OEKEN Eerbewijs aan een moeder Van Emmerik en Bastet: geblaat en nostalgie Poëzie als natuurlijk evenwicht tussen hemel en aarde LITERATUUR Verrukkelijke, lichtvoetige verhalen van Italo Calvino Bloemlezing horrorverhalen fa Marokkaans meisje tussen twee culturen DONDERDAG 6 APRIL 1969 PAGINA 27 „Mijn moeder is gestorven op maandag 7 april in het bejaarden centrum van Pontoise, waar ik haar twee jaar geleden had geplaatst". Met deze kale mededeling begint 'Een vrouw' van Annie Ernaux. Het boek heet een roman te zijn, maar in feite is het de persoonlijke ge schiedschrijving. van Ernaux over liaar moeder. Een dun boekje met een ongelooflijke persoonlijke en historische lading. In 1983 schreef zij 'De plek', eveneens een roman, over haar vader. De stijl van Ernaux is in deze twee boekjes volledig ontdaan van overbodigheden en franje. In 'De plek' geeft zij op deze stijl de vol gende toelichting: „Bij het verslag uitbrengen van een leven dat in het teken van de armoede stond, heb ik niet het recht om in de eerste plaats voor de kunst te kiezen of te probe ren iets boeiends of ontroerends te schrijven. Geen poëzie der herinne ringen, geen jubelende toon. Als vanzelf schrijf ik in een vlakke, ba nale stijl. Diezelfde stijl die ik vroe ger gebruikte wanneer ik aan mijn ouders schreef om hen van de be langrijkste gebeurtenissen op de hoogte te stellen". Ernaux wil dus voor alles recht doen aan de werkelijkheid. Haar werkelijkheid en die van haar ou ders, Normandiërs van boerenaf komst. Een vriendelijke, zorgzame vader en een mooie moeder, gesteld op, opschik en geïnteresseerd in boeken. De moeder is van de twee de sociaal stuwende kracht. Zij ont- snapt aan de fabriek door een win kel annex café te beginnen, en zij helpt haar dochter .vooruit door haar te stimuleren in haar ontwik keling, door haar schoolstudie aan te moedigen, en niet van haar te ver langen dat ze helpt in het huishou den of in de winkel. „Haar diepste verlangen was mij alles te geven wat zij niet had gehad". Om uit de armoede omhoog te kunnen klimmen wil ze maar één kind. Het eerste kind, een meisje, overlijdt jong. Enkele jaren later wordt een tweede dochter geboren, een nieuwe hoop op de toekomst. De ambities van de moeder, voor zichzelf en voor haar dochter, wor den verwezenlijkt, maar de prijs is hoog. De groter wordende afstand tot de orders, die ieder opgroeiend kind moet doormaken, wordt des te pijnlijker omdat de dochter tot een andere wereld gaat behoren. Ze wordt lerares, trouwt een intellectu eel en krijgt twee zoons. Wanneer de moeder weduwe is geworden en problemen krijgt met haar gezondheid, neemt de dochter haar in huis. De pagina's waarin de tweeslachtige reacties van de doch ter op deze nieuwe situtatie worden beschreven, behoren tot de mooiste van het boek: „Het was een zachte dag in januari. Zij is 's middags aan gekomen, met de verhuiswagen, toen ik nog op school was. Toen ik thuis kwam heb ik haar in de tuin zien staan, haar kleinzoon van een jaar in de armen Haar haar was helemaal wit, ze lachte boordevol vitaliteit. Van verre riep.ze me toe: Je bent op tijd. Met een klap reali seerde ik me: voortaan leef ik altijd onder haar ogen". Hoezeer 'Een vrouw' ook reken schap geeft van vervreemding, van gespletenheid en van pijn, het geeft vooral een intens liefdevol beeld van de moeder en van het soort mensen waartoe ze behoort. In dit opzicht overschrijdt het boek de grenzen van het persoonlijke en van Normandië. Want de luidruchtige, ruwe omgangsvormen die Ernaux schetst, zijn niet aan een land of streek maar aan een klasse gebon den en daardoor heel herkenbaar. „Zoals veel talrijke families vormde de familie van mijn moeder een clan, dat wil zeggen dat mijn grootmoeder en haar kinderen zich op dezelfde manier gedroegen en hun halfboerse arbeidersbestaan leefden, zodat je ze herkende, de D.'s. Ze schreeuwden allemaal, mannen en vrouwen, onder alle om standigheden. Van een uitbundige vrolijkheid, maar ook lichtgeraakt, zij maakten zich snel kwaad en wonden er geen doekjes om als ze iets te zeggen hadden. Bovenal de trots van hun werkkracht Voort durend tot het uiterste gaand in hun omgeving, stelden zij er de zeker heid tegenover iemand te zijn. Van daar misschien die razernij waar mee ze zich overal op wierpen: wer ken, eten, lachen tot je niet meer kunt en een uur later verklaren: Ik ga me verdrinken in de regenton". Het is moeilijk om 'Een vrouw' te lezen zonder dat daarbij voortdu rende informatie uit de eerder ver schenen romans meespeelt. De drie boeken gaan over fundamentele as pecten van een vrouwenleven. Ze overlappen elkaar, maar verrijken en nuanceren elkaar ook. In 'De be vroren vrouw' (1981) wordt op een breedvoeriger, romanachtiger ma nier dan in 'Een vrouw' verslag ge daan van de verburgerlijking van een vrouwenleven. Het zich aanpassen aan hoe een vrouw moet zijn, het zich onder schikken aan de echtgenoot, gedrag dat in geen enkel opzicht overeen komt met het sterke, trotse beeld dat de vrouw door haar moeder voorgeleefd heeft gekregen, komt echter ook hier aan de orde. „Ik be leefde mijn puberteitsrévolte op de romantische manier, alsof mijn ou ders van de middenklasse waren. Vandaar dit bittere verwijt dat ik evenmin begreep als zij mijn hou ding: Als ze jou met twaalf jaar de fabriek ingejaagd hadden, zou je niet zo zijn. Je weet niet hoe geluk kig je bent". Dit laatste zinnetje geeft een wrange waarheid aan: dat alle in spanningen van de moeder geme ten naar materiële en maatschappe lijke normen succes hebben gehad, maar niet tot persoonlijk geluk heb ben geleid. Het motto van Hegel dat aan het boek voorafgaat is wat dat betreft perfect van toepassing: 'Het is een misvatting te beweren dat de tegenstrijdigheid ondenkbaar is, want zij bestaat maar al te werkelijk in de smart die voortleeft'. Het lezen van de drie romans van Ernaux laat het beeld na van een vrouw, lerares, moeder van twee zoons, gescheiden, wier ouders overleden zijn. Je zou willen weten hoe het met die vrouw verder gaat. Ze hoort nergens meer bij: niet bij de kleine lieden, niet bij de bour geoisie, niet bij haar man. Ernaux wilde niet iets boeiends of ont roerends schrijven. Dat heeft ze toch gedaan. Het is een boek dat uit noodzaak geschreven lijkt en daar door een pure, overrompelende kracht heeft. INGE VAN DEN BLINK Van Judy van Emmerik, schrijfster, had ik nog nooit gehoord of iets ge lezen, want er ontglipt je in de litera tuur weieens wat. Op die manier is mij ontgaan dat een boek als "Er moet nodig eens gelucht worden" destijds "het meest opmerkelijke boek van de laatste jaren" is ge noemd (in Vrij Nederland), dat daardoor "het literaire wereldje even in verbijstering (werd) ge bracht" (Opzij) en dat "het als twee druppels zwavelzuur (lijkt) op W.F. Hermans" (volgens NRC Handels blad). "Waarmee is gezegd, dat Judy van Emmerik onmiskenbaar een li terair talent is", besluit de flaptekst van 'De geest van het borstbeeld', een nieuwe verhalenbundel van het Talent, voldaan. Dergelijke reclameteksten doen het ergste vrezen en eigenlijk zou je nieuw werk van een auteur die zo de grond in wordt geprezen, een tijdje moeten laten liggen om niet meteen tot onbezonnen afkeer te komen. Dat heb ik gedaan, maar geholpen heeft het niet. De geestetc. is een van de zwakste bundels verhalen die ik "de laatste jaren" heb gelezen. In de elf vertellingen is steevast een vrouwelijke ik-figuur de hoofd persoon. Allerlei leut en vooral leed (dat laatste niet zelden door herèn berokkend) komt aan de orde, meest zonder onderling verband, al is er als "rode draad" soms wel spra ke van een fijne relatie tussen een grootmoeder en een kleindochter. De meeste verzinsels zijn te onbe nullig om hier dieper op in te gaan, maar enkele wil ik wel vermelden omdat de erin uitgewerkte ideetjes zo buitengewoon flauw en absurd zijn. In "De verdachte" bijvoor beeld staat een jonge moeder te recht die haar boreling, een haas (tja), rauw heeft verorberd. De re den voor dit zondige^ hapje "gaat zo'n beetje terug tot "de klassieke Grieken", de bijbel en de Neder landse wetgeving, en is te mal om uiteen te zetten. "Een dubbele jenever" is getob in een vrouwencafé over de dood van een alcoholistische vriendin en be staat voornamelijk uit slecht ge schreven, sentimenteel gejammer. "Spaanse deuren" is een raar detec- tiefje met voorspelbare afloop: schrijftrant, zelfvoldaanheid van de ik-figuur en uitwerking doen den ken aan een LOI-cursus "Creatief Schrijven voor gevorderden". "Datzelfde geldt voor "Een koning en twee torens", waarin de "ik" een hekel heeft aan haar vader èn aan kwajongens die niet willen toege ven dat ze van een meisje met scha ken kunnen verliezen. Leuk voor een feministisch schoolkrantje. Dit zijn overigens verhalen die met een beetje mildheid nog lees baar-mogen heten. Dat geldt niet voor de mateloze onzin in "Een feest", een idiote fantasie over een partijtje waarin de hoofdpersoon verzeild raakt, waaraan geen touw valt vast te knopen. Maar het aller ergste is toch het afsluitende "Mijn zuster", "dat verhaalt over een vrouw die geen zus heeft, maar om dit feit voor haar minder emotioneel te kleuren toch over haar zus spreekt". Eerder gepubliceerd in het tijdschrift Holands Maandblad, waar iemand kennelijk even niet heeft opgelet. Het behelst, meen ik, een tirade tegen psychiaters en is het summum van het gekakel, de woordenbrij en het onbeheerste ge pruttel waaraan de hele bundel in feite mank gaat. Dolle gedachtenstromen, gevat in korte, bozige zinnetjes: "Om te be ginnen is het begrip gek niet te defi niëren of te specificeren. Het valt slechts te omschrijven. Maar bij een poging daartoe blijkt algauw hoe rekbaar het is. Want gek is dat wat afwijkt. Wat buiten de standaard valt. En dat is veel. Heel veel. Draagt een bevolking blauwe broe ken, maar is er één die een rode draagt, dan is die gek. Niet goed wijs. Daar moetje niet mee omgaan. Links laten liggen. Boycotten. En als het kan: plagen. Sarren. Treite ren. Zijn rode broek bevuilen en aan flarden rukken". En zo gaat het ruim acht bladzijden door, zinnetjes en kreten vol achterhaalde levens wijsheden. Een akelig bundeltje vrouwengeschetter. Een volkomen tegenstelling tot Van Emmerik's neurotisch geblaat is de rustige verteltrant van F.L. Bastet, toch evenmin een groot lite rair auteur. Bastet is vooral bekend en terecht geroemd om zijn werk over verwante auteurs als Couperus en Vosmaer, en de prachtige i F.L. Bastet waarop hij de klassieke oudheid voor een breed publiek tot leven weet te roepen. Tussendoor verschijnen van hem ook bundels vertellingen die vooral uitblinken door de haast 19e eeuw- se romantische sfeerbeschrijvin gen. Zijn nieuwste bundel heet 'De Stoptrein en andere verhalen': vol monter cynisme, een lichte, wat treurige humor en nostalgisch be schreven landschappen. Ook hier af en toe absurdisme, maar anders dan het werk van Van Emmerik van her kenbare menselijkheid. De onderwerpen zijn uiteenlo pend: een man die zijn dode kater weer wil opgraven ("Een moeilijk werk, voor een man in een rol stoel"), een oudere, eenzame vrouw die een correspondentie denkt te onderhouden met God, een onaan genaam bezoek aan een kasteel in Frankrijk, een mysterieus bezoek aan het graf van een dichter, een reisgezelschapen Egypte, een schil der die tenslotte toch niet "door breekt", een nachtelijke treinreis naar Leiden. Alle verhalen hebben een prettige natuurlijke toon van vertellen ge meen, plus een zekere boosaardige pointe die het menselijk gedrag in een somber en tegelijk amusant daglicht plaatst. Het contrast tussen de menselijke aard en de onbekom merde pracht van natuur en cultuur is bij Bastet zuiver, mild en ironisch beschreven. In het titelverhaal waarmee de bundel besluit, reist de hoofdper soon met de laatste stoptrein van Utrecht naar Leiden. Van een oude kennis heeft hij een stapeltje ma nuscripten meegekregen, gedich ten en romantische jeugdstukjes die hij veertig jaar geleden tijdens een verblijf op Corsica heeft ge- (archieffoto) schreven. Hij herleest ze in de trein met een zwaarmoedige mengeling van schaamte, cynisme en ontroe ring; uiteindelijk komt hij tot een, misschien ook voor Bastet zelf ken merkende slotsom: "Dit, na veertig jaar twijfel en aar zelen, bleek het enige wat je ér uit over hield: er viel niets te weten. Er was geen verschil tussen goed schrijven en slecht schrijven, tus sen kunst en kitsch, tussen wezen en schijn. In de valse dingen, dacht hij, ben ik misschien het meest echt geweest". Een berustende stelling waaraan, zowel in Bastet's geval als in dat van Van Emmerik, èen hoop valt te mor relen. ROB VOOREN Dc geest van bet borstbeeld, Judy van Emmerik. Uitg. De Prom, ƒ22,50. De Stoptrein en andere verhalen, F.L. Bastet. Uitg. Kwadraat, 15,-. Een soldaat die in de trein naast een dame komt te zitten en met een schok beseft dat ze haar dijbeen te gen hem aan drukt. Zit ze te krap of zou ze wat in hem zien? Voorzichtig, heel voorzichtig, gaan de vingers van de soldaat op verkennings tocht. Waarom reageert ze niet als zijn vingers de stof van haar rok be roeren? Merkt ze het niet of zou ze deze aanraking goedvinden? Of denkt ze misschien dat het een on bewuste handeling is, veroorzaakt door de beweging van de trein-? Hoe dit gaat aflopen mag u lezen in 'Het avontuur van een soldaat', het eerste verhaal uit Italo Calvino's bundel 'De moeilijke liefdes'. Deze verhalen, die behoren tot Calvino's vroege werk, zijn verrukkelijk om te lezen. Ze zijn met een vlijm scherp pennetje geschreven en de intelligente, lichtvoetige, bespiege lingen van Calvino geven ze telkens net dat beetje extra mee dat een goed verhaal moet hebben. Een goed voorbeeld daarvan is het verhaal 'Het avontuur van een fotograaf. Een vrijgezel ziet hoe zijn getrouwde kennissen en vrienden elkaar tijdens gezinsuitstapjes op de kiek zetten. Soms vragen ze aan hun vrijgezelle vriend of hij de ca mera wil bedienen. Hij doet dat ook af en toe, maar vindt het een wat de primerende bezigheid. Hij ziet in dat fotograferen alleen maar een po ging om het heden te beleven als een toekomstige herinnering, maar vraagt zich af wat er gebeurt met het heden en de toekomst zelf? Wat je zou moeten doen is die foto's zelf weer fotograferen. Op die manier leg je zowel verleden, Jieden en toe- Als ik Karl Edward Wagner mag ge loven worden er momenteel meer griezelverhalen geproduceerd dan ooit. Hij kan het weten, want voor de negende maal heeft hij een bloemlezing samengesteld, die voor de derde keer is vertaald onder de titel 'De beste horrorverhalen van het jaar'. Wagner vertelt in zijn voorwoord dat hij letterlijk meters hoge stapels griezelwerk heeft moeten doorwor stelen om zijn keus te bepalen. Tal van boeken en tijdschriften met horrorverhalen geschreven door be roepsschrijvers en amateurs. In de bloemlezing treft men werk aan van fenomeen Stephen King, maar ook pennevruchten van geheel onbe kende schrijvers. Voor de liefhebbers uiteraard een boek om van te likkebaarden. Jam mer dat de uitgave zo wordt ont sierd door de onsmakelijke foto montage op de omslag: aan een los hoofd een hand die een ander hoofd wurgt. Een wat al te suggestieve weergave van het begrip horror. Een illustratie van een van mijn be zwaren tegen het genre: de grens tussen griezelen en onsmakelijkhe den is zo vaag dat sommige schrij ver hem te gemakkelijk overschrij den. KOOS POST De beste horrorverhalen van het jaar, Karl Edward Wagner, uitg. Loeb, f 25,-. komst vast. Het is e§n mind-twister deze oplossing, maar na enig naden ken moetje Calvino min of meer ge lijk geven. Het mooiste verhaal uit de bundel is misschien ook wel het eenvoudig ste. Het gaat over een echtpaar waarvan de man 's nachts werkt en de vrouw overdag. Als de man 's morgens van zijn werk terugkomt en naar bed gaat, zoekt hij altijd de kant op waar zijn vrouw heeft gesla pen. De vrouw daarentegen zoekt als zij 's avonds naar bed gaat de kant op waar ze denkt dat haar man heeft gelegen. Over dat moment schrijft Calvi no: "Liggend op haar kant gleed ze met haar voet naar de plaats van haar man, om zijn warmte op te zoe ken, maar iedere keer merkte ze dat het warmer was op de plaats waar zij sliep, een teken dat Arturo (haar man, CvH) daar ook had geslapen, en dit vervulde haar met grote te derheid". Met recht een 'moeilijke' liefde. Maar wat een prachtig sub tiel einde van Calvino. Wie het andere werk van Calvino kent, weet dat deze schrijver niet al leen mooi kan schrijven maar ook erg meeslepend. Ook in deze bun del is er weer zo'n verhaal datje niet alleen maar leest, maar datje 'over komt' Het staat in het tweede ge deelte en gaat over een echtpaar dat terechtkomt in een streek die wórdt geteisterd door Argentijnse mieren. Het deed me denken aan het werk van Kafka, dit verhaal. Ik heb het niet zonder jeuk kunnen uitlezen. Ik had het idee dat de mieren in ge sloten kolonnes van de bladzij af marcheerden. CEES VAN HOORE KOOYKER Boekhandels: Breestraat 93.2311 CK Leiden. Tel. 071-160500. Leidse Plein AZL, RijnsburQefweg 10.2333 AA Leiden. Tel. 071-160515. ADVERTENTIE Nieuw in ons assortiment! Computerboeken. Wenskaarten. Kantoorartikelen. Prinsessekade 3-4 2312 DA LEIDEN TEL. 07M40208 De poëzie van Ad Zuiderent is niet onopgemerkt gebleven. Kwam men aanvankelijk nog met verwijten over duisterheid en gewild woord spel, spoedig bleek het de moeite waard Zuiderent in zijn ontwikke ling te volgen, al was daar geduld voor nodig. Zijn nieuwste bundel 'Op het droge' is slechts de vijfde sinds zijn debuut in 1968. Na een onstuimig begin blijkt hij al sinds enige bundels een bedacht zaam oeuvrebouwer. Zijn thema tiek: besef van vergankelijkheid en ondergang, twijfel aan de zin van het (moderne) leven en hoop op or dening van de chaos. Zo'n opsom ming doet weinig recht aan zijn ei gengereide poëzie. Beter typerend is Zuiderent's po ging een natuurlijk* evenwicht te scheppép tussen 'hemel' en 'aarde'. Alleen in de kunstmatige structuur van het gedicht is zo'n poging doel treffend, wat zijn obsessie verklaart voor het hecht gebouwde vers, de soms Rederijker-achtige versvor men, cycli verzen en een zorgvuldig opgebouwde bundeling. En even typisch: de paradoxale positie van het woord als ontoereikend en zelfs verdacht werktuig en tegelijkertijd als enig mogelijk antwoord. 'Op het droge' is weer zo'n ge structureerde bundel, waarin Zui derent van vers tot vers, ruimte en beperking van het gedicht onder zoekt. De thematiek blijft consis tent. Volgens de inleiding op de flap: '....voor je het weet, ben je bij de doden op bezoek, en spreek je hen toe. Of je wordt gelokt door her inneringen, lokaties, geliefden, woorden aan de horizon: je zingt in de regen van het verleden, van de liefde die komt en van gedaante ver andert, van je stad, van een ander land, van de wisselingen van het le ven, kortom'. Die 'wisselingen van het leven' .zijn de aanduidingen tot het ge dicht. Hoe dat werkt, staat haast uit dagend programmatisch in het fraaie openingsgedicht 'Uit de lucht'. Daar schrijft Zuiderent, pei- lend formulerend met woorden als 'dusdanig' en 'derhalve': Wat in ether de engelen deden soms dichters,! het liet zich niet zeg gen in woorden van mensen J dusda nig was zwijgen hun goddelijk merk.! Maar desondanks zijn er woorden te vinden voor de blijkbaar geïnspi reerde dichter: Het hoeft niet gevleugeld, maar licht soms, een bladjel dat de natuur op het water laat drijven,! 't en weet niet van heden of horizon.! Haal maar liever je lier van de wilgen derhalve.! Het woord dat je toevalt, dat danst op je adem, als lucht bo ven vlammen, ehterisch wieweet.l Slechts in het gedicht bestaat die kans dat het woord je toevalt, zoals het bladje bij Gezelle. Daarmee is de dichter, en de lezer niet minder, een gelukskind. De dichter als hemel bestormer verandert in de niet toe vallige vinder die het woord voor het oprapen heeft. Zich sterk makend met verwijzin gen naar bijbel en landschap, pro fessioneel uitgerust met kunstgre pen en virtuositeit, bouwt Zuide rent zijn bundel. In het slotgedicht 'Keukengeheim' wordt zijn poëtica nog eens duidelijk samengevat. Met een verwijzing naar het gedicht 'Im passe' van Mgrtinus Nijhoff waar de intussen klassieke vraag wordt ge steld: 'waarover wil je dat ik schrijf?' Nijhoff keukengeheim: 'ik weet het niet'. Zuiderent's uitweg uit die impasse is 'het woord, dat je toevalt, als lucht boven vlammen Hij sluit af met: 'Dan zingt de ketel,! tweede stem ben jij,/ trillende lucht de vlammen ver te boven.! O, lichaam dat de eeu wen heeft betoverd,! laat mij niet on bewogen. Stoom, kom vrij'.! In die vrijheid is er ruimte voor het etherisch wieweet waarvan de toevallige lezer getuige kan zijn. 'Maakt het schrijven van gedichten gelukkiger en sterker dan zwij gen?', vraagt Zuiderent. Of de lezer van zijn poëzie gelukkiger wordt? Zijn ironie verbiedt zo'n sprookjes achtig slot. De lezer kan het doen met die prettig corrupte filmdia- loog: Are you happy? I am excited. Is that happy? WIM VEGT Het negentienjarige Marokkaanse meisje Zohra Zarouali woont sinds haar achtste in Nederland. In haar boek 'Amel' beschrijft zij de proble matiek van islamitische meisjes in een westerse samenleving. Het meisje Amel is verliefd op ee niet-is- lamiet en dreigt door haar familie te worden uitgehuwelijkt. Amel houdt gedeeltelijk vast aan Marokkaanse principes: zij trouwt met haar neef Faisel. Het is een verhaal dat is bedoeld als eye-opener: Marokkanen in Ne derland zijn roomser dan de paus. Voor de Marokkanen is Amel een Nederlandse, voor de Nederlanders is zij een Marokkaanse. Wat is zij ei genlijk? Het ontegenzeglijk auto biografisch karakter van het boek wordt door Zohra ontkend. Op zich zelf al tekenend voor de moeilijke si tuatie waarin zij zich bevindt. Zohra Zarouali heeft nauwkeurig geschreven. Dat blijkt onder andere uit de zorgvuldige keuze van de na men in het boek: Amel betekent in het arabisch 'hoop' en de naam van de neef met wie zij trouwt, Faisel, staat voor zoiets als 'gerechtvaar digde scheiding'. Verder is haar taal vlak, zijn de beelden vaak clichématig en is de verhaalvorm recht-toe-recht-aan. Dat wordt allemaal ruimschoots ge compenseerd door het uitzicht dat het boek geeft op een wereld die de meeste mensen niet kennen. De we reld van een meisje dat balanceert tussen twee culturen. Niet een boek voor literair, esthetisch plezier, wel een boek dat een raam openzet. Voor lezers vanaf 12 jaar. VICTOR FREDERIK Literatuur 'De woeste hoogten'. Een vertaling van het wereldberoemde boek van Emily Brönte door Frans Kellendonk.. Uitgeverij Veen f54,90. 'De tijd zal het leren' door. Christopher Nolan. Autobiografi sche roman waarvoor de zwaar ge handicapte Ierse schrijver in 1988 de belangrijke Whitbread Book of the Year ontving. Uitgeverij Amber f25,00. 'De dag van de schepping' door J. Ballard. Nieuwste roman van de au teur van het boek 'Empire of the Sun'. Uitgeverij Amber f34,50. 'De slinger van Foucault' door Umberto Eco. Roman tegen de ach tergrond van de studentenprotes ten in de jaren zestig. Uitgeverij Bert Bakker f49,50. 'Ijlings naar nergens'. De corres pondentie van Ward Ruyslinck en zijn Zeeuwse vriend Aarnout de Bruyne. Uitgeverij Manteau. 'Het verhaal van mijn leven' door Jay Mclnerney. Een roman over het leven in New York in de jaren tach tig. Uitgeverij Bert Bakker f29,90. 'De waarheid over Lorin Jones' door Alison Lurie. Roman waarin een Newyorkse kunsthistorica een biografie schrijft over een overle- Poëzie 'Ik heb de stilte afgezet' Debuutbun del van Els van Stalborch, die draait om het thema: wat doet de tijd met de mens en wat de mens met de tijd. Uitgeverij Kwadraat, f 15,00. 'De vrouw van zwaarden'. Bundel van Remco Ekkers. Uitgeverij Meu- lenhoff, f29,50. 'De lariekoek'. Een bundel vrolijke gedichten van vooraanstaande, of in elk geval bekende Nederlanders. Daaronder bevinden zich Willem Duys, Henny Huisman, Neelie Smit-Kroes, Onno Ruding en Erwin Kroll. Uitgeverij Bruna, 9,90 'Gedichten 1959-1963'. Verzameling gedichten van Ans Wortel uit deze beginperiode van de dichteres. Uit geverij Fontein, 24,50 'Misschien heet ze niet Susan'. Een serie op de jeugd geschreven ge dichten van Leendert Witvliet, zelf leraar op een middelbare school. Een deel van de gedichten ver scheen eerder in dag- en weekbla den. Uitgeverij Bert Bakker, f 14,90 'De messiaanse kustis een dicht-' bundel van Pieter Boskma, waarin vooral de altijd wijkende horizon centraal staat. Uitgeverij In de Knipscheer, f29,50 'Paleis der ingewanden'. Dicht bundel van René Huigen, waarin hij hij tracht het aardse en hemelse tot een geheel te smeden. Uitgeverij In de Knipscheer, f24,50 Non fiction 'Richard Burton, biografie', geba seerd op zijn dagboekfragmenten. Geschreven door Melvyn Bragg. Een ontmoeting met de mens, ac teur, alcoholicus en minnaar Bur ton. Vijfhonderd pagina's dik, uitg. Unieboek, f 49,90. 'De stille liefde van23 filmster ren en een hond', Vierentwintig schrijvers en journalisten noteer den voor het filmblad Skoop wie hun Geheime Liefde is, bijeenge bracht in een album vol glamourfo to's. Uitg. Unieboek, f 14,90. 'Het groene blaadje', Barbara Gordon. Waarom oudere mannen vaak de voorkeur geven aan jongere vrouwen. Uitgever Spectrum, f29,90. 'De kunst van boekverbranding'. Een uitgave van Reaal uitgevers te Lisse naar aanleiding van de hetze rond het boek 'De Duivelsverzen' van Salman Rushdie. Wat gaat er schuil achter het idee boeken te ver branden? Prijs f7,90. 'In de schaduw van de Medici, Uit de Memoires van Marco Parenti', Mark Philips. De historicus Philips schetst de geschiedenis van de koopman Marco Parenti die door zijn huwelijk betrokken raakt bij de machtsstrijd tussen een aantal fa milies in Florence na 1464. Uitgever De Haan, f49,90. 'Luchtkastelen en Gouden Ber gen', dr. R.Th. Wijmenga. Over de zinloosheid van beleggingsadvie zen. Uitgeverij Balans, f 19,50. Misdaadromans 'Spionnen horen', Len Deighton. Het eerste deel van een nieuwe spio- nage-trilogie, getiteld 'Horen, zien en zwijgen', waarin de Britse gehei me dienst centraal staat. Uitg. De Boekerij, f 18,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 27