'Het werd echt te gek' Tussen kunst en gestoordheid De Cock in theatervorm de moeite waard Doorzichtig (piano)spel met vier handen Hans Vonk maakte tijdens ziekbed balans op ZATERDAG 22 APRIL 1989 KUNST PAGINA 37 Wedstrijd jonge toneelschrijvers AMSTERDAM - Voor de vierde maal organiseert de Educatieve Dienst van Toneelgroep Amster dam een toneelschrijfwedstrijd voor jongeren tussen 15 en 25 jaar. Het toneelstuk mag maximaal 30 minuten duren en er mogen niet meer dan vier personages in het stuk voorkomen. De scripts moeten getypt en vóór 1 oktober in drie voud ingeleverd worden bij Toneel groep Amsterdam, Marnixstraat 427, 1017 PK Amsterdam. Er zijn twee jury's samengesteld. Een ervan bestaat uit jongeren. In deze jongerenjury zitten de win naars van vorige wedstrijden. Daar naast is er een jury bestaande uit volwassenen die beroepsmatig met toneel en schrijven van toneel te maken hebben. Van de inzenders kiest de jury er maximaal 10 die uitgenodigd wor den om onder begeleiding van een professioneel schrijver hun stuk ken te corrigeren. Als hieruit een speelbaar stuk komt, zal het worden opgevoerd door Toneelgroep Am sterdam. 'De Cock en de moord in seance' naar de ro man van A. C. Baander door de Timdeler- club. Bewerking: John Bakkenhoven. Re gie: Riet Krispi|n-de Wolf. Gezien op 21 april in de Leidse Schouwburg. LEIDEN Scène één: zwarte Sophie ligt vermoord op de grond in de kamer van Jennifer Jordan. Scène twee: we gaan terug in de tijd. en zien de gebeurtenissen die direct aan haar dood voorafgin gen. Scène drie en volgende: re chercheur De Cock en zijn assis tent Vledder proberen deze moordzaak op te lossen. De Tim- delerclub speelde een toneelbe werking van één van de De Cock- romans van de populaire mis daadauteur A. C. Baantjer. John Bakkenhoven schreef het script en beperkte het aantal plaatsen van handeling tot twee lokaties: de woonkamer van het spiritis tisch medium, Jennifer Jordan en Die aanpassing van het boek aan de eisen van het theater is al leszins redelijk gelukt. Toch zijn er scènes te noemen die in de to neelbewerking noodgedwongen wat gekunstelder aandoen. De ontmoeting van De Cock met kunstschilder/schilderijenverval- ser Peter Karstens bijvoorbeeld is voor de ontknoping belangrijk maar komt op toneel geforceerd over, bovendien mikt de Timde- lerclub hier en ook elders op 'ty petjes-maken'. waarbij de Kar- stens-vertolker ook nog eens een slecht zittende baard heeft aange meten gekregen, 't Is niet onover komelijk, maar deze toneelgroep heeft nu juist doorgaans zo veel oog voor details. Gelukkig laat ook deze voorstelling daarvan weer enkele voorbeelden zien. Als je het boek kent, weetje waar je bij het koffie-inschenken in de tweede scène op moet letten. Er is goed voor gezorgd, dat op dat mo ment van het plot nog niets wordt weggegeven. Hoe je het ook wendt of keert. De Cock is niet zo maar en recher cheur. Het is aan Timdelerclub- veteraan Nico van Leeuwen wel toevertrouwd om aan dit wat aparte personage een eigen ge zicht mee te geven. Assistent Vledder (Ernst Jan van Heijnin- gen) is in de toneelbewerking minder geprononceerd als de aangever van De Cock aanwezig. De voorstelling (in een efficièn- te enscenering) kent relatief wei nig handeling, en moet het der halve vooral van de tekstbehan deling hebben die tot meehelpen oplossen uitnodigt. Dat kan men goed aan, zodat dit De Cock-ver- haal in theatervorm al met al de moeite waard was. WIJNAND ZEILSTRA Recital door Wyneke Jordans en Leo van Doeselaar, piano; met werken van Mozart, Schubert en Brahms. Gehoord op 21 april in de Kapelzaal van KSO. LEIDEN - Sommige pianolief hebbers doet het begrip vierhan dige pianomuziek denken aan pianolessen waarin de leraar zich in dreunende baspartijen uitleeft en de leerling in de bovenste re gionen een simpel wijsje in octa ven meepingelt. In werkelijkheid bestaat er veel volwaardige mu ziek voor piano a quatre mains, ook al in de tijd van Mozart, die toen slechts de beschikking had over een klavier van vijf octaven omvang waarop alles moest ge beuren. Dat hiermee ook al heel wat mogelijk is, demonstreerden Leo van Doeselaar en Wyneke Jordans in een doorzichtige ver tolking van diens sonate in C, KV 521. Als echtpaar werken ze al ve le jaren ook achter het toetsen bord samen, waarbij Leo met zijn driftige hoofdgebaren de gang maker is Door de jaren heeft heeft zich een hecht ensemblespel ont wikkeld. wat te horen was in drie van de Hongaarse dansen van Brahms perfect gelijk in de vele tempowisselingen. Ook over het pedaalgebruik en het (zelf) blaad jes omslaan waren duidelijke af spraken gemaakt, te oordelen naar de soepele gang van zaken. Ondanks het geweld van vier handen op éen vleugel was van een te massieve klank op deze avond geen sprake. Bij Mozart ging een exacte frasering gepaard met een zangerige toon, bij Schu bert en Brahms waren er door de stijl van de muziek weer wat meer pedaal en dynamische verschil len met behoud van de helder heid.In de werken van Brahms was de speelvreugde en de afwis seling in de Hongaarse dansen wat meer dan in een selectie van acht "Neue Liebesliederwalzer", die ook in een versie met ge mengd koor bestaan. Een indrukwekkend slot vorm de de beroemde fantasie in f op. 103 (D 941) van Schubert. De ver schillende episodes klonken beurtelings ernstig, speels, dra matisch en poètisch. Het publiek wist het een en ander te waarde ren en zeker de bewonderaar die het duo aanmoedigde met uitroe pen als "bravo", "heerlijk" en "goddelijk"! FRANK DEN HERDER. AMSTERDAM - Hans Vonk dirigeert zaterdag 29 april - sedert seizoen 1980/31 chefdirigent van het Resi dentie-Orkest en nu voor het vierde seizoen in dezelfde functie werkzaam bij de Staatskapelle Dresden - het Radio Filharmonisch Orkest in onder meer een uitvoe ring van Schönbergs zelden gehoorde-oratorium 'Die Ja- kobsleiter'. Het is dan de eer ste keer dat hij sedert zijn ziekte, het syndroom van Guillain en Barré. de diri- geerstaf opneemt. De artsen die Vonk in het Amster damse VU-ziekenhuis behandel den, hebben het bij het rechte eind gehad: Vonk is volledig van deze kwaal, die hem tijdelijk tot het hoofd verlamde, genezen en be schikt zowel fysiek als mentaal weer over al zijn capaciteiten. Hoe wel hij niet al te diep op het ziekte verloop ingaat, wil Vonk wel kwijt dat het oplopen van dit syndroom niets te maken had met zijn tot op dat ogenblik te overbelaste bestaan. "Nee", begint Vonk, "die interpre tatie hebben m'n artsen me ten strengste verboden. Iedereen heeft, na een zware griep waarbij het af weersysteem een geduchte deuk oploopt, een potentieel risico om deze aandoening te krijgen. Jong en oud, werkloos of niet. Dat maakt geen verschil. Het kan plotseling toeslaan. Kortom, voor mij was het gewoon 'bad luck'. Punt uit. Maar ik ben in de VU fantastisch opgevan gen en dat heeft natuurlijk het gene zingsproces sterk bevorderd. Meteen werd mij gezegd, dat het voor 100 procent goed zou komen, ook al zou het even duren". Keuzes - Hoe lang heeft het uiteindelijk ge duurd? ",Ik heb tien weken in het zieken huis gelegen, waarvan vijf op de in tensive care. dus aan de beade mingsapparatuur en alle ellende die daar nu eenmaal bijhoort. Daarna acht weken thuis revalideren. Sa menvattend: ik ben na vier-en-een halve maand weer begonnen te wer ken, maar je kunt er voor hetzelfde geld ook twee jaar over doen". door Maarten Brandt De afgelopen, periode heeft hij ge bruikt om de balans op te maken. „Het werd gewoon te gek. Ik was vorig jaar ongeveer zeven maanden met de Staatskapelle van Dresden in de weer. Niet alleen om te dirige ren, maar ook om platen te maken. Daarbij kwamen nog drie reusachti ge tournees door de Verenigde Sta ten, West-Europa en de Sovjet-Unie en m'n activiteiten in Holland. Op zichzelf natuurlijk allemaal fantas tisch, maar ook buitengewoon slo pend. Let wel, ik heb het niet over het werk zelf. Dat vind ik heerlijk." "Door mijn ziekte heb ik de nood zaak ingezien om voortaan keuzes te maken, terwijl ik daarvoor dacht dat het niet opkon. Dat kiezen is een moeilijk proces. Het is iets wat je moet leren. Kijk, als een groot or kestje uitnodigt voor een program ma dat je goed beheerst, is het heel moeilijk om te zeggen 'nee, dank U wel'. Dat heb ik tegen het New York Philharmonisch Orkest, dat me een week of wat geleden inviteerde toch gedaan en dat is dan een eerste stap in de goede richting. Ik hoop ooit met de New Yorkers te kunnen wer ken. Het is immers een fantastisch orkest. Aan de andere kant ben ik mij er nu van bewust geworden, dat gezond-zijn boven alles gaat". Constante - U gaat zich dus meer op het Resi dentie-Orkest toeleggen "Ik vind het een heel vleiende conclusie, dat men na negen jaar vind dat ik er niet genoeg ben. Laat ik er maar meteen bijzeggen, dat ik het Residentie-Orkest onvoorwaar delijk reken tot de beste tien orkes ten van Europa en ik bedoel dit al lerminst chauvinistisch. Als het moet, kan ik dat bewijzen. Alleen, het moet dan wel meezitten. De om standigheden moeten optimaal zijn. Dan kunnen ze goed spelen en met goed bedoel ik dan uitmuntend." "Ik geef één voorbeeld ter illu stratie. In 1985 hebben we de 2de symfonie van Mahler in Wenen ge bracht. Uitgerekend in een week einde, waarin Boulez met het Lon- dens Filharmonisch Orkest in We nen concerteerde, Bernstein de Wiener Philharmoniker leidde en er ook nog een befaamd internationaal jeugdorkest speelde. Wij komen dan met die Mahler-symfonie en wat zie je? Welnu, dat we in drie ver schillende kranten de beste kritie ken krijgen. Op zo n moment vind ik de critici weer buitengewoon aar dig. We hadden voor die Weense uit voering net een plaat van het stuk gemaakt en ons in verband daarmee tien dagen intensief met de noten beziggehouden. Het resultaat is dan, dat iedereen boven de materie staat en in een volmaakt ontspan nen sfeer het beste van zichzelf kan geven. In zo'n situatie is het RO ab soluut een toporkest en ik wil in de komende jaren naar beste vermo gen proberen om de omstandighe den zo te maken, dat die topkwali teit een constante wordt". Exceptioneel Een ander orkest met grote kwali teiten waarmee Vonk nauwe ban den onderhoudt is de Staatskapelle van Dresden. In september "88 gaf Vonk met dit orkest in het ekka van de Bruckner-traditie - het Con certgebouw te Amsterdam - een spraakmakende vertolking van Bruckners Achtste, waaraan Vonk met plezier terugdenkt. Hij zal zich overigens met dit orkest noodge dwongen in de toekomst wat min der bemoeien. "Natuurlijk, de Staatskapelle is met de stijl en de klankcultuur van Bruckners muziek bijzonder ver trouwd. Maar U moet overigens niet vergeten dat men de Achtste het laatst heeft gespeeld aan het eind van de jaren zeventig, toen Jochum het werk voor EMI opnam. Intussen is er alweer veel veranderd en zijn er Hans Vonk: 'Ik reken het Residentie-Orkest tot de beste tien orkesten van Europa'. leden in het orkest gekomen, die het stuk niet kennen. En dat is een voordeel om je eigen interpretatie te maken. Voordat we in Amsterdam speelden, hadden we dit programma in het Leipziger Ge- wandhaus gedaan. Dat was een fraai concert, maar er mankeerden nog een paar puntjes op de i. Op de ochtend van het concert in Amster dam hebben we nog een zaalrepeti tie gehad en op de bewuste avond zelf zat alles mee. Ik heb het publiek zelden zo geconcentreerd horen luisteren. Ook gedurende de pauzes tussen de delen was er geen enkel gerochel of gehoest. Zoiets is voor Nederland exceptioneel". - Wat opviel bij uw benadering van het stuk, waren de tamelijk vlot te tempi waar u van uitging. Dat was opvallendomdat het vandaag de dag nogal in de mode is om Bruckner en Mahler extreem lang zaam te spelen. "Ik permitteer me de luxe om niet aan modeverschijnselen vast te houden! Volgens mij heeft het er mee te maken, dat je alle rusten goed uittelt. Die pauzes moetje niet zien als lege plekken, maar als plaat sen die een brugfunctie vervullen binnen het spanningsverloop. Ver der acht ik het van wezensbelang om het ritme zo scherp mogelijk te articuleren. Alleen dan staat het thema van de eerste violen tijdens het begin van het adagio als een huis. Ik weet dat veel van mijn col lega's er een gewoonte van maken om dit stuk in achten uit te slaan, terwijl de muziek in vieren geno teerd staat. Als je het eerste doet, loop je in mijn opvatting een be hoorlijke kans dat de muziek gaat verbrokkelen. Het teveel onderver delen maakt dat de luisteraar zijn greep op het geheel verliest en niet meer weet waar een melodie begint of eindigt." 'Come back' - U heeft vroeger herhaaldelijk voor het Concertgebouworkest gestaan. Vreemd genoeg bent U niet in aan merking gekomen om Bernard Hai- tink op te volgen. "In mei/juni '82 heb ik twee ge sprekken gevoerd met Van Royen en Haitink. Ze lieten beiden, zij het Haitink sterker dan Van Royen, we ten mij als de kandidaat-opvolger te zien. In die tijd, maar dat wist nie mand toen nog, zou Haitink weg gaan. Van Royen zei dat het orkest ontzettend graag met me wilde wer ken. Hij stelde daarom voor dat ik tot '86 jaarlijks een aantal weken voor het orkest zou staan, zodat we wederzijds wat aan elkaar konden ruiken. Dat ruiken is kennelijk van hun kant niet goed bevallen, want op een gegeven moment - en begrijp me goed, ik heb het hier niet over de kwaliteit - komt er een andere diri gent anderhalve week voor het or kest en die wordt dan meteen ge noemd. Dus ik ben over- en hij un- dergescreened." U vindt dat dus een impulsieve benoeming. "Ik kan dat inderdaad niet anders interpreteren. Natuurlijk, als je maar lang genoeg met onverschillig welke dirigent dan ook werkt, leer je uiteraard ook diens fouten en zwakheden kennen. Het verhaal van de hond en de stok gaat ook hier op. Maar, van enige bitterheid van mij'n kant is nu geen sprake meer, ook al wil ik er geen geheim van ma ken, dat ik het moment van de pers conferentie van Riccardo Chailly wat ongelukkig getimed vond, om dat ik op datzelfde ogenblik in de Grote zaal aan het repeteren was. Hoe het ook zij, we zijn nu alweer vier jaar verder en ik heb inmiddels zoveel gedaan. Leuk is wel, dat ik de komende maand mei bij het Con certgebouworkest enkele concer ten van Tennstedt overneem met de 9de Schubert. Voor de pauze spelen we Von Webers ouverture Oberon en het 1ste pianoconcert van Men delssohn. Ik verheug me enorm op deze 'come back'. Toestemming Volgend jaar dirigeert U bij Het Gel ders Orkest en met medewerking van het London Chamber Choir Bach's Mattheus Passion. Is dat dan de eerste keer voor U? "Ja, ik heb het nog nooit eerder gedirigeerd. Het is wel een stuk, dat ik eertijds elk jaar samen met mijn moeder en mijn zuster ben gaan horen. Onder Van Beinum, Van der Horst en Jochum. Het is misschien wel het werk, dat ik het beste ken, zij het dan puur alleen van horen. Ik vind echter dat ik de Mattheus Passion mag dirigeren, zónder eerst toe stemming te hoeven vragen aan het 'Ministerie van authentieke mu ziek'. Was er niet een Bijbelspreuk, dat er plaats is voor iedereen9" Jazeker, 'In het Huis mijns Va ders zijn vele woningen'. "Juist! Ik doe het dus met een normale symfonische bezetting, twee orgels incluis. Ik heb onlangs de Mattheus onder Harnoncourt een beetje kunnen volgen omdat ik toch vrij was. Als ik dat beluister, dan denk ik: zo'n uitvoering staat helemaal niet zover af van wat ik me bij dit opus voorstel. Laatst hoorde ik, zonder te weten onder wie het was, de Pastorale van Beethoven. Fijn, schitterend, zo dacht ik bij me zelf. Dat had ik bij wijze van spre ken ook zelf zo kunnen doen. Het was de Academy of Ancient Music onder Hogwood. Ik wil maar zeg gen, waar gaat het hele gekrakeel over? Er wordt dan gezegd dit is authentiek en dat is normaal en die afstand is in feite zo miniem. Of je musiceert goed of je musiceert slecht. Heel simpel. Die uitvoering met HGO is de vervulling van een soort jongensdroom. Ik wil dit werk tenminste éénmaal in mijn leven ge dirigeerd hebben. Alleen hoop ik, om nog even in Bijbelse sfeer te blij ven, na afloop niet gestenigd te wor den. Op zichzelf heb ik niets tegen authentieke instrumenten, zolang het gebruik ervan maar niet wordt opgevat als vrijbrief om slecht te musiceren. Het zijn toch allemaal middelen. Het is het doel waar het om gaat en dat is zo optimaal moge lijk muziekmaken". GENT Kunst en psychia trie. Onwillekeurig denk je dan aan Vincent van Gogh. Bijna tegen beter weten in. En dan is er het citaat uit een van zijn laatste brieven: "Wel, mijn werk, ik riskeer er mijn leven voor en mijn verstand is er half aan ten onder gegaan Kunst, psychiatrie... Het antwoord ligt waarschijnlijk ergens in het midden. De expositie 'Open Mind' in Gent maakt dat in elk geval duidelijk. Jan Hoet heeft weer wat. De zeer ge dreven directeur van het Museum voor Hedendaagse Kunst in Gent weet stelselmatig dingen te beden ken die op z'n minst interessant kunnen worden genoemd. Bijzon dere tentoonstellingen of projecten ('Chambres d'Amis'): Hoet heeft er zo ongeveer patent op. Niet voor niets is de ogenschijnlijk onver woestbare Gentenaar gevraagd de eerstkomende Documenta te orga niseren. Publiciteitsbewust: zeker wel, maar Hoet en de zijnen weten ook steeds elk project en elke ten toonstelling grondig te onderbou wen. En dan is hen die verlekkerde blik richting media vergeven Zoals bekend, is Hoet van plan Documenta 9 samen te stellen ana loog aan het menselijk lichaam. Weet hij dat te doen op een manier waarop hij nu 'Open Mind' heeft ge organiseerd, dan wacht cultuurmin- nend Europa in 1991 een zeer bij zondere editie van Kassei. Emotie Uitgangspunt voor 'Open Mind, ge sloten circuits' is de veronderstel ling dat er raakvlakken bestaan tus sen kunst en mentale gestoordheid. Hoet zegt dat de beeldende expres sie van geesteszieken wel authen tiek is. maar geen kunst. Aan de an dere kant is daar de kunstacademie met haar pure vormgevingscultus: ook geen kunst. De waarachtige kunst balanceert tussen die twee ui tersten. In een poging om die tegen polen -en alles wat zich daar tussen bevindt- duidelijker te maken, heeft men in Gent ruim 150 kunstwerken Geniale 'gekken' zorgen voor bijzondere tentoonstelling in Gent bijeengebracht. Schilderijen, beel den, objecten, tekeningen en gra fiek van onder anderen Dali, Ensor, Van Gogh, Mondriaan, Ernst, Rai- ner, en ook Anzinger, Disier, Twom- bly en Pistoletto. door Rob Schoonen Buiten dat is er in het oude deel van het museum (eigenlijk: Het Mu seum voor Schone Kunsten) ruimte gemaakt voor tientallen schilderij en en tekeningen van geesteszie ken. Ofschoon het Hoet te doen is om de confrontatie van die twee po len en de uitdaging die daar vanuit gaat, heeft hij de werken dus niet naast elkaar gehangen, maar ze aparte ruimten gegeven. Dat is pret tig, want ze bij of naast elkaar tonen zou al te goedkoop zijn geweest. Af gezien nog van de beeldende kwali teiten zijn er ook anderszins wel de gelijk raakvlakken. Het is nu een maal zo dat de kunstenaar zich op de een of andere manier inlaat met hetgeen er zich op deze wereldbol afspeelt. Dikwijls is de kunstenaar daar niet echt gelukkig mee: zijn de doeken, beelden of bladen correc ties. En even vaak zijn dat zeer fun- damantele zaken dié de essentie van het onderwerp aangeven. De kunstenaar mag dan op een ratione le manier aan het werk zijn; het emotionele zal (mag!) hij nooit kun nen wegdrukken. Sterker nog: het is veelal de drager van het werk. Aan de andere kant is daar het beeldende werk van geesteszieken. Op de vraag of dat kunst is kun je pas antwoorden als je een sluitende definitie over kunst kan geven. En die formule is -gelukkig- nog nooit opgesteld. Je zou in dit specifieke geval kunnen praten over vorm en inhoud, en dan kom je er na verloop van tijd wel uit: het zou kunst kun- wedijveren met het werk van de nen zijn. Je zou ook een boom kun- geesteszieken, nen opzetten over het doel van dit Ook in detail zijn er vergelijkin- werk en van 'echte' kunst en dan gen mogelijk. De gecamoufleerde zijn er eveneens raakvlakken te no- mededelingen bijvoorbeeld. Soms teren. Mogelijk is ook een beschou- geeft de patient op een heel realisti- wing vanuit de kijker bezien; wan- sche wijze zijn ideeèn vorm, dan neer raakt die geëmotioneerd? En weer staan symbolen voor allerhan- ook dan kunnen de kunstwerken de fantasieën of gedachten. Symbo len die strikt persoonlijk zijn en zo nu en dan zeer moeilijk te begrij pen. Dat is bij kunstenaars niet veel anders. De Chirico bij voorbeeld (ook. van hem is werk aanwezig in Gent) heeft eens geschreven: "Een kunstwerk dat werkelijk onsterfe lijk wil zijn, moet volledig de gren zen van het menselijke overstijgen; gezond verstand en logica falen". Het bekende en het onbekende... En het balanceren op die grens: kunstenaars zijn er doorlopend mee bezig. Niet voor niets is (en wordt!) door kunstenaars nogal wat gedron ken, gesnoven en gespoten. Dat lijkt gunstig voor de creativiteit. Dat blijkt echter een misvatting. Wetenschappelijk onderzoek naar het effect van lsd op de creativiteit heeft aangetoond dat er wel de in druk is dat men creatiever is, maar dat bij evaluatie blijkt dat dat abso luut niet waar is. Misschien is daarmee echter wel aangegeven dat kunst geen psy- chopatalogie kan zijn. Er is immers sprake van een opbouwend proces. De kunstenaar gebruikt beheerst middelen die in andere gevallen ontstaan vanuit een onbewuste drang. Dan kun je onmiddellijk met surrealispie, het 'automatische ge baar' en wat al niet meer op de prop pen komen; blijft staan dat ook die kunstenaars op gezette tijden heel bewust bezig waren met hun beel dende activiteiten. Confrontaties Hoet heeft de zalen op ingenieuze wijze ingericht. Confrontaties gaat hij daarbij niet uit de weg. Op een manier waarmee Rudi Fuchs in het Van Abbemuseum furore maakte, worden -opgehangen aan een mot to- diverse kunstwerken op elkaar losgelaten. Miro in één zaal met een zelfportret van Van Gogh; Koko- schka samen met een Chagall of die ene zaal van Pistoletto waar de be schouwer letterlijk wordt terugge worpen op zichzelf... Je kunt kortom met deze presentatie alle kanten op. Er komen allerlei vragen op je af en zo nu en dan ook een en kel antwoord. Het kenmerk van een goede tentoonstelling dus. En dat de presentatie (plus de uitstekende catalogus) als een hommage aan Vincent van Gogh wordt be schouwd, pleit voor de samenstel lers. Dat dit alles is gefinancierd door een groot pharmaceutisch be drijf wordt ter kennisgeving aange- Tentoonstelling: 'Open Mind, gesloten circuits'. Museum voor Hedendaagse Kunst en Museum voor Schone Kunsten. Citadel park, Gent. Open: dagelijks van 10.00 tot 18.00 uur. Tot en met 25 juni. Catalogus: ongeveer 45 gul den. Provincie wil deurwaarder op Komiïj afsturen HAARLEM/ALKMAAR (GPD) De provincie Noord-Holland onderzoekt of een deurwaarder op de schrijver Gerrit Komrij kan worden afgestuurd. De in Portugal wonende auteur moet de provincie 12.500 gulden sub sidie terugbetalen, omdat hij daarvoor niets geleverd heeft. Komrij kreeg jaren geleden voor het maken van een publi- katie 12.500 gulden subsidie uit betaald uit het Dr. J.E. Baron de Vos van Steenwijkfonds (een provinciaal cultureel fonds). Het geld heeft hij geincasseerd, maar het werkstuk nimmer ge leverd. Hij heeft tot nu toe nog nooit gereageerd op verzoeken van Gedeputeerde Staten het be drag terug te storten. Gedepu teerde Frieda van Diepen-Oost zal Komrij nogmaals een brand brief sturen met het verzoek zijn schuld nu eindelijk eens te vol doen. "Het bedrag is de moeite waard om terug te vorderen. Er valt immers steeds minder sub sidie te verdelen", aldus de ge deputeerde. 'Interesse jeugd voor kunst is nul komma nul' GOUDA (GPD) - Tonny Eyk is een klassiek pianist. Oude muziek wordt niet gespeeld door Gustav Leonhardt maar gezongen door El- vis Presley. Op een beeldende kunst-expositie hoort ook speel goed thuis. Kunstpubliek bestaat uit kapsoneslijers. Cultuur, dat woord is onbekend. Een greep uit de antwoorden van circa 16-jarige scholieren in een 'ge middelde' plaats in Nederland, Gouda, op vragen in het kader van een onderzoek, verricht door drs. Mieke de Waal. Zij wilde weten hoe de jeugd staat tegenover kunst en gevestigde kunstinstellingen. Het resultaat van haar studie, getiteld 'Daar ga je toch niet heen?', is dat jongeren vrijwel niet in kunst geïn teresseerd zijn en dat zij (bijna) nooit naar een theater, schouwburg gaan. 'Schuttingtaai' vliegt winkel uit HILVERSUM (GPD) - Het boekje 'Dutch You won't learn in class' van Ivonne Lutz-van Elburg, dat in een oplage van drieduizend exemplaren werd gedrukt, is hard op weg een bestseller te worden. De belangstel ling van buitenlanders voor wat ze 'beter-maar-niet' tegen hun Neder landse werkgever of zakenrelatie kunnen zeggen, is kennelijk groot. Hoewel het boekje niet in elke boekhandel, maar voornamelijk in Bruna-boekhandels in voorraad is, begint bij de uitgeverij Zander Me dia Service in Lelystad de voorraad al aardig te slinken. In korte tijd werden daar 2300 exemplaren ver kocht. De uitgever die verwacht dat ook de overige zevenhonderd hun weg naar de lezer wel zullen vinden, heeft inmiddels besloten om een tweede druk te laten verschijnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 37