'Het werd echt te gek'
Tussen kunst en gestoordheid
De Cock in theatervorm de moeite waard
Doorzichtig (piano)spel met vier handen
Hans Vonk maakte tijdens ziekbed balans op
ZATERDAG 22 APRIL 1989
KUNST
PAGINA 37
Wedstrijd jonge
toneelschrijvers
AMSTERDAM - Voor de vierde
maal organiseert de Educatieve
Dienst van Toneelgroep Amster
dam een toneelschrijfwedstrijd
voor jongeren tussen 15 en 25 jaar.
Het toneelstuk mag maximaal 30
minuten duren en er mogen niet
meer dan vier personages in het
stuk voorkomen. De scripts moeten
getypt en vóór 1 oktober in drie
voud ingeleverd worden bij Toneel
groep Amsterdam, Marnixstraat
427, 1017 PK Amsterdam.
Er zijn twee jury's samengesteld.
Een ervan bestaat uit jongeren. In
deze jongerenjury zitten de win
naars van vorige wedstrijden. Daar
naast is er een jury bestaande uit
volwassenen die beroepsmatig met
toneel en schrijven van toneel te
maken hebben.
Van de inzenders kiest de jury er
maximaal 10 die uitgenodigd wor
den om onder begeleiding van een
professioneel schrijver hun stuk
ken te corrigeren. Als hieruit een
speelbaar stuk komt, zal het worden
opgevoerd door Toneelgroep Am
sterdam.
'De Cock en de moord in seance' naar de ro
man van A. C. Baander door de Timdeler-
club. Bewerking: John Bakkenhoven. Re
gie: Riet Krispi|n-de Wolf. Gezien op 21 april
in de Leidse Schouwburg.
LEIDEN Scène één: zwarte
Sophie ligt vermoord op de grond
in de kamer van Jennifer Jordan.
Scène twee: we gaan terug in de
tijd. en zien de gebeurtenissen die
direct aan haar dood voorafgin
gen. Scène drie en volgende: re
chercheur De Cock en zijn assis
tent Vledder proberen deze
moordzaak op te lossen. De Tim-
delerclub speelde een toneelbe
werking van één van de De Cock-
romans van de populaire mis
daadauteur A. C. Baantjer. John
Bakkenhoven schreef het script
en beperkte het aantal plaatsen
van handeling tot twee lokaties:
de woonkamer van het spiritis
tisch medium, Jennifer Jordan en
Die aanpassing van het boek
aan de eisen van het theater is al
leszins redelijk gelukt. Toch zijn
er scènes te noemen die in de to
neelbewerking noodgedwongen
wat gekunstelder aandoen. De
ontmoeting van De Cock met
kunstschilder/schilderijenverval-
ser Peter Karstens bijvoorbeeld is
voor de ontknoping belangrijk
maar komt op toneel geforceerd
over, bovendien mikt de Timde-
lerclub hier en ook elders op 'ty
petjes-maken'. waarbij de Kar-
stens-vertolker ook nog eens een
slecht zittende baard heeft aange
meten gekregen, 't Is niet onover
komelijk, maar deze toneelgroep
heeft nu juist doorgaans zo veel
oog voor details. Gelukkig laat
ook deze voorstelling daarvan
weer enkele voorbeelden zien.
Als je het boek kent, weetje waar
je bij het koffie-inschenken in de
tweede scène op moet letten. Er is
goed voor gezorgd, dat op dat mo
ment van het plot nog niets wordt
weggegeven.
Hoe je het ook wendt of keert.
De Cock is niet zo maar en recher
cheur. Het is aan Timdelerclub-
veteraan Nico van Leeuwen wel
toevertrouwd om aan dit wat
aparte personage een eigen ge
zicht mee te geven. Assistent
Vledder (Ernst Jan van Heijnin-
gen) is in de toneelbewerking
minder geprononceerd als de
aangever van De Cock aanwezig.
De voorstelling (in een efficièn-
te enscenering) kent relatief wei
nig handeling, en moet het der
halve vooral van de tekstbehan
deling hebben die tot meehelpen
oplossen uitnodigt. Dat kan men
goed aan, zodat dit De Cock-ver-
haal in theatervorm al met al de
moeite waard was.
WIJNAND ZEILSTRA
Recital door Wyneke Jordans en Leo van
Doeselaar, piano; met werken van Mozart,
Schubert en Brahms. Gehoord op 21 april in
de Kapelzaal van KSO.
LEIDEN - Sommige pianolief
hebbers doet het begrip vierhan
dige pianomuziek denken aan
pianolessen waarin de leraar zich
in dreunende baspartijen uitleeft
en de leerling in de bovenste re
gionen een simpel wijsje in octa
ven meepingelt. In werkelijkheid
bestaat er veel volwaardige mu
ziek voor piano a quatre mains,
ook al in de tijd van Mozart, die
toen slechts de beschikking had
over een klavier van vijf octaven
omvang waarop alles moest ge
beuren. Dat hiermee ook al heel
wat mogelijk is, demonstreerden
Leo van Doeselaar en Wyneke
Jordans in een doorzichtige ver
tolking van diens sonate in C, KV
521. Als echtpaar werken ze al ve
le jaren ook achter het toetsen
bord samen, waarbij Leo met zijn
driftige hoofdgebaren de gang
maker is Door de jaren heeft heeft
zich een hecht ensemblespel ont
wikkeld. wat te horen was in drie
van de Hongaarse dansen van
Brahms perfect gelijk in de vele
tempowisselingen. Ook over het
pedaalgebruik en het (zelf) blaad
jes omslaan waren duidelijke af
spraken gemaakt, te oordelen
naar de soepele gang van zaken.
Ondanks het geweld van vier
handen op éen vleugel was van
een te massieve klank op deze
avond geen sprake. Bij Mozart
ging een exacte frasering gepaard
met een zangerige toon, bij Schu
bert en Brahms waren er door de
stijl van de muziek weer wat meer
pedaal en dynamische verschil
len met behoud van de helder
heid.In de werken van Brahms
was de speelvreugde en de afwis
seling in de Hongaarse dansen
wat meer dan in een selectie van
acht "Neue Liebesliederwalzer",
die ook in een versie met ge
mengd koor bestaan.
Een indrukwekkend slot vorm
de de beroemde fantasie in f op.
103 (D 941) van Schubert. De ver
schillende episodes klonken
beurtelings ernstig, speels, dra
matisch en poètisch. Het publiek
wist het een en ander te waarde
ren en zeker de bewonderaar die
het duo aanmoedigde met uitroe
pen als "bravo", "heerlijk" en
"goddelijk"!
FRANK DEN HERDER.
AMSTERDAM - Hans
Vonk dirigeert zaterdag 29
april - sedert seizoen 1980/31
chefdirigent van het Resi
dentie-Orkest en nu voor het
vierde seizoen in dezelfde
functie werkzaam bij de
Staatskapelle Dresden - het
Radio Filharmonisch Orkest
in onder meer een uitvoe
ring van Schönbergs zelden
gehoorde-oratorium 'Die Ja-
kobsleiter'. Het is dan de eer
ste keer dat hij sedert zijn
ziekte, het syndroom van
Guillain en Barré. de diri-
geerstaf opneemt.
De artsen die Vonk in het Amster
damse VU-ziekenhuis behandel
den, hebben het bij het rechte eind
gehad: Vonk is volledig van deze
kwaal, die hem tijdelijk tot het
hoofd verlamde, genezen en be
schikt zowel fysiek als mentaal
weer over al zijn capaciteiten. Hoe
wel hij niet al te diep op het ziekte
verloop ingaat, wil Vonk wel kwijt
dat het oplopen van dit syndroom
niets te maken had met zijn tot op
dat ogenblik te overbelaste bestaan.
"Nee", begint Vonk, "die interpre
tatie hebben m'n artsen me ten
strengste verboden. Iedereen heeft,
na een zware griep waarbij het af
weersysteem een geduchte deuk
oploopt, een potentieel risico om
deze aandoening te krijgen. Jong en
oud, werkloos of niet. Dat maakt
geen verschil. Het kan plotseling
toeslaan. Kortom, voor mij was het
gewoon 'bad luck'. Punt uit. Maar ik
ben in de VU fantastisch opgevan
gen en dat heeft natuurlijk het gene
zingsproces sterk bevorderd.
Meteen werd mij gezegd, dat het
voor 100 procent goed zou komen,
ook al zou het even duren".
Keuzes
- Hoe lang heeft het uiteindelijk ge
duurd?
",Ik heb tien weken in het zieken
huis gelegen, waarvan vijf op de in
tensive care. dus aan de beade
mingsapparatuur en alle ellende die
daar nu eenmaal bijhoort. Daarna
acht weken thuis revalideren. Sa
menvattend: ik ben na vier-en-een
halve maand weer begonnen te wer
ken, maar je kunt er voor hetzelfde
geld ook twee jaar over doen".
door
Maarten Brandt
De afgelopen, periode heeft hij ge
bruikt om de balans op te maken.
„Het werd gewoon te gek. Ik was
vorig jaar ongeveer zeven maanden
met de Staatskapelle van Dresden
in de weer. Niet alleen om te dirige
ren, maar ook om platen te maken.
Daarbij kwamen nog drie reusachti
ge tournees door de Verenigde Sta
ten, West-Europa en de Sovjet-Unie
en m'n activiteiten in Holland. Op
zichzelf natuurlijk allemaal fantas
tisch, maar ook buitengewoon slo
pend. Let wel, ik heb het niet over
het werk zelf. Dat vind ik heerlijk."
"Door mijn ziekte heb ik de nood
zaak ingezien om voortaan keuzes
te maken, terwijl ik daarvoor dacht
dat het niet opkon. Dat kiezen is een
moeilijk proces. Het is iets wat je
moet leren. Kijk, als een groot or
kestje uitnodigt voor een program
ma dat je goed beheerst, is het heel
moeilijk om te zeggen 'nee, dank U
wel'. Dat heb ik tegen het New York
Philharmonisch Orkest, dat me een
week of wat geleden inviteerde toch
gedaan en dat is dan een eerste stap
in de goede richting. Ik hoop ooit
met de New Yorkers te kunnen wer
ken. Het is immers een fantastisch
orkest. Aan de andere kant ben ik
mij er nu van bewust geworden, dat
gezond-zijn boven alles gaat".
Constante
- U gaat zich dus meer op het Resi
dentie-Orkest toeleggen
"Ik vind het een heel vleiende
conclusie, dat men na negen jaar
vind dat ik er niet genoeg ben. Laat
ik er maar meteen bijzeggen, dat ik
het Residentie-Orkest onvoorwaar
delijk reken tot de beste tien orkes
ten van Europa en ik bedoel dit al
lerminst chauvinistisch. Als het
moet, kan ik dat bewijzen. Alleen,
het moet dan wel meezitten. De om
standigheden moeten optimaal zijn.
Dan kunnen ze goed spelen en met
goed bedoel ik dan uitmuntend."
"Ik geef één voorbeeld ter illu
stratie. In 1985 hebben we de 2de
symfonie van Mahler in Wenen ge
bracht. Uitgerekend in een week
einde, waarin Boulez met het Lon-
dens Filharmonisch Orkest in We
nen concerteerde, Bernstein de
Wiener Philharmoniker leidde en er
ook nog een befaamd internationaal
jeugdorkest speelde. Wij komen
dan met die Mahler-symfonie en
wat zie je? Welnu, dat we in drie ver
schillende kranten de beste kritie
ken krijgen. Op zo n moment vind
ik de critici weer buitengewoon aar
dig. We hadden voor die Weense uit
voering net een plaat van het stuk
gemaakt en ons in verband daarmee
tien dagen intensief met de noten
beziggehouden. Het resultaat is
dan, dat iedereen boven de materie
staat en in een volmaakt ontspan
nen sfeer het beste van zichzelf kan
geven. In zo'n situatie is het RO ab
soluut een toporkest en ik wil in de
komende jaren naar beste vermo
gen proberen om de omstandighe
den zo te maken, dat die topkwali
teit een constante wordt".
Exceptioneel
Een ander orkest met grote kwali
teiten waarmee Vonk nauwe ban
den onderhoudt is de Staatskapelle
van Dresden. In september "88 gaf
Vonk met dit orkest in het ekka
van de Bruckner-traditie - het Con
certgebouw te Amsterdam - een
spraakmakende vertolking van
Bruckners Achtste, waaraan Vonk
met plezier terugdenkt. Hij zal zich
overigens met dit orkest noodge
dwongen in de toekomst wat min
der bemoeien.
"Natuurlijk, de Staatskapelle is
met de stijl en de klankcultuur van
Bruckners muziek bijzonder ver
trouwd. Maar U moet overigens niet
vergeten dat men de Achtste het
laatst heeft gespeeld aan het eind
van de jaren zeventig, toen Jochum
het werk voor EMI opnam. Intussen
is er alweer veel veranderd en zijn er
Hans Vonk: 'Ik reken het Residentie-Orkest tot de beste tien orkesten van Europa'.
leden in het orkest
gekomen, die het stuk niet kennen.
En dat is een voordeel om je eigen
interpretatie te maken. Voordat we
in Amsterdam speelden, hadden we
dit programma in het Leipziger Ge-
wandhaus gedaan. Dat was een
fraai concert, maar er mankeerden
nog een paar puntjes op de i. Op de
ochtend van het concert in Amster
dam hebben we nog een zaalrepeti
tie gehad en op de bewuste avond
zelf zat alles mee. Ik heb het publiek
zelden zo geconcentreerd horen
luisteren. Ook gedurende de pauzes
tussen de delen was er geen enkel
gerochel of gehoest. Zoiets is voor
Nederland exceptioneel".
- Wat opviel bij uw benadering
van het stuk, waren de tamelijk vlot
te tempi waar u van uitging. Dat
was opvallendomdat het vandaag
de dag nogal in de mode is om
Bruckner en Mahler extreem lang
zaam te spelen.
"Ik permitteer me de luxe om niet
aan modeverschijnselen vast te
houden! Volgens mij heeft het er
mee te maken, dat je alle rusten
goed uittelt. Die pauzes moetje niet
zien als lege plekken, maar als plaat
sen die een brugfunctie vervullen
binnen het spanningsverloop. Ver
der acht ik het van wezensbelang
om het ritme zo scherp mogelijk te
articuleren. Alleen dan staat het
thema van de eerste violen tijdens
het begin van het adagio als een
huis. Ik weet dat veel van mijn col
lega's er een gewoonte van maken
om dit stuk in achten uit te slaan,
terwijl de muziek in vieren geno
teerd staat. Als je het eerste doet,
loop je in mijn opvatting een be
hoorlijke kans dat de muziek gaat
verbrokkelen. Het teveel onderver
delen maakt dat de luisteraar zijn
greep op het geheel verliest en niet
meer weet waar een melodie begint
of eindigt."
'Come back'
- U heeft vroeger herhaaldelijk voor
het Concertgebouworkest gestaan.
Vreemd genoeg bent U niet in aan
merking gekomen om Bernard Hai-
tink op te volgen.
"In mei/juni '82 heb ik twee ge
sprekken gevoerd met Van Royen
en Haitink. Ze lieten beiden, zij het
Haitink sterker dan Van Royen, we
ten mij als de kandidaat-opvolger te
zien. In die tijd, maar dat wist nie
mand toen nog, zou Haitink weg
gaan. Van Royen zei dat het orkest
ontzettend graag met me wilde wer
ken. Hij stelde daarom voor dat ik
tot '86 jaarlijks een aantal weken
voor het orkest zou staan, zodat we
wederzijds wat aan elkaar konden
ruiken. Dat ruiken is kennelijk van
hun kant niet goed bevallen, want
op een gegeven moment - en begrijp
me goed, ik heb het hier niet over de
kwaliteit - komt er een andere diri
gent anderhalve week voor het or
kest en die wordt dan meteen ge
noemd. Dus ik ben over- en hij un-
dergescreened."
U vindt dat dus een impulsieve
benoeming.
"Ik kan dat inderdaad niet anders
interpreteren. Natuurlijk, als je
maar lang genoeg met onverschillig
welke dirigent dan ook werkt, leer
je uiteraard ook diens fouten en
zwakheden kennen. Het verhaal
van de hond en de stok gaat ook hier
op. Maar, van enige bitterheid van
mij'n kant is nu geen sprake meer,
ook al wil ik er geen geheim van ma
ken, dat ik het moment van de pers
conferentie van Riccardo Chailly
wat ongelukkig getimed vond, om
dat ik op datzelfde ogenblik in de
Grote zaal aan het repeteren was.
Hoe het ook zij, we zijn nu alweer
vier jaar verder en ik heb inmiddels
zoveel gedaan. Leuk is wel, dat ik de
komende maand mei bij het Con
certgebouworkest enkele concer
ten van Tennstedt overneem met de
9de Schubert. Voor de pauze spelen
we Von Webers ouverture Oberon
en het 1ste pianoconcert van Men
delssohn. Ik verheug me enorm op
deze 'come back'.
Toestemming
Volgend jaar dirigeert U bij Het Gel
ders Orkest en met medewerking
van het London Chamber Choir
Bach's Mattheus Passion. Is dat dan
de eerste keer voor U? "Ja, ik heb
het nog nooit eerder gedirigeerd.
Het is wel een stuk, dat ik eertijds
elk jaar samen met mijn moeder en
mijn zuster ben gaan horen. Onder
Van Beinum, Van der Horst en
Jochum. Het is misschien wel het
werk, dat ik het beste ken, zij het
dan puur alleen van horen. Ik vind
echter dat ik de Mattheus Passion
mag dirigeren, zónder eerst toe
stemming te hoeven vragen aan het
'Ministerie van authentieke mu
ziek'. Was er niet een Bijbelspreuk,
dat er plaats is voor iedereen9"
Jazeker, 'In het Huis mijns Va
ders zijn vele woningen'.
"Juist! Ik doe het dus met een
normale symfonische bezetting,
twee orgels incluis. Ik heb onlangs
de Mattheus onder Harnoncourt
een beetje kunnen volgen omdat ik
toch vrij was. Als ik dat beluister,
dan denk ik: zo'n uitvoering staat
helemaal niet zover af van wat ik me
bij dit opus voorstel. Laatst hoorde
ik, zonder te weten onder wie het
was, de Pastorale van Beethoven.
Fijn, schitterend, zo dacht ik bij me
zelf. Dat had ik bij wijze van spre
ken ook zelf zo kunnen doen. Het
was de Academy of Ancient Music
onder Hogwood. Ik wil maar zeg
gen, waar gaat het hele gekrakeel
over? Er wordt dan gezegd dit is
authentiek en dat is normaal en die
afstand is in feite zo miniem. Of je
musiceert goed of je musiceert
slecht. Heel simpel. Die uitvoering
met HGO is de vervulling van een
soort jongensdroom. Ik wil dit werk
tenminste éénmaal in mijn leven ge
dirigeerd hebben. Alleen hoop ik,
om nog even in Bijbelse sfeer te blij
ven, na afloop niet gestenigd te wor
den. Op zichzelf heb ik niets tegen
authentieke instrumenten, zolang
het gebruik ervan maar niet wordt
opgevat als vrijbrief om slecht te
musiceren. Het zijn toch allemaal
middelen. Het is het doel waar het
om gaat en dat is zo optimaal moge
lijk muziekmaken".
GENT Kunst en psychia
trie. Onwillekeurig denk je
dan aan Vincent van Gogh.
Bijna tegen beter weten in.
En dan is er het citaat uit een
van zijn laatste brieven:
"Wel, mijn werk, ik riskeer
er mijn leven voor en mijn
verstand is er half aan ten
onder gegaan Kunst,
psychiatrie... Het antwoord
ligt waarschijnlijk ergens in
het midden. De expositie
'Open Mind' in Gent maakt
dat in elk geval duidelijk.
Jan Hoet heeft weer wat. De zeer ge
dreven directeur van het Museum
voor Hedendaagse Kunst in Gent
weet stelselmatig dingen te beden
ken die op z'n minst interessant
kunnen worden genoemd. Bijzon
dere tentoonstellingen of projecten
('Chambres d'Amis'): Hoet heeft er
zo ongeveer patent op. Niet voor
niets is de ogenschijnlijk onver
woestbare Gentenaar gevraagd de
eerstkomende Documenta te orga
niseren. Publiciteitsbewust: zeker
wel, maar Hoet en de zijnen weten
ook steeds elk project en elke ten
toonstelling grondig te onderbou
wen. En dan is hen die verlekkerde
blik richting media vergeven
Zoals bekend, is Hoet van plan
Documenta 9 samen te stellen ana
loog aan het menselijk lichaam.
Weet hij dat te doen op een manier
waarop hij nu 'Open Mind' heeft ge
organiseerd, dan wacht cultuurmin-
nend Europa in 1991 een zeer bij
zondere editie van Kassei.
Emotie
Uitgangspunt voor 'Open Mind, ge
sloten circuits' is de veronderstel
ling dat er raakvlakken bestaan tus
sen kunst en mentale gestoordheid.
Hoet zegt dat de beeldende expres
sie van geesteszieken wel authen
tiek is. maar geen kunst. Aan de an
dere kant is daar de kunstacademie
met haar pure vormgevingscultus:
ook geen kunst. De waarachtige
kunst balanceert tussen die twee ui
tersten. In een poging om die tegen
polen -en alles wat zich daar tussen
bevindt- duidelijker te maken, heeft
men in Gent ruim 150 kunstwerken
Geniale 'gekken' zorgen voor bijzondere tentoonstelling in Gent
bijeengebracht. Schilderijen, beel
den, objecten, tekeningen en gra
fiek van onder anderen Dali, Ensor,
Van Gogh, Mondriaan, Ernst, Rai-
ner, en ook Anzinger, Disier, Twom-
bly en Pistoletto.
door
Rob Schoonen
Buiten dat is er in het oude deel
van het museum (eigenlijk: Het Mu
seum voor Schone Kunsten) ruimte
gemaakt voor tientallen schilderij
en en tekeningen van geesteszie
ken. Ofschoon het Hoet te doen is
om de confrontatie van die twee po
len en de uitdaging die daar vanuit
gaat, heeft hij de werken dus niet
naast elkaar gehangen, maar ze
aparte ruimten gegeven. Dat is pret
tig, want ze bij of naast elkaar tonen
zou al te goedkoop zijn geweest. Af
gezien nog van de beeldende kwali
teiten zijn er ook anderszins wel de
gelijk raakvlakken. Het is nu een
maal zo dat de kunstenaar zich op
de een of andere manier inlaat met
hetgeen er zich op deze wereldbol
afspeelt. Dikwijls is de kunstenaar
daar niet echt gelukkig mee: zijn de
doeken, beelden of bladen correc
ties. En even vaak zijn dat zeer fun-
damantele zaken dié de essentie
van het onderwerp aangeven. De
kunstenaar mag dan op een ratione
le manier aan het werk zijn; het
emotionele zal (mag!) hij nooit kun
nen wegdrukken. Sterker nog: het
is veelal de drager van het werk.
Aan de andere kant is daar het
beeldende werk van geesteszieken.
Op de vraag of dat kunst is kun je
pas antwoorden als je een sluitende
definitie over kunst kan geven. En
die formule is -gelukkig- nog nooit
opgesteld. Je zou in dit specifieke
geval kunnen praten over vorm en
inhoud, en dan kom je er na verloop
van tijd wel uit: het zou kunst kun- wedijveren met het werk van de
nen zijn. Je zou ook een boom kun- geesteszieken,
nen opzetten over het doel van dit Ook in detail zijn er vergelijkin-
werk en van 'echte' kunst en dan gen mogelijk. De gecamoufleerde
zijn er eveneens raakvlakken te no- mededelingen bijvoorbeeld. Soms
teren. Mogelijk is ook een beschou- geeft de patient op een heel realisti-
wing vanuit de kijker bezien; wan- sche wijze zijn ideeèn vorm, dan
neer raakt die geëmotioneerd? En weer staan symbolen voor allerhan-
ook dan kunnen de kunstwerken de fantasieën of gedachten. Symbo
len die strikt persoonlijk zijn en zo
nu en dan zeer moeilijk te begrij
pen.
Dat is bij kunstenaars niet veel
anders. De Chirico bij voorbeeld
(ook. van hem is werk aanwezig in
Gent) heeft eens geschreven: "Een
kunstwerk dat werkelijk onsterfe
lijk wil zijn, moet volledig de gren
zen van het menselijke overstijgen;
gezond verstand en logica falen".
Het bekende en het onbekende...
En het balanceren op die grens:
kunstenaars zijn er doorlopend mee
bezig. Niet voor niets is (en wordt!)
door kunstenaars nogal wat gedron
ken, gesnoven en gespoten. Dat
lijkt gunstig voor de creativiteit.
Dat blijkt echter een misvatting.
Wetenschappelijk onderzoek naar
het effect van lsd op de creativiteit
heeft aangetoond dat er wel de in
druk is dat men creatiever is, maar
dat bij evaluatie blijkt dat dat abso
luut niet waar is.
Misschien is daarmee echter wel
aangegeven dat kunst geen psy-
chopatalogie kan zijn. Er is immers
sprake van een opbouwend proces.
De kunstenaar gebruikt beheerst
middelen die in andere gevallen
ontstaan vanuit een onbewuste
drang. Dan kun je onmiddellijk met
surrealispie, het 'automatische ge
baar' en wat al niet meer op de prop
pen komen; blijft staan dat ook die
kunstenaars op gezette tijden heel
bewust bezig waren met hun beel
dende activiteiten.
Confrontaties
Hoet heeft de zalen op ingenieuze
wijze ingericht. Confrontaties gaat
hij daarbij niet uit de weg. Op een
manier waarmee Rudi Fuchs in het
Van Abbemuseum furore maakte,
worden -opgehangen aan een mot
to- diverse kunstwerken op elkaar
losgelaten. Miro in één zaal met een
zelfportret van Van Gogh; Koko-
schka samen met een Chagall of die
ene zaal van Pistoletto waar de be
schouwer letterlijk wordt terugge
worpen op zichzelf... Je kunt
kortom met deze presentatie alle
kanten op. Er komen allerlei vragen
op je af en zo nu en dan ook een en
kel antwoord. Het kenmerk van een
goede tentoonstelling dus. En dat
de presentatie (plus de uitstekende
catalogus) als een hommage aan
Vincent van Gogh wordt be
schouwd, pleit voor de samenstel
lers. Dat dit alles is gefinancierd
door een groot pharmaceutisch be
drijf wordt ter kennisgeving aange-
Tentoonstelling: 'Open Mind,
gesloten circuits'. Museum voor
Hedendaagse Kunst en Museum
voor Schone Kunsten. Citadel
park, Gent. Open: dagelijks van
10.00 tot 18.00 uur. Tot en met 25
juni. Catalogus: ongeveer 45 gul
den.
Provincie wil
deurwaarder op
Komiïj afsturen
HAARLEM/ALKMAAR (GPD)
De provincie Noord-Holland
onderzoekt of een deurwaarder
op de schrijver Gerrit Komrij
kan worden afgestuurd. De in
Portugal wonende auteur moet
de provincie 12.500 gulden sub
sidie terugbetalen, omdat hij
daarvoor niets geleverd heeft.
Komrij kreeg jaren geleden
voor het maken van een publi-
katie 12.500 gulden subsidie uit
betaald uit het Dr. J.E. Baron de
Vos van Steenwijkfonds (een
provinciaal cultureel fonds). Het
geld heeft hij geincasseerd,
maar het werkstuk nimmer ge
leverd.
Hij heeft tot nu toe nog nooit
gereageerd op verzoeken van
Gedeputeerde Staten het be
drag terug te storten. Gedepu
teerde Frieda van Diepen-Oost
zal Komrij nogmaals een brand
brief sturen met het verzoek zijn
schuld nu eindelijk eens te vol
doen. "Het bedrag is de moeite
waard om terug te vorderen. Er
valt immers steeds minder sub
sidie te verdelen", aldus de ge
deputeerde.
'Interesse jeugd
voor kunst is
nul komma nul'
GOUDA (GPD) - Tonny Eyk is een
klassiek pianist. Oude muziek
wordt niet gespeeld door Gustav
Leonhardt maar gezongen door El-
vis Presley. Op een beeldende
kunst-expositie hoort ook speel
goed thuis. Kunstpubliek bestaat
uit kapsoneslijers. Cultuur, dat
woord is onbekend.
Een greep uit de antwoorden van
circa 16-jarige scholieren in een 'ge
middelde' plaats in Nederland,
Gouda, op vragen in het kader van
een onderzoek, verricht door drs.
Mieke de Waal. Zij wilde weten hoe
de jeugd staat tegenover kunst en
gevestigde kunstinstellingen. Het
resultaat van haar studie, getiteld
'Daar ga je toch niet heen?', is dat
jongeren vrijwel niet in kunst geïn
teresseerd zijn en dat zij (bijna)
nooit naar een theater, schouwburg
gaan.
'Schuttingtaai'
vliegt winkel uit
HILVERSUM (GPD) - Het boekje
'Dutch You won't learn in class' van
Ivonne Lutz-van Elburg, dat in een
oplage van drieduizend exemplaren
werd gedrukt, is hard op weg een
bestseller te worden. De belangstel
ling van buitenlanders voor wat ze
'beter-maar-niet' tegen hun Neder
landse werkgever of zakenrelatie
kunnen zeggen, is kennelijk groot.
Hoewel het boekje niet in elke
boekhandel, maar voornamelijk in
Bruna-boekhandels in voorraad is,
begint bij de uitgeverij Zander Me
dia Service in Lelystad de voorraad
al aardig te slinken. In korte tijd
werden daar 2300 exemplaren ver
kocht. De uitgever die verwacht dat
ook de overige zevenhonderd hun
weg naar de lezer wel zullen vinden,
heeft inmiddels besloten om een
tweede druk te laten verschijnen.