De mens in het brandpunt Kamermuziek van gene zijde Stevie Wonder verrast nog steeds ledereen krijgt zijn trekken thuis Heijermans naar de letter IV^AANDAG 1 MEI 1989 KUNST PAGINA 25 Werkfoto's van scMder Breitner tentoongesteld HAARLEM (GPD) - Na het overlij den van de Nederlandse impressio nistische schilder George Breitner in 1923 werd tijdens het opruimen van zijn atelier een wasmand vol fo to-negatieven gevonden. Het minis terie van WVC verstrekte enkele ja ren geleden aan de Haarlemse foto graaf Harm Botman de opdracht de ze af te drukken. Het spectaculaire resultaat van zijn werkzaamheden is nu tentoongesteld in het Teylers Museum in Haarlem. door Rob Bouber Het spreekt vanzelf dat honderd jaar oude negatieven van een mate riaal dat in de loop der tijd achteruit gaat, niet meer die kwaliteit hebben dïe ze eens hadden. En Botman heeft dat ook niet willen verbloe men. Hij heeft noch geretoucheerd, noch een andere uitsnede gebruikt, met als resultaat een zo getrouw mogelijke weergave. Als hij de af drukken wat had laten verkleuren of vergelen, zou iedereen ze voor de originele exemplaren verslijten. In plaats daarvan heeft hij ze nogal hard afgedrukt; de foto's tonen nogal zwart en zwaar. Er is weinig nuanceverschil in de zo ontstane af drukken. Teylers Museum stelt 70 uitver grote platen ten toon, aangevuld met 250 kleine foto's op het formaat van het negatief. Ze zijn min of meer thematisch gerangschikt: straatleven; stadsbeeld, familiepor tretten, naakten, met telkens be knopte informatie ernaast. Zo krijgt de bezoeker juist genoeg voorken nis om de foto's in een iets ruimer kader te zien. Brandpunt De oudst bewaarde foto's dateren van 1886, toen Breitner lessen volg de aan de Rijksacademie, waar de opvattingen van August Allebé heersten. Hij was de vader van een romantisch realisme dat bij zijn be langrijkste leerlingen als Breitner en Israels overging in het Amster damse impressionisme, dat de mens in het brandpunt plaatste. In zijn Amsterdamse jaren fotogra feerde Breitner veelvuldig. Hij zwierf door de stad en stuitte op het het straatleven. Hij zocht naar on derwerpen voor zijn schilderijen, maar hij kon ook een foto maken als een zelfstandig werk. Het liefst maakte hij toch 'reportages' van mensen: wandelend, werkend of spelend in de straten en op de plei nen van Amsterdam. Hij zag men sen in een berg stoffen snuffelen op de Nieuwmarkt, precies zoals nu nog elke maandagochtend gebeurt. Hij vereeuwigde de dienstbode op de Nieuwezijds, de eenzame fietser in het Vondelpark, een volksvrouw die resoluut over de brug van Lin- dengracht/Lijnbaansgracht beent. Maks Maar Breitner is ook bekend om de foto's van bouwputten. Misschien was hij nooit zo gefascineerd ge raakt door afbraak en opbouw als hij Cees Maks, zijn enige leerling, niet tegen het lijf was gelopen. Va der Maks was aannemer, die in Am sterdam de stadsvernieuwing uit voerde en daarnaast geheel nieuwe wijken neerzette. Soms trokken Breitner en Maks erop uit om diens bouwprojekten en de handwerks lieden te schetsen. Aannemer Maks bouwde twee ateliers op het Prin seneiland: één voor zijn zoon en een voor Breitner. In het museum in Haarlem zijn enkele schetsboekjes van Breitner te zien uit het bezit van het Rijksprentenkabinet. De schetsjes lopen vaak parallel met de onder werpen die Breitner fotografeerde. In de tekenboekjes kwamen de de tails, noteerde hij de kleuren, het dagdeel en de lichtval. Uit het formaat van Breitners ne gatieven is af te leiden met welke camera's hij gewerkt heeft. In een vitrine staat zo'n exemplaar: een magazijn-box-camera van het for maat 9 x 12 centimetér met een kortste sluitertijd van 1/30 seconde. Dit toestel kun je met recht de ca mera van een schilder noemen, want het kastje zit onder de verf- vlekken. Ofschoon de techniek hem beper kingen opdrong - om een bewegen de mens vast te leggen gebruikt een fotograaf al gauw een sluitertijd van 1/250 seconde - zijn Breitners foto's niet statisch. Hij vereeuwigde zelfs de manoeuvres van een cavalerie- afdeling. Familie en 'naakten' po seerden wel. Toch wist Breitner zijn modellen ontspannen vast te leg gen, waardoor de foto's alweer niet op studiowerk lijken. De fotografie was voor Breitnner een essentieel hulpmiddel bij het schilderen. Hij zette de afbeelding Enkele arbeiders, gefotografeerd door Breitner. soms rechtstreeks over op het doek. technische manier de hoofdlijnen had overgebracht, hoefde hij zich Hij deed dat onder meer door de daarover geen zorgen meer te ma- kwadratuurlijnen te trekken op, ken en herwon hij zijn bewegings soms vergrote, foto's. Als hij op die vrijheid als schilder. Foto's van Breitner; tot en met 18 juni in Teylers Museum, Spaar- ne 16, Haarlem. Open: dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 17 uur; zondag van 13 tot 17 uur. ROTTERDAM (GPD) - Een aan eenschakeling van verrassingen gisteravond bij Stevie Wonder in Ahoy'. Aanvankelijk twee minder prettige: het niet-uitverkocht zijn van het sportpaleis en een vertra ging van ongeveer een uur, we gens een technische storing. Ver volgens een hele rits aangename surprises, waaronder de uitrei king van de 'Rock Over Europe Award' aan de blinde Amerikaan se rockzanger en zijn dubbele sa menzang met het Nederlandse koor The Resurrection Singers. Alles bij elkaar een gedenk waardige avond tot ver na twaal ven. Muzikaal en showmatig weliswaar behoorlijk rommelig, maar zeer sfeervol, dus ook ge heel naar wens van Stevie Won der zelf. Want, als de bijna veer tigjarige superster bij zijn optre dens iets pleegt na te streven, dan is het wel een bruisende party. Dat hij altijd slaagt, is te danken aan zowel zijn rijke hitarchief, waaruit hij in feite alleen maar raak kan plukken, en aan zijn vriéndelijke doch zeer besliste aandringen met minder voor de hand liggende meezingers. In het met 5000 fans gevulde Ahoy' ge beurde dat vooral met 'My Eyes Don't Cry No More', dat net zo lang werd opgediend totdat ieder een ervan had geproefd en er meer van wilde. Op deze definitieve ijsbreker volgden onder meer 'Don't You Worry 'Bout A Thing' en 'Up tight', waarna de voormalige Twelve Year Old Genius plotse ling overschakelde op 'Dance To The Music' en van deze Wood- stock-klassieker (van Sly The Family Stone) een onweerstaan baar fuifnummer maakte. Even verrassend hierna waren zijn imi taties van Frankie Lymon ('Why Do Fools Fall In Love'), Michael Jackson ('I WTant You Back', 'Bad') en Prince ('Housequake'). De uitbundige stemming werd verstoord door de overhandiging op het roterende podium van de voornoemde onderscheiding. Presentator Wessel van Diepen van 'Countdown' noch de rest van de Veronica-televisieploeg had den rekening gehouden met Ste vie Wonders gewoonte om van dankwoorden eindeloze betogen te maken, dus duurde zijn goed bedoelde preek maar voort. De verlossing kwam ten slotte door het aantreden van The Resurrec tion Singers, met wie Stevie Won der zijn nieuwe single 'Free' en- zijn aan Martin Luther King opge dragen 'Happy Birthday' (uit 1981) bleek te hebben ingestu deerd. Stevie Wonder, bijgestaan door een zesmansbegeleidingsgroep en een driestemmig koor, pakte daarna nog even flink uit met re centere hits als 'I Just Called To Say I Love You', 'Part Time Lover' en 'Skeletons', dat ook de uitsmijter was bij zijn voorlaatste concertbezoek in september 1987. Toen was Ahoy' nog bij voorbaat stijf uitverkocht. Met andere woorden, de greep van Stevie Wonder op het Nederland se publiek zou de afgelopen an derhalf jaar dus aanzienlijk zijn verslapt. De kandidaat-burge meester van Detroit (in 1993, on der eigen naam Stevland Morris) heeft gisteravond echter zijn live reputatie zodanig opgekrikt dat een volgend keer alle potentiële concertgangers ongetwijfeld weer alert zulleri zijn. Herstelde Vonk met Schönbergs 'Die Jakobsleiter' AMSTERDAM (GPD) - De Vara- matinee van afgelopen zaterdag middag was om twee redenen heel bijzonder. Ten eerste was het de eer ste maal dat Hans Vonk na zijn ziek te de dirigeerstaf oppakte en voorts vermeldde het programma het on voltooid nagelaten en zelden te be luisteren oratorium 'Die Jakobslei ter' van Arnold Schönberg. Maar wat heet onvoltooid! Het werk komt in' zijn huidige gedaante als een voorbeeldig afgerond geheel over. door Maarten Brandt Het thema van de Jakobsladder vin den we terug in de bijbel (Genesis 28:10-22). Jakob ziet in een droom een ladder, die hemel en aarde met elkaar verbindt. Schönberg voelde zich sterk tot dit gegeven aange trokken. Wat hem vooral fascineer de was de onvolkomenheid van de mens, die ondanks dat toch het hoogste, de uiteindelijke verlos sing, blijft nastreven. We ontmoe ten de engel Gabriël, die de op- en neerwaarts gaande zielen in goede banen tracht te leiden. Daaronder iemand 'die zich geroepen voelt', een 'opstandige', een 'uitverko rene', 'een monnik', een 'stervende' en tenslotte de 'ziel' zelf. Aangezien de tekst door Schön berg zelf is geschreven, kunnen de hiervoor genoemde personen heel goed overdrachtelijk, dus als facet ten van Schönbergs eigen zielele- ven worden opgevat. Een- leven, waarin vooral het heen en weer ge slingerd worden tussen hoop en vertwijfeling een constante rol speelt en de waarheid, zo gauw deze dicht genaderd lijkt te worden, als een zeepbel uit elkaar spat. Die wor steling van geest en materie staat in 'Die Jakobsleiter' nadrukkelijk voorop en dat klonk ;n Vonks supe rieure uitvoering op een intense en soms zelf beklemmende wijze door. x Nu beschikte Vonk dan ook over een bijna ideaal solistenteam en dat is geen sinecure, want de zangpar tijen zijn, om even binnen de bijbel se terminologie te blijven, hels moeilijk. Stuk voor stuk hebben de vocalisten zich gerealiseerd, dat het in diepste wezen om een opera gaat. Zij het dan een opera, thema dermate abstract is, dat een belichaming ervan in decors en kos tuums eigenlijk onmogelijk is. Zo was onder andere Tom Fox (bari ton) een ideale Gabriël, Hein Meens een 'opstandige' die echt ten einde raad is en Lieuwe Visser een 'uitver korene' in wiens betoog juist die knagende twijfel bijzonder ontroe rend tot uiting kwam. De bijdragen van de vrouwenstemmen Maria van Dongen (sopraan) alias 'de ster vende' en Elena Vink (idem) als 'de ziel' overtuigden niet minder sterk. Het Omroepkoor en het Radio Filharmonisch Orkest excelleerden onder Vonk zodanig, dat ze niet van onverschillig welke andere topen- sembles te onderscheiden waren. Ik denk hierbij aan het soms door schitterende vocalises onderbroken orkestnaspel van 'Die Jakobslei ter', dat eigenlijk een soort instru mentaal Requiem is voor de ziel, die naar de andere kant vliegt en zo voor een ondeelbaar moment datge ne begrijpt, wat meteen weer verge ten moet worden, omdat de kring loop des levens nu eenmaal voort durend doorgaat (Schönberg toont zich hier duidelijk een voorstander van de reïncarnatie-filosofie). Bui tengewoon fraai, hoe het RFO hier 'live' en via de band (de 'fernorches- ter' waren in verband met de ander te complex wordende opstelling van te voren in Hilversumse stu dio's opgenomen) de subtielst denkbare timbres liet horen: ka mermuziek in de puurste zin des woords, echt tonen, die uit het 'on geziene' lijken te komen. HENRIËTTE DE BEAUFORT- PRIJS - Het bestuur van de Maat schappij der Nederlandse Letter kunde heeft besloten de Henriëtte de Beaufortprijs 1989 toe te kennen aan Christine d'Haen voor haar boek 'De wonde in '-t hert. Guido Gezelle: een dichtersbiografie'. De ze prijs wordt om de drie jaren toe gekend voor een, in de Nederlandse taal en door een Nederlandse of Vlaamse auteur geschreven, biogra fie of autobiografie. De jury noemde de biografie van Christine d'Haen een 'raar' maar 'bijzonder krachtig' en 'stimulerend' boek. 'Rouw siert Electra' boeiend Thijs. Regie: Ivo van Hove. Met: Tom Jan- LEIDEN Lavinia als moderne versie van Electra uit Aischylos' tragedie aanvaardt de rouw die bij haar past oftewel de rouw die haar siert, zoals de titel in de nieu we vertaling van 'Mourning Be comes Electra' aangeeft. Eugene O'Neill heeft de Griekse tragedie willen omsmeden tot een modern psychologisch drama. Zijn be werking is ondertussen wat je noemt een moderne klassieker geworden. Zijn de mensen in het klassieke drama onderworpen aan Het Noodlot, en wordt hun verzet daartegen, hun hybris, door de goden meedogenloos bestraft bij O'Neill zit het noodlot als het ware in hen zelf. Alle mensen zijn de gevangenen van hun eigen driftleven. Elke ontkenning daar van is een modern soort hybris. Strikt volgens Freuds wetmatig heden is het dan ook een en al in cest wat hier bij O'Neill de klok slaat. Kun je zo'n stuk nog opvoeren, want modernisering is bijna zes tig jaar na dato (de première was op 26 oktober 1931 in New York) ook maar een relatief begrip? In de lezenswaardige opmerkingen in het programmaboekje gaat men dit probleem niet uit de weg. "Pseudo-freudiaanse psycholo gie, toegepast op half-mythologi- sche wezens, die zich bedienen van een namaak-realistisch idioom: het kan nauwelijks onge loofwaardiger". Dat zijn woorden die er niet om liegen. Regisseur Ivo van Hove zoekt het voor een deel in een versobe ring. Hij lapt de decoraanwijzin gen van O'Neill aan zijn laars en schrapt de in zijn ogen mislukte bewerking van het klassieke koor. Het buitengewoon fraaie to neelbeeld vertoont grote een voud. Voor een witte wand (met een deur die op slot kan) ligt een met betonnen paaltjes afgeba kende grintvlakte. Eén boom maakt deze ruimte tot tuin, één stoel en één schilderij tot huiska mer, twee bedden tot slaapkamer en één vuurtoren tot haven. De belichting zorgt steeds opnieuw voor een extra invulling van de onheilspellende sfeer. Zonder meer mooi, maar daar mee los je natuurlijk nog niet de inhoudelijke problemen op die Van Hove zelf zo treffend heeft verwoord. Maar zulke interpreta tie-problemen zijn ook niet volle dig oplosbaar dat geldt voor dit stuk en voor vele andere literaire werken. Van Hove heeft de voor stelling zo gestructureerd dat de aandacht kan uitgaan naar de hartstochten van de personages en de conflicten, waarin zij zich zelf manoeuvreren. Daarbij ge dragen zij zich volgens bepaalde wetmatigheden en houden zij zich aan bepaalde normen en waarden. Een zekere mate van ongeloofwaardigheid moet je vaak voor lief nemen; vooral in dit geval, want O'Neill heeft de tragedie nogal in een star psycho analytisch oorzaak-gevolg-sche ma geperst. Het is de'taak van de acteurs om deze 'ongeloofwaardigheid' voor de duur van het stuk accep tabel te maken. Wat dat betreft, laat deze voorstelling een aantal schitterende spelscènes zien, met name in de moeder-dochter-con frontaties (door Trudy de Jong en Jip Wijngaarden). Tom Jansen speelt een dubbelrol, hij is de echtgenoot en de minnaar. Een uitstekende vondst: de ambiva lente houding van de dochter te genover haar moeder en rivale wordt daardoor duidelijker. Lavi nia is verontwaardigd over haar moedersontrouw, maar evenzeer jaloers, want ze heeft zelf deze man lief. En omdat (door de dub belrol) deze minnaar op de vade-' r/echtgenoot lijkt, ligt de Freu diaanse projectie nog meer voor de hand. Ma doodt pa, zoon doodt min naar, moeder pleegt zelfmoord, zoon eveneens: je zult je trekken thuis krijgen - vanuit die hou ding achtervolgen zij elkaar op le ven en dood. Als Lavinia tenslotte besluit om in absolute kuisheid en eenzaamheid alle morele fami lieschuld op zich te nemen, is het bij ons inmiddels tien over half twaalf geworden. Het stuk duurt dus zo'n drieënhalf uur. Als des ondanks de tijd ongemerkt voor bijvliegt, is dat een compliment voor de uitvoerenden. WIJNAND ZEILSTRA Scène uit 'Op hoop van Zegen' door het RO Theater in de regie i Truus. 'Op Hoop van Zegen' van Herman Heijer- mans door het RO Theater. Toneelbeeld: Hayden Griffin. Muziek: John Tams. Regie: Bill Bryden. Gezien in de Rotterdamse Schouwburg op 29 april. ROTTERDAM - "Gut mens, wat errug! en wat goed dat die Heij er- mans daartegen geprotesteerd heeft!" Hoe kun je anders reage ren, als je voor het eerst van je le ven de onverkorte'tekst van 'Op Hoop van Zegen' driedimensio naal voorgeschoteld krijgt? Na- türlijk had ik het stuk ooit gele zen en natuurlijk was ik op de hoogte van een aantal van de soci ale misstanden, waartegen Heijermans de vuist hief, maar het maakt toch meer indruk als je van kwart over acht tot kwart voor twaalf de pure ellende on versneden over je hoofd uitge stort krijgt. Wie erop rekende dat een Britse regisseur nieuw licht op dit Hol landse vissersdrama zou kunnen werpen, vergiste zich deerlijk. Bill Bryden demonstreerde een eerbied voor Heijermans' tekst, die waarschijnlijk geen Neder landse regisseur opgebracht zou hebben, en ontwierp in het ver lengde daarvan een volkomen na turalistische enscenering. Hij liet de complete tekst spelen in een decor dat ondanks een enkele sti lering veel weg had van een open luchtmuseum en slechts op on dergeschikte punten als het inge- laste openingslied en de situering van het eerst tafereel toonde hij zich ontrouw aan de tekst. RO Theater met 'Op hoop van Zegen' Op die manier onderstreepte hij onverbloemd de ware aard van het stuk, die tevens de fundamen tele zwakte ervan is. Hoe graag we het misschien ook anders zou den willen, Heijermans' ooit zo populaire stuk bezit geen eeuwig heidswaarde en de boodschap er van is niet van alle tijden. Op een voor die tijd aangrijpende wijze stelde hij misstanden aan de kaak, maar naarmate die verder achter ons liggen, wordt 'Op Hoop van Zegen' steeds meer een museumstuk, een blik op het ver leden die de moderne mens nog maar weinig te zeggen heeft. We künnen hoofdschuddend aanzien hoe erg de vissers vroeger werden uitgebuit en hoe onmenselijk met hen werd omgesprongen, maar geraakt worden we hooguit door Kniertje: op het moment waarop zij Barend uitlevert aan de politie, door haar vertelling in het derde bedrijf en met een beetje geluk ook nog in de slotscènes. De voorstelling van het RO Theater bewees echter dat het spelen van de volledige tekst ze ker in het laatste bedrijf teveel van het goede (of beter: teveel el lende) was en dat daardoor Knier tjes slotscène aan effect inboette. Ondanks de gedetailleerde regie van Bryden en ondanks het mooie, bij vlagen roerende, spel van Trudy Labij. Met uitzonde ring van de zwakke Barend van Hein van der Heijden waren er over het algemeen trouwens rede lijke tot zeer goede spelprestaties te zien, vooral van Peter Blok als de opstandige, zelfbewuste Geert, en van Tineke Schrier als zijn verloofde Jo, die onder zijn invloed langzaam maar zeker de schellen van haar ogen voelt val len. Edmond Classen miste on danks een dikwijls Ko-van-Dijk- achtige dictie echter de autoriteit van de reder die zich van nature boven het vissersvolk verheven voelt. Bovendien konden enkele an deren in dit naturalistische kader het gevaar van het 'mannetjes ma ken' kennelijk niet ontlopen en dat werkte in het laatste bedrijf sterk door in een boekhouder Kaps, die uit een kleuterprogram ma op de televisie leek weggelo pen. Al met al is een slotconclusie moeilijk te formuleren en ieders reactie zal nauw samenhangen met de instelling waarmee men naar deze voorstelling gaat kij ken. Dat neemt overigens niet weg dat enkele drastische bekor tingen geen kwaad kunnen. PAUL KORENHOË 'Concert-adoptie' SCHIPHOL (GPD) - Het Rotter dams Philharmonisch Orkest wil de secundaire arbeidsvoorwaarden van zijn leden verbeteren. Het daar voor benodigde geld zal het orkest- zelf moeten verdienen bijvoor beeld door concerten door bedrij ven te laten 'adopteren'. Directeur Hans van Beers wil daartoe de contacten met het be drijfsleven intensiveren. "Het or kest is momenteel schuldenvrij en de formatie is op orde: er zijn slechts drie vacatures. Desondanks is er geld nodig om op artistiek ge bied op niveau te blijven, om gast- solisten en gastdirigenten aan te trekken, om bijzondere projecten uit te voeren en om de secundaire arbeidsvoorwaarden van de leden te verbeteren". Van Beers betreurt het dat de mi nister van WVC vasthoudt aan het traditionele niveauverschil tussen het RPhO en het Concertgebouwor kest, hetgeen tot uitdrukking komt in de salarissen (10 procent meer voor de leden van het laatste or kest). Het werd de gemeente Rotter dam een paar jaar geleden uitdruk kelijk verboden om het verschil in beloning uit eigen zak bij te passen. Daarom wil de directie van het RPhO nu verbetering brengen in "de secundaire sfeer," zoals, aldus Van Beers, "een betere kledingver- goeding en af en toe eens een aar digheidje, zoals ook in het bedrijfs leven niet ongebruikelijk is". De chefdirigent van het RPhO, James Conlon, die gedurende de af gelopen weken het RPhO op een uitputtende maar uiterst succesvol le buitenlandse concertreis heeft geleid, vindt dat "het orkest van de eerste tot de laatste dag subliem Beelden in paleistuinen DEN HAAG - Op initiatief van de Haagse beeldende kunstenaar Fer ry Simonis is in Den Haag de Stich ting Paleistuin/Beeldentuin opge richt. Deze stichting wil in de zomer van 1990 een tentoonstelling van he dendaagse Nederlandse beeld houwkunst inrichten in de tuin van het Paleis Noordeinde en in de tuin van het Vredespaleis. Beide tuinen bevinden zich op loopafstand van elkaar. De voor deze tuinen verant woordelijke instanties hebben zich bereid verklaard gastvrijheid te bie den aan de beeldhouwkunst. Op advies van het bestuur van de stichting, dat naast Ferry Simonis bestaat uit Jan Bons, Ton Haak, Ton Berends, H.J.A.M. van Haaren en P.Cleveringa, is Rudi Fuchs, de di recteur van het Haags Gemeente museum, uitgenodigd om vorm en inhoud van de tentoonstelling te be palen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 25