Milieu: een bijna
lege supermarkt
Roeien tegen de protestantse stroom in
De waarheid over de Franse
revolutie in drie dikke delen
Indianen en de schaduwzijde
van de Spaanse zilvervloot
Het sociale antimilitarisme van de Christen Democratische unie
WOENSDAG 10 MEI 1989
PAGINA 27
Nieuwe Uitgaven
'De Franse revolutie en Europa van
1789 tot 1799' heet de tentoonstel
ling in het Parijse Grand Palais die
nog het meeste wegheeft van een
supermarkt vol historische bric-a-
brac. Dit hele jaar door worden er
officiële pogingen gedaan de vie
ring van het tweehonderdjarig be
staan van de revolutie van de grond
te krijgen.
De tentoonstelling in het Grand
Palais is zo'n beetje de hoogmis van
de viering, die op 14 juli zijn apo
theose vindt als de leiders van de
rijkste industriestaten hun jaarlijk
se bijeenkomst in Parijs houden. Ze
worden dan, of ze willen of niet, met
hun neus op het feest van de Rech
ten van de Mens gedrukt, in zijn
Franse versie.
De tentoonstelling over de Franse
revolutie en zijn inwerking op Euro
pa is een onderneming niet alleen
van Frankrijk, maar ook van de
Raad van Europa. Dat verklaart ook
waarom het ere-comité wordt aan
gevoerd door niemand minder dan
'onze eigen' minister van buiten
landse zaken (en president van de
Europese ministerraad) Hans van
den Broek.
Het zou de moeite waard zijn om
er achter te komen of de Raad van
Europa zijn toestemming aan de
medewerking alleen heeft willen
geven als de Fransen zich niet al te
chauvinistisch en eenzijdig zouden
opstellen. De officiële Franse feest
viering houdt immers op als de Ter
reur begint. Over de bloedbaden en
de gruwelijkheden spreekt de vie
ring niet.
Zo kan het gebeuren dat 'La revo
lution Francaise et l'Europe' in
strijd met alle regelen van de muse
ologie in elkaar is gezet: ze overwel
digt en verveelt. De waarheid van
de expositie bevindt zich in de
prachtige, driedelige catalogus,
keurig verpakt in een kartonnen
doos met plaatjes. Hij kost omgere
kend zo'n 120 Nederlandse guldens
en is zo zwaar dat je er de auto net
mee haalt.
Oproer
In deze catalogus met zijn uitste
kende en beknopte inleidingen de
pijnlijke drama's die de revolutie
hebben gemarkeerd niet uit de weg
gegaan. Om te beginnen is er de in
leiding van de minister voor cultuur
Jack Lang, die nog nooit in een van
zijn vele waanvoorstellingen gestikt
is maar ditmaal zichzelf overtreft en
schrijft: "De Franse revolutie is
geen 'mooi verhaal'; ze begint met
een oproer, zet zich in een oorlog
voort en eindigt met een staats
greep die zelf ook weer een serie do
delijke conflicten voortbracht".
Er is zelfs een heldere inleiding
over de burgeroorlog in de Vendée,
waarin het in dit verband heftig om
streden woord 'genocide' te lezen
staat. En ook de dood van de jeugdi
ge Francois-Joseph Barra, die door
het terroristisch regiem van Robe
spierre werd opgeblazen als de he-
roieke ondergang van een onschul
dige knaap die tegen de boeren van
de Vendée aan de kant van de rege
ringstroepen streed, wordt in deze
officiële catalogus officieel ontze
nuwd. "Hij stierf zonder glorie", zo
meldt nuchter de verklarende tekst
bij het beroemde doek van David,
waarop de kijker heel iets anders
vermoedt.
De Nederlandse historici Willem
Frijhoff en P.C. Jansen hebben het
'Bataafse' onderdeel van het tijd
perk aan de Fransen mogen uitleg
gen en ze hebben dat kort en uitste
kend gedaan met wel heel wat min
der ruimte dan Simon Schama ter
beschikking stond voor zijn bestsel
ler 'Patriotten en bevrijders'. Ook
uit de bijdragen van Frijhoff en Jan
sen blijkt dat de buitenlandse me
dewerkers aan de tentoonstelling
en de catalogus - Nederland is ruim
vertegenwoordigd - de handen ken
nelijk vrij hebben gehad bij de in
terpretatie van het gebeurde. Zo
schrijft Frijhoff op pagina 704 van
de catalogus:
"Het Verdrag van Den Haag (16
mei 1795) bezegelde de Frans-Ba
taafse alliantie. Toch bracht dit ver
drag, dat in principe door heel wat
patriotten gewild was, tegelijkertijd
een misverstand aan het licht, dat
zelfs het beeld van de Fransen en
hun Revolutie zou verduisteren.
Want in feite gedroegen de Fransen,
die als bevrijders geroepen waren,
zich als veroveraars. Door de grens
gebieden té annexeren en een
schatting van honderd millioen gul
dens (dat was bijna vijftig gulden
per inwoner) op te leggen, behan
delden ze de Bataafse Republiek als
een onderworpen land".
Dit soort geluiden waren uit het
chauvinistische trompetgeschal
waarmee de revolutieviering be
gonnen was niet te destilleren ge
weest. Waarschijnlijk is het de heil
zame invloed van de Raad van Eu
ropa, die de Frans-kefferig begon
nen revolutieviering tot realisti
scher maatstaven heeft terugge
bracht.
In de catalogus vond ik slechts
een enkele wanklank. Die is ge
slaakt door Madame Laure Beau-
mont-Maillet, kennelijk een onver
beterlijke houwdegen uit de oude
school. Zo schrijft ze over de be
roemde bestorming van de Bastille
op 14 juli 1789: "Dat is niet alleen
het grootste moment uit de de ge
schiedenis van Frankrijk, het is de
hegira (het moment waarop Mo
hammed naar Medina vluchtte en
daarmee meteen de eerste datum in
de Mohammedaanse jaartelling,
R.B.) van het revolutionaire tijd
perk. Dat was de eerste datum in
een nieuwe Chronologie die niet al
leen deel uitmaakt van het geestelij
ke erfgoed der Fransen, maar van
die der Gehele Mensheid".
Guillotine
Dames als Laure Beaumont-Maillet
zouden zich moeten realiseren dat
de guillotine het symbool werd van
een latere 'chronologie', die de 'ge
hele mensheid' zelfs nog meer aan
gaat. Tenslotte ontstonden tijdens
deze glorierijke revolutie de termen
'terrorisme' en 'vandalisme'. Maar
afgezien van historisch allang ont
zenuwde uitschieters als die van
Laure Beaumont is de onderne
ming in het Grand Palais toch de
moeite waard. Onder de voorwaar
de dat men eerst enige dagen aan de
bestudering van de catalogus be
steed. RUDOLPH BAKKER
'La révolution Francaise et l'Euro
pe'. Driedelige catalogus bij de gelijk
namige tentoonstelling in het Grand
Palais in Parijs. Prijs 120 gulden.
Ter gelegenheid van de 200ste verjaardag wordt de Franse revolutie dit jaar nog eens dunnetjes overgedaan.
Hier een achttiende eeuwse voorstelling van de Staten Generaal in Versailles. De acteur links moet doorgaan voor
generaal Lafayette. (toto epa>
De rijkdommen die in vroeger tij
den door de Spanjaarden uit La-
tijns-Amerika zijn gehaald, hebben
in Europa altijd tot de verbeelding
gesproken. Niet alleen in de kunst
of literatuur zijn daarvan de sporen
tegenwoordig nog te vinden: vrij
wel wekelijks vaart de door Piet
Heyn buitgemaakte zilvervloot nog
over de vaderlandse voetbalvelden.
Alle fantastische verhalen gaan
echter voorbij aan de andere, min
der prachtige kant van de Spaanse
kolonisatie van dit werelddeel. Veel
problemen waarmee men thans in
Latijns-Amerika te kampen heeft,
vinden hun oorsprong in de kolo
niale tijd. In dit continent vond de
eerste Europese expansie op grote
schaal plaats. Een koloniale wereld
ontstond, gekenmerkt door tal van
tegenstellingen.
In zijn boek 'Indianen en Span
jaarden' gaat de historicus B.H. Sli-
cher van Bath in op de komst van de
Spanjaarden en de gevolgen van
hun veroveringsdrang voor Latijns
Volgens het Centraal Planbureau
consumeert de Nederlander in 2015
drie keer meer dan nu. „Daar word
ik fysiek onpasselijk van", zei mi
nister De Koning (sociale zaken) vo
rige week in een vraaggesprek met
Vrij Nederland. Laten we liver pas
op de plaats maken en dat geld be
steden aan bijvoorbeeld het milieu,
suggereerde de bewindsman.
Die woorden hadden zo afkom
stig kunnen zijn van Hans Op-
schoor, hoogleraar milieu-econo
mie en directeur van het Instituut
voor Milieuvraagstukken van de
Vrije Universiteit in Amsterdam.
Opschoor was een van de 60 milieu
economen die onlangs Lubbers in
een open brief vroegen om krachti
ge milieumaatregelen. Naast alle
andere argumenten om de vervui
ling een halt toe te roepen, is milieu
vervuiling namelijk op langere ter
mijn ook desastreus voor onze eco
nomie, aldus de brief. Al was het
maar omdat het opruimen van gif
belten een veelvoud kost van het
voorkómen ervan. En dan praten
wê nog niet eens over de schade die
niet meer terug te draaien valt.
Zoals de zure regen, het landbouw
gif in het drinkwater of de dreigen
de klimaatsverandering door het
broeikaseffect.
In zijn boek 'Na ons geen zond
vloed, voorwaarden voor duurzaam
milieugebruik' gaat Opschoor ver
der in op de achtergronden van het
milieuvraagstuk. Hoe kon het zover
komen, en wat moeten we doen om
de zaak te redden, zijn de twee vra
gen die hij daarin nader uitwerkt.
De eerste vraag beantwoordt hij
met een verwijzing naar de wortels
van onze cultuur: de joods-christe
lijke en klassiek-griekse levensbe
schouwing. Wordt in het Oude Tes
tament de mens al niet aangesteld
tot heerser over de schepping? En
ook bij een filosoof als Aristoteles
vindt Opschoor een dergelijke op
vatting terug.
Het idee dat de mens ook een ver
antwoordelijkheid heeft voor de
wereld is in beide culturen wel aan
wezig, maar die is ondergesneeuwd.
De eerste opvatting is de rode draad
van de menselijke historie gewor
den. Toen de mens na de middel
eeuwen via de wetenschap steeds
meer grip kreeg op de wereld om
hem heen, de industriële revolutie
uitbrak en de marktideologie een
ijzeren greep op de economie kreeg,
kwam de zaak in een stroomver
snelling. De bevolking en het beslag
op de natuurlijke hulpbronnen ex
plodeerde. De aarde werd in de
woorden van Opschoor beschouwd
als een onuitputtelijke supermarkt
zonder kassa.
En als we de 10 tot 12 miljard
mensen die de aarde in 2050 zullen
bevolken een redelijk bestaan wil
len bieden, zal de produktie nog
eens het tienvoudige moeten bedra
gen van nu. Maar dat kan niet. De
schappen van de supermarkt begin
nen nu al leeg te raken en de kassa
begint alsnog te rinkelen. Er moet
dus iets gebeuren, constateert Op
schoor.
Uit de verschillende opties kiest
de hoogleraar voor het begrip duur
zaamheid, dat centraal staat in het
VN-rapport 'Our common future':
we moeten niet méér uit de natuur
halen (of er aan afval in stoppen)
dan de natuur zelf kan aanvullen-
/verwerken. Alleen zo laten we nog
wat over voor onze kinderen. En dat
is niet het enige: de gedachte dat de
technologie de milieuproblemen
wel kan oplossen is volgens Op
schoor fictie. Dat kan hooguit voor
een deel. Bovendien staan in de ont
wikkelingslanden miljarden men
sen te trappelen om het hun recht
matig toekomende deel van de koek
op te eisen. In de beeldspraak van
Opschoor staan we straks met veel
meer mensen in een veel kleinere
supermarkt, waar we nog moeten
betalen ook.
Er is dus een bijna totale omscha
keling van denken en handelen no
dig, en Opschoor onderkent dat dat
niet een-twee-drie zal gebeuren. „Ik
vermoed eerder dat de bierkaai van
belangen bij voortzetting van het
huidige economische stelsel en de
idelologische versluiering van de ri
sico's daarvan zo sterk zijn, dat ver
dere milieuverwoesting onherroe
pelijk zal optreden Pas wanneer
die belangen tot in hun wezen ge
raakt worden door de milieucrisis,
zullen de wissels omgaan, ook de
ideologische wissels. Maar daar
voor zullen er meer Tsjernobyls ko
men, er zullen meer diersoorten ver
dwijnen, er zullen meer doden val
len".
En er zullen nog wel meer
kabinetten over struikelen.
SJAAK SMAKMAN
H.J. Opschoor: Na ons geen zond
vloed, voorwaarden voor duurzaam
milieugebruik. Uitgeverij Kok Agora,
f28,50).
Amerika. De bundel, die bestaat uit
eerder gepubliceerd materiaal en
een aantal bijdragen die speciaal
voor deze uitgave zijn geschreven,
behandelt de botsing van twee be
schavingen. Hierbij passeert een
scala van onderwerpen de revue:
van de historiografie van Latijns
Amerika tot de productie van zilver
en goud, van de verhouding tussen
kerk en staat tot de Spaanse invloed
tijdens het koloniale bewind.
Een van de boeiendste bijdragen
handelt over de dramatische terug
gang van de indiaanse bevolking na
de Spaanse kolonisatie. Reeds in de
zestiende eeuw waren de funeste
gevolgen van de ontdekking en ver
overing van Amerika door de Span
jaarden voor de indiaanse bevol
king algemeen bekend. Overeen
komstig de - religieuze - geest van
die tijd weet men in Spanje de enor
me sterfte onder de indianen aan
een goddelijke beschikking. Zij
werden óf gestraft voor hun heiden
dom óf waren zo geliefd bij God dat
zij waren uitverkoren snel naar de
hemel te mogen.
Wreedheden
In veel landen van Europa werd .het
lot van de indianen echter toege-
schreven aan de Spaanse wreedhe
den, die vooral zouden zijn begaan
tijdens de verovering - de conquista
- en de daaropvolgende periode van
wetteloosheid voordat het Spaanse
bestuur en de rechtspraak goed wa
ren gevestigd. Na de consolidatie
van het Spaanse bestuur waren de
bevolkingsverliezen echter nog gro
ter. In het algemeen lijken de Span
jaarden zich niet anders gedragen te
hebben dan bijvoorbeeld onze voor
vaderen in hun koloniën.
Dat er sprake was van een massa
le vermindering van het aantal in
dianen wordt door niemand be
twist. Maar verschillende onderzoe
ken over de omvang van de sterfte
spreken elkaar tegen. In elk geval is
duidelijk dat het indiaanse bevol
kingsaantal tussen 1492 en 1650 met
miljoenen is teruggelopen.
Het is moeilijk één oorzaak voor
die dramatische teruggang aan te
wijzen; een complex van factoren is
hiervoor verantwoordelijk. Aller
eerst kostte de strijd tegen de
Spaanse invasie - waarbij de Span
jaarden door hun wapenrusting een
militair overwicht hadden - natuur
lijk veel slachtoffers. Bovendien be
tekende de conquista ook een afre
kening tussen de indianen onder
ling, waarbij de Europese invallers
werden gesteund door onderdrukte
volkeren.
De kolonisatie was ook op ande
re, minder directe manieren verant
woordelijk voor een massale sterfte
onder de indianen. Zo daalde de op
brengst van de indiaanse landbouw
door erosie als gevolg van het kap
pen van bossen voor brand- en tim
merhout voor de Spanjaarden, die
ook vruchtbare landbouwgronden
in beslag namen voor de door hen
geïntroduceerde tarwebouw. Tege
lijkertijd vraten allerlei geïmpor
teerde dieren - zoals paarden en
schapen - de niet omheinde bouw
landen van de indianen kaal. En ten
slotte kregen de indianen allerlei a
beidsverplichtingen
waardoor zij bijna geen tijd
hadden om voor hun eigen onder
houd te werken.
Epidemieën
Door de dalende agrarische pro
duktie ontstonden hongersnoden
en epidemiëen. Verscheidene uit
Europa meegebrachte ziektes -
waaronder pokken, tyfus en maze
len - waartegen de Spanjaarden een
zekere immuniteit hadden, roeiden
de indianen uit. Vooral hierdoor
liep hun aantal sterk terug. Hoewel
in het boek wordt benadrukt dat de
indianen allerminst een hulpeloze
en uitgebuite massa vormden, wa
ren zij tot ongeveer 1650 weerloos
tegen deze onbekende vijanden.
Met 'Indianen en Spanjaarden' is
Slicher van Bath erin geslaagd op
een boeiende manier de ontmoeting
tussen twee werelden te schetsen.
Zoals zo vaak het geval is met bun
dels, kenmerkt ook dit boek zich
echter door een zekere warrigheid.
De lezer krijgt nogal eens het gevoel
bepaalde zaken in een andere bij
drage van de bundel te hebben gele-
Bovendien vergeet de auteur
nogal eens dat de gemiddelde lezer
weinig of niets van de geschiedenis
van Latijns Amerika weet: moeilij
ke begrippen worden zonder veel
uitleg geïntroduceerd. Toch is 'In
dianen en Spanjaarden' aan te beve
len voor wie is geïnteresseerd in de
historische achtergronden van La
tijns Amerika.
PETER POT
B.H. Slicher van Bath: Indianen en
Spanjaarden, een ontmoeting tussen
twee werelden. Latijns Amerika 1500-
1800. Uitgeverij Bert Bakker, f 39,90).
Een Osbork in de ruimte. Gerben Hel-
linga, uitgeverij Leopold, 25,90
Kinderboeken
Wie komt er in mijn kamertje. Verhaal
tjes voor het slapen gaan en liedjes van
Wieteke van Dort en Burny Bos. Uitgeve
rij Leopold, 19,90.
Thrillers
Moord op de textielbeurs. Bij de ope
ning van een textielbéurs wordt een man
dood op het toilet gevonden. Wie heeft
dat gedaan en waarom in dit tweede boek
van Ben Molenaar. Uitgeverij Helmond,
19,90.
De zwarte hand van de raj is het de
buut van Patrick McGrath met een aan
tal horror-verhalen. Uitgeverij Luitingh,
ƒ24,90.
De schreeuw van het lam is een thriller
van Thomas Harris over een massamoor
denaar die het onder de naam Buffalo
Bill heeft voorzien op vrouwen. Daar zet
de FBI natuurlijk een vrouw op. Uitgeve
rij Luitingh, 26,90.
Blue Bell. Met hulp van nachtclubdan
seres Belle trekt privédetective Burke in
dit boek van Andrew Vachss ten strijde
tegen een meedogenloze bende die kin
deren vermoordt. Uitgeverij Luitingh,
ƒ29,90
Het scherp van de snpde. Jonathan Kel-
lerman beschrijft hoe de kinderpsycho
loog Alex Delaware in de bres springt
voor een oud-patiënt die word beschul
digd van twee moorden. Uitgeverij
Luithingh, 29,90
Literatuur
De toevallige toerist is het boek van
Arme Tyler dat in vertaling is verschenen
naar de gelijknamige succesvolle film.
Uitgeverij Bert Bakker, 29,90
Met de muziek mee is het nieuwe boek
van Fay Weldon over een 42-astrologe die
haar huwelijk met een advocaat opgeef!
voor een wilde tijd met een jazz-musicus
op toernee door Frankrijk. Uitgeverij
Bert Bakker, 29,90.
Brede heupen is de derde roman van
de Belgische schrijfster Kristien Hem-
merechts, waarin ze beschrijft hoe een
gezin geleidelijk uit elkaar valt wanneer
een van de dochters, Elza, in een gesticht
wordt opgenomen. Uitgeverij De Arbei
derspers, 28,50.
Gimmick', is het verhaal van de jonge
schilder Walter van Raamsdonk, ge
schreven door Joost Zwagerman, die de
hele wereld rondtrekt en het slachtoffer
dreigt te worden van zijn eigen succes.
Uitgeveryf De Arbeiderspers, 29,90.
Humeuren en temperamenten is een
bundel korte stukken van Gerrit Komrij
waarmee hij een soort abc van het gevoel
tracht te maken. Uitgeverij De Arbei
derspers, 29,90
De kracht van de liefde. Nieuwe bun
del verhaaltjes van Marjan Berk. Uitge
verij De Arbeiderspers, 26,90
Een kleine dondersteen is een bundel
columns van Martin van Amerongen.
Uitgeverij De Arbeiderspers, 29,90.
Non-fiction
Aboe Nidal bestaat niet. De journalist
Mark Blaisse tast de grens tussen werke
lijkheid en mythe in de journalistiek af.
Uitgeverij De Arbeiderspers, 29,90.
Rondom sterven en rouwen. Een hand
leiding van sociaal-psycholoog Guus van
Lente voor wie in kontakt comt met ster
venden of mensen die door een rouwpe-
riode heen gaan. Uitgeverij Het Spec
trum, 19,90.
Japan, de onzichtbare drijfveren van
een wereldmacht is de inmiddels be
roemde analysé van NRC-journalist Ka-
rel van Wolferen van de Japanse samen
leving, waarin hij al bijna 30 jaar leeft en
werkt. Uitgeverij Balans, 55,00.
Ga maar naar het licht is het verslag
van de laatste vijftien maanden van de 8-
jarige Ben Oryler, die bij een bloedtrans
fusie het aids-virus heeft gekregen en bij
wie de ziekte doorbreekt. Geschreven
door zijn moeder, Chris Oyler. Uitgeve-
rijf Bosch&Keuning, 29,50.
Oranje Boven. Tal van oude en nieuwe
Orarye-liederen, verzameld door Pieter
Vis. Uitgeverijf Wolters-Noordhoff,
ƒ29,95
Video-avond in Kathmandu. Pico Iyer
beschrijft in een aantal reisverhalen de
invloed van de westerse cultuur op het
oosten. Uitgeverij Aythos, 44,50.
'Het was een mooie partij, de CDU.
Een spelonk van Adullam voor alle
mogelijke idealisten en des
perado's, die zich in de oude partij
en niet meer thuis voelden. Lastige
lui dus, fantasten en radicalisten,
maar vóór alles non-conformisten'.
Met deze verwijzing naar het bij
belse verhaal van de strijd van Da
vid tegen koning Saul, omschreef
voorman F. Schurer zijn Christelijk
Democratische Unie. Onderzoeker
H.J. Langeveld betitelt de partij in
zijn proefschrift als Protestants en
progressief, de Christen-Democrati
sche Unie 1926-1946, daarmee een
contradictio in terminis (een tegen
stelling in zichzelf) suggererend.
Inderdaad roept de geschiedenis
van deze kleine vooruitstrevende
calvinistische partij een tweeslach
tig beeld op. Treffend wordt dat in
beeld gebracht door de wijze waar
op de ARP en de CDU geregeld met
elkaar in de clinch lagen. De ARP
bestempelde de CDU als een stelle
tje anarchisten, revolutionairen, on
gelovigen en valse profeten. Maar
ook de CDU liet zich niet onbe
tuigd.
Onbetwist leider en Tweede-Ka
merlid H. van Houten trok fel van
leer tegen de crisis-politiek van de
kabinetten van de AR-voorman Co-
lijn. Tijdens de algemene beschou
wingen van 1938 zei Van Houten
naar aanleiding van de defensiepa
ragraaf dat men als motto boven het
regeringsprogramma 'Kanonnen
noodiger dan brood' kon zetten.
Een geërgerde Colijn, die weinig
zin had in een discussie met Van
Houten, riposteerde: "De geest
waaruit ik leef, is inderdaad eeh
heel andere. Als ik Chinees was en
in China woonde, had ik ook een ge
weer genomen en had ik mij verzet
tegen dat binnendringen... (van de
Japanse troepenmacht, red)".
De antimilitarist Van Houten stelde
daar tegenover dat hij zich heel
goed kon voorstellen dat Colijn
naar een geweer zou grijpen. "Dat
heeft hij in Atjeh ook gedaan en
toen stond hij in de rol van de Ja
panners. Is dat nu een christelijke
mentaliteit: sla er maar op los; als ik
een geweer had, schoot ik ook? In
derdaad hier leeft men uit een
gansch andere geest dan waaruit
wij meenen, dat een christen leven
moet".
De strijd tussen gereformeerden
en de CDU werd niet alleen in de
Kamer uitgevochten. In oktober
1936 besloot de generale synode van
de Gereformeerde Kerken - nauw
gelieerd aan de Anti-Revolutionai
ren - dat voor leden van de CDU
geen plaats was. Daarmee sprak het
grootste orthodox-protestants
kerkgenootschap een officiële ver
oordeling uit. De synode motiveer
de haar besluit met de „on
schriftuurlijke dwalingen en de an
timilitaristische verwerping van
den oorlog in eiken vorm" van de
CDU.
Dit leidde tot een algemene richt
lijn die inhield dat dooplieden en
belijdende leden aangesloten bij de
CDU, ernstig moesten worden ver
maand 'om Christus wil' dit lid
maatschap te beëindigen. Wanneer
ze zich hier niet aan stoorden, dien
den ze van he#t Heilig Avondmaal te
worden afgehouden.
Van Houten, die van mening was
dat de Gereformeerde Kerken bezig
waren met een vriendendienst aan
politiek opponent de ARP, liet zich
vermanen, en werd al spoedig het
Avondmaal ontzegd. Toen hem
werd medegedeeld dat bij de ge
boorte van zijn zopn alleen zijn
vrouw de doopvragen mocht beant
woorden, was de maat vol. Van
Houten stapte uit de Gereformeer
de Kerk.
Te behoudend
Ook aan de geboorte van de CDU
lag de controverse met de ARP ten
grondslag. De partij, opgericht in
1926, was een bundeling van pro
gressieve protestantse dissidenten.
Tot de belangrijkste groeperingen
behoorden de Christen-Democrati
sche Partij van het Tweede Kamer
lid A.P. Staalman (die uit onvrede
met het beleid van Abraham Kuy-
per uit de AR trad), de Bond van
Christen-Socialisten van de vrijzin
nig denker Bart de Ligt en de Chris
telijke Sociale Partij van de her
vormde A.R. van der Laar.
Al deze groepen hadden gemeen
dat ze het beleid van de traditionele
protestantse partijen, de CHU en de
ARP, op sociaal-economisch gebied
te behoudend vonden. Daarnaast
namen allen een antimilitaristische
houding in.
Pas in het begin van de jaren der
tig kreeg de nieuwe partij de wind
in de zeilen. Leidinggevende nieu
welingen als de Utrechtse predi
kant J.J. Buskes en propagandisten
als D. Kalma en F. Schurer waren
AR-voorman Colijn. Zijn crisis-
politiek vond geen genade in de
ogen van de CDU. (foto anp)
daar grotendeels verantwoordelijk
voor. In een nieuw program werd
het anti-kapitalisme en antimilita
risme verwoord. De party sprak
zich voortaan uit voor nationale ont
wapening zondermeer 'als eisch
van het christelijk geweten'.
Door de vernieuwingen won de
CDU in de jaren dertig aan popula
riteit. Hierbij speelde Van Houten
een belangrijke rol. Bij de verkie
zingen van 1933 - ten tijde van de
economische depressie - besteedde
hij veel aandacht aan het pacht-
vraagstuk om de gunst van de boe
ren te winnen. Als algemeen-secre
taris van de Bond van Landpach-
ters zette hij zich in voor een nieuwe
wet, die de pachter een betere
rechtspositie en grotere bestaansze
kerheid moest bieden.
Werklozen
Inderdaad won de CDU tijdens de
verkiezingen veel stemmen op het
platteland in het noorden en in de
textiel-industriegebieden van
Twente en Overijssel. Het was de
pachtersaanhang die in eerste in
stantie verantwoordelijk was voor
de behaalde Kamerzetel.
Naast haar getuigende karakter
ging de CDU ook de trekken verto
nen van een belangenpartij. Van
Houten behartigde niet alleen de
belangen van de pacht- en hypo-
theekboeren, maar hy werd ook de
spreekbuis van talloze groepen, die
slachtoffer waren van de economi
sche crisis. Werklozen, binnen
schippers, andere kleine zelfstandi
gen en ouden van dagen vonden ge
hoor bij Van Houten.
De CDU zette zich ondermeer in
voor een premievrij staatspensioen.
Dit resulteerde in een verdere groei
van de aanhang van de CDU. Haar
plafond bereikte de partij in 1937
toen ruim twee procent van de
stemmen (85.000) en twee zetels
haar ten deel vielen.
Als enige Nederlandse partij
hield de CDU in het interbellum
vast aan de eis van nationale ontwa
pening. De Vrijzinnig Democra
tisch Bond en de SD AP stelden zich
in de jaren dertig ook op dit stand
punt, maar gingen onder invloed
van de toenemende dreiging van
Hitler-Duitsland overstag.
Deels had het consequente anti
militarisme zijn wortels in de oor
sprong van de CDU. De denkbeel
den van de theoloog Bart de Ligt
(die christendom en oorlog als on
verzoenlijke grootheden beschouw
de) en de geschriften van de remon
strantse theoloog G.J. Heering (De
Zondeval van het Christendom)
speelden hierin een rol. Daarnaast
waren de gruwelen van de Eerste
Wereldoorlog voor de CDU van
doorslaggevende aard.
Voor het Kamerlid Van Houten
was het antimilitarisme zowel van
principiële als van praktische aard.
Zo stelde hij dat de defensie-uitga-
ven dringend noodzakelijke sociale
uitgaven onmogelijk maakten. „Als
ik denk aan de bittere nood van bre
de groepen onzer bevolking, met
name aan de duizenden schamel ge
klede en onvoldoende gevoede kin
deren dan vind ik dit voorstel..., wel
ontzaglijk wreed en gevaarlijk", zei
hij in 1936 bij de behandeling van
het defensiefonds - een maatregel
om de defensieuitgaven te verho
gen.
Van Houten pleitte in de Kamer
voor een herverdeling van grond
stoffen en invloedsferen als ant
woord op de zijns inziens gerecht
vaardigde verlangens en op de im-
perium-drang van nazi-Duitsland.
Een tactische misser, net zals de
commentaren van buitenland-spe
cialist Gorselink die beweerde dat
aan Tsjechoslowakije niets was ver
speeld, en dat God gedankt moest
worden voor de oplossing van
Chamberlain (appeasement) om
Hilter door bemiddeling in toom te
houden.
Het manco van de CDU was dat
de partij geen alternatief bood voor
de door haar afgewezen landsverde
diging. Een van de weinigen CDU-
'ers die wel stelling nam tegen het
laat-maar-waaien beleid was de on
derwijzer en literator H.M. van
Randwijk. In een artikel in het vak
blad de Christen-Democraat riep hij
tot bezinning op de defensiepara
graaf. De discussie die hierop volg
de, had geen ander resultaat dan dat
de hele vergadering van de CDU in
april 1940 het ontwapeningsstand
punt onverkort handhaafde.
Door een radicalisering in de
christelijke denkbeelden bevond de
CDU zich pal voor de Tweede We
reldoorlog in een politiek isole
ment. Voor leider Van Houten, ge-
frusteerd door zo weinig respons,
leidde dat tijdens de bezetting, tot
een overstap naar een aan de NSB
verwante organisatie. Na de Twee
de Wereldoorlog verdween de CDU
van het toneel en traden veel CDU-
'ers, zoals Buskes en Schurer, toe
tot de PvdA.
PETER VAN DE VUSSE
H.J. Langeveld - Protestants en pro
gressief. De Christelijk-Dcmocrati-
sehe Unie 1926-1946. Uitgeverij SDU.
(49.50.