetten". Die naam is twee jaar geleden over de hele wereld gegaan, toen Smit Tak doen de was met de berging van de gekapseis de Herald of Free Enterprise. Het mate riële gewin was naar verhouding mager, reclametechnisch gezien leverde de klus het bedrijf een veelvoud aan good-will op. "Inderdaad", beaamt de man die lei ding gaf aan de operatie, "het heeft zeer positief gewerkt. Maar was het ons niet gelukt, dan hadden wij wel voor de hele wereld voor aap gestaan". In zijn loppbaan is Walenkamp op heel wat ellende gestuit, maar nooit eerder was hij in aanraking gekomen met zo veel drama, met zo veel tragiek als het kapseizen van de Britse veerboot teweeg bracht. Ruim twee jaar later wordt hij er nog altijd over aangesproken. Op uitno diging van bijvoorbeeld rotary clubs ver telt Walenkamp over de gebeurtenissen die voorgoed in zijn geheugen zijn ge grift. Zoals geen berger zal vergeten wat er destijds aan menselijk leed op hem af kwam. Walenkamp mag dan het voorko men hebben van het ferme jongens, stoe re knapen-type, de emoties waarmee hij werd geconfronteerd hebben hem wel degelijk aangegrepen. Ingewikkeld "Het was op zichzelf al een ingewikkelde berging. Maar we kregen ook nog te ma ken met talloze lijken, met nabestaanden die op de hoogte moesten worden ge steld van de vorderingen van de bergin gen. Ons werden vragen gesteld als: zou je ons zoontje niet eens gaan zoeken, of mijn schoonmoeder. Heel begrijpelijk vanuit het standpunt van die mensen, maar de situatie was er niet naar. Het schip moest overeind worden gezet, an ders waren ook de levens van de duikers in gevaar gekomen. Er moest niet alleen leiding worden gegeven aan de berging die met de tegenslag van woelige weers omstandigheden gepaard ging, daar naast moest ik ook de verzamelde pers voortdurend te woord staan en inpraten op de nabestaanden. Dat legde een extra druk op mij, al is er in die zeven weken geen nacht geweest dat ik niet minimaal drie uur heb geslapen". Toen het karwei eenmaal geklaard was, begon bij Walenkamp meer en meer de gedachte post te vatten dat de Herald of Free Enterprise het sluitstuk van zijn carrière als bergingsinspecteur moest zijn. "Iets groters is niet mogelijk, dacht ik. En dat heeft toch wel meegewogen in mijn overwegingen iets anders te gaan doen. Ik had alles al eens meegemaakt, was overal geweest. Niet dat het reizen en trekken mij ging vervelen, maar ver moeiend was het wel. Ik heb de hele we reld gezien, en heel wat hotelkamers". Veel meer dan voorheen laat zijn dage lijkse bestaan zich nu plannen volgens de agenda; de koffer staat niet langer voor het grijpen. Iets nieuws kan ook geestig zijn, zegt hij nogmaals. De uit spraak komt net iets minder overtuigend uit zijn mond dan al z'n andere uitspra ken. Helemaal gewend aan de honkvast heid van zijn directiezetel lijkt hij nog niet. "De ramp met de Herald of Free Enterprise zal mij altijd bijblijven".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 25