Cultuur trekt investeerders Swingende hommage aan Cottonclub Lucebert 'bestolen'? Lachen om onbedoelde komische effecten Studentikoze bravoure Fijnzinnig en elegant Oudhollandse ritmiek Big Bands in Leiden MAANDAG 17 APRIL 1989 KUNST PAGINA 23 'A night ai Bell, Ruth at the Cotton Club' met: Madeline ii Renew! The Harlem Hoppers en The Harlem Or chestra. Muzikale leiding: Steve Galloway. Script: Douglas Barron. Regie: Barrie Ste vens en Billy Wilson. Gezien op 14 april in het Circustheater, Scheveningen. Nog te zien op onder meer 22 en 23 april in Haar- lem (Concertgebouw), op 16 mei in Leiden (Leidse Schouwburg). Vanaf medio mei in Amsterdam (Carré) en vanaf medio juni het Circ - DEN HAAG - 'It don't mean a thing if it ain't got that swing' (Duke Ellington). Het is één van die beroemde nummers die in de 'nieuwe' musical 'A night at the Cotton Club' te horen zijn. 'Nieuw' is ook in dit geval een be- trekkelijk begrip. De produktie is een Nederlands initiatief (van Monica Strotmann en Henk dè Henk van der Meijden); geen kant en klare uit het buitenland aangekochte musical, die al wijd en zijd succes heeft geoogst. 'A night at the Cotton Club' is geba seerd op een script dat speciaal voor deze produktie is ontwik keld en speciaal voor de 'leading ladies' Madeline Bell en Ruth Ja- cott is geschreven. Nieuw dus, maar toch niet ge heel en al. Het gaat namelijk om een reconstructie van de ver maarde 'Cotton Club' in New Yorks Harlem, waar van 1923 tot eindjaren dertig tal van zwarte ar tiesten hebben opgetreden. Daar werd muziek ten gehore gebracht die we ook nu dagelijks kunnen horen. In dat opzicht is deze mu sical dan ook niet echt nieuw. Men kan namelijk uitgaan van een muziekrepertoire dat zeer be kend is en velen zeer na aan het hart ligt. Er hoeft dus geen pu bliek veroverd te worden. Er kan volledig op herkenning worden ingespeeld. Ook het idee om deze muziek in een revuespektakel weer eens door een 'live' orkest te laten uitvoeren, is al eerder gerea liseerd. Aan het begin van dit sei zoen bijvoorbeeld was er een ver gelijkbare show in de Leidse Schouwburg te zien: 'Sophistica ted Ladies', een hommage aan Duke Ellington. Nieuw of niet; veel belangrijker is de vraag of deze musical swingt en echte show-allure heeft. Aan die voorwaarde is beslist voldaan. Dat bleek al uit de publieksreac ties. De 1600 bezoekers in het Scheveningse Circustheater ga ven zich tijdens de première snel gewonnen: er waren de nodige open-doekjes en op de uitnodi ging om mee te klappen of 'to snap one's fingers' werd gretig ge reageerd. De titel 'A night at the Cotton Club' is eigenlijk niet helemaal juist. Het verhaal beslaat name lijk een langere periode dan één enkele avond. Deze verhaallijn is echter verpakt in een show, waar bij de bezoeker zich een avondje in de Cotton Club mag wanen, zo dat de titel uiteindelijk toch weer klopt. De eerste revuenummers volgen elkaar in hoog tempo op. Aanvankelijk doet dat wat rom melig aan, maar later blijkt het waarom. We dienen heel even een indruk te krijgen van de glorieja ren van zangeres Millie Gibson teneinde haar artistieke afgang beter te kunnen aanvoelen. Als we eenmaal in het jaar 1933 zijn beland, is Millie geen topster meer, maar een eenvoudig hulpje in de kleedkamers. Op dat mo ment krijgt de show een overzich telijker ritme; scènes op het podi um van de Cotton Club lopen soe pel over in de gebeurtenissen ach ter de schermen. De regisseurs Billy Wilson en Barrie 'vooral doorgaan' Stevens hebben ge lukkig geen moeizame change menten ingelast. Tijdens de nu volgende scènes zijn we getuige van de succesvol le carrière van een nieuwe ster. Gelouterd door haar eigen erva- ringen wil Millie Gibson deze nieuwe Cotton Club-ster Dinah Andrews in bescherming nemen om haar voor een vergelijkbare afgang te behoeden. Dat gaat met ups en downs, en ook de onder linge vertrouwensrelatie komt door allerlei amoureuze ontwik kelingen wel eens onder druk te staan. Volgens de wetten van de musical loopt het allemaal goed af; zelfs Millie Gibson vindt de kracht om haar drugsprobleem te overwinnen en een come back te maken, zodat niets een grootse fi nale in de weg staat. Madeline Bell heeft genoeg per soonlijkheid om voldoende diep gang te geven aan de rol van Mil lie Gibson binnen de beperkin gen van het genre musical dat doorgaans oppervlakkig blijft. Ruth Jacott maakte furore als GrisabeUa, de glamourkat, in de Nederlandse 'Cats'-versie. Hier speelt ze Dinah Andrews en is we derom zeer opvallend aanwezig. Millie/Madeline krügt haar 'Ho ney suckle rose' en net schitteren de 'There'll be some changes ma de'; Dinah/Ruth krijgt haar 'I'm just wild about Harry' en een in drukwekkend 'Stormy weather'. Daarnaast zijn er nog andere so listen en natuurlijk de nummers door het gehele gezelschap. Spe ciale attractie is Marcel Peneux, de wereldkampioen tappen. In de rol van Bill 'Bojangles' Robinson steelt hij met zijn razende tap- dancing-tempo een paar keer de show. De geheel Engelstalig gehou den musical 'A night at the Cot ton Club' kan natuurlijk slechts in beperkte mate een authentieke reconstructie van de Cotton Club brengen; het biedt in elk geval een swingend feest. WIJNAND ZEILSTRA Ruth Jacott (links) ."GRONINGEN (ANP) - Kunst en cultuur versterken de stedelijke èn regionale economie. Ze stimuleren de toeleverende en verzor gende sector en de kapitaalgoederenindustrie. Een bloeiend cul tureel leven en een daarmee samenhangende positieve beeldvor ming zouden extra vestigingsoverwegingen kunnen zijn voor nieuwe bedrijven. Dit wordt vastgesteld in het onder- ook een rol spelen bij de keuze voor zoek 'Beeld en Werkelijkheid' dat een vestigingsplaats, verricht werd in opdracht van het Het gevarieerde cultuuraanbod in Provinciaal Adviesorgaan voor Wel- "Groningen bleek nauwelijks van rijnsaangelegenheden in Gronin- belang te ?ijn geweest voor bedrij- gen. De auteur drs. R.L.C.I. Julien ven die zich er vestigden. Uit een adviseert de stad en provincie Gro- enquête gehouden onder 17 onder- ningen zorgvuldig aan hun imago te nemers die zich onlangs in deze pro- wèrken. Hij erkent dat bedrijven de vincie vestigden, bleek dat ze aan- beslissing zich ergens te vestigen vankelijk niets van de uitgebreide Vooral op.economische gronden ne- culturele sector afwisten. Julien is men. Een gunstig beeld van een daarom van mening dat het belang- "stad of streek dankzij een floreren- rijk is de kloof tussen beeld en wer- de culturele sector zou echter in- kelijkheid te dichten. Een slecht vloed kunnen hebben op de 'zachte- imago kan onbewust toch een scha- reV emotionele overwegingen die delijk effect hebben. 'Het Contract' door 'De Tomaat', toneel- subvereniging van de ALSV Quintus. Tekst/regie: Eric Hercules. Met: Margrilh Barnhorn, Mari-Carmen Kerremans, Erik Lanning, Thomas van Praag en Elianne van Waalwijk van Doorn. Gezien op 15 april in het Quintus-gebouw. LEIDEN - De eerste produktie van de toen pas opgerichte to neelgroep 'De Tomaat' was een uitvoering van 'Gyges en Kan- daules' van Cees Nooteboom. Dit jaar komt de groep met iets geheel anders: 'Het Contract' is een zelfgeschreven eenakter die op basis van improvisaties tot stand kwam. Ditmaal dus geen literaire ambities, maar een grappige sketch van vijftig minuten over De Liefde, en vooral Het Lustgevoel. De speelstijl, die men vorig jaar in het stuk van Nooteboom niet kon toepassen en kennelijk toch wel beoogde, kan hier naar hartelust worden uitgeleefd. Wat men nu laat zien, is puur schuifdeurenwerk, waarmee de groep overigens naar eigen zeg gen de zogenaamde 'Pythische Spelen' in Groningen heeft ge wonnen. Succes derhalve in het eigen studentencircuit. 'Het Contract' heeft een amusante intrige met een paar kleine regiegrapjes. Hugo en Suzanne houden van elkaar. Ze worden voortdurend achter volgd door Christine, die krui pend op haar knieën smach tend achter hen aan sjokt. Christine draagt daarbij een ro de roos in haar mond, en is ge kleed in een witte onderjurk. Tijdens het verloop van de een akter worden nog meer perso nages door onvervulde verlan gens geplaagd, en ook zij dra gen dan deze outfit der verlief den, inclusief kniebescher mers. Dat zijn nou van die vondstjes die het flinterdunne verhaallijntje genietbaar ma ken. Christine wil Hugo. Om dat te bereiken, schakelt zij haar dienstmeisje in, die op haar beurt weer een beroep doet op een zekere Victor. Deze Victor is een soort makelaar in lust en liefde (hij sluit een contract vandaar de titel), een soort Cu pido zogezegd, en inderdaad verschijnt hij als zodanig aan het eind van het stuk. Het con tract wordt uitgevoerd, maar het resultaat is niet helemaal zoals de bedoeling was. Er wordt gespeeld met stu dentikoze bravoure. De speel stijl is die van een revuesketch: gechargeerd, direct op het pu bliek spelend met allerlei voor de hand liggende trucs. WIJNAND ZEILSTRA BERGEN (ANP) - Aan het straf rechtelijk onderzoek naar de even tuele diefstal van vijf schilderijen Van Lucebert valt weinig eer te be halen. De verklaringen van de ver dachte en de beeldend kunstenaar spreken elkaar tegen en beiden kunnen zich beroepen op getuigen verklaringen, zo verklaarde een po litiewoordvoerder in Bergen. Lucebert liet vorige week maan dag bij het veilinghuis Sotheby's door een advocaat vijf schilderijen in beslag nemen voor zij onder de hamer zouden komen. Volgens Lucebert waren de schil derijen uit zijn atelier gestolen. De verdachte stelde ze te hebben aan getroffen in een vuilcontainer. De politiewoordvoerder deelde verder mee dat de gegevens van het onderzoek naar het openbaar minis terie in Alkmaar zijn gestuurd. Kees de Graaff) Première 'Vrijdag' van Hugo Claus Vrijdag' van Hugo Claus door de Toneel groep Amsterdam. Regie: Sam Bogaerts. Toneelbeeld: Niek Kortekaas. Acteurs: Rik van Uffelen, Arlette Weygers, Tania Van der Sanden, Kees Hulst. Gezien in de Stads schouwburg op 14 april. AMSTERDAM Het afgelopen seizoen was het jaar van Claus. De zestigste verjaardag van de Vlaamse auteur werd gevierd met een boekenweekgeschenk, maar daarnaast ook met een rijke keuze uit zijn toneelrepertoire, vari ërend van zyn nieuwste stuk 'Het Schommelpaard' tot een serie Leidse voorstellingen door Impe rium van zijn ruim dertig jaar ou de 'Een bruid in de morgen'. In die beide stukken vinden we als een van de leidende thema's de kleinburgerlijke hypocrisie, die dertig jaar lang een leidende rol in zijn oeuvre gespeeld heeft, en evenals Heijermans verpakte hy zijn aanval daarop met voorliefde in een komedie van de huiselijke haard. Zijn bekendste werk op dit ter rein werd het uit 1969 daterende 'Vrijdag' over een man die terug keert uit de gevangenis, waar hij een straf heeft uitgezeten na een incestueuze verhouding met zijn dochter. De indertijd door Claus zelf geregisseerde voorstellingen door de Nederlandse Comedie met Fons Rademakers, Elisabeth Andersen, Kitty Courbois en Paul Cammermans leverden hem een van zijn grootste successen op, maar dat weerhield de Toneel groep Amsterdam niet om twin-, tig jaar later op hetzelfde toneel met een nieuwe voorstelling te komen. Naast de uitvoering zelf maak ten het gewaagde gegeven en de zeer directe, toegankelijke, schrijftrant 'Vrijdag' twintig jaar geleden tot een groot succes. De tijd heeft echter niet stilgestaan en diezelfde elementen onder streepten nu het gedateerde ka rakter van dit stuk. Claus' behan deling van het incestgegeven met de vader als slachtoffer van een ongeremde dochter is op zich al voor kritiek vatbaar, maar wordt dat nog meer door de vrouwon vriendelijke tendens die het ge heel beheerst. Daar komt bij dat het absoluut niet meer nodig is een dergelijk gegeven dermate omzichtig te behandelen als Claus het in '69 deed. Een over daad aan dialogen en een hande ling vol milieu-typerende details zorgen voor een lange avond, die bij de première nog extra uitliep door een storing in de belich tingscomputer. Zwak is echter het middendeel, de droomscènes waarin George zijn verhouding met zijn dochter opnieuw beleeft in een aaneenschakeling van flash-backs die voor een heden daags publiek minstens met de helft bekort kan worden. Zy voe gen aan het drama zelf niets toe en in hun poging tot explicatie komen zij dikwijls niet verder dan het intrappen van reeds lang geopende deuren. Het met dikwyls totaal overbo dige details beladen realisme van Bogaerts werkt niet altijd mee om het stuk meer kracht te geven. Het door Claus geconstrueerde pseudo-Vlaams liet hij zoveel mo gelijk als echt Vlaams uitspreken, waardoor de verstaanbaarheid ernstig in gedrang kwam en schril afstak tegen de heldere tekstbe handeling die Claus zelf twintig jaar geleden voorstond. Daarmee schoot hij zijn doel voorbij, want als de poëtische teksten van Claus niet meer het volle effect hebben, bly ft er van een stuk wei nig meer over dan een driestui- versromannetje. In dit geval werkte het bovendien meer dan eens extra komisch en hoewel het in 'Vrijdag' niet aan humor ont breekt, werd er nu door tekstbe handeling en regie wat al te veel op de lachspieren gewerkt. Dat Bogaerts met toewijding geregis seerd heeft en dat de spelers tot overeenkomstige prestaties op hoog niveau kwamen, bleek over duidelijk. Dat 'Vrijdag' niet sterk genoeg was om een dergelijke iet wat eigenzinnige benadering te doorstaan, bleek echter even- PAUL KORENHOF Gitaarduo bestaande uit Juun Voorhoeve en Erik Otte. Werken van Bach. Franck en Mendelssohn en Schu bert. Gehoord op 16 april in de Lokhorst- kerk. LEIDEN De kombinatie van altviool met een gitaarduo is niet erg gebruikelijk en ook niet in alle gevallen voortreffelijk. Zo kostte het een behoorlijke tijd om te wennen aan het ar rangement van Bachs sonate in g klein (oorspronkelijk voor viola da gamba en cembalo). Het clavecimbel met zijn me chanisch aangetokkelde snaren heeft een veel metaliger en scherpere klank dan de met vingers bespeelde gitaarsnaren. Het contrast tussen de verschil lende (altviool en gitaar) stem men van deze meerstemmige sonate ging daardoor nogal eens verloren in dit gitaararran gement van Erik Otte, zodat de grote lijnen van het stuk uitlie pen in een wat zoemerige klan kenbrij. Ook de onderlinge stemming was in het begin nog niet perfect. Akkoordenspel in vele ver schijningsvormen (gelijktijdig aangeslagen of noot na noot ge speeld) was de voornaamste, begeleidende, taak van het gitaarduo in de 'Arpeggione so nate' van Schubert. De arpeg gione (in het Frans: liefdesgi taar) was een (in 1823 bedachte) kruising tussen een gitaar en een cello. In 1824 schreef Schu bert er zijn tegenwoordig op cello gespeelde sonate voor. In de melodieën van dit werk kwam de warme klank van de altviool volledig tot zyn recht, doordat het melodie-instru ment voldoende contrast vorm de met de begeleidende gi taarklanken. Fijnzinnig en ele gant als een licht mousserende witte wijn werd de sonate uitge voerd, waarbij de gelijktijdig snel opzijkykende hoofden van het gitaarduo soms deden den ken aan toeschouwers van een tenniswedstrijd. Over wedstrijden weten Juun Voorhoeve en Erik Otte anders wel mee te praten; onlangs nog behaalden zij de eerste plaats op het 'Concours International de guitare en duo' in Frankrijk. Misschien dat zij daarom zo'n opgewekte indruk maakten. Anders dan veel gitaristen die erg in zichzelf gekeerd lijken, keken Voorhoeve en Otte alert en open de wereld in en hadden meer weg van een voortvarend tv-politieduo dan van dromeri ge, wereldvreemde muzikan ten. Veel indruk maakte ook hun bekoorlijk en intiem gespeelde 'Lieder ohne Worte' van Men delssohn. Niet alleen aan het slot maar zelfs al bij opkomst klonk het applaus waarderend en enthou- MONICA SCHIKS siast. Het Frits Landesbergen Big Band Jubileum Festival met de Frits Landesbergen Big Band. de Big Barchem Band. de Barclay In ternational Big Band en het Trio Joop Schol ten. Gehoord op 15 april in het Waagge bouw Leiden. LEIDEN - Wie ook maar een beetje geïnteresseerd is in de jazz in Leiden en omgeving kent wel de big band van vibrafonist Frits Landesbergen. In zijn twintigja rig bestaan is dit grote orkest een onmisbaar onderdeel geworden van de Leidse jazzscene. Om dit uitbundig te vieren werd met be hulp van de nodige sponsors de Leidse Waag afgehuurd voor een concertprogramma met doorlo pende live-muziek. De organisa toren hadden gekozen voor een avond waarin drie big bands de hoofmoot vormden en de pauzes opgevuld werden door het trio van de gitarist Joop Scholten. Een dergelijke programmering houdt natuurlijk enige risico's in. Er bestaat het gevaar dat al die big bands met elkaar vergeleken worden en dat zy stilistisch of qua klankkleur een eenheidsworst gaan i Al aan het begin van de avond was de zaal bijna helemaal volge lopen, zodat wat dat aangaat de organisatoren tevreden konden zyn. Ook was het een verstandige keus om de bekende presentator Cees Schrama in te huren, die on der alle omstandigheden een pu bliek enthousiast kan maken voor het gebodene. Voorwaar op die zaterdagavond geen makkelij ke taak, want aan het eind van de avond leek men nogal vermoeid door al dat big band-geweld met de zware ensemble-partijen. Het muzikale verloop kende een op gaande lijn, maar waar het voor namelijk aan ontbrak was een rit mische en stilistische variatie het geen versterkt werd doordat bij na alle stukken van een zware vierkwarts-beat werden voorzien. Het repertoire van de jubilerende big band zal vele Leidse lezers ge noegzaam bekend zijn; het be staat op enkele uitzonderingen na uit vrij bekende en typische big band-stukken, waarbij men in stijl ongeveer tussen Count Basie en Woody Herman opereert. Wat ook deze keer opviel, was dat de ensemblepartijen meer dan ver dienstelijk werden afgewerkt, maar dat de solopartijen qua op bouw minder aandacht kregen. Desondanks mag Leiden bly zijn dat er een dergelijk instituut als de Frits Landesbergen Big Band geregeld binnen de singels op treed. Een bijna even oud orkest is de Big Barchem Band onder leiding van Joan Reinders, die op zijn beurt trombone speelt in het Dutch Jazz Orchestra van Jerry van Rooijen. Bij deze big band, die qua stijl de Leidse band voor een groot deel overlapt, loopt al les iets gesmeerder, maar nog steeds was het niet echt onge dwongen swingen geblazen, be halve toen in een viertal nummers gasttrombonist Bart van Lier de lead- en solo-partyen voor zijn re kening nam. Hij bevestigde dat, wanneer maar de benodigde fan tasie aanwezig is, een enkel schoonheidsfoutje makkelijk ver geten wordt. Dezelfde Joan Rein ders leidde ook de Big Band van een bekend Zuidafrikaans siga rettenmerk. Hierbij werd het pu bliek getrakteerd op complexe ar rangementen van meer heden daagse Amerikaanse orkestlei ders, zoals Bob Mintzer of (eigen lijk Canadees) Rob McConnell. Alle ensemblewerk verliep bij dit orkest zeer goed, met de kantte kening dat de ritmiek weer oud- hollands zwaar was. Een minder gelukkige vondst was de inzet van zangeres Silvia Langelaan, die op overbekend materiaal (Manhattan Transfer) vlak en af en toe vals intoneerde. Tussen de podiumwisselingen door, die heel vlot verliepen, was in een deel van het gebouw Joop Scholten met begeleiding te ho ren. Hy had de ondankbare taak om serieus te musiceren, terwijl er af en toe nogal luid geconver seerd werd. Misschien is het ver standig om in een dergelijke niet al te grote ruimte als het Waagge bouw even geen live muziek ten gehore te brengen. Het spel van Joop Scholten, die als altijd tame lijk rustig speelde, vormde een prettig contrast met het big band- geweld, ook al heeft hij de neiging om zijn articulatie in te halen in snellere improvisaties. In grote lijnen was het derhalve een geslaagde avond, al hoop ik niet dat het publiek daardoor in de mening verkeerde een repre sentatief beeld van de heden daagse big band-praktijk te heb ben gekregen. KEN VOS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 23