'Het zal me een zorg zijn wat mensen gepast vinden'
WORTELTJE BOVEN VOOR JULIANA
Huidverzorgingsprodukten op basis van bronwater
Eittebtje
MAANDAG 1 MEI 1989
Frans Molenaar: Neerlands
nijverste couturier. Hij wil af
van het beeld van de
couturier als enge nicht in
een fluwelen pak die wat
chique loopt te doen in zijn
salonnetje. 'Ik sta gewoon in
de gele gids'.
Hij schaamt zich er niet voor
om in zwembroek voor
miljoenen tv-kijkers in een
modderbad te worstelen of
zijn medewerking te
verlenen aan Wedden Dat.
Een handig zakenman met
een creatieve geest.
Couturier, meubeldesigner,
ontwerper van
bedrijfskleding, vazen,
relatiegeschenken,
vloerkleden en schrijver.
Hij weet ministers in zijn
spoor te krijgen, kleedt de
happy few en runt een
bedrijfje met negen
medewerkers.
Hard werken en geld
verdienen, net als ieder
ander, is voor hem heel
logisch.
Een gesprek over ideeën en
idealen, mode en
management, couture,
confectie, kunst en de
Nederlandse vrouw.
Ontwerper Frans Molenaar:
"Als je een melkboer in een
dorp in Friesland vraagt
wie Frans Molenaar is dan
weet hij dat. Dat komt door
Sterrenslag en Wedden Dat.
Die programma's hebben een
enorme kijkdichtheid. Zo zat
ik kort geleden in een panel
bij Doet ie 't of doet ie 't niet
samen met Nellie Frijda en
Yvonne van Gennip. Dat
vind ik leuk".
door
Annemarie
Zevenbergen
"Mijn vloerkleden worden
ook verkocht in Ommen en in
Den Helder. Alleen couture-
shows doen is maar voor een
klein publiek. Het grote pu
bliek slaat dat vaak, over. Te
duur, laat maar zitten. Ik
wil af van het imago van
couturier, dat begonnen is
bij Max Heymans en al die
heren, van een vreselijk enge
nicht die in een fluwelen pak
loopt te 'chiquen' in z'n sa
lonnetje. Dat vind ik zo'n on
zin. Ik tennis ook gewoon,
laat mijn hond uit. Er wordt
gewoon hard gewerkt. Men
sen zijn vaak stomverbaasd
dat ik aan zo'n programma
als Sterrenslag meedoe.
Waarom kan ik niet zwem
men of hardlopen? Ik heb
m'n hele leven lang gesport.
Andere couturiers in ons
land doen vaak zo chique.
Als ik zie wat verzorgsters
van 22 voor mijn moeder van
84 doen die zwaar dement is,
denk ik wie ben jij wel om
een beetje kapsones te heb
ben".
Het moge duidelijk zijn.
Frans Molenaar doet liever
gewoon zijn werk. Af en toe
een extravagante uitspat
ting, zoals het per limousine
vervoeren van de verzamel
de modepers naar zijn nieu
we Molenaar-winkel. Maar
zakelijk bezig zijn is de
hoofdzaak. "Ik moet mijn
mensen toch ook betalen".
Molenaar zette als 14-jari-
ge jongen zijn eerste schre
den op het modepad als leer
ling aan de kleermakersvak
school. Hij is dan ook hèt
schoolvoorbeeld van een
ontwerper die het kleding
maken met de paplepel
kreeg ingegoten. Frans werd
van kinds af aan aangetrok
ken door het modevak. "Ik
leerde het spelenderwijs".
Hij werkte bij Charles Mon
taigne en de Franse mode
huizen Laroche en Ricci.
Zo'n 22 jaar geleden vestigde
hij zich als zelfstandig ont
werper in Nederland.
Een geheel ander werkkli
maat voor een couturier dan
Frankrijk, het Walhalla voor
modemakers.
Minimaal
"In Frankrijk is mode het vi
sitekaartje. Hier hebben ze
zoiets van, die couturiers,
moet dat nou, allemaal. De
positie van een ontwerper is
hier minimaal. Ik heb het
aan mijn eigen bijdehand
heid te danken dat ik bij
voorbeeld ministers als De
Korte, Smit-Kroes én Brink
man een beetje involved heb
doen raken in mode".
Van De Korte overigens
niet zo verbazingwekkend!
De man houdt wel van een
verzetje en hij 'ontdekte' al
heel snel de zakelijke kant
van Molenaar. En dat moet
hem als minister van econo
mische zaken toch aanspre
ken...
Het gaat niet slecht met
Molenaar. Onlangs nam hij
in Monaco '4e Fil d'Or in ont
vangst. Een prijs die eens in
de twee jaar wordt toege
kend aan ontwerpers die
constant op hoog niveau lin
nen in hun collectie verwer
ken. De eerste Nederlandse
ontwerper die deze onder
scheiding ontving was Har
vey Musin in 1983. Twee jaar
geleden ging de Fil d'Or naar
het ontwerpersechtpaar
Puck en Hans en dit jaar
werd Molenaar onderschei
den. De prijs wordt toege
kend door de Internationale
Linnen en Zijde Confedera
tie in Parijs. Andere Fil
d'O'rs gingen dit jaar'naar
onder anderen Hugo Bos en
Max Mara.
"Natuurlijk ben ik blij met
die prijs. Het is toch een
stukje erkenning. En het is
een prijs die internationaal
is. Ik gebruik al jaren heel
Frans Molenaar: "Nederlandse
veel linnen want ik vind het
werkelijk een schitterend
materiaal. Alleen die kreuk!
Ik vind het niet zo erg maar
de klant vaak wel. Je ziet de
laatste tijd in Nederland een
beetje een kentering, maar
dat moet groeien. Misschien
komt het er nooit helemaal
in. Maar in Italië bijvoor
beeld is die kreuk helemaal
geen probleem".
Relativerend voegt hij
daaraan toe:"Ach, we lopen
allemaal wel te klagen, dat is
typisch Nederlands, maar
het gaat hier allemaal niet
eens zo slecht. Van niets
hebben we nu toch af en toe
mode op de televisie. Er zijn
ontzettend veel mode-bla
den. Mode is in de mode. De
academies en vakscholen
puilen uit. Mijn broer heeft
ook zo'n school, die zit bom
vol. Niet dat al die mensen
nu echt in de de mode wil
len, het is gewoon 'in' en
leuk".
Opgeknapt
"Dat zie je ook. De Neder
landse vrouw is de laatste
tien, vijftien jaar enorm op
geknapt. Niemand is meer
echt armoedig gekleed".
Voorzichtig: "Echte chique
is weer een fase verder, maar
er is een grote groep geko
men die ontzettend op kle
ding let".
"Daarom kom ik nu op de
markt met een damescon-
fectielijn voor komende win
ter. Daarmee bereik je een
veel grotere groep dan met
couture. Er is zoveel rommel
op de markt. Veel mensen
kopen bij de Bijenkorf en
weet ik veel. Dat is vaak echt
rommel, slecht gemaakt,
slechte stoffen. En dan nog
voor dat geld. Ik breng een
prêt a porter de luxe voor de
middengroep die dat appre
cieert. Niet te goedkoop,
maar ook niet te duur.
Couture blijft voor mij wel
de hoofdzaak. Dat interes
seert me het meest. Daar kan
ik het verst in gaan, met de
mooiste stoffen. Dat is mijn
visitekaartje. Als ik zuuülke
hoeden wil ontwerpen dan
kan dat binnen die couture.
Maar als ik daarmee bij een
confectionair aankomt is het
daag Molenaar, dat gaat niet
door.
Zonder die nevenactivitei
ten zou ik die couture niet
kunnen handhaven. En ik
vind het ook leuk om wat an
ders te doen. Met die couture
kan ik een paar bevoorrech
te dames helpen. Maar die
ideeën voor couture kan ik
heel goed ombouwen tot
confectie. Hier wat verande
ren, daar wat accenten ver
leggen, iets minder extrava
gant, wat draagbaarder".
Ruim 22 jaar in het vak en
nog steeds onverminderd
actief. Zo opende hij eind
maart zijn Molenaarwinkel
aan de Jan Luyckenstraat in
Amsterdam. Een zaak waar
alles wat met de ontwerper
te maken heeft wordt ver
kocht. Niet alleen zijn coutu
re en confectie maar ook va
zen, vloerkleden, T-shirts,
sjaals, zijn boek en in het na
jaar zijn eigen eau de toilette.
Want een beetje couturier
moet toch z'n eigen geurtje
hebben.
"Ik noem die zaak een in-
fo-centrum. Daar kunnen fa
brikanten terecht en kan
voor klanten bekeken wor
den waar de voor hen dichts-
bijzijnde vestiging is waar ze
bijvoorbeeld een vloerkleed
van mij kunnen kopen. Ik
zal er zelf ook regelmatig
zijn. En wie weet, als het
goed loopt zit er over een
paar jaar zo'n Molenaarwin
kel in Den Bosch of Brus
sel".
Een Molenaarketen dus?
"Misschien. Ik heb nu in
ieder geval iets om te laten
zien. En je bent bereikbaar.
Hier", en hij omvat met een
wijds gebaar zijn salon aan
de Oranje Nassaulaan,
"komt niemand binnen. Het
ziet er te gesloten uit. Men
sen durven niet aan te bel
len".
Mölenaar is verder erg ac
tief op het gebied van be
drijfskleding. Zo werd on
langs op de beurs Medica de
Molenaarcollectie voor de
gezondheidszorg getoond.
De Haagse vuilnismannen
werden door hem in het pak
gestoken en DAF deelt sjaals
als relatiegeschenk uit, ont
worpen door de maestro
himself.
In the blind
'*Ook daar haal ik mijn inspi
ratie uit. Ik kom bij het ont
werpen van die bedrijfskle
ding vaak weer op andere
dingen terecht. Ik kan wel
een beetje in 'the blind' gaan
zitten ontwerpen maar daar
kom ik niet ver mee".
'Solide zakenmanschap
gepaard aan creativiteit'.
Woorden van die strekking
gebruikte minister de Korte
onlangs bij de presentatie
van een drieluik van beel
dende kunst, muziek en mo
de in het Centraal Museum
in Utrecht. Ook een initiatief
van Molenaar. Hij wilde wel
eens 'wat anders' en dat re
sulteerde in een constructi
vistisch drieluik.
Een combinatie van schil
derijen van Bob Bonies, de
compositie Canto Ostinato
voor vier pianisten van Si
meon Ten Holt en creaties
van Frans Molenaar. Van dit
drieluik is een expositie sa
mengesteld die nu in Japan
te zien zal zijn, Ook dan
wordt een live-presentatie
van het geheel gegeven in
Tokio.
Ruim 22 jaar in het mode
vak. Is er nog wat nieuws te
bedenken. Hebben we niet al
les al gehad?
"Het houdt nooit op. Iede
re keer kom je op nieuwe
ideeën. Nu heeft iedereen
van die doorzichtige stoffen,
de voiles en zo. In de jaren
zestig hadden we allemaal
Courrèges-stevige stoffen.
Het wisselt altijd. Ik vind
niet dat ik terugpak. Courrè-
ges is mijn stijl. Ik verander
steeds binnen mijn eigen ge
geven. Het is nog steeds een
uitdaging voor me. Ik vind
het heerlijk.
Wat ik nog zou willen?
Ik zou het enig vinden om
een grote show aan te kle
den. Een ijsrevue of zoiets.
Met 24 van die showgirls en
een vedette. Echt op mijn
manier. Of de hoofdrolspeel
ster in een film kleden. Zoals
Romy Schneider die door
Chanel gekleed werd of
Audrey Hepburn door De
Givenchy. Ik herinner me
een film met Simone Signo-
ret in de hoofdrol. Ze draagt
daar een schitterend room
wit pak. Ze wordt helaas ver
moord, al dat bloed over dat
mooie pak. Maar ze ziet er zo
mooi uit, zo natuurlijk. In
Nederlandse films is de kle
ding vaak zo'n rommeltje.
Schilderen
Ik zou ook wel willen schil
deren. Ik heb eens een schil
derij gemaakt voor een vei
ling. De opbrengst ging naar
een goed doel. Misschien ga
ik dat nog wel eens doen.
Laat ik gewoon tien doeken
komen van twee bij twee
meter en sluit me een week
einde op. Niet dat ik de pre
tentie heb een beeldend
kunstenaar te zijn. Dat zal
me worst wezen. Maar ge
woon omdat ik het leuk
vind.
Mensen roepen vaak is dat
nou kunst. Zoals dat con
structivistisch drieluik in
Urecht. Dat weet ik hele
maal niet. Het zal me een
zorg zijn wat mensen gepast
vinden of niet. Ik wil ge
woon doen een aantal din
gen doen".
Het is nog niet zo lang gele
den dat de 'rijken' elkaar
troffen in kuur-oorden als
Baden-Baden en Spa. 'Ku-
wat mensen te treffen in een
wat informelere sfeer. De
heilzame werking die aan de
diverse waters werd toege
schreven, was voor veel be
zoekers mooi meegenomen
maar niet het hoofddoel. Ne
derland is tegenwoordig ook
enige thermale baden rijk en
met alle vervuiling van het
open water is het misschien
niet een zo gek om gewoon
voor je ontspanning eens
een schoon bronnenbad te
bezoeken.
Maar we baden niet alleen
in bronwater, in het kader
van 'fit en slank' drinken we
het bij liters. En sinds enige
tijd hebben ook de cosmeti-
cafabrikanten het bronwater
als ingrediënt ontdekt.
De 'primeur' komt toe aan
het Franse kuuroord Vittel.
Een plaats die al in de Ro
meinse tijd beschikte over
kuur-faciliteiten, die in 1852
door Louis Bouloumié en de
arts Patezon werden 'heront
dekt'. Het dorp heeft nu vier
bronnen met een hoog calci
um- en magnesiumgehalte
en biedt naast de gelegen
heid tot medisch kuren alle
mogelijkheden voor ont-
spanningskuren.
In 1986 introduceerde Vit
tel een lijn verzorgingspro-
dukten op basis van Vittel
mineraalwater, die sinds eni
ge tijd ook in Nederland te
koop is. Het is een serie van 9
produkten, die de huid het
klokje rond verzorgen. Het
zijn produkten die zuinig en
soepel werken en ook ge
schikt zijn voor een wat ge
voelige huid.
De produkten zijn stoer,
bijna zakelijk verpakt, zodat
ook mannen zich er niet
voort hoeven schamen. Een
nadeel is dat die stoere gla
zen potten en flessen vrij
zwaar zijn. En tenslotte de
prijs, die is heel prettig. De
dagcrème (50ml) kost
12,95, de reinigingsmelk
(200 ml) 14,95 en het duur
ste produkt, de nachtcrème
(40ml), komt op 16,95.
Sourcy
Een puur Nederlands pro
dukt is de verzorgingslijn op
basis van mineraalwater
Sourcy, die wordt uitge
bracht door het Alkmaarse
bedrijf General Cosmetics.
Een bedrijf dat zich tot voor
kort hoofdzakelijk bezig
hield met decoratieve cos
metica en nu de stap naar
verzorging heeft gezet.
Het Sourcy-water is ruim
12 eeuwen oud regenwater,
afkomstig uit de Utrechtse
heuvelrug. Het regenwater
was toen nog puur en het is
bovendien in de -loop van de
tijd door alle aardlagen gefil-
teerd. Het wordt gewonnen
op een diepte van 135 meter.
Aan het bronwater zijn
stoffen toegevoegd die de
huid helpen vocht vast te
houden, waardoor deze
mooi soepel blijft. Ook deze,
in het gebruik prettige lijn,
biedt een compleet verzor
gingspakket. De hele serie is
in het Rotterdamse Zieken
huis Dijkzigt getest op ge
voeligheid. Dermatoloog dr.
A. de Groot zegt dan ook dat
er zich bij gebruik van Sour
cy geen allergische hebben
voorgedaan.
Van de serie zijn twee uit
voeringen: voor een normale
tot droge huid en voor een
normale tot vette huid. Een
deel van de produkten is ge
schikt voor elk huidtype.
Het duurst is de verzorgings
crème voor elke huidtype
(75ml), die 14,95 kosten.
Voor de meeste produkten
blijft de prijs onder de tien
gulden. De plastic verpak
king van Sourcy is mooi
strak en licht en dat laatste is
met het oog op de vakantie
toch ook mooi meegeno
men.
'Bittertje'. Dat is de naam van de rubriek die u eens in de twee
weken op deze pagina zult aantreffen. In 'Bittertje' vindt u de
bitterzoete bespiegelingen van mevrouw Ina de Ruyter. Deze
64-jarige Leidse kijkt in haar stukjes niet alleen maar met on
genuanceerde weemoed terug op haar leven. Haar wapen
spreuk zou kunnen luiden: van teveel melancholie worden de
ogen troebel. De kritische distantie is in 'Bittertje'nog niet ver
zopen in de weemoed om de dingen die voorbij zijn. Deze co
lumniste behoort niet tot het soort mensen dat hoofdschud
dend dooddoeners debiteert over 'die jeugd van tegenwoor
dig'. 'Bittertje'geeft de lezer een wrang-humoristische kijk op
de dingen uit het verleden. Maar ook het heden gaat niet onge
straft aan haar scherpe pen voorbij. Kortom: actualiteit, maar
een actualiteit van een blijvend karakter. 'Bittertje' dus.
Reservaat
Ik zou eigenlijk wel in een re
servaat willen. Ergens op de
Veluwe. Of op een aanverwan
te plek elders in Nederland.
Samen met al die andere vrou
wen van mijn generatie die al
les moesten en niets mochten.
Die opgegroeid zijn in een tijd
dat voorlichting iets was voor
vreemde nieuwlichters en die
in hun tijd alleen te horen kre
gen waar 'de doekjes' lagen en
verder van niets wisten.
Maar deze vrouwen moes
ten wel als eerste generatie
moeders hun spruiten over al
les voorlichten. Vertellen van
de hoed en de rand, soms bij
het ontbijt, met het bord brinta
in de hand, uitleggen hoe de
kindertjes nu in de buik kwa-
Een paar jaar later moesten
we net doen alsof dat langha
rig, bekettingd, leren jacks dra
gend en stickies rokend stel
engerds, dat geheel onver
wacht uit ons aardig kroost was
gegroeid in de jaren zestig, ei
genlijk heleméól niet wezens
vreemd was, maar juist heel éi
gen. Als eerste generatie moe
ders moesten we dat vinden.
Laatst zag ik een filmpje terug
over pubers uit die jaren, sa
men met die inmiddels derti
gers geworden jongelui en slép
waren ze van 't lachen. Wat wij
niet mochten destijds, o nee,
begrijpend doen, dat moesten
Óok moesten we het als eer
sten gewoon vinden dat je je
puberzoon vrijend vond in
plaats van aan zijn huiswerk.
Vrije moraal en zo. Je slikte en
zei pardon.
Weer een paar jaar later
moesten we als eersten zo
jong blijven als onze dochter.
Zeiden de advertenties. Net
zo'n figuur hebben. Krampach
tig dus je middel insnoeren.
Terwijl onze moeders en groot
moeders in hun tijd rustig ou
der en molliger werden, moes
ten wij banen zoeken en trim
men. Geen corsetten en leun
stoelen met een aardige roman
in de middag voor ons, nee,
hop, eruit.
En dan de seks.
Vroeger speelde zich iets on
zegbaars af in het familiebed
en alles wat de vrouw toeliet
was al meegenomen. Maar
wat wij er ineens allemaal bij
moesten leren, dat was niet
mis. De meest moeilijke stand
jes waren pas leuk, zei de
NVSH. In die jaren zestig.
En daarna rustig oud wor
den? Een beetje freewheelen
na de drukke tijd van het ar
beidsintensieve huishouden?
Dat wij als laatste meegemaakt
hebben, met het wasbord, de
luierwas die gekookt moest
worden, de kolenkachel die ge
stookt moest worden, de over
hemden die gesteven en ge
streken moesten worden, de
lakens die moesten worden
gerekt? Konden we dat? Net
als onze moeders? Niks hoor,
we moesten wat gaan doen.
Toen wij jong waren, werd een
vrouw met bezigheden bui
tenshuis nagewezen, toen we
ouder werden ging het yinger-
tje juist in de richting van de
vrouwen die die bezigheden
niet hadden.
Maar we moesten wèi op
passen op de kinderen van on
ze dochters of schoondochters
als die gingen werken. Dat zul
len we ook wel als laatste ge
neratie doen, want de volgen
de werkt zelf.
Alleen wij mochten niets en
moesten alles.
Daarom wil ik in een reservaat.
Met z'n allen. Waar we dan be
zichtigd kunnen worden. Als
uitstervend soort.
INA DE RUYTER
Drieduizend
nieuwe vragen
Trival Pursuit, het wordt
door 400 miljoen mensen
over de hele wereld ge
speeld. Ook in Nederland is
het spel heel populair. Na
deel is dat als je het veel
speeltje op een gegeven mo
ment op dezelfde vragen
stuit. Daar is iets aangedaan.
Sinds kort is er een aanvul
lende set van 3000 vragen te
koop. Dat garandeert weer
maanden nieuw speelple-
zier. De set kost in de winkel
rond de 64 gulden.
Juliana was een lieve vorstin. Ik ben zeker
geen groot bewonderaar van het Huis van
Oranje, maar voor deze sympathieke dame
wil ik graag een lans breken. Temeer
omdat ze een tijdperk vertegenwoordigt
dat definitief is afgesloten. Zie ik Juliana
nu, dan denk ik aan die periode waarin er
door vrouwen nog schorten en pantoffels
werden gedragen, waarin de antimakassar
nog op de Liberty-stoel lag, aan de tijd van
pinda's pellen op de krant en muntjes voor
het gas. Botervlinders werden toen nog
geen 'croissants' genoemd. Beetje
benepen tijd misschien, maar dat heb je
nu pas in de gaten. Toen zat je er misschien
te dicht met je neus bovenop.
De koude oorlog komt mij voor de geest
als ik aan Juliana denk. Zij was een
houvast in de dreiging die van alle kanten
op ons af leek te komen. Als je haar ergens
zag, dan had je het gevoel: dat is een verre
tante van me. Die kan zo haar tasje
openknippen en er een papieren gulden
voor me uithalen. Die indruk werd
versterkt door de hoedjes die ze droeg.
Niet van die mondaine hoeden als haar
dochter nu draagt, o nee. De Haagse
modeontwerpers hadden wat dat betreft
een makkelijke prooi aan Juliana. Het
hoofd van de vorstin leek wel een
proeftuin voor de haute couture. Het was
soms gewoon gênant hoe ze haar hadden
toegetakeld. Arm mens, dacht ik vaak,
neem toch gewoon een plastic regenkapje.
Laat je niet zoveel geld aftroggelen. Voor
mij hoef je je grijze haar niet te verbergen.
Het gekke was, dat je die hoedjes van de
vorstin, als ze er eenmaal in het openbaar
mee was verschenen, vaak terugzag bij
minder adellijke dames. Op het terras van
het Gouden Hooft in Den Haag zaten er
dan ineens allemaal koninginnen aan de
cake. Juliana droeg van alles. Turbans,
pothoeden, je kon het zo gek niet
bedenken. Vaak had ze ook van die
hoedjes op die haar kapsel nauw
omsloten. Die hoofddeksels hadden nogal
eens het model van een herfstblad. Met
zo'n 'herfstblad' op staat ze op de foto die
ik ergens in een schoenendoos bewaar.
Mijn tante, die in het klooster zat en daar
als een soort Penelope voor de gehele
familie spreien haakte, mocht haar op een
of andere feestelijke gelegenheid eens een
hand geven. Knip, zei de fotograaf, en hij
legde het moment voor lange tijd vast. Ze
staan nogal ver van elkaar af, Juliana en
mijn tante, maar je ziet aan hun gezichten
dat ze best wel eens met elkaar hadden
willen praten over ditjes en datjes. Maar
dat verbood het protocol. Beide dames
beantwoorden aan het beeld van wat men
toen in de volksmond 'een keurige vrouw'
noemde. Mijn moeder bediende zich ook
van die term. Als ik wel eens commentaar
had op een van haar vriendinnen, zei ze
altijd: 'Ja, dat kun je nu wel zeggen, maar
het is toevallig wel een keurige vrouw'.
Keurig, ook zo'n woord uit die tijd. Het is
in onbruik geraakt en verruild voor
'truttig'.
Juliana was bij uitstek een vrouw vooi
deux-pièce, en dan het liefst eentje vai
gebreide stof. 'Jo, neem een vestje mei
naar Tirol, want de avonden zijn daar
koud' - dat type vrouw was zij, dat zo
de
treffend is beschreven door de dichter
Paul Leive.
Een vorstin hoort een zekere autoriteit,
een zekere macht, uit te stralen. Juliana
verdroeg de lintenknipperijen en aubades
voor het bordes met een glimlach die je
ook wel ziét bij mensen die hun pijn willen
verbloemen, daar de aandacht van willen
afleiden. Ze had iets hulpeloos. Uit haar
houding sprak de machteloosheid van een
vrouw" die het in haar eentje ook niet
allemaal kon beredderen, die staatszaken,
die grote familie van haar, waar steeds
meer kleinkinderen bij kwamen. 'Oma
kan het allemaal niet meer aan' - ze heeft
het nooit gezegd in het openbaar, maar ik
denk dat het af en toe op haar lippen heeft
gelegen. Dat hulpeloze in haar
verschijning - het was haar kracht.
Gek genoeg kon ze in bepaalde zaken ook
weer erg vasthoudend kon zijn. Zo heeft
zij er veel toe bijgedragen dat Joop den
Uyl, en met hem de socialisten, in het
zadel kon blijven. Joop was wat frivoler,
en veel cynischer natuurlijk, dan Juliana,
maar toch leken ze wel wat op elkaar. Ze
hadden iets lijdends, daarin school hun
heroïek.
Een vrouw die wacht op de tram, de skai-
leren boodschappentas stevig in haar
hand geklemd. Een vrouw die bij de
dokter in de wachtkamer zit en telkens
haar opkruipende rok over haar niet meer
zo jeugdige knieën trekt. Een vrouw van
de zangvereniging 'Ons genoegen'. In al
dit soort vrouwen zie ik Juliana terug.
Maar daarmee is zij zeker niet
onbetekenend. Integendeel. Het lijkt wel
alsof ze de persoonlijk van al die gewone
vrouwen in haar eigen persoonlijkheid
verenigt. Misschien heeft ze wel erg goed
en met veel liefde naar haar onderdanen
gekeken. Een vorstin die in de loop der
jaren steeds meer op haar volk is gaan
lijken - heet dat 'identificeren met' of is
hier misschien sprake van 'overgave'?
Ik heb hier wel de hele tijd in de verleden
tijd gesproken, maar gelukkig, Juliana
leeft nog. Gisteren werd zij tachtig jaar.
Niks van aantrekken, meid. Gewoon door
blijven leven. En ja, nu toch ook maar eens
ANGELA PINNEBERG
EINDREDACTIE
HENK HOUTMAN EN
HENRIËTTE v.d. HOEVEN