'Oma'regeert nog steeds met ijzeren hand m mmiasast Margareth Hilda Thatcher tien jaar aan de machtin Groot-Brittannië ZATERDAG 29 APRIL 1989 EXTRA PAGINA 35 Vroegere premiers als Churchill, Eden, MacMillan en zelfs Harold Wilson zouden nooit hebben durven dromen dat er op een dag een vrouw in de deur van de historische ambts woning zou verschijnen om de wachtende pers buiten opgewekt mee te delen: "Wij zijn grootmoeder geworden". Laat staan dat ze ge dacht zouden hebben dat deze oma hen in macht en invloed naar de kroon zou steken. door Haye Thomas De 63-jarige Margareth Thatcher regeert sinds mei 1979 over Groot-Brittannië. Ze heeft herhaaldelijk laten blijken dat er, als het aan haar ligt, nog gemakkelijk tien jaar bij kunnen. Zelfs wordt er in een ondeugende stemming al een vergelij king getrokken met de onverwoestbare liberaal William Gladstone, die nog re geerde toen hij dik in de tachtig was. Als Thatcher zijn voorbeeld zou kunnen na volgen, liggen er nog 19 jaar onder haar leiderschap in het verschiet. Zo ver durft en wil ook iemand voor uitkijken. Vast staat wel dat de premier er zelf voorlopig niet aan denkt om op te stappen. Al hoeft ze bij wijze van spreken maar te kikken, om het als gravin of ba rones kalmer aan te kunnen doen in de bezadigder omgeving van het Hoger huis. Mevrouw Thatcher heeft duidelijk te kennen gegeven Groot-Brittannië ook in de jaren '90 te willen leiden. Opvolger Het is namelijk haar heilige overtuiging dat niemand haar op dit moment kan op volgen. Nog vers in het geheugen ligt haar vernietigende opmerking die meni ge ambitieuze conservatief uit het eerste gelid van de partij door de ziel moet heb ben gesneden: "Er zal wel eens een tijd komen dat er iemand is die het beter kan dan ik. Daar zal ik-zeker naar blijven uit kijken. Maar ik verwacht zelf nog een vierde ambtstermijn te zullen volma ken". Zo'n opmerking is typerend voor me vrouw Thatcher, over wie onlangs weer tal van publikaties zijn verschenen die licht werpen op de aard en het karakter van de eenvoudige kruideniersdochter uit het noordelijke stadje Grantham in Lincolnshire. Zo blijkt dat ze haar vader, Alfred Roberts, rechtlijnig en zeer auto ritair en zelfverzekerd, altijd intens heeft bewonderd. Over haar moeder Beatrice zwijgt ze bijna demonstratief. We weten dat ze het met echtgenoot Dennis goed kan vinden en dat ze een prettig contact heeft met haar zoon en dochter (twee ling). Het woongedeelte van de ambtswo ning heeft ze zó huiselijk mogelijk ge maakt, maar toch wordt haar bestaan voornamelijk beheerét door niet aflaten de plichtsbetrachting. Margaret That cher vult haar tijd met werk. Ze doet vrij wel constant huiswerk aan de hand van dikke rapporten en stapels paperassen. Ze heeft ook voortdurend adviseurs over de vloer in Downing Street, die haar zo duidelijk en beknopt mogelijk de meest ingewikkelde problemen uitleggen. Ze staat bekend als een 'workalcoholic' met een fotografisch geheugen, aan wie de oudere wederhelft Dennis zich keurig heeft aangepast. Tien jaar lang heeft Dennis Thatcher kans gezien bescheiden op de achter grond te blijven. Hij gaat zijn eigen weg, tenzij hij voor plechtigheden aan de zijde van zijn vrouw is gewenst. Voor de rest weet de buitenwereld alleen dat hij veel golf speelt. Vaak eenzaam en alleen, al wil zijn vrouw 's morgens nog wel eens een eitje voor hem bakken. In deze achtergrondpositie heeft Den nis Thatcher groot respect afgedwongen. En het gerucht doet de ronde dat nu ook de premier zelf de tijd gekomen acht voor een passende beloning in de vorm van een titel. Ze zou haar voelhorens al hebben uitgestoken wie daarvoor in con servatieve kringen het best het initiatief zou kunnen nemen. Maar veel meer weet de buitenwereld niet van Margaret Hilda Thatcher. Beschrijvingen van haar kinderjaren en studietijd in Oxford (chemie en rech ten) blijven onveranderd beperkt tot 'cli chématige details over de eenvoudige maar doelgerichte opvoeding, over de plaatselijke methodistenkerk en de zon dagschool en haar beperkte intellectuele capaciteiten. De enorme wilskracht, het opmerkelijke doorzittingsvermogen, haar keiharde en desnoods meedogenlo ze opstellingen, vragen om meer uitleg en achtergrond. Maar die zijn er nog steeds niet gekomen. Mythe Margaret Thatcher zelf vindt dat best. Mythevorming kan zij goed gebruiken bij de verkoop van haar politiek, die zij gedurende haar bewind tot een cultus heeft verheven. Ze begon mei de kostba re maar succesvolle adviezen van het vermaarde reclamebureau Saatchi and Saatchi. Inmiddels maakt zij veel meer gebruik van persoonlijke adviseurs en ze weet nu trouwens ook zelf heel goed hoe het moet. In de loop der jaren heeft zij geleerd hoe zij haar stem v<^or radio en televisie moet laten dalen, welke kapsels ze het beste kan dragen en vooral welke make up. Haar kleding wordt met grote preci sie uitgekozen. En zeker in haar derde ambtstermijn maakt premier Margaret Thatcher altijd een uiterst verzorgde in druk. Het is een belangrijk facet van haar uitstraling, waaraan zij zulke grote waar de hecht. Dat laatste geldt ook voor haar grote hang naar autoriteit, die zij desnoods te vuur en te zwaard zal verdedigen. Wat dat betreft is zij onverbiddelijk. Niét voor niets zijn sinds haar eerste verkie zing in 1979 zesentwintig ministers uit De dame is niet zo dol op feestjes. Zelf zou Margaret Thatcher er het liefst zo min mogelijk aandacht aan besteden. Tien jaar op nummer 10 Downing Street en ononderbroken aan de macht in Groot-Brittannië is echter een mijlpaal die alle aanleiding geeft tot bewondering, respect, kritiek en verbazing. r Margaret Thatcher met echtgenoot Dennis: "Er zal wel eens een tijd komen dat er iemand is die het beter kan dan ik. Daar blijf ik naar uitkijken". haar kabinet voortijdig vertrokken. Sommigen van hen zijn in hun eigen zwaarden gevallen; anderen werden door haar buiten de deur gewerkt in Hamlet-achtige situaties, vol intriges en verraad. Van haar oorspronkelijke kabinet in 1979 zijn alleen nog sir Geoffrey Howe (buitenlandse zaken), George Younger (defensie) en Peter Walker (Wales) over. Onveranderd geldt voor haar: "Wie valt, doet niet meer mee" en "wie niet met mij is, is tegen mij". Falklands Vooral in tijden van crises is dat duide lijk gebleken. Zo heeft de vooraanstaan de conservatief Francis^ Pymm zwaar moeten boeten voor zijn afkeer van de bloedige en kostbare oorlog met Argenti nië om de Falklands in 1982. Hij had zon der meer afgedaan voor Margaret That cher, die met haar principeoorlog om een paar schapeneilanden iets had gedaan waarover geen van haar voorgangers zelfs maar zou hebben gepiekerd. De grote menselijke offers brachten na de oorlog een golf van nationale sentimen ten teweeg, die alle kritiek op haar beleid wegspoelde. "Maggie rules OK" stond er op duizenden spandoeken. En niet de koningin, maar Margaret Thatcher nam in oktober na hun terugkeer uit de Falk lands het défilé van de troepen af. Misschien dat zij het in al die jaren het moeilijkst heeft gehad tijdens de ge ruchtmakende Westland-helikopteraf- faire, waarin de oppositie haar het vuur aan de schenen legde. Het kabinet moest zich toen ontdoen van de toenmalige mi nister van defensie, en tevens de mogelij ke kandidaat voor het toekomstige lei derschap van de conservatieve partij: Michael Hesseltine. Het spel werd ge speeld volgens de beproefde methode van strikt vertrouwelijke brieven die op- eens uitlekten, met als gevolg pijnlijke en onhoudbare situaties voor de betrok kenen. De Westland-affaire is nooit tot op de bodem uitgezocht. Daarvoor wordt op 10 Downing Street wel gezorgd. Maar in middels heeft één van de in die zaak ge vallen ministers, Leon Brittan, die nu deel uitmaakt van de Europese Commis sie, duidelijk gezegd wie destijds op dracht gaven om de vertrouwelijk brie ven te laten uitlekken: de persoonlijke secretaris en de perschef van de premier. Geliefd Ze krijgt veel bewondering en respect, maar is zij ook geliefd? Dat is een vraag die meestal negatief wordt beantwoord. Margaret Thatcher is gewoon geen popu lair type, heet het dan. Maar het lijkt meer alsof men zich geen raad weet met deze vraag. Bij rampen en ellende is Mar garet Thatcher altijd als eerste ter plaatse om zelf te kijken en te troosten. Opval lend is hoe goed zij op zulke ogenblikken haar woorden weet te kiezen. En zeker is, dat ondanks het betuttelende toontje en de scherpe articulatie van het geculti veerde accent, deze reacties diepe in druk maken. Dat geldt ook voor de resultaten van haar bewind. Wie jarenlang niet in Groot- brittannië is geweest, komt met name in de hoofdstad Londen onder de indruk van de enorme veranderingen die onder haar regiem hebben plaatsgevonden. Al leen al visueel: wanneer men kijkt naar de nieuwe skyline langs de Theems, de nieuwbouw in de City en de fantastische projecten in het oostelijk havengebied, waar een nieuw soort Manhattan oprijst uit de Docklands. Een gigantisch woon- en werkgebied volgens de allernieuwste Sinds de dagen van Wilson, Heath en Calaghan is er veel meer welvaart geko men. Enerzijds door de gouden invloed van de Noordzee-olie maar ook door de strategie die de Margaret Thatcher zo na drukkelijk heeft uitgestippeld met haar eerste adviseur en trouwe toeverlaat: Sir Keith Joseph. Voorop stonden vermindering van de overheidsuitgaven, het terugdringen van de inflatie en het meer ruimte geven aan het bedrijfsleven. De rentevoet ging fors omhoog. Aardig voor de mensen die het geld hadden en konden uitlenen, zwaar voor hen die het geld niet hadden en dus moesten lenen. De gevolgen waren min der investeringen, steeds minder werk en ook steeds meer werklozen. Onder de bedrijven werd een ware slachting aan gericht, maar .premier Thatcher hield stug vol dat dit aan de wereldrecessie lag en dat Groot-Brittannië gezien de om standigheden toch op de juiste weg was. In bepaalde opzichten heeft zij daar ze ker gelijk in gekregen. De inflatie wérd teruggedrongen. Ze heeft meer geld aan het rollen gebracht. En langzaam maar zeker is de Britse economie uit het slop gekomen. Sinds 1981 met een produktie- groei van zes procent. Die ontstond on der meer door intensieve toepassing van nieuwe automatiseringstechnieken, die op zich weinig banen scheppen. Vakbonden De niet aflatende miljoenen werkloos heid ondermijnde wel de macht van de vakbonden. De ooit zo machtige bonden van mijnwerkers en typografen hebben onder directe confrontaties met de rege- ring-Thatcher zwaar geleden. De bonden hebben de rug van hun gezag en invloed gebroken op de toepassing van nieuwe wetsbepalingen, waarmee de regering- Thatcher en de werkgevers stakingen door de rechter onwettig konden laten verklaren. Met als gevolg in beslagname van geld en bezittingen bij de bonden. Privatisering van overheidsbedrijven, belastingenverlagingen tegenover ver mindering van de overheidsuitgaven, vrije kredieten en voor de gewone man de kans om tegen redelijke prijzen van de gemeente gehuurde woningen te ko pen en zelf op te knappen. Allemaal hoekstenen van wat de conservatieven beschouwen als het grote succes van Margaret Thatcher. En zij wijzen daarbij vooral op de één miljoen nieuwe kleinere bedrijven die er gedurende haar bewind zijn bijgekomen. En op de nu tot twee miljoen gedaalde werkloosheidscijfers. Ze hebben het liever niet over het feit dat er veel te veel mensen zijn met te ho ge schulden, dat het sparen in een diep dal is geraakt en dat de invoer de export ver overtreft. Ze zwijgen ook over het element dat de specialisten zien als de achilleshiel van het Thatcher-bewind: het verzuim om met de olie-inkomsten voldoende te investeren in de eigen in dustriële structuur, zoals bijvoorbeeld Noorwegen en sommige Opec-landen wél hebben gedaan. Nog steeds geldt in Groot-Briftanië: te weinig goede trai ning, te weinig vakmensen. En nog steeds is er die hoge rentevoet, waardoor industriëlen veel duurder moeten lenen dan hun concurrenten in Westduitsland en Japan. Kritisch Lange tijd gold: waar we heen gaan, Mar garet zal wel zien. Halverwege haar der de ambtstermijn wil lang niet iedereen haar nog willoos volgen. De oppositie, onder leiding van Neil Kinnock, is vast van plan het tienjarig jubileum van Mar gareth Thatcher te verstoren. Elk lid van het schaduwkabinet van de Labourlei- der heeft de strikte opdracht gekregen om de komende weken de resultaten van tien jaar Thatcherisme kritisch door te nemen en vervolgens aan de kaak te stel len. Daarbij zal zeker het steeds grotere verschil tussen rijk en arm worden aan gestipt en de diepe welvaartskloof tus sen het noorden en het zuidoosten, Lon den en omgeving in het bijzonder. De cri tici zullen uitvoerig stil staan bij de zoge naamde onderklasse: tien miljoen Brit ten oftewel 20 procent van de bevolking, die met hun inkomsten onder de officiële armoedegrens verkeren. Mensen die zijn aangewezen op extra uitkeringen van so ciale zaken, waar momenteel grondig wordt gereorganiseerd. Met als gevolg dat, volgens Labour, de allerarmsten het straks nog slechter krijgen. Maar aan de vooravond van haar jubileum trekt Mar garet Hilda Thatcher zich weinig van de ze geluiden aan. Zij gaat onverstoord ver der, op haar volstrekt eigen wijze. -.DINGEN VAN DE WEEK Leveren aannemers in de bouw hun werk tegenwoordig nog wel eens metéén goed af? Het zal wel, maar in de meeste geval len is er wel iets of zeer veel aan de knik ker. Wie bijvoorbeeld mensen spreekt die ooit een nieuw huis hebben betrokken, krijgt zelden een fleurig verhaal te horen. Meestal gaat het om slordig- en onver schilligheden. Met een beetje meer aan dacht en een tikje meer en beter toezicht zouden allerlei dingen gemakkelijk kun nen worden verholpen. Maar aannemers- /bouwers zien daar gewoon geen kans toe. Het is elke keer weer raak. Het zal wel in de tijdgeest zitten. Soms gaan de zaken niet een beetje, maarfalikant mis en Leiden kan daar zo langzamerhand een onaardig boekje over opendoen. Wie herinnert zich niet de treurige toestanden met de bouw aan de Oranjegracht/Zijlsingel? Zelfs de repa raties deugden van geen kant. En nu moet dan weer de kleinigheid van ander half miljoen worden uitgetrokken om het tochtende en lekkende Stadsbouwhuis (hoe kort staat dat er nog maar!) bewoon baar te houden. Het is onthutsend. Maar er echt van opkijken doen we al niet meer. Dat is misschien nog het meest ont hutsende. Wethouder Tesselaar heeft deze week in de gemeenteraad uitgeroepen dat er "een streep moet worden gezet onder de peri kelen van het Stadsbouwhuis" en dat er "lessen voor de toekomst uit moeten wor den getrokken". Jaja, mooi en stoer Tesse- laariadns gezegd, maar wat zijn die les sen dan eigenlijk? Laten we nu toch cy nisch de waarheid onder ogen zien: de enige les die er te trekken valt is dat de mogelijkheid van herhaling bij een an der bouwwerk verre van denkbeeldig is. Tesselaar weet dat heel goed, want zelf concludeerde hij dat het altijd fout gaat in de aannemerij. "Het ligt nooit aan de bouwvakkers, nooit aan de bedrijfslei- eenzelvig met overstromingen, veer bootrampen, orkanen en meer narigheid die gepaard gaat met woeste of overtolli ge watermassa's. Dat daar ook 'een droogteramp' zou kunnen voorkomen kwam me altijd net zo onbestaanbaar voor als een sneeuwlawine in de Sahara. Met enige verbazing las ik dan ook in het begin van de week het bericht dat er in Bangladesh al twee maanden werd ge snakt naar regen om de rijstoogst in gro te delen van het land te redden. President Ershad gebood de bevolking zelfs woensdag gezamenlijk te bidden om regen. Die aanpak van het probleem leek me net zo effectief als wanneer hij het parlement had opgedragen een motie van wantrouwen in te dienen tegen de weermakers. De Bengalen gaven overi gens tnassaal gehoor aan de oproep. En ziet, na de massale bidstond barstten tro pische stormen en regenbuien los. Alsof inderdaad een almachtige regelaar na de smeekbede om water de sluizen wa genwijd had opengezet. Het Bengalese volk kreeg z'n gewenste regen, maar bijna vanzelfsprekend in een ongebruikelijk grote portie.Het draaide weer gelijk uit op een tornado met vele doden en gewonden. Arm Bangladesh. Een 'beschaafde' regenbui was toch wel een keer op z'n plaats ge weest. Maar helaas lijkt het land het pa tent te hebben op rampspoed en ellende. Treurig, maar waar. BERTPAAUW Bengalen in gebed om regen. Het werd te goed verhoord. ders en nooit aan de opzichters. Wie het dan welzijn, ik weet het niet. Maar het is een groep mensen die elkaar later in de hel, zo die er is, zeker zal tegenkomen". Tesselaar komt dus oqit te weten wie het zijn, want dat ook maar één politicus de is, zal bereiken, dat wil er RUUD PAAUW hemel, zo die e bij mij niet in REGEN Bangladesh is een land dat ik altijd i Deze week zag ik op de tv een paar flitsen over een manifestatie in Madurodam, u weet wel, die Haagse attractie waar in het restaurant zelfs 'de kroketjes aan de kleine kant' zijn. In al haar glorie liep daar onze landsvrouwe. Haar grootheid kwam tegen de achtergrond van al die miniatuurgebouwtjes nu pas goed tot zijn recht. Het filmpje deed me denken aan die ene keer dat ik met mijn vader in Madurodam was. Hij gaf me een klinken de oorvijg toen ik de hak van mijn schoen boven het Binnenhof liet zweven. Had ik toen maar doorgezet. Dan was het mis schien nooit zover gekomen met de poli tiek als nu. Het is toch te grijs voor woorden. Die lieden daar zijn niet weg te branden. Zit er soms bisonkit aan die zetels? Neem nu zo'n Ruding. Ha, dacht ik, eindelijk eens een ferm standpunt van de penningmees ter van de Vereniging List Bedrog. Als Lubbers en zijn kornuiten niet verder zouden bezuinigen, zo kondigde de be windsman aan, zou hij opstappen. Voor het eerst voelde ik enige sympathie voor Ruud Lubbers. Natuurlijk werd zijn no bele standpunt om niet verder te bezuini gen hem ingegeven door de gedachte aan de komende verkiezingen, maar toch. Maar wat er gebeurt! Ruding krijgt zijn zin niet. Het kabinet wil zijn bezuini gingswoede niet delen. Het overschrijdt Rudings 'begroting' met ongeveer een miljard. En wat doet de heer Ruding. Hij blijft zitten, alsof er niets is gebeurd. Ach, denkt hij, ik heb nu tenminste wél laten zien dat ik straks, als er geen tweede rege ringsperiode in zit, als commissaris goed op de centjes van het bedrijfsleven kan passen. En hij houdt even later voor een CDA-congres een vlammend pleidooi voor -juist, ja - bezuinigingen. Conclusie: de mening van Ruding heeft even veel ge wicht als een kerstbal, zijn praatjes zijn net go loos. Wij noemen dat in de volks mond: opportunisme, of, zoals de wind waait, waait mijn jasje Ik moest ineens weer denken aan Ma durodam. Zouden daar, in die kleine ma quette van het Binnenhof, ook allemaal miniatuurpolitici zitten, gemaakt van dubbelgebakken klei? Zo ja, moest ik dan niet eens terug naar dat oord waar gewo ne mensen als wij bovenuit torenen als goden. En dan niet met kinderschoenen aan, maar met een paar kistjes maat 46? CEES VAN HOORE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 35