Milieu: een bijna lege supermarkt Roeien tegen de protestantse stroom in De waarheid over de Franse revolutie in drie dikke delen Indianen en de schaduwzijde van de Spaanse zilvervloot Het sociale antimilitarisme van de Christen Democratische unie WOENSDAG 10 MEI 1989 PAGINA 27 Nieuwe Uitgaven 'De Franse revolutie en Europa van 1789 tot 1799' heet de tentoonstel ling in het Parijse Grand Palais die nog het meeste wegheeft van een supermarkt vol historische bric-a- brac. Dit hele jaar door worden er officiële pogingen gedaan de vie ring van het tweehonderdjarig be staan van de revolutie van de grond te krijgen. De tentoonstelling in het Grand Palais is zo'n beetje de hoogmis van de viering, die op 14 juli zijn apo theose vindt als de leiders van de rijkste industriestaten hun jaarlijk se bijeenkomst in Parijs houden. Ze worden dan, of ze willen of niet, met hun neus op het feest van de Rech ten van de Mens gedrukt, in zijn Franse versie. De tentoonstelling over de Franse revolutie en zijn inwerking op Euro pa is een onderneming niet alleen van Frankrijk, maar ook van de Raad van Europa. Dat verklaart ook waarom het ere-comité wordt aan gevoerd door niemand minder dan 'onze eigen' minister van buiten landse zaken (en president van de Europese ministerraad) Hans van den Broek. Het zou de moeite waard zijn om er achter te komen of de Raad van Europa zijn toestemming aan de medewerking alleen heeft willen geven als de Fransen zich niet al te chauvinistisch en eenzijdig zouden opstellen. De officiële Franse feest viering houdt immers op als de Ter reur begint. Over de bloedbaden en de gruwelijkheden spreekt de vie ring niet. Zo kan het gebeuren dat 'La revo lution Francaise et l'Europe' in strijd met alle regelen van de muse ologie in elkaar is gezet: ze overwel digt en verveelt. De waarheid van de expositie bevindt zich in de prachtige, driedelige catalogus, keurig verpakt in een kartonnen doos met plaatjes. Hij kost omgere kend zo'n 120 Nederlandse guldens en is zo zwaar dat je er de auto net mee haalt. Oproer In deze catalogus met zijn uitste kende en beknopte inleidingen de pijnlijke drama's die de revolutie hebben gemarkeerd niet uit de weg gegaan. Om te beginnen is er de in leiding van de minister voor cultuur Jack Lang, die nog nooit in een van zijn vele waanvoorstellingen gestikt is maar ditmaal zichzelf overtreft en schrijft: "De Franse revolutie is geen 'mooi verhaal'; ze begint met een oproer, zet zich in een oorlog voort en eindigt met een staats greep die zelf ook weer een serie do delijke conflicten voortbracht". Er is zelfs een heldere inleiding over de burgeroorlog in de Vendée, waarin het in dit verband heftig om streden woord 'genocide' te lezen staat. En ook de dood van de jeugdi ge Francois-Joseph Barra, die door het terroristisch regiem van Robe spierre werd opgeblazen als de he- roieke ondergang van een onschul dige knaap die tegen de boeren van de Vendée aan de kant van de rege ringstroepen streed, wordt in deze officiële catalogus officieel ontze nuwd. "Hij stierf zonder glorie", zo meldt nuchter de verklarende tekst bij het beroemde doek van David, waarop de kijker heel iets anders vermoedt. De Nederlandse historici Willem Frijhoff en P.C. Jansen hebben het 'Bataafse' onderdeel van het tijd perk aan de Fransen mogen uitleg gen en ze hebben dat kort en uitste kend gedaan met wel heel wat min der ruimte dan Simon Schama ter beschikking stond voor zijn bestsel ler 'Patriotten en bevrijders'. Ook uit de bijdragen van Frijhoff en Jan sen blijkt dat de buitenlandse me dewerkers aan de tentoonstelling en de catalogus - Nederland is ruim vertegenwoordigd - de handen ken nelijk vrij hebben gehad bij de in terpretatie van het gebeurde. Zo schrijft Frijhoff op pagina 704 van de catalogus: "Het Verdrag van Den Haag (16 mei 1795) bezegelde de Frans-Ba taafse alliantie. Toch bracht dit ver drag, dat in principe door heel wat patriotten gewild was, tegelijkertijd een misverstand aan het licht, dat zelfs het beeld van de Fransen en hun Revolutie zou verduisteren. Want in feite gedroegen de Fransen, die als bevrijders geroepen waren, zich als veroveraars. Door de grens gebieden té annexeren en een schatting van honderd millioen gul dens (dat was bijna vijftig gulden per inwoner) op te leggen, behan delden ze de Bataafse Republiek als een onderworpen land". Dit soort geluiden waren uit het chauvinistische trompetgeschal waarmee de revolutieviering be gonnen was niet te destilleren ge weest. Waarschijnlijk is het de heil zame invloed van de Raad van Eu ropa, die de Frans-kefferig begon nen revolutieviering tot realisti scher maatstaven heeft terugge bracht. In de catalogus vond ik slechts een enkele wanklank. Die is ge slaakt door Madame Laure Beau- mont-Maillet, kennelijk een onver beterlijke houwdegen uit de oude school. Zo schrijft ze over de be roemde bestorming van de Bastille op 14 juli 1789: "Dat is niet alleen het grootste moment uit de de ge schiedenis van Frankrijk, het is de hegira (het moment waarop Mo hammed naar Medina vluchtte en daarmee meteen de eerste datum in de Mohammedaanse jaartelling, R.B.) van het revolutionaire tijd perk. Dat was de eerste datum in een nieuwe Chronologie die niet al leen deel uitmaakt van het geestelij ke erfgoed der Fransen, maar van die der Gehele Mensheid". Guillotine Dames als Laure Beaumont-Maillet zouden zich moeten realiseren dat de guillotine het symbool werd van een latere 'chronologie', die de 'ge hele mensheid' zelfs nog meer aan gaat. Tenslotte ontstonden tijdens deze glorierijke revolutie de termen 'terrorisme' en 'vandalisme'. Maar afgezien van historisch allang ont zenuwde uitschieters als die van Laure Beaumont is de onderne ming in het Grand Palais toch de moeite waard. Onder de voorwaar de dat men eerst enige dagen aan de bestudering van de catalogus be steed. RUDOLPH BAKKER 'La révolution Francaise et l'Euro pe'. Driedelige catalogus bij de gelijk namige tentoonstelling in het Grand Palais in Parijs. Prijs 120 gulden. Ter gelegenheid van de 200ste verjaardag wordt de Franse revolutie dit jaar nog eens dunnetjes overgedaan. Hier een achttiende eeuwse voorstelling van de Staten Generaal in Versailles. De acteur links moet doorgaan voor generaal Lafayette. (toto epa> De rijkdommen die in vroeger tij den door de Spanjaarden uit La- tijns-Amerika zijn gehaald, hebben in Europa altijd tot de verbeelding gesproken. Niet alleen in de kunst of literatuur zijn daarvan de sporen tegenwoordig nog te vinden: vrij wel wekelijks vaart de door Piet Heyn buitgemaakte zilvervloot nog over de vaderlandse voetbalvelden. Alle fantastische verhalen gaan echter voorbij aan de andere, min der prachtige kant van de Spaanse kolonisatie van dit werelddeel. Veel problemen waarmee men thans in Latijns-Amerika te kampen heeft, vinden hun oorsprong in de kolo niale tijd. In dit continent vond de eerste Europese expansie op grote schaal plaats. Een koloniale wereld ontstond, gekenmerkt door tal van tegenstellingen. In zijn boek 'Indianen en Span jaarden' gaat de historicus B.H. Sli- cher van Bath in op de komst van de Spanjaarden en de gevolgen van hun veroveringsdrang voor Latijns Volgens het Centraal Planbureau consumeert de Nederlander in 2015 drie keer meer dan nu. „Daar word ik fysiek onpasselijk van", zei mi nister De Koning (sociale zaken) vo rige week in een vraaggesprek met Vrij Nederland. Laten we liver pas op de plaats maken en dat geld be steden aan bijvoorbeeld het milieu, suggereerde de bewindsman. Die woorden hadden zo afkom stig kunnen zijn van Hans Op- schoor, hoogleraar milieu-econo mie en directeur van het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Opschoor was een van de 60 milieu economen die onlangs Lubbers in een open brief vroegen om krachti ge milieumaatregelen. Naast alle andere argumenten om de vervui ling een halt toe te roepen, is milieu vervuiling namelijk op langere ter mijn ook desastreus voor onze eco nomie, aldus de brief. Al was het maar omdat het opruimen van gif belten een veelvoud kost van het voorkómen ervan. En dan praten wê nog niet eens over de schade die niet meer terug te draaien valt. Zoals de zure regen, het landbouw gif in het drinkwater of de dreigen de klimaatsverandering door het broeikaseffect. In zijn boek 'Na ons geen zond vloed, voorwaarden voor duurzaam milieugebruik' gaat Opschoor ver der in op de achtergronden van het milieuvraagstuk. Hoe kon het zover komen, en wat moeten we doen om de zaak te redden, zijn de twee vra gen die hij daarin nader uitwerkt. De eerste vraag beantwoordt hij met een verwijzing naar de wortels van onze cultuur: de joods-christe lijke en klassiek-griekse levensbe schouwing. Wordt in het Oude Tes tament de mens al niet aangesteld tot heerser over de schepping? En ook bij een filosoof als Aristoteles vindt Opschoor een dergelijke op vatting terug. Het idee dat de mens ook een ver antwoordelijkheid heeft voor de wereld is in beide culturen wel aan wezig, maar die is ondergesneeuwd. De eerste opvatting is de rode draad van de menselijke historie gewor den. Toen de mens na de middel eeuwen via de wetenschap steeds meer grip kreeg op de wereld om hem heen, de industriële revolutie uitbrak en de marktideologie een ijzeren greep op de economie kreeg, kwam de zaak in een stroomver snelling. De bevolking en het beslag op de natuurlijke hulpbronnen ex plodeerde. De aarde werd in de woorden van Opschoor beschouwd als een onuitputtelijke supermarkt zonder kassa. En als we de 10 tot 12 miljard mensen die de aarde in 2050 zullen bevolken een redelijk bestaan wil len bieden, zal de produktie nog eens het tienvoudige moeten bedra gen van nu. Maar dat kan niet. De schappen van de supermarkt begin nen nu al leeg te raken en de kassa begint alsnog te rinkelen. Er moet dus iets gebeuren, constateert Op schoor. Uit de verschillende opties kiest de hoogleraar voor het begrip duur zaamheid, dat centraal staat in het VN-rapport 'Our common future': we moeten niet méér uit de natuur halen (of er aan afval in stoppen) dan de natuur zelf kan aanvullen- /verwerken. Alleen zo laten we nog wat over voor onze kinderen. En dat is niet het enige: de gedachte dat de technologie de milieuproblemen wel kan oplossen is volgens Op schoor fictie. Dat kan hooguit voor een deel. Bovendien staan in de ont wikkelingslanden miljarden men sen te trappelen om het hun recht matig toekomende deel van de koek op te eisen. In de beeldspraak van Opschoor staan we straks met veel meer mensen in een veel kleinere supermarkt, waar we nog moeten betalen ook. Er is dus een bijna totale omscha keling van denken en handelen no dig, en Opschoor onderkent dat dat niet een-twee-drie zal gebeuren. „Ik vermoed eerder dat de bierkaai van belangen bij voortzetting van het huidige economische stelsel en de idelologische versluiering van de ri sico's daarvan zo sterk zijn, dat ver dere milieuverwoesting onherroe pelijk zal optreden Pas wanneer die belangen tot in hun wezen ge raakt worden door de milieucrisis, zullen de wissels omgaan, ook de ideologische wissels. Maar daar voor zullen er meer Tsjernobyls ko men, er zullen meer diersoorten ver dwijnen, er zullen meer doden val len". En er zullen nog wel meer kabinetten over struikelen. SJAAK SMAKMAN H.J. Opschoor: Na ons geen zond vloed, voorwaarden voor duurzaam milieugebruik. Uitgeverij Kok Agora, f28,50). Amerika. De bundel, die bestaat uit eerder gepubliceerd materiaal en een aantal bijdragen die speciaal voor deze uitgave zijn geschreven, behandelt de botsing van twee be schavingen. Hierbij passeert een scala van onderwerpen de revue: van de historiografie van Latijns Amerika tot de productie van zilver en goud, van de verhouding tussen kerk en staat tot de Spaanse invloed tijdens het koloniale bewind. Een van de boeiendste bijdragen handelt over de dramatische terug gang van de indiaanse bevolking na de Spaanse kolonisatie. Reeds in de zestiende eeuw waren de funeste gevolgen van de ontdekking en ver overing van Amerika door de Span jaarden voor de indiaanse bevol king algemeen bekend. Overeen komstig de - religieuze - geest van die tijd weet men in Spanje de enor me sterfte onder de indianen aan een goddelijke beschikking. Zij werden óf gestraft voor hun heiden dom óf waren zo geliefd bij God dat zij waren uitverkoren snel naar de hemel te mogen. Wreedheden In veel landen van Europa werd .het lot van de indianen echter toege- schreven aan de Spaanse wreedhe den, die vooral zouden zijn begaan tijdens de verovering - de conquista - en de daaropvolgende periode van wetteloosheid voordat het Spaanse bestuur en de rechtspraak goed wa ren gevestigd. Na de consolidatie van het Spaanse bestuur waren de bevolkingsverliezen echter nog gro ter. In het algemeen lijken de Span jaarden zich niet anders gedragen te hebben dan bijvoorbeeld onze voor vaderen in hun koloniën. Dat er sprake was van een massa le vermindering van het aantal in dianen wordt door niemand be twist. Maar verschillende onderzoe ken over de omvang van de sterfte spreken elkaar tegen. In elk geval is duidelijk dat het indiaanse bevol kingsaantal tussen 1492 en 1650 met miljoenen is teruggelopen. Het is moeilijk één oorzaak voor die dramatische teruggang aan te wijzen; een complex van factoren is hiervoor verantwoordelijk. Aller eerst kostte de strijd tegen de Spaanse invasie - waarbij de Span jaarden door hun wapenrusting een militair overwicht hadden - natuur lijk veel slachtoffers. Bovendien be tekende de conquista ook een afre kening tussen de indianen onder ling, waarbij de Europese invallers werden gesteund door onderdrukte volkeren. De kolonisatie was ook op ande re, minder directe manieren verant woordelijk voor een massale sterfte onder de indianen. Zo daalde de op brengst van de indiaanse landbouw door erosie als gevolg van het kap pen van bossen voor brand- en tim merhout voor de Spanjaarden, die ook vruchtbare landbouwgronden in beslag namen voor de door hen geïntroduceerde tarwebouw. Tege lijkertijd vraten allerlei geïmpor teerde dieren - zoals paarden en schapen - de niet omheinde bouw landen van de indianen kaal. En ten slotte kregen de indianen allerlei a beidsverplichtingen waardoor zij bijna geen tijd hadden om voor hun eigen onder houd te werken. Epidemieën Door de dalende agrarische pro duktie ontstonden hongersnoden en epidemiëen. Verscheidene uit Europa meegebrachte ziektes - waaronder pokken, tyfus en maze len - waartegen de Spanjaarden een zekere immuniteit hadden, roeiden de indianen uit. Vooral hierdoor liep hun aantal sterk terug. Hoewel in het boek wordt benadrukt dat de indianen allerminst een hulpeloze en uitgebuite massa vormden, wa ren zij tot ongeveer 1650 weerloos tegen deze onbekende vijanden. Met 'Indianen en Spanjaarden' is Slicher van Bath erin geslaagd op een boeiende manier de ontmoeting tussen twee werelden te schetsen. Zoals zo vaak het geval is met bun dels, kenmerkt ook dit boek zich echter door een zekere warrigheid. De lezer krijgt nogal eens het gevoel bepaalde zaken in een andere bij drage van de bundel te hebben gele- Bovendien vergeet de auteur nogal eens dat de gemiddelde lezer weinig of niets van de geschiedenis van Latijns Amerika weet: moeilij ke begrippen worden zonder veel uitleg geïntroduceerd. Toch is 'In dianen en Spanjaarden' aan te beve len voor wie is geïnteresseerd in de historische achtergronden van La tijns Amerika. PETER POT B.H. Slicher van Bath: Indianen en Spanjaarden, een ontmoeting tussen twee werelden. Latijns Amerika 1500- 1800. Uitgeverij Bert Bakker, f 39,90). Een Osbork in de ruimte. Gerben Hel- linga, uitgeverij Leopold, 25,90 Kinderboeken Wie komt er in mijn kamertje. Verhaal tjes voor het slapen gaan en liedjes van Wieteke van Dort en Burny Bos. Uitgeve rij Leopold, 19,90. Thrillers Moord op de textielbeurs. Bij de ope ning van een textielbéurs wordt een man dood op het toilet gevonden. Wie heeft dat gedaan en waarom in dit tweede boek van Ben Molenaar. Uitgeverij Helmond, 19,90. De zwarte hand van de raj is het de buut van Patrick McGrath met een aan tal horror-verhalen. Uitgeverij Luitingh, ƒ24,90. De schreeuw van het lam is een thriller van Thomas Harris over een massamoor denaar die het onder de naam Buffalo Bill heeft voorzien op vrouwen. Daar zet de FBI natuurlijk een vrouw op. Uitgeve rij Luitingh, 26,90. Blue Bell. Met hulp van nachtclubdan seres Belle trekt privédetective Burke in dit boek van Andrew Vachss ten strijde tegen een meedogenloze bende die kin deren vermoordt. Uitgeverij Luitingh, ƒ29,90 Het scherp van de snpde. Jonathan Kel- lerman beschrijft hoe de kinderpsycho loog Alex Delaware in de bres springt voor een oud-patiënt die word beschul digd van twee moorden. Uitgeverij Luithingh, 29,90 Literatuur De toevallige toerist is het boek van Arme Tyler dat in vertaling is verschenen naar de gelijknamige succesvolle film. Uitgeverij Bert Bakker, 29,90 Met de muziek mee is het nieuwe boek van Fay Weldon over een 42-astrologe die haar huwelijk met een advocaat opgeef! voor een wilde tijd met een jazz-musicus op toernee door Frankrijk. Uitgeverij Bert Bakker, 29,90. Brede heupen is de derde roman van de Belgische schrijfster Kristien Hem- merechts, waarin ze beschrijft hoe een gezin geleidelijk uit elkaar valt wanneer een van de dochters, Elza, in een gesticht wordt opgenomen. Uitgeverij De Arbei derspers, 28,50. Gimmick', is het verhaal van de jonge schilder Walter van Raamsdonk, ge schreven door Joost Zwagerman, die de hele wereld rondtrekt en het slachtoffer dreigt te worden van zijn eigen succes. Uitgeveryf De Arbeiderspers, 29,90. Humeuren en temperamenten is een bundel korte stukken van Gerrit Komrij waarmee hij een soort abc van het gevoel tracht te maken. Uitgeverij De Arbei derspers, 29,90 De kracht van de liefde. Nieuwe bun del verhaaltjes van Marjan Berk. Uitge verij De Arbeiderspers, 26,90 Een kleine dondersteen is een bundel columns van Martin van Amerongen. Uitgeverij De Arbeiderspers, 29,90. Non-fiction Aboe Nidal bestaat niet. De journalist Mark Blaisse tast de grens tussen werke lijkheid en mythe in de journalistiek af. Uitgeverij De Arbeiderspers, 29,90. Rondom sterven en rouwen. Een hand leiding van sociaal-psycholoog Guus van Lente voor wie in kontakt comt met ster venden of mensen die door een rouwpe- riode heen gaan. Uitgeverij Het Spec trum, 19,90. Japan, de onzichtbare drijfveren van een wereldmacht is de inmiddels be roemde analysé van NRC-journalist Ka- rel van Wolferen van de Japanse samen leving, waarin hij al bijna 30 jaar leeft en werkt. Uitgeverij Balans, 55,00. Ga maar naar het licht is het verslag van de laatste vijftien maanden van de 8- jarige Ben Oryler, die bij een bloedtrans fusie het aids-virus heeft gekregen en bij wie de ziekte doorbreekt. Geschreven door zijn moeder, Chris Oyler. Uitgeve- rijf Bosch&Keuning, 29,50. Oranje Boven. Tal van oude en nieuwe Orarye-liederen, verzameld door Pieter Vis. Uitgeverijf Wolters-Noordhoff, ƒ29,95 Video-avond in Kathmandu. Pico Iyer beschrijft in een aantal reisverhalen de invloed van de westerse cultuur op het oosten. Uitgeverij Aythos, 44,50. 'Het was een mooie partij, de CDU. Een spelonk van Adullam voor alle mogelijke idealisten en des perado's, die zich in de oude partij en niet meer thuis voelden. Lastige lui dus, fantasten en radicalisten, maar vóór alles non-conformisten'. Met deze verwijzing naar het bij belse verhaal van de strijd van Da vid tegen koning Saul, omschreef voorman F. Schurer zijn Christelijk Democratische Unie. Onderzoeker H.J. Langeveld betitelt de partij in zijn proefschrift als Protestants en progressief, de Christen-Democrati sche Unie 1926-1946, daarmee een contradictio in terminis (een tegen stelling in zichzelf) suggererend. Inderdaad roept de geschiedenis van deze kleine vooruitstrevende calvinistische partij een tweeslach tig beeld op. Treffend wordt dat in beeld gebracht door de wijze waar op de ARP en de CDU geregeld met elkaar in de clinch lagen. De ARP bestempelde de CDU als een stelle tje anarchisten, revolutionairen, on gelovigen en valse profeten. Maar ook de CDU liet zich niet onbe tuigd. Onbetwist leider en Tweede-Ka merlid H. van Houten trok fel van leer tegen de crisis-politiek van de kabinetten van de AR-voorman Co- lijn. Tijdens de algemene beschou wingen van 1938 zei Van Houten naar aanleiding van de defensiepa ragraaf dat men als motto boven het regeringsprogramma 'Kanonnen noodiger dan brood' kon zetten. Een geërgerde Colijn, die weinig zin had in een discussie met Van Houten, riposteerde: "De geest waaruit ik leef, is inderdaad eeh heel andere. Als ik Chinees was en in China woonde, had ik ook een ge weer genomen en had ik mij verzet tegen dat binnendringen... (van de Japanse troepenmacht, red)". De antimilitarist Van Houten stelde daar tegenover dat hij zich heel goed kon voorstellen dat Colijn naar een geweer zou grijpen. "Dat heeft hij in Atjeh ook gedaan en toen stond hij in de rol van de Ja panners. Is dat nu een christelijke mentaliteit: sla er maar op los; als ik een geweer had, schoot ik ook? In derdaad hier leeft men uit een gansch andere geest dan waaruit wij meenen, dat een christen leven moet". De strijd tussen gereformeerden en de CDU werd niet alleen in de Kamer uitgevochten. In oktober 1936 besloot de generale synode van de Gereformeerde Kerken - nauw gelieerd aan de Anti-Revolutionai ren - dat voor leden van de CDU geen plaats was. Daarmee sprak het grootste orthodox-protestants kerkgenootschap een officiële ver oordeling uit. De synode motiveer de haar besluit met de „on schriftuurlijke dwalingen en de an timilitaristische verwerping van den oorlog in eiken vorm" van de CDU. Dit leidde tot een algemene richt lijn die inhield dat dooplieden en belijdende leden aangesloten bij de CDU, ernstig moesten worden ver maand 'om Christus wil' dit lid maatschap te beëindigen. Wanneer ze zich hier niet aan stoorden, dien den ze van he#t Heilig Avondmaal te worden afgehouden. Van Houten, die van mening was dat de Gereformeerde Kerken bezig waren met een vriendendienst aan politiek opponent de ARP, liet zich vermanen, en werd al spoedig het Avondmaal ontzegd. Toen hem werd medegedeeld dat bij de ge boorte van zijn zopn alleen zijn vrouw de doopvragen mocht beant woorden, was de maat vol. Van Houten stapte uit de Gereformeer de Kerk. Te behoudend Ook aan de geboorte van de CDU lag de controverse met de ARP ten grondslag. De partij, opgericht in 1926, was een bundeling van pro gressieve protestantse dissidenten. Tot de belangrijkste groeperingen behoorden de Christen-Democrati sche Partij van het Tweede Kamer lid A.P. Staalman (die uit onvrede met het beleid van Abraham Kuy- per uit de AR trad), de Bond van Christen-Socialisten van de vrijzin nig denker Bart de Ligt en de Chris telijke Sociale Partij van de her vormde A.R. van der Laar. Al deze groepen hadden gemeen dat ze het beleid van de traditionele protestantse partijen, de CHU en de ARP, op sociaal-economisch gebied te behoudend vonden. Daarnaast namen allen een antimilitaristische houding in. Pas in het begin van de jaren der tig kreeg de nieuwe partij de wind in de zeilen. Leidinggevende nieu welingen als de Utrechtse predi kant J.J. Buskes en propagandisten als D. Kalma en F. Schurer waren AR-voorman Colijn. Zijn crisis- politiek vond geen genade in de ogen van de CDU. (foto anp) daar grotendeels verantwoordelijk voor. In een nieuw program werd het anti-kapitalisme en antimilita risme verwoord. De party sprak zich voortaan uit voor nationale ont wapening zondermeer 'als eisch van het christelijk geweten'. Door de vernieuwingen won de CDU in de jaren dertig aan popula riteit. Hierbij speelde Van Houten een belangrijke rol. Bij de verkie zingen van 1933 - ten tijde van de economische depressie - besteedde hij veel aandacht aan het pacht- vraagstuk om de gunst van de boe ren te winnen. Als algemeen-secre taris van de Bond van Landpach- ters zette hij zich in voor een nieuwe wet, die de pachter een betere rechtspositie en grotere bestaansze kerheid moest bieden. Werklozen Inderdaad won de CDU tijdens de verkiezingen veel stemmen op het platteland in het noorden en in de textiel-industriegebieden van Twente en Overijssel. Het was de pachtersaanhang die in eerste in stantie verantwoordelijk was voor de behaalde Kamerzetel. Naast haar getuigende karakter ging de CDU ook de trekken verto nen van een belangenpartij. Van Houten behartigde niet alleen de belangen van de pacht- en hypo- theekboeren, maar hy werd ook de spreekbuis van talloze groepen, die slachtoffer waren van de economi sche crisis. Werklozen, binnen schippers, andere kleine zelfstandi gen en ouden van dagen vonden ge hoor bij Van Houten. De CDU zette zich ondermeer in voor een premievrij staatspensioen. Dit resulteerde in een verdere groei van de aanhang van de CDU. Haar plafond bereikte de partij in 1937 toen ruim twee procent van de stemmen (85.000) en twee zetels haar ten deel vielen. Als enige Nederlandse partij hield de CDU in het interbellum vast aan de eis van nationale ontwa pening. De Vrijzinnig Democra tisch Bond en de SD AP stelden zich in de jaren dertig ook op dit stand punt, maar gingen onder invloed van de toenemende dreiging van Hitler-Duitsland overstag. Deels had het consequente anti militarisme zijn wortels in de oor sprong van de CDU. De denkbeel den van de theoloog Bart de Ligt (die christendom en oorlog als on verzoenlijke grootheden beschouw de) en de geschriften van de remon strantse theoloog G.J. Heering (De Zondeval van het Christendom) speelden hierin een rol. Daarnaast waren de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog voor de CDU van doorslaggevende aard. Voor het Kamerlid Van Houten was het antimilitarisme zowel van principiële als van praktische aard. Zo stelde hij dat de defensie-uitga- ven dringend noodzakelijke sociale uitgaven onmogelijk maakten. „Als ik denk aan de bittere nood van bre de groepen onzer bevolking, met name aan de duizenden schamel ge klede en onvoldoende gevoede kin deren dan vind ik dit voorstel..., wel ontzaglijk wreed en gevaarlijk", zei hij in 1936 bij de behandeling van het defensiefonds - een maatregel om de defensieuitgaven te verho gen. Van Houten pleitte in de Kamer voor een herverdeling van grond stoffen en invloedsferen als ant woord op de zijns inziens gerecht vaardigde verlangens en op de im- perium-drang van nazi-Duitsland. Een tactische misser, net zals de commentaren van buitenland-spe cialist Gorselink die beweerde dat aan Tsjechoslowakije niets was ver speeld, en dat God gedankt moest worden voor de oplossing van Chamberlain (appeasement) om Hilter door bemiddeling in toom te houden. Het manco van de CDU was dat de partij geen alternatief bood voor de door haar afgewezen landsverde diging. Een van de weinigen CDU- 'ers die wel stelling nam tegen het laat-maar-waaien beleid was de on derwijzer en literator H.M. van Randwijk. In een artikel in het vak blad de Christen-Democraat riep hij tot bezinning op de defensiepara graaf. De discussie die hierop volg de, had geen ander resultaat dan dat de hele vergadering van de CDU in april 1940 het ontwapeningsstand punt onverkort handhaafde. Door een radicalisering in de christelijke denkbeelden bevond de CDU zich pal voor de Tweede We reldoorlog in een politiek isole ment. Voor leider Van Houten, ge- frusteerd door zo weinig respons, leidde dat tijdens de bezetting, tot een overstap naar een aan de NSB verwante organisatie. Na de Twee de Wereldoorlog verdween de CDU van het toneel en traden veel CDU- 'ers, zoals Buskes en Schurer, toe tot de PvdA. PETER VAN DE VUSSE H.J. Langeveld - Protestants en pro gressief. De Christelijk-Dcmocrati- sehe Unie 1926-1946. Uitgeverij SDU. (49.50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 27