De mens in het brandpunt
Kamermuziek van gene zijde
Stevie Wonder verrast nog steeds
ledereen krijgt zijn trekken thuis
Heijermans naar de letter
IV^AANDAG 1 MEI 1989
KUNST
PAGINA 25
Werkfoto's van scMder Breitner tentoongesteld
HAARLEM (GPD) - Na het overlij
den van de Nederlandse impressio
nistische schilder George Breitner
in 1923 werd tijdens het opruimen
van zijn atelier een wasmand vol fo
to-negatieven gevonden. Het minis
terie van WVC verstrekte enkele ja
ren geleden aan de Haarlemse foto
graaf Harm Botman de opdracht de
ze af te drukken. Het spectaculaire
resultaat van zijn werkzaamheden
is nu tentoongesteld in het Teylers
Museum in Haarlem.
door
Rob Bouber
Het spreekt vanzelf dat honderd
jaar oude negatieven van een mate
riaal dat in de loop der tijd achteruit
gaat, niet meer die kwaliteit hebben
dïe ze eens hadden. En Botman
heeft dat ook niet willen verbloe
men. Hij heeft noch geretoucheerd,
noch een andere uitsnede gebruikt,
met als resultaat een zo getrouw
mogelijke weergave. Als hij de af
drukken wat had laten verkleuren
of vergelen, zou iedereen ze voor de
originele exemplaren verslijten. In
plaats daarvan heeft hij ze nogal
hard afgedrukt; de foto's tonen
nogal zwart en zwaar. Er is weinig
nuanceverschil in de zo ontstane af
drukken.
Teylers Museum stelt 70 uitver
grote platen ten toon, aangevuld
met 250 kleine foto's op het formaat
van het negatief. Ze zijn min of
meer thematisch gerangschikt:
straatleven; stadsbeeld, familiepor
tretten, naakten, met telkens be
knopte informatie ernaast. Zo krijgt
de bezoeker juist genoeg voorken
nis om de foto's in een iets ruimer
kader te zien.
Brandpunt
De oudst bewaarde foto's dateren
van 1886, toen Breitner lessen volg
de aan de Rijksacademie, waar de
opvattingen van August Allebé
heersten. Hij was de vader van een
romantisch realisme dat bij zijn be
langrijkste leerlingen als Breitner
en Israels overging in het Amster
damse impressionisme, dat de
mens in het brandpunt plaatste. In
zijn Amsterdamse jaren fotogra
feerde Breitner veelvuldig. Hij
zwierf door de stad en stuitte op het
het straatleven. Hij zocht naar on
derwerpen voor zijn schilderijen,
maar hij kon ook een foto maken als
een zelfstandig werk. Het liefst
maakte hij toch 'reportages' van
mensen: wandelend, werkend of
spelend in de straten en op de plei
nen van Amsterdam. Hij zag men
sen in een berg stoffen snuffelen op
de Nieuwmarkt, precies zoals nu
nog elke maandagochtend gebeurt.
Hij vereeuwigde de dienstbode op
de Nieuwezijds, de eenzame fietser
in het Vondelpark, een volksvrouw
die resoluut over de brug van Lin-
dengracht/Lijnbaansgracht beent.
Maks
Maar Breitner is ook bekend om de
foto's van bouwputten. Misschien
was hij nooit zo gefascineerd ge
raakt door afbraak en opbouw als
hij Cees Maks, zijn enige leerling,
niet tegen het lijf was gelopen. Va
der Maks was aannemer, die in Am
sterdam de stadsvernieuwing uit
voerde en daarnaast geheel nieuwe
wijken neerzette. Soms trokken
Breitner en Maks erop uit om diens
bouwprojekten en de handwerks
lieden te schetsen. Aannemer Maks
bouwde twee ateliers op het Prin
seneiland: één voor zijn zoon en een
voor Breitner.
In het museum in Haarlem zijn
enkele schetsboekjes van Breitner
te zien uit het bezit van het
Rijksprentenkabinet. De schetsjes
lopen vaak parallel met de onder
werpen die Breitner fotografeerde.
In de tekenboekjes kwamen de de
tails, noteerde hij de kleuren, het
dagdeel en de lichtval.
Uit het formaat van Breitners ne
gatieven is af te leiden met welke
camera's hij gewerkt heeft. In een
vitrine staat zo'n exemplaar: een
magazijn-box-camera van het for
maat 9 x 12 centimetér met een
kortste sluitertijd van 1/30 seconde.
Dit toestel kun je met recht de ca
mera van een schilder noemen,
want het kastje zit onder de verf-
vlekken.
Ofschoon de techniek hem beper
kingen opdrong - om een bewegen
de mens vast te leggen gebruikt een
fotograaf al gauw een sluitertijd van
1/250 seconde - zijn Breitners foto's
niet statisch. Hij vereeuwigde zelfs
de manoeuvres van een cavalerie-
afdeling. Familie en 'naakten' po
seerden wel. Toch wist Breitner zijn
modellen ontspannen vast te leg
gen, waardoor de foto's alweer niet
op studiowerk lijken.
De fotografie was voor Breitnner
een essentieel hulpmiddel bij het
schilderen. Hij zette de afbeelding
Enkele arbeiders, gefotografeerd door Breitner.
soms rechtstreeks over op het doek. technische manier de hoofdlijnen
had overgebracht, hoefde hij zich
Hij deed dat onder meer door de daarover geen zorgen meer te ma-
kwadratuurlijnen te trekken op, ken en herwon hij zijn bewegings
soms vergrote, foto's. Als hij op die vrijheid als schilder.
Foto's van Breitner; tot en met
18 juni in Teylers Museum, Spaar-
ne 16, Haarlem. Open: dinsdag tot
en met zaterdag van 10 tot 17 uur;
zondag van 13 tot 17 uur.
ROTTERDAM (GPD) - Een aan
eenschakeling van verrassingen
gisteravond bij Stevie Wonder in
Ahoy'. Aanvankelijk twee minder
prettige: het niet-uitverkocht zijn
van het sportpaleis en een vertra
ging van ongeveer een uur, we
gens een technische storing. Ver
volgens een hele rits aangename
surprises, waaronder de uitrei
king van de 'Rock Over Europe
Award' aan de blinde Amerikaan
se rockzanger en zijn dubbele sa
menzang met het Nederlandse
koor The Resurrection Singers.
Alles bij elkaar een gedenk
waardige avond tot ver na twaal
ven. Muzikaal en showmatig
weliswaar behoorlijk rommelig,
maar zeer sfeervol, dus ook ge
heel naar wens van Stevie Won
der zelf. Want, als de bijna veer
tigjarige superster bij zijn optre
dens iets pleegt na te streven, dan
is het wel een bruisende party.
Dat hij altijd slaagt, is te danken
aan zowel zijn rijke hitarchief,
waaruit hij in feite alleen maar
raak kan plukken, en aan zijn
vriéndelijke doch zeer besliste
aandringen met minder voor de
hand liggende meezingers. In het
met 5000 fans gevulde Ahoy' ge
beurde dat vooral met 'My Eyes
Don't Cry No More', dat net zo
lang werd opgediend totdat ieder
een ervan had geproefd en er
meer van wilde.
Op deze definitieve ijsbreker
volgden onder meer 'Don't You
Worry 'Bout A Thing' en 'Up
tight', waarna de voormalige
Twelve Year Old Genius plotse
ling overschakelde op 'Dance To
The Music' en van deze Wood-
stock-klassieker (van Sly The
Family Stone) een onweerstaan
baar fuifnummer maakte. Even
verrassend hierna waren zijn imi
taties van Frankie Lymon ('Why
Do Fools Fall In Love'), Michael
Jackson ('I WTant You Back',
'Bad') en Prince ('Housequake').
De uitbundige stemming werd
verstoord door de overhandiging
op het roterende podium van de
voornoemde onderscheiding.
Presentator Wessel van Diepen
van 'Countdown' noch de rest van
de Veronica-televisieploeg had
den rekening gehouden met Ste
vie Wonders gewoonte om van
dankwoorden eindeloze betogen
te maken, dus duurde zijn goed
bedoelde preek maar voort. De
verlossing kwam ten slotte door
het aantreden van The Resurrec
tion Singers, met wie Stevie Won
der zijn nieuwe single 'Free' en-
zijn aan Martin Luther King opge
dragen 'Happy Birthday' (uit
1981) bleek te hebben ingestu
deerd.
Stevie Wonder, bijgestaan door
een zesmansbegeleidingsgroep
en een driestemmig koor, pakte
daarna nog even flink uit met re
centere hits als 'I Just Called To
Say I Love You', 'Part Time
Lover' en 'Skeletons', dat ook de
uitsmijter was bij zijn voorlaatste
concertbezoek in september
1987. Toen was Ahoy' nog bij
voorbaat stijf uitverkocht. Met
andere woorden, de greep van
Stevie Wonder op het Nederland
se publiek zou de afgelopen an
derhalf jaar dus aanzienlijk zijn
verslapt. De kandidaat-burge
meester van Detroit (in 1993, on
der eigen naam Stevland Morris)
heeft gisteravond echter zijn live
reputatie zodanig opgekrikt dat
een volgend keer alle potentiële
concertgangers ongetwijfeld
weer alert zulleri zijn.
Herstelde Vonk met Schönbergs 'Die Jakobsleiter'
AMSTERDAM (GPD) - De Vara-
matinee van afgelopen zaterdag
middag was om twee redenen heel
bijzonder. Ten eerste was het de eer
ste maal dat Hans Vonk na zijn ziek
te de dirigeerstaf oppakte en voorts
vermeldde het programma het on
voltooid nagelaten en zelden te be
luisteren oratorium 'Die Jakobslei
ter' van Arnold Schönberg. Maar
wat heet onvoltooid! Het werk komt
in' zijn huidige gedaante als een
voorbeeldig afgerond geheel over.
door
Maarten Brandt
Het thema van de Jakobsladder vin
den we terug in de bijbel (Genesis
28:10-22). Jakob ziet in een droom
een ladder, die hemel en aarde met
elkaar verbindt. Schönberg voelde
zich sterk tot dit gegeven aange
trokken. Wat hem vooral fascineer
de was de onvolkomenheid van de
mens, die ondanks dat toch het
hoogste, de uiteindelijke verlos
sing, blijft nastreven. We ontmoe
ten de engel Gabriël, die de op- en
neerwaarts gaande zielen in goede
banen tracht te leiden. Daaronder
iemand 'die zich geroepen voelt',
een 'opstandige', een 'uitverko
rene', 'een monnik', een 'stervende'
en tenslotte de 'ziel' zelf.
Aangezien de tekst door Schön
berg zelf is geschreven, kunnen de
hiervoor genoemde personen heel
goed overdrachtelijk, dus als facet
ten van Schönbergs eigen zielele-
ven worden opgevat. Een- leven,
waarin vooral het heen en weer ge
slingerd worden tussen hoop en
vertwijfeling een constante rol
speelt en de waarheid, zo gauw deze
dicht genaderd lijkt te worden, als
een zeepbel uit elkaar spat. Die wor
steling van geest en materie staat in
'Die Jakobsleiter' nadrukkelijk
voorop en dat klonk ;n Vonks supe
rieure uitvoering op een intense en
soms zelf beklemmende wijze door. x
Nu beschikte Vonk dan ook over
een bijna ideaal solistenteam en dat
is geen sinecure, want de zangpar
tijen zijn, om even binnen de bijbel
se terminologie te blijven, hels
moeilijk. Stuk voor stuk hebben de
vocalisten zich gerealiseerd, dat het
in diepste wezen om een opera gaat.
Zij het dan een opera,
thema dermate abstract is, dat een
belichaming ervan in decors en kos
tuums eigenlijk onmogelijk is. Zo
was onder andere Tom Fox (bari
ton) een ideale Gabriël, Hein Meens
een 'opstandige' die echt ten einde
raad is en Lieuwe Visser een 'uitver
korene' in wiens betoog juist die
knagende twijfel bijzonder ontroe
rend tot uiting kwam. De bijdragen
van de vrouwenstemmen Maria
van Dongen (sopraan) alias 'de ster
vende' en Elena Vink (idem) als 'de
ziel' overtuigden niet minder
sterk.
Het Omroepkoor en het Radio
Filharmonisch Orkest excelleerden
onder Vonk zodanig, dat ze niet van
onverschillig welke andere topen-
sembles te onderscheiden waren. Ik
denk hierbij aan het soms door
schitterende vocalises onderbroken
orkestnaspel van 'Die Jakobslei
ter', dat eigenlijk een soort instru
mentaal Requiem is voor de ziel, die
naar de andere kant vliegt en zo
voor een ondeelbaar moment datge
ne begrijpt, wat meteen weer verge
ten moet worden, omdat de kring
loop des levens nu eenmaal voort
durend doorgaat (Schönberg toont
zich hier duidelijk een voorstander
van de reïncarnatie-filosofie). Bui
tengewoon fraai, hoe het RFO hier
'live' en via de band (de 'fernorches-
ter' waren in verband met de ander
te complex wordende opstelling
van te voren in Hilversumse stu
dio's opgenomen) de subtielst
denkbare timbres liet horen: ka
mermuziek in de puurste zin des
woords, echt tonen, die uit het 'on
geziene' lijken te komen.
HENRIËTTE DE BEAUFORT-
PRIJS - Het bestuur van de Maat
schappij der Nederlandse Letter
kunde heeft besloten de Henriëtte
de Beaufortprijs 1989 toe te kennen
aan Christine d'Haen voor haar
boek 'De wonde in '-t hert. Guido
Gezelle: een dichtersbiografie'. De
ze prijs wordt om de drie jaren toe
gekend voor een, in de Nederlandse
taal en door een Nederlandse of
Vlaamse auteur geschreven, biogra
fie of autobiografie. De jury noemde
de biografie van Christine d'Haen
een 'raar' maar 'bijzonder krachtig'
en 'stimulerend' boek.
'Rouw siert Electra' boeiend
Thijs. Regie: Ivo van Hove. Met: Tom Jan-
LEIDEN Lavinia als moderne
versie van Electra uit Aischylos'
tragedie aanvaardt de rouw die
bij haar past oftewel de rouw die
haar siert, zoals de titel in de nieu
we vertaling van 'Mourning Be
comes Electra' aangeeft. Eugene
O'Neill heeft de Griekse tragedie
willen omsmeden tot een modern
psychologisch drama. Zijn be
werking is ondertussen wat je
noemt een moderne klassieker
geworden.
Zijn de mensen in het klassieke
drama onderworpen aan Het
Noodlot, en wordt hun verzet
daartegen, hun hybris, door de
goden meedogenloos bestraft
bij O'Neill zit het noodlot als het
ware in hen zelf. Alle mensen zijn
de gevangenen van hun eigen
driftleven. Elke ontkenning daar
van is een modern soort hybris.
Strikt volgens Freuds wetmatig
heden is het dan ook een en al in
cest wat hier bij O'Neill de klok
slaat.
Kun je zo'n stuk nog opvoeren,
want modernisering is bijna zes
tig jaar na dato (de première was
op 26 oktober 1931 in New York)
ook maar een relatief begrip? In
de lezenswaardige opmerkingen
in het programmaboekje gaat
men dit probleem niet uit de weg.
"Pseudo-freudiaanse psycholo
gie, toegepast op half-mythologi-
sche wezens, die zich bedienen
van een namaak-realistisch
idioom: het kan nauwelijks onge
loofwaardiger". Dat zijn woorden
die er niet om liegen.
Regisseur Ivo van Hove zoekt
het voor een deel in een versobe
ring. Hij lapt de decoraanwijzin
gen van O'Neill aan zijn laars en
schrapt de in zijn ogen mislukte
bewerking van het klassieke
koor. Het buitengewoon fraaie to
neelbeeld vertoont grote een
voud. Voor een witte wand (met
een deur die op slot kan) ligt een
met betonnen paaltjes afgeba
kende grintvlakte. Eén boom
maakt deze ruimte tot tuin, één
stoel en één schilderij tot huiska
mer, twee bedden tot slaapkamer
en één vuurtoren tot haven. De
belichting zorgt steeds opnieuw
voor een extra invulling van de
onheilspellende sfeer.
Zonder meer mooi, maar daar
mee los je natuurlijk nog niet de
inhoudelijke problemen op die
Van Hove zelf zo treffend heeft
verwoord. Maar zulke interpreta
tie-problemen zijn ook niet volle
dig oplosbaar dat geldt voor dit
stuk en voor vele andere literaire
werken. Van Hove heeft de voor
stelling zo gestructureerd dat de
aandacht kan uitgaan naar de
hartstochten van de personages
en de conflicten, waarin zij zich
zelf manoeuvreren. Daarbij ge
dragen zij zich volgens bepaalde
wetmatigheden en houden zij
zich aan bepaalde normen en
waarden. Een zekere mate van
ongeloofwaardigheid moet je
vaak voor lief nemen; vooral in
dit geval, want O'Neill heeft de
tragedie nogal in een star psycho
analytisch oorzaak-gevolg-sche
ma geperst.
Het is de'taak van de acteurs
om deze 'ongeloofwaardigheid'
voor de duur van het stuk accep
tabel te maken. Wat dat betreft,
laat deze voorstelling een aantal
schitterende spelscènes zien, met
name in de moeder-dochter-con
frontaties (door Trudy de Jong en
Jip Wijngaarden). Tom Jansen
speelt een dubbelrol, hij is de
echtgenoot en de minnaar. Een
uitstekende vondst: de ambiva
lente houding van de dochter te
genover haar moeder en rivale
wordt daardoor duidelijker. Lavi
nia is verontwaardigd over haar
moedersontrouw, maar evenzeer
jaloers, want ze heeft zelf deze
man lief. En omdat (door de dub
belrol) deze minnaar op de vade-'
r/echtgenoot lijkt, ligt de Freu
diaanse projectie nog meer voor
de hand.
Ma doodt pa, zoon doodt min
naar, moeder pleegt zelfmoord,
zoon eveneens: je zult je trekken
thuis krijgen - vanuit die hou
ding achtervolgen zij elkaar op le
ven en dood. Als Lavinia tenslotte
besluit om in absolute kuisheid
en eenzaamheid alle morele fami
lieschuld op zich te nemen, is het
bij ons inmiddels tien over half
twaalf geworden. Het stuk duurt
dus zo'n drieënhalf uur. Als des
ondanks de tijd ongemerkt voor
bijvliegt, is dat een compliment
voor de uitvoerenden.
WIJNAND ZEILSTRA
Scène uit 'Op hoop van Zegen' door het RO Theater in de regie i
Truus.
'Op Hoop van Zegen' van Herman Heijer-
mans door het RO Theater. Toneelbeeld:
Hayden Griffin. Muziek: John Tams. Regie:
Bill Bryden. Gezien in de Rotterdamse
Schouwburg op 29 april.
ROTTERDAM - "Gut mens, wat
errug! en wat goed dat die Heij er-
mans daartegen geprotesteerd
heeft!" Hoe kun je anders reage
ren, als je voor het eerst van je le
ven de onverkorte'tekst van 'Op
Hoop van Zegen' driedimensio
naal voorgeschoteld krijgt? Na-
türlijk had ik het stuk ooit gele
zen en natuurlijk was ik op de
hoogte van een aantal van de soci
ale misstanden, waartegen
Heijermans de vuist hief, maar
het maakt toch meer indruk als je
van kwart over acht tot kwart
voor twaalf de pure ellende on
versneden over je hoofd uitge
stort krijgt.
Wie erop rekende dat een Britse
regisseur nieuw licht op dit Hol
landse vissersdrama zou kunnen
werpen, vergiste zich deerlijk.
Bill Bryden demonstreerde een
eerbied voor Heijermans' tekst,
die waarschijnlijk geen Neder
landse regisseur opgebracht zou
hebben, en ontwierp in het ver
lengde daarvan een volkomen na
turalistische enscenering. Hij liet
de complete tekst spelen in een
decor dat ondanks een enkele sti
lering veel weg had van een open
luchtmuseum en slechts op on
dergeschikte punten als het inge-
laste openingslied en de situering
van het eerst tafereel toonde hij
zich ontrouw aan de tekst.
RO Theater met 'Op hoop van Zegen'
Op die manier onderstreepte
hij onverbloemd de ware aard van
het stuk, die tevens de fundamen
tele zwakte ervan is. Hoe graag
we het misschien ook anders zou
den willen, Heijermans' ooit zo
populaire stuk bezit geen eeuwig
heidswaarde en de boodschap er
van is niet van alle tijden. Op een
voor die tijd aangrijpende wijze
stelde hij misstanden aan de
kaak, maar naarmate die verder
achter ons liggen, wordt 'Op
Hoop van Zegen' steeds meer een
museumstuk, een blik op het ver
leden die de moderne mens nog
maar weinig te zeggen heeft. We
künnen hoofdschuddend aanzien
hoe erg de vissers vroeger werden
uitgebuit en hoe onmenselijk met
hen werd omgesprongen, maar
geraakt worden we hooguit door
Kniertje: op het moment waarop
zij Barend uitlevert aan de politie,
door haar vertelling in het derde
bedrijf en met een beetje geluk
ook nog in de slotscènes.
De voorstelling van het RO
Theater bewees echter dat het
spelen van de volledige tekst ze
ker in het laatste bedrijf teveel
van het goede (of beter: teveel el
lende) was en dat daardoor Knier
tjes slotscène aan effect inboette.
Ondanks de gedetailleerde regie
van Bryden en ondanks het
mooie, bij vlagen roerende, spel
van Trudy Labij. Met uitzonde
ring van de zwakke Barend van
Hein van der Heijden waren er
over het algemeen trouwens rede
lijke tot zeer goede spelprestaties
te zien, vooral van Peter Blok als
de opstandige, zelfbewuste
Geert, en van Tineke Schrier als
zijn verloofde Jo, die onder zijn
invloed langzaam maar zeker de
schellen van haar ogen voelt val
len. Edmond Classen miste on
danks een dikwijls Ko-van-Dijk-
achtige dictie echter de autoriteit
van de reder die zich van nature
boven het vissersvolk verheven
voelt.
Bovendien konden enkele an
deren in dit naturalistische kader
het gevaar van het 'mannetjes ma
ken' kennelijk niet ontlopen en
dat werkte in het laatste bedrijf
sterk door in een boekhouder
Kaps, die uit een kleuterprogram
ma op de televisie leek weggelo
pen. Al met al is een slotconclusie
moeilijk te formuleren en ieders
reactie zal nauw samenhangen
met de instelling waarmee men
naar deze voorstelling gaat kij
ken. Dat neemt overigens niet
weg dat enkele drastische bekor
tingen geen kwaad kunnen.
PAUL KORENHOË
'Concert-adoptie'
SCHIPHOL (GPD) - Het Rotter
dams Philharmonisch Orkest wil de
secundaire arbeidsvoorwaarden
van zijn leden verbeteren. Het daar
voor benodigde geld zal het orkest-
zelf moeten verdienen bijvoor
beeld door concerten door bedrij
ven te laten 'adopteren'.
Directeur Hans van Beers wil
daartoe de contacten met het be
drijfsleven intensiveren. "Het or
kest is momenteel schuldenvrij en
de formatie is op orde: er zijn
slechts drie vacatures. Desondanks
is er geld nodig om op artistiek ge
bied op niveau te blijven, om gast-
solisten en gastdirigenten aan te
trekken, om bijzondere projecten
uit te voeren en om de secundaire
arbeidsvoorwaarden van de leden
te verbeteren".
Van Beers betreurt het dat de mi
nister van WVC vasthoudt aan het
traditionele niveauverschil tussen
het RPhO en het Concertgebouwor
kest, hetgeen tot uitdrukking komt
in de salarissen (10 procent meer
voor de leden van het laatste or
kest). Het werd de gemeente Rotter
dam een paar jaar geleden uitdruk
kelijk verboden om het verschil in
beloning uit eigen zak bij te passen.
Daarom wil de directie van het
RPhO nu verbetering brengen in
"de secundaire sfeer," zoals, aldus
Van Beers, "een betere kledingver-
goeding en af en toe eens een aar
digheidje, zoals ook in het bedrijfs
leven niet ongebruikelijk is".
De chefdirigent van het RPhO,
James Conlon, die gedurende de af
gelopen weken het RPhO op een
uitputtende maar uiterst succesvol
le buitenlandse concertreis heeft
geleid, vindt dat "het orkest van de
eerste tot de laatste dag subliem
Beelden in
paleistuinen
DEN HAAG - Op initiatief van de
Haagse beeldende kunstenaar Fer
ry Simonis is in Den Haag de Stich
ting Paleistuin/Beeldentuin opge
richt. Deze stichting wil in de zomer
van 1990 een tentoonstelling van he
dendaagse Nederlandse beeld
houwkunst inrichten in de tuin van
het Paleis Noordeinde en in de tuin
van het Vredespaleis. Beide tuinen
bevinden zich op loopafstand van
elkaar. De voor deze tuinen verant
woordelijke instanties hebben zich
bereid verklaard gastvrijheid te bie
den aan de beeldhouwkunst.
Op advies van het bestuur van de
stichting, dat naast Ferry Simonis
bestaat uit Jan Bons, Ton Haak, Ton
Berends, H.J.A.M. van Haaren en
P.Cleveringa, is Rudi Fuchs, de di
recteur van het Haags Gemeente
museum, uitgenodigd om vorm en
inhoud van de tentoonstelling te be
palen.