'Landverraders werden we genoemd'
L
d
Anti-semitisme leefde op in Nederland vlak na de bevrijding
h
Nieuwkoopse Plassen
S -
MEI \m
EXTRA
PAC1NA 91
Nederlanders beroemen zich op hun
tolerante gedrag. Maar na de
bevrijding in 1945 werden de uit de
concentratiekampen teruggekeerde
joden afstandelijk en soms zelfs
vijandig ontvangen. In de tweede
helft van 1945 is sprake van een
opleving van anti-semitisme in ons
land, constateert Dienke Hondius
(28) in haar onderzoek naar anti
joods gedrag in Nederland vlak na de
bevrijding. Zo wordt in kranten uit die
tijd de suggestie gedaan om joden te
weren uit bepaalde beroepen.
"Anders zullen ze in leidende posities
zoals bestuurscolleges, pers-, film
en bankwezen de overhand krijgen".
door Pieter Couwenbergh
Mei 1945. De Tweede Wereldoorlog
is ten einde. In lompen gehuld, te
voet, liftend of met een gestolen bus
keren ze terug naar huis, de politie
ke gevangenen, tewerkgestelden en
dwangarbeiders. Ook de. weinige
overlevenden van Buchenwald en
Auschwitz gaan terug naar hun va
derland. Uitgemergeld en verzwakt
door vlektyphus, maar met de hoop
weer een thuis te vinden, staan de
Nederlandse joden aan de grens. De
ontvangst in Nederland varieert
echter van onverschillig en afstan
delijk tot uitgesproken kil en vijan
dig.
Dat ervaren ook achttien joden, die in ju-
ni 1945 vanuit Bergen-Belsen in Valken
burg arriveren. Terstond worden zij, zon
der enige reden, overgebracht naar het
interneringskamp 'Voor Galg en Rad',
nota bene een kamp waar NSB-ers en
SS-ers worden vastgehouden. Bezittin
gen en kleding worden de achttien afge
nomen. Als ze protesteren, roept de
kampcommandant: "Ik ben geen joden
vriend en dat zullen ze merken ook".
De groep joden loopt mee met de routi
ne van de dag: exerceren, werken in de
nabijgelegen grintafgraving en indien
nodig het ondergaan van een afranse
ling. Het ergste is de strafexcercitie. Het
excercitieterrein ligt namelijk aan de
straatweg, waardoor de mannen het mik
punt zijn van de spot van de plaatselijke
bevolking.
"Landverraders werden we genoemd.
Ik heb gesmeekt of wij de jodenster weer
mochten dragen. Beseft de kampleiding
wel wat voor gemene belediging dit voor
ons is", schreef naderhand een van de jo
den, Joseph Weisz.
Noodkreet
Deze noodkreet is een van de weinige
uitgesproken voorbeelden die Dienke
Een opvangcentrum voor concentr
Hondius (28 jaar) uit Oost-Souburg, bij
haar onderzoek naar 'anti-semtisme in
Nederland vlak na de bevrijding', heeft
gevonden. Hondius werkt bij de Anne
Frankstichting en heeft geschiedenis ge
studeerd aan de Universiteit van Am
sterdam.
"Memoires en dagboeken stokken bij
terugkomst. Er wordt dan ook gespro
ken van de generatie van de grote stilte.
Pas de laatste tien jaar hebben deze men
sen hun schroom afgelegd en vertellen
zij hun verhaal. Aan hun kinderen, maar
ook op scholen. Eindelijk wordt beseft
dat zij die ervaringen niet mee mogen ne
men in hun graf', vertelt Hondius. Voor
haar onderzoek heeft zij zich beperkt tot
de archieven van de militaire(grensbe-
waking) en kranten.
De stilte wijt zij aan de negatieve erva
ringen die joden bij terugkomst in ons
land hebben ervaren. "Wij moesten tus
sen het puin weer gewoon ga'an doen",
iekamp gevangenen.
schrijft Presser in zijn monumentale
werk 'Ondergang' over de jodenvervol
ging. En juist dat is voor deze mensen na
de bevrijding onmogelijk. "Ze hebben
letterlijk alles verloren in de oorlog. Fa
milie, vrienden en kennissen, huis en be
zittingen. Er is niets of niemand om op
terug te vallen. Maar extra hulp of aan
dacht mag niet worden gevraagd", licht
Hondius toe.
"Moet dan een jood zonder hoofd aan
komen om te laten zien dat hij in een con
centratiekamp heeft gezeten", klinkt bit
ter de klacht van Weisz. De negatieve re
acties ervaren de teruggekeerde joden
als een schok. Het begint soms al aan de
grens, de vijandige, kille stemming. De
ambtenaar, belast met de registratie van
gerepatrieerden in Eindhoven, die ieder
toebijt: "Alweer een jood, ze zijn je zeker
vergeten te vergassen".
Dergelijke uitingen van anti-semitis
me zijn zeldzaam, Hondius vond er veer
(foto's GPD)
tien, maar ze geven toch de stemming
Fiets
Legio zijn de voorbeelden van onbegrip,
jaloezie en ontkenning van doorstaan
leed. Dienke Hondius beschrijft het ver
haal van mevrouw Van Vlies. Zij vertelt
haar arts hoe ze als joods onderduikster
in Zeeland de oorlog is doorgekomen.
Plots onderbreekt de arts haar verhaal:
"Weet U wat mij is overkomen. Duitsers
hebben mijn fiets gepikt".
Dat ook vandaag de dag mensen zich
de tragedie van de joden in de Tweede
Wereldoorlog moeilijk kunnen voorstel
len, heeft Hondius aan den lijve onder
vonden. "U heeft er niets van begrepen.
Een fiets was in die tijd vreselijk duur",
kapittelde een man haar door de tele
foon.
In krantecommentaren en op straat
overheerst de teneur dat de joden dank
baar moeten zijn en hun plaats moeten
kennen. Ze moeten niet zeuren over hun
ellende. Nederland heeft ook een hon
gerwinter gekend en bovendien hebben
'wij', met gevaar voor eigen leven, vele
joden onderdak geboden. Zonder de rol
van het verzet te willen kleiheren, zij op
gemerkt dat 80 procent van de Neder
landse joden de oorlog niet heeft over
leefd, een percentage dat in Europa z'n
weerga niet kent.
Natuurlijk zijn lang niet alle opmer
kingen uit die tijd anti-joods. Hondius
maakt in haar onderzoek dan ook onder
scheid tussen uitgesproken anti-joodse
opmerkingen en algemene uitingen van
jaloezie, die ook andere gerepatrieerden
(zigeuners, politieke gevangenen) na de
bevrijding troffen. Toch is er wel dege
lijk sprake van een opleving van anti-se-
mitische sentimenten. Een groep niet-
joodse intellectuelen is in 1945 bezorgd
genoeg om een 'werkgroep Anti-semitie-
se stemming in Nederland' op te richten.
Kloof
Hondius wijt de naoorlogse opleving van
het anti-semitisme aan het door de Duit
se bezetters systematisch aangebrachte
onderscheid tussen jood en niet-jood.
"De joden zijn vier jaar lang apart gezet.
Er is in de oorlogsjaren in de Nederland
se samenleving een kloof ontstaan tus
sen niet-joden en joden in Nederland".
Een typerend voorbeeld: een jood laat
zich in augustus '45 inschrijven bij de ge
meente. Op de vraag naar zijn geloof, ant-
woorde hij 'geen'. De ambtenaar weigert
dat te aanvaarden en noteert: joods. Het
ontbreken van alledaagse contacten tus
sen joden en niet-joden gaf na de bevrij
ding oude vooroordelen weer een kans.
De integratie kon van voren af aan begin-
En wat doet de Nederlandse regering?
In 1943 wordt een plan de campagne op
gesteld om de ware volksverhuizing van
vluchtelingen uit Duitsland, zo'n 43.000
man, aan de grenzen op te vangen. Ieder
een wordt geregistreerd, politiek ge
screend om te voorkomen dat er onge
wenste elementen binnenglippen, en
ontluisd. De gerepatrieerden worden
vervolgens overgebracht naar opvang
kampen of naar huis gestuurd.
Onderscheid tussen joden en niet-jo
den wordt door de regering niet ge
maakt. "We willen niet doen zoals de
Duitsers, namelijk joden in een uitzon
deringspositie plaatsen", motiveert mi
nister van binnenlandse zaken Van
Boeijen in 1945. Maar ook extra hulp of
opvang wordt niet geregeld voor de jood
se repatrianten. Dat is ongepast en bo
vendien, zo meent de Nederlandse ge
meenschap, een zaak voor de joodse or
ganisaties.
"De tolerantie wordt in 1945 gebruikt
als excuus om niets te doen, om verzoe
ken om steun consequent af te wimpe
len. Er heerst een stemming zoals in 1933
toen de regering de stroom Duitse joden
bij de grenzen tegenhield onder het voor
wendsel dat door een teveel aan joden
ons land zich tegen deze groep kan ke-
Vragen
De houding van de Nederlandse rege
ring roept nog steeds veel vragen op. Be
halve de terughoudendheid om een be
paalde groep voor te trekken, speelt mo
gelijk ook de vrees voor een te grote toe
vloed van joden een rol. De regering
hield in '43 rekening met 60.000 terugke
rende joden. Het waren er 5500. Later is
haar zowel uit binnen- als buitenland
verweten de joden in de steek te hebben
gelaten en niet erkend te hebben als
slachtoffer'van de naziterreur.
Dat het thema van haar onderzoek nog
steeds leeft, ervaarde Dienke Hondius,
nadat zij de Hartog Beemprijs van de
stichting Joodse studiën had gekregen.
"Na publikaties in de kranten belde een
groot aantal mensen om hun oorlogser
varingen te vertellen. Die zijn een welko
me aanvulling op mijn onderzoek".
Dienke Hondius: "De tolerantie
werd in 1945 gebruikt als een excuus
om niets te doen".
-1
TWAALF MOOIE PLEKJES
IN LEIDEN EN OMGEVING
door Hans van A;
In biologisch opzicht behoren de Nieuwkoop-
se Plassen ongetwijfeld tot de interessantste
gebieden van ons land. Vanwege de botani
sche en ornithologische waarde is een groot
deel natuurreservaat, dat deels zelfs voor
rustige recreatie (roeien, kanoën, zeilen) niet
toegankelijk is. Het 2000 ha grote terrein is
namelijk voor ongeveer de helft in handen
van de Vereniging tot behoud van Natuurmo
menten in Nederland, een organisatie die
zich ten doel stelt zoveel mogelijk natuurge
bieden in ons land veilig te stellen voor de
toekomst. Daartoe heeft zij al dan niet met
steun van regionale overheden of het Rijk.
belangwekkende stukken en stukjes natuur
in eigendom verworven en voert ze behalve
over deze, ook over andere natuurgebieden
het beheer.
Voor hèar bestaan is Natuurmonumenten
aangewezen op contributies van leden van fi
nanciële bijdragen van het Rijk. Het kantoor
bevindt zich in het groene 's Graveland op
een landgoed: Schaep en Burgh. De waarde
var. dit omvangrijke natte gebied in het groe
ne hart van zuidwest-Nederland werd eind
vorig jaar door het ministerie van VROM on
derstreept, toen de Nieuwkoopse Plassen
als eerste natuurgebied in Nederland de sta
tus van 'stiltegebied' werd toegekend. Dit
heeft, zoals de naam al doet vermoeden, be
perkende bepalingen m.b.t. het geluidsni
veau in het gebied tot gevolg.
Veenplassen
De Nieuwkoopse Plassen worden gedomi
neerd door twee grote plassen, de Noordein
der en Zuideinder plas, die samen een kleine
veertig procent van het hele terrein beslaan.
Het zijn echte veenplassen-. Ze danken hun
ontstaan aan de vervening die in vorige eeu
wen werd bedreven voor de brandstofvoor
ziening. Het gebied kwam onder water te
staan toen het veen te diep werd afgegraven
en de smalle legakkers (stroken land waarop
het veen te drogen werd gelegd) door het wa
ter werden weggeslagen.
Vervening was hier aantrekkelijker dan el
ders omdat het veen voor het grootste deel
uit veenmos was ontstaan. De kwaliteit van
de turven mosveen was n.l. zeer goed: bij
verbranding ontstond weinig rook en er bleef
nauwelijks as over. Riet- en bosveen zijn al
tijd verontreinigd met klei en branden daar
door minder goed.
Het water in de plassen is vrij brak hetgeen
een historische achtergrond heeft. Vroeger
lag de Noordzee verder naar het oosten en
door de getijdenbewegingen in rivieren en
kreken drong zout water dit gebied binnen.
Aan de andere kant is het water ook vrij zuur
door het hoge gehalte aan mineralen, afkom
kranswieren en blaasjeskruid. Kranswieren
bestaan uit groene enkele decimeters lange
stengels met rondom kransen van zijtakjes.
Deze stevig aanvoelende plantjes hebben
geen bladeren, zijn daarom geen hogere
planten maar aan de andere kant ook geen
wieren, waarvan ze zich o.m. door hun inge
wikkelde voortplanting onderscheiden. Wa
tervervuiling is funest voor kranswieren en ze
zijn dan ook een goede indicatie voor de wa
terkwaliteit.
Blaasjeskruid heeft fijnvertakte sprietige
blaadjes en bezit blaasjes waarin watervlooi
en en andere kleine waterdiertjes kunnen
worden gevangen en verteerd. Op die ma
nier vult het zijn menu aan. Veenwater bevat
namelijk te weinig voedingsstoffen. Aan de
kleine gele bloemen die boven water uitste
ken zijn ze het makkelijkst te herkennen. Ook
buiten de Haeck zult u beide soorten niet te
vergeefs zoeken. Vooral in de rustige delen
van de Nieuwkoopse Plassen zijn ze alge-
De bomen in het gebied van de Nieuw
koopse Plassen moeten in het algemeen
geen bezwaar tegen natte voeten hebben.
Els, wilg, zachte berk en sporkehout komen
het meest voor. Het nietige veenmos schept
zijn eigen natte milieu. Weliswaar leeft het op
land (verlandingsplaatsen) maar het houdt
regenwater uitstekend vast. is daardoor niet
afhankelijk van grondwater en kan langduri
ge droogte probleemloos overleven. Wan
neer u een plukje in de hand neemt is het net
een natte spons. Vroeger was het van aan
zienlijk economische betekenis (mosveen)
en ook vandaag de dag is het nog geld
waard.
Hoe interessant het mosveen vroeger
blijkbaar was, kunt u zien aan de polder
Nieuwkoop waar inmiddels de nieuwbouw
van de gelijknamige gemeente is verrgzen.
Tot op de onderliggende laag van zeeklei en
zand is de gehele acht meter dikke veenlaag
afgegraven. Deze kon hier zo dik worden
omdat veenmos zo snel groeit, dat de onder
liggende afgestorven laag de kans niet krijgt
te verteren. Schimmels en bacteriën, die
daarvoor zorgen, krijgen door de hoge voch
tigheidsgraad en een tekort aan zuurstof niet
de gelegenheid hun werk te voltooien. Uit die
halfverteerde veenmosresten kon zodoende
een veenlaag worden opgebouwd, die ver
boven de omgeving uitstak. Overigens is
door aanvoer van rivier- en hemelwater de
verveende grond blank komen te staan en
nadien weer drooggemalen zodat een polder
ontstond. Het hoogteverschil met het land
tussen de plassen aan de andere kant van
Dorpsstraat en Noordense weg is duidelijk.
Geschoond
Momenteel wordt veenmos geregeld getrok
ken voor de bloemenhandel. In fijngeperste
vorm wordt het als oasis in de handel ge
bracht. Het waterhoudend vermogen is een
ideale eigenschap voor de bloemschikkunst.
Uit een oogpunt van aantasting van de na
tuur is het te veroordelen. Aan de andere
kant moeten de "veenmoslanden" net als de
rietlanden eerst geschoond worden van op
slag van hogere planten. Dit voorkomt de
ontwikkeling tot een bos en is nodig voor een
doelmatige exploitatie. Op die manier wordt
een bijdrage geleverd aan de landschappelij
ke diversiteit.
Een groot deel is natuurreservaat, dat zelfs voor roeiers en kanoërs niet toegankelijk is.
stig van de venige ondergrond. In tegenstel
ling tot de aangrenzende polder Nieuw
koop, is het veen n.l. niet geheel afgegraven.
Deze omstandigheden maken dat zeldza
me en minder algemene planten zich hier
thuisvoelen zoals verschillende orchideën-
en heidesoorten. Aan de zuidoostzijde liggen
vochtige graslanden, hooilanden en uitge
strekt rietland, terwijl dit hier en daar over
gaat in broekbos. Dit type bos ontstaat vooral
aan de oevers van open water waardoor
aanslibbing verlanding optreedt. Veel minder
algemene riet- en moerasvogels nestelen
zich hier, zoals roerdomp, wondaapje en pur
perreiger.
Verpacht
Natuurmonumenten heeft de handen vol aan
het onderhoud. De rietlanden worden ver
pacht aan rietsnijders die vooral 's winters
actief zijn in hun zuddes (stroken rietland).
Het riet heeft dan geen blad meer en is mak
kelijker te oogsten. Het vindt zijn weg naar de
bouw (rietdaken). Bladriet. dat in de zomer
wordt geoogst, wordt verkocht aan bollen-
boeren als bodembedekking in de winter.
Rietsnijders vormen een uitstervend ras. Het
onderhoud van rietland is dermate arbeidsin
tensief, dat de opbrengsten niet tegen de
kosten opwegen. Verruiging van het riet door
opslag (spontane vestiging) van b.v. bra
menstruiken. els, berk en appelbes bemoei
lijkt het snijden en vermindert de opbrengst.
Wordt het onderhoud achterwege gelaten,
dan staat op de plaaats van het rietland bin
nen enkele jaren een bos. Landschappelijk
gezien is rietland schaarser, dus aantrekke
lijker dan bos. zodat Natuurmonumenten al
les in het werk stelt om de rietvelden intact te
houden. Er moet dan uiteraard wel geld bij.
Het opschonen van riet is geen sinecure
waar het de appelbes betreft. Deze uit
Noord-Amerika als sierplant ingevoerde en
door bes-etende vogels verspreide heester
kan zich uitermate snel vermenigvuldigen.
Wortelstokken groeien vanuit de wortel alle
richtingen uit en doen nieuwe planten ont
staan. Waar ze de ruimte hebben kan er een
heel appelbesbos ontstaan! Overigens door
de ontoegankelijkheid een uitstekende nes
telplaats voor reigers.
Een andere bron van zorg is het botulisme,
een belangrijke doodsoorzaak voor dieren in
warme zomers. De botulismebacterie ver
menigvuldigt zich bij watertemperaturen bo
ven de 20° C zeer snel. De giftige afschei-
dingsprodukten hopen zich op in waterbewo
ners, waardoor uiteindelijk vissen en vogels
massaal het loodje leggen. Kadavers vor
men een grote besmettingsbron, dus is er
werk aan de winkel voor het onderhoudsper
soneel. Niet elke aan het wateroppervlak
naar adem happende vis is het slachtoffer.
Ondiep water is snel warm en bevat dan naar
verhouding weinig zuurstof. Aan het water
oppervlak is de uitwisseling met zuurstof uit
de lucht het grootst. Ander afwijkend vissen-
gedrag is het aan land komen van zeelten.
Wanneer u luid gespartel hoort zijn ze aan
het paaien waar een bepaald mos, bronmos
de bodem bedekt.
Per boot
Het best zijn de Nieuwkoopse Plassen te
verkennen met een roeiboot of een kano. Die
zijn te huren aan het Zuideinde, de Dorps
straat en de Noordense weg in Nieuwkoop,
maar ook in Noorden en aan de overzijde in
Meije, gelegen aan het gelijknamige schil
derachtige riviertje. De plassen zijn onderling
en op enkele plaatsen met de Meije verbon
den via smalle vaarroutes. Door de op vele
plaatsen geringe diepte is het met een motor-
of zeilboot niet mogelijk ver in de gras- en
rietlanden door te dringen. Bovendien is voor
motorboten een vergunning van de dijkgraaf
vereist.
Een andere mogelijkheid is een excursie
met een rondvaartboot in de zomermaan
den. Sportvissers kunnen met een vergun
ning van de vissersvereniging Nieuwkoop-
Noorden op veel plaatsen hun hengel uitwer
pen. Surfen is op de plassen eveneens mo
gelijk en de waterkwaliteit is dusdanig dat
zwemmen geen gevaar oplevert. Geregeld
treft u stokken in het water aan, die de plaats
van fuiken of netten aangeven. Bepaalde
vaarten zijn afgesloten met houten balken.
Verder is het gebied vrij toegankelijk mits u
geen nesten verstoort, planten plukt of rom
mel achterlaat.
Vanuit Nieuwkoop loopt een fietspad
dwars door het plassengebied naar Meije.
De bijnaam 'Oortjespad' die daaraan is gege
ven stamt uit de tijd dat niet-katholieken een
oortje (1'/4 cent) moesten betalen voor het
gebruik ervan. Ging je naar de kerk dan was
de overtocht vrij. Ook een ander gedeelte
van het gebied is anders dan via het water
toegankelijk. Het betreft het 11 ha kleine
landgoed De Haeck in het oostelijk deel. op
1,5 km van het Woerdense Verlaat. Vanaf de
Hollandse kade waar een bescheiden par
keerplaats ligt, is het vrij toegankelijk voor le
den/donateurs van een der Provinciale Land
schappen. Deze hebben vergelijkbare doel
stellingen als Natuurmonumenten op provin
ciaal niveau. Ook met een dagkaart is het ter
rein te betreden. Het patroon van legakkers
en petgaten (veensloten) is in dit verveende
poldertje nog goed zichtbaar. Voetbrugge
tjes verbinden de stroken land met elkaar. Bij
de ingang zijn rietlanden te vinden, Bos be
staat hier vooral uit elzenbroekbos. Dit is een
dorado voor insekten en vogels als wiele
waal, ransuil, waterral en diverse reigersoor
ten. Opvallend is een aantal niet inheemse
plantensoorten als bamboe en Japans hoef
blad, een grote verwant van onze hoefblad
soorten. Ooit door de toenmalige eigenaar
uitgepoot, handhaven ze zich prima in een
milieu dat dicht bij hun oorspronkelijke omge
ving staat.
Helder
Het water is zo helder dat u naast de waterle
lies erop ook planten erin kunt zien, zoals
1ih4WU<<Bib irti
Eind vorig jaar werd de Nieuwkoopse Plassen als eerste natuurgbied in Ne
derland de status van 'stiltegebied' toegekend.