OEKEN
Eerbewijs aan een moeder
Van Emmerik en Bastet: geblaat en nostalgie
Poëzie als natuurlijk evenwicht tussen hemel en aarde
LITERATUUR
Verrukkelijke, lichtvoetige
verhalen van Italo Calvino
Bloemlezing
horrorverhalen
fa
Marokkaans
meisje tussen
twee culturen
DONDERDAG 6 APRIL 1969
PAGINA 27
„Mijn moeder is gestorven op
maandag 7 april in het bejaarden
centrum van Pontoise, waar ik haar
twee jaar geleden had geplaatst".
Met deze kale mededeling begint
'Een vrouw' van Annie Ernaux. Het
boek heet een roman te zijn, maar in
feite is het de persoonlijke ge
schiedschrijving. van Ernaux over
liaar moeder. Een dun boekje met
een ongelooflijke persoonlijke en
historische lading. In 1983 schreef
zij 'De plek', eveneens een roman,
over haar vader.
De stijl van Ernaux is in deze
twee boekjes volledig ontdaan van
overbodigheden en franje. In 'De
plek' geeft zij op deze stijl de vol
gende toelichting: „Bij het verslag
uitbrengen van een leven dat in het
teken van de armoede stond, heb ik
niet het recht om in de eerste plaats
voor de kunst te kiezen of te probe
ren iets boeiends of ontroerends te
schrijven. Geen poëzie der herinne
ringen, geen jubelende toon. Als
vanzelf schrijf ik in een vlakke, ba
nale stijl. Diezelfde stijl die ik vroe
ger gebruikte wanneer ik aan mijn
ouders schreef om hen van de be
langrijkste gebeurtenissen op de
hoogte te stellen".
Ernaux wil dus voor alles recht
doen aan de werkelijkheid. Haar
werkelijkheid en die van haar ou
ders, Normandiërs van boerenaf
komst. Een vriendelijke, zorgzame
vader en een mooie moeder, gesteld
op, opschik en geïnteresseerd in
boeken. De moeder is van de twee
de sociaal stuwende kracht. Zij ont-
snapt aan de fabriek door een win
kel annex café te beginnen, en zij
helpt haar dochter .vooruit door
haar te stimuleren in haar ontwik
keling, door haar schoolstudie aan
te moedigen, en niet van haar te ver
langen dat ze helpt in het huishou
den of in de winkel. „Haar diepste
verlangen was mij alles te geven wat
zij niet had gehad".
Om uit de armoede omhoog te
kunnen klimmen wil ze maar één
kind. Het eerste kind, een meisje,
overlijdt jong. Enkele jaren later
wordt een tweede dochter geboren,
een nieuwe hoop op de toekomst.
De ambities van de moeder, voor
zichzelf en voor haar dochter, wor
den verwezenlijkt, maar de prijs is
hoog. De groter wordende afstand
tot de orders, die ieder opgroeiend
kind moet doormaken, wordt des te
pijnlijker omdat de dochter tot een
andere wereld gaat behoren. Ze
wordt lerares, trouwt een intellectu
eel en krijgt twee zoons.
Wanneer de moeder weduwe is
geworden en problemen krijgt met
haar gezondheid, neemt de dochter
haar in huis. De pagina's waarin de
tweeslachtige reacties van de doch
ter op deze nieuwe situtatie worden
beschreven, behoren tot de mooiste
van het boek: „Het was een zachte
dag in januari. Zij is 's middags aan
gekomen, met de verhuiswagen,
toen ik nog op school was. Toen ik
thuis kwam heb ik haar in de tuin
zien staan, haar kleinzoon van een
jaar in de armen Haar haar was
helemaal wit, ze lachte boordevol
vitaliteit. Van verre riep.ze me toe:
Je bent op tijd. Met een klap reali
seerde ik me: voortaan leef ik altijd
onder haar ogen".
Hoezeer 'Een vrouw' ook reken
schap geeft van vervreemding, van
gespletenheid en van pijn, het geeft
vooral een intens liefdevol beeld
van de moeder en van het soort
mensen waartoe ze behoort. In dit
opzicht overschrijdt het boek de
grenzen van het persoonlijke en van
Normandië. Want de luidruchtige,
ruwe omgangsvormen die Ernaux
schetst, zijn niet aan een land of
streek maar aan een klasse gebon
den en daardoor heel herkenbaar.
„Zoals veel talrijke families
vormde de familie van mijn moeder
een clan, dat wil zeggen dat mijn
grootmoeder en haar kinderen zich
op dezelfde manier gedroegen en
hun halfboerse arbeidersbestaan
leefden, zodat je ze herkende, de
D.'s. Ze schreeuwden allemaal,
mannen en vrouwen, onder alle om
standigheden. Van een uitbundige
vrolijkheid, maar ook lichtgeraakt,
zij maakten zich snel kwaad en
wonden er geen doekjes om als ze
iets te zeggen hadden. Bovenal de
trots van hun werkkracht Voort
durend tot het uiterste gaand in hun
omgeving, stelden zij er de zeker
heid tegenover iemand te zijn. Van
daar misschien die razernij waar
mee ze zich overal op wierpen: wer
ken, eten, lachen tot je niet meer
kunt en een uur later verklaren: Ik
ga me verdrinken in de regenton".
Het is moeilijk om 'Een vrouw' te
lezen zonder dat daarbij voortdu
rende informatie uit de eerder ver
schenen romans meespeelt. De drie
boeken gaan over fundamentele as
pecten van een vrouwenleven. Ze
overlappen elkaar, maar verrijken
en nuanceren elkaar ook. In 'De be
vroren vrouw' (1981) wordt op een
breedvoeriger, romanachtiger ma
nier dan in 'Een vrouw' verslag ge
daan van de verburgerlijking van
een vrouwenleven.
Het zich aanpassen aan hoe een
vrouw moet zijn, het zich onder
schikken aan de echtgenoot, gedrag
dat in geen enkel opzicht overeen
komt met het sterke, trotse beeld
dat de vrouw door haar moeder
voorgeleefd heeft gekregen, komt
echter ook hier aan de orde. „Ik be
leefde mijn puberteitsrévolte op de
romantische manier, alsof mijn ou
ders van de middenklasse waren.
Vandaar dit bittere verwijt dat ik
evenmin begreep als zij mijn hou
ding: Als ze jou met twaalf jaar de
fabriek ingejaagd hadden, zou je
niet zo zijn. Je weet niet hoe geluk
kig je bent".
Dit laatste zinnetje geeft een
wrange waarheid aan: dat alle in
spanningen van de moeder geme
ten naar materiële en maatschappe
lijke normen succes hebben gehad,
maar niet tot persoonlijk geluk heb
ben geleid. Het motto van Hegel dat
aan het boek voorafgaat is wat dat
betreft perfect van toepassing: 'Het
is een misvatting te beweren dat de
tegenstrijdigheid ondenkbaar is,
want zij bestaat maar al te werkelijk
in de smart die voortleeft'.
Het lezen van de drie romans van
Ernaux laat het beeld na van een
vrouw, lerares, moeder van twee
zoons, gescheiden, wier ouders
overleden zijn. Je zou willen weten
hoe het met die vrouw verder gaat.
Ze hoort nergens meer bij: niet bij
de kleine lieden, niet bij de bour
geoisie, niet bij haar man. Ernaux
wilde niet iets boeiends of ont
roerends schrijven. Dat heeft ze
toch gedaan. Het is een boek dat uit
noodzaak geschreven lijkt en daar
door een pure, overrompelende
kracht heeft.
INGE VAN DEN BLINK
Van Judy van Emmerik, schrijfster,
had ik nog nooit gehoord of iets ge
lezen, want er ontglipt je in de litera
tuur weieens wat. Op die manier is
mij ontgaan dat een boek als "Er
moet nodig eens gelucht worden"
destijds "het meest opmerkelijke
boek van de laatste jaren" is ge
noemd (in Vrij Nederland), dat
daardoor "het literaire wereldje
even in verbijstering (werd) ge
bracht" (Opzij) en dat "het als twee
druppels zwavelzuur (lijkt) op W.F.
Hermans" (volgens NRC Handels
blad). "Waarmee is gezegd, dat Judy
van Emmerik onmiskenbaar een li
terair talent is", besluit de flaptekst
van 'De geest van het borstbeeld',
een nieuwe verhalenbundel van het
Talent, voldaan.
Dergelijke reclameteksten doen
het ergste vrezen en eigenlijk zou je
nieuw werk van een auteur die zo de
grond in wordt geprezen, een tijdje
moeten laten liggen om niet meteen
tot onbezonnen afkeer te komen.
Dat heb ik gedaan, maar geholpen
heeft het niet. De geestetc. is een
van de zwakste bundels verhalen
die ik "de laatste jaren" heb gelezen.
In de elf vertellingen is steevast
een vrouwelijke ik-figuur de hoofd
persoon. Allerlei leut en vooral leed
(dat laatste niet zelden door herèn
berokkend) komt aan de orde,
meest zonder onderling verband, al
is er als "rode draad" soms wel spra
ke van een fijne relatie tussen een
grootmoeder en een kleindochter.
De meeste verzinsels zijn te onbe
nullig om hier dieper op in te gaan,
maar enkele wil ik wel vermelden
omdat de erin uitgewerkte ideetjes
zo buitengewoon flauw en absurd
zijn. In "De verdachte" bijvoor
beeld staat een jonge moeder te
recht die haar boreling, een haas
(tja), rauw heeft verorberd. De re
den voor dit zondige^ hapje "gaat
zo'n beetje terug tot "de klassieke
Grieken", de bijbel en de Neder
landse wetgeving, en is te mal om
uiteen te zetten.
"Een dubbele jenever" is getob in
een vrouwencafé over de dood van
een alcoholistische vriendin en be
staat voornamelijk uit slecht ge
schreven, sentimenteel gejammer.
"Spaanse deuren" is een raar detec-
tiefje met voorspelbare afloop:
schrijftrant, zelfvoldaanheid van de
ik-figuur en uitwerking doen den
ken aan een LOI-cursus "Creatief
Schrijven voor gevorderden".
"Datzelfde geldt voor "Een koning
en twee torens", waarin de "ik" een
hekel heeft aan haar vader èn aan
kwajongens die niet willen toege
ven dat ze van een meisje met scha
ken kunnen verliezen. Leuk voor
een feministisch schoolkrantje.
Dit zijn overigens verhalen die
met een beetje mildheid nog lees
baar-mogen heten. Dat geldt niet
voor de mateloze onzin in "Een
feest", een idiote fantasie over een
partijtje waarin de hoofdpersoon
verzeild raakt, waaraan geen touw
valt vast te knopen. Maar het aller
ergste is toch het afsluitende "Mijn
zuster", "dat verhaalt over een
vrouw die geen zus heeft, maar om
dit feit voor haar minder emotioneel
te kleuren toch over haar zus
spreekt". Eerder gepubliceerd in
het tijdschrift Holands Maandblad,
waar iemand kennelijk even niet
heeft opgelet. Het behelst, meen ik,
een tirade tegen psychiaters en is
het summum van het gekakel, de
woordenbrij en het onbeheerste ge
pruttel waaraan de hele bundel in
feite mank gaat.
Dolle gedachtenstromen, gevat in
korte, bozige zinnetjes: "Om te be
ginnen is het begrip gek niet te defi
niëren of te specificeren. Het valt
slechts te omschrijven. Maar bij een
poging daartoe blijkt algauw hoe
rekbaar het is. Want gek is dat wat
afwijkt. Wat buiten de standaard
valt. En dat is veel. Heel veel.
Draagt een bevolking blauwe broe
ken, maar is er één die een rode
draagt, dan is die gek. Niet goed
wijs. Daar moetje niet mee omgaan.
Links laten liggen. Boycotten. En
als het kan: plagen. Sarren. Treite
ren. Zijn rode broek bevuilen en aan
flarden rukken". En zo gaat het
ruim acht bladzijden door, zinnetjes
en kreten vol achterhaalde levens
wijsheden. Een akelig bundeltje
vrouwengeschetter.
Een volkomen tegenstelling tot
Van Emmerik's neurotisch geblaat
is de rustige verteltrant van F.L.
Bastet, toch evenmin een groot lite
rair auteur. Bastet is vooral bekend
en terecht geroemd om zijn werk
over verwante auteurs als Couperus
en Vosmaer, en de prachtige i
F.L. Bastet
waarop hij de klassieke oudheid
voor een breed publiek tot leven
weet te roepen.
Tussendoor verschijnen van hem
ook bundels vertellingen die vooral
uitblinken door de haast 19e eeuw-
se romantische sfeerbeschrijvin
gen. Zijn nieuwste bundel heet 'De
Stoptrein en andere verhalen': vol
monter cynisme, een lichte, wat
treurige humor en nostalgisch be
schreven landschappen. Ook hier af
en toe absurdisme, maar anders dan
het werk van Van Emmerik van her
kenbare menselijkheid.
De onderwerpen zijn uiteenlo
pend: een man die zijn dode kater
weer wil opgraven ("Een moeilijk
werk, voor een man in een rol
stoel"), een oudere, eenzame vrouw
die een correspondentie denkt te
onderhouden met God, een onaan
genaam bezoek aan een kasteel in
Frankrijk, een mysterieus bezoek
aan het graf van een dichter, een
reisgezelschapen Egypte, een schil
der die tenslotte toch niet "door
breekt", een nachtelijke treinreis
naar Leiden.
Alle verhalen hebben een prettige
natuurlijke toon van vertellen ge
meen, plus een zekere boosaardige
pointe die het menselijk gedrag in
een somber en tegelijk amusant
daglicht plaatst. Het contrast tussen
de menselijke aard en de onbekom
merde pracht van natuur en cultuur
is bij Bastet zuiver, mild en ironisch
beschreven.
In het titelverhaal waarmee de
bundel besluit, reist de hoofdper
soon met de laatste stoptrein van
Utrecht naar Leiden. Van een oude
kennis heeft hij een stapeltje ma
nuscripten meegekregen, gedich
ten en romantische jeugdstukjes
die hij veertig jaar geleden tijdens
een verblijf op Corsica heeft ge-
(archieffoto)
schreven. Hij herleest ze in de trein
met een zwaarmoedige mengeling
van schaamte, cynisme en ontroe
ring; uiteindelijk komt hij tot een,
misschien ook voor Bastet zelf ken
merkende slotsom:
"Dit, na veertig jaar twijfel en aar
zelen, bleek het enige wat je ér uit
over hield: er viel niets te weten. Er
was geen verschil tussen goed
schrijven en slecht schrijven, tus
sen kunst en kitsch, tussen wezen
en schijn. In de valse dingen, dacht
hij, ben ik misschien het meest echt
geweest".
Een berustende stelling waaraan,
zowel in Bastet's geval als in dat van
Van Emmerik, èen hoop valt te mor
relen.
ROB VOOREN
Dc geest van bet borstbeeld, Judy van
Emmerik. Uitg. De Prom, ƒ22,50. De
Stoptrein en andere verhalen, F.L.
Bastet. Uitg. Kwadraat, 15,-.
Een soldaat die in de trein naast een
dame komt te zitten en met een
schok beseft dat ze haar dijbeen te
gen hem aan drukt. Zit ze te krap of
zou ze wat in hem zien? Voorzichtig,
heel voorzichtig, gaan de vingers
van de soldaat op verkennings
tocht. Waarom reageert ze niet als
zijn vingers de stof van haar rok be
roeren? Merkt ze het niet of zou ze
deze aanraking goedvinden? Of
denkt ze misschien dat het een on
bewuste handeling is, veroorzaakt
door de beweging van de trein-?
Hoe dit gaat aflopen mag u lezen
in 'Het avontuur van een soldaat',
het eerste verhaal uit Italo Calvino's
bundel 'De moeilijke liefdes'. Deze
verhalen, die behoren tot Calvino's
vroege werk, zijn verrukkelijk om
te lezen. Ze zijn met een vlijm
scherp pennetje geschreven en de
intelligente, lichtvoetige, bespiege
lingen van Calvino geven ze telkens
net dat beetje extra mee dat een
goed verhaal moet hebben.
Een goed voorbeeld daarvan is
het verhaal 'Het avontuur van een
fotograaf. Een vrijgezel ziet hoe zijn
getrouwde kennissen en vrienden
elkaar tijdens gezinsuitstapjes op
de kiek zetten. Soms vragen ze aan
hun vrijgezelle vriend of hij de ca
mera wil bedienen. Hij doet dat ook
af en toe, maar vindt het een wat de
primerende bezigheid. Hij ziet in
dat fotograferen alleen maar een po
ging om het heden te beleven als
een toekomstige herinnering, maar
vraagt zich af wat er gebeurt met het
heden en de toekomst zelf? Wat je
zou moeten doen is die foto's zelf
weer fotograferen. Op die manier
leg je zowel verleden, Jieden en toe-
Als ik Karl Edward Wagner mag ge
loven worden er momenteel meer
griezelverhalen geproduceerd dan
ooit. Hij kan het weten, want voor
de negende maal heeft hij een
bloemlezing samengesteld, die voor
de derde keer is vertaald onder de
titel 'De beste horrorverhalen van
het jaar'.
Wagner vertelt in zijn voorwoord
dat hij letterlijk meters hoge stapels
griezelwerk heeft moeten doorwor
stelen om zijn keus te bepalen. Tal
van boeken en tijdschriften met
horrorverhalen geschreven door be
roepsschrijvers en amateurs. In de
bloemlezing treft men werk aan van
fenomeen Stephen King, maar ook
pennevruchten van geheel onbe
kende schrijvers.
Voor de liefhebbers uiteraard een
boek om van te likkebaarden. Jam
mer dat de uitgave zo wordt ont
sierd door de onsmakelijke foto
montage op de omslag: aan een los
hoofd een hand die een ander hoofd
wurgt. Een wat al te suggestieve
weergave van het begrip horror.
Een illustratie van een van mijn be
zwaren tegen het genre: de grens
tussen griezelen en onsmakelijkhe
den is zo vaag dat sommige schrij
ver hem te gemakkelijk overschrij
den.
KOOS POST
De beste horrorverhalen van het
jaar, Karl Edward Wagner, uitg. Loeb,
f 25,-.
komst vast. Het is e§n mind-twister
deze oplossing, maar na enig naden
ken moetje Calvino min of meer ge
lijk geven.
Het mooiste verhaal uit de bundel
is misschien ook wel het eenvoudig
ste. Het gaat over een echtpaar
waarvan de man 's nachts werkt en
de vrouw overdag. Als de man 's
morgens van zijn werk terugkomt
en naar bed gaat, zoekt hij altijd de
kant op waar zijn vrouw heeft gesla
pen. De vrouw daarentegen zoekt
als zij 's avonds naar bed gaat de
kant op waar ze denkt dat haar man
heeft gelegen.
Over dat moment schrijft Calvi
no: "Liggend op haar kant gleed ze
met haar voet naar de plaats van
haar man, om zijn warmte op te zoe
ken, maar iedere keer merkte ze dat
het warmer was op de plaats waar
zij sliep, een teken dat Arturo (haar
man, CvH) daar ook had geslapen,
en dit vervulde haar met grote te
derheid". Met recht een 'moeilijke'
liefde. Maar wat een prachtig sub
tiel einde van Calvino.
Wie het andere werk van Calvino
kent, weet dat deze schrijver niet al
leen mooi kan schrijven maar ook
erg meeslepend. Ook in deze bun
del is er weer zo'n verhaal datje niet
alleen maar leest, maar datje 'over
komt' Het staat in het tweede ge
deelte en gaat over een echtpaar dat
terechtkomt in een streek die wórdt
geteisterd door Argentijnse mieren.
Het deed me denken aan het werk
van Kafka, dit verhaal. Ik heb het
niet zonder jeuk kunnen uitlezen.
Ik had het idee dat de mieren in ge
sloten kolonnes van de bladzij af
marcheerden.
CEES VAN HOORE
KOOYKER
Boekhandels:
Breestraat 93.2311 CK Leiden.
Tel. 071-160500.
Leidse Plein AZL,
RijnsburQefweg 10.2333 AA Leiden.
Tel. 071-160515.
ADVERTENTIE
Nieuw in ons assortiment!
Computerboeken.
Wenskaarten.
Kantoorartikelen.
Prinsessekade 3-4
2312 DA LEIDEN
TEL. 07M40208
De poëzie van Ad Zuiderent is niet
onopgemerkt gebleven. Kwam men
aanvankelijk nog met verwijten
over duisterheid en gewild woord
spel, spoedig bleek het de moeite
waard Zuiderent in zijn ontwikke
ling te volgen, al was daar geduld
voor nodig. Zijn nieuwste bundel
'Op het droge' is slechts de vijfde
sinds zijn debuut in 1968.
Na een onstuimig begin blijkt hij
al sinds enige bundels een bedacht
zaam oeuvrebouwer. Zijn thema
tiek: besef van vergankelijkheid en
ondergang, twijfel aan de zin van
het (moderne) leven en hoop op or
dening van de chaos. Zo'n opsom
ming doet weinig recht aan zijn ei
gengereide poëzie.
Beter typerend is Zuiderent's po
ging een natuurlijk* evenwicht te
scheppép tussen 'hemel' en 'aarde'.
Alleen in de kunstmatige structuur
van het gedicht is zo'n poging doel
treffend, wat zijn obsessie verklaart
voor het hecht gebouwde vers, de
soms Rederijker-achtige versvor
men, cycli verzen en een zorgvuldig
opgebouwde bundeling. En even
typisch: de paradoxale positie van
het woord als ontoereikend en zelfs
verdacht werktuig en tegelijkertijd
als enig mogelijk antwoord.
'Op het droge' is weer zo'n ge
structureerde bundel, waarin Zui
derent van vers tot vers, ruimte en
beperking van het gedicht onder
zoekt. De thematiek blijft consis
tent. Volgens de inleiding op de
flap: '....voor je het weet, ben je bij
de doden op bezoek, en spreek je
hen toe. Of je wordt gelokt door her
inneringen, lokaties, geliefden,
woorden aan de horizon: je zingt in
de regen van het verleden, van de
liefde die komt en van gedaante ver
andert, van je stad, van een ander
land, van de wisselingen van het le
ven, kortom'.
Die 'wisselingen van het leven'
.zijn de aanduidingen tot het ge
dicht. Hoe dat werkt, staat haast uit
dagend programmatisch in het
fraaie openingsgedicht 'Uit de
lucht'. Daar schrijft Zuiderent, pei-
lend formulerend met woorden als
'dusdanig' en 'derhalve':
Wat in ether de engelen deden
soms dichters,! het liet zich niet zeg
gen in woorden van mensen J dusda
nig was zwijgen hun goddelijk
merk.!
Maar desondanks zijn er woorden
te vinden voor de blijkbaar geïnspi
reerde dichter:
Het hoeft niet gevleugeld, maar
licht soms, een bladjel dat de natuur
op het water laat drijven,! 't en weet
niet van heden of horizon.! Haal
maar liever je lier van de wilgen
derhalve.! Het woord dat je toevalt,
dat danst op je adem, als lucht bo
ven vlammen, ehterisch wieweet.l
Slechts in het gedicht bestaat die
kans dat het woord je toevalt, zoals
het bladje bij Gezelle. Daarmee is de
dichter, en de lezer niet minder, een
gelukskind. De dichter als hemel
bestormer verandert in de niet toe
vallige vinder die het woord voor
het oprapen heeft.
Zich sterk makend met verwijzin
gen naar bijbel en landschap, pro
fessioneel uitgerust met kunstgre
pen en virtuositeit, bouwt Zuide
rent zijn bundel. In het slotgedicht
'Keukengeheim' wordt zijn poëtica
nog eens duidelijk samengevat. Met
een verwijzing naar het gedicht 'Im
passe' van Mgrtinus Nijhoff waar de
intussen klassieke vraag wordt ge
steld: 'waarover wil je dat ik
schrijf?' Nijhoff keukengeheim: 'ik
weet het niet'. Zuiderent's uitweg
uit die impasse is 'het woord, dat je
toevalt, als lucht boven vlammen
Hij sluit af met:
'Dan zingt de ketel,! tweede stem
ben jij,/ trillende lucht de vlammen
ver te boven.! O, lichaam dat de eeu
wen heeft betoverd,! laat mij niet on
bewogen. Stoom, kom vrij'.!
In die vrijheid is er ruimte voor
het etherisch wieweet waarvan de
toevallige lezer getuige kan zijn.
'Maakt het schrijven van gedichten
gelukkiger en sterker dan zwij
gen?', vraagt Zuiderent. Of de lezer
van zijn poëzie gelukkiger wordt?
Zijn ironie verbiedt zo'n sprookjes
achtig slot. De lezer kan het doen
met die prettig corrupte filmdia-
loog:
Are you happy?
I am excited. Is that happy?
WIM VEGT
Het negentienjarige Marokkaanse
meisje Zohra Zarouali woont sinds
haar achtste in Nederland. In haar
boek 'Amel' beschrijft zij de proble
matiek van islamitische meisjes in
een westerse samenleving. Het
meisje Amel is verliefd op ee niet-is-
lamiet en dreigt door haar familie te
worden uitgehuwelijkt. Amel houdt
gedeeltelijk vast aan Marokkaanse
principes: zij trouwt met haar neef
Faisel.
Het is een verhaal dat is bedoeld
als eye-opener: Marokkanen in Ne
derland zijn roomser dan de paus.
Voor de Marokkanen is Amel een
Nederlandse, voor de Nederlanders
is zij een Marokkaanse. Wat is zij ei
genlijk? Het ontegenzeglijk auto
biografisch karakter van het boek
wordt door Zohra ontkend. Op zich
zelf al tekenend voor de moeilijke si
tuatie waarin zij zich bevindt.
Zohra Zarouali heeft nauwkeurig
geschreven. Dat blijkt onder andere
uit de zorgvuldige keuze van de na
men in het boek: Amel betekent in
het arabisch 'hoop' en de naam van
de neef met wie zij trouwt, Faisel,
staat voor zoiets als 'gerechtvaar
digde scheiding'.
Verder is haar taal vlak, zijn de
beelden vaak clichématig en is de
verhaalvorm recht-toe-recht-aan.
Dat wordt allemaal ruimschoots ge
compenseerd door het uitzicht dat
het boek geeft op een wereld die de
meeste mensen niet kennen. De we
reld van een meisje dat balanceert
tussen twee culturen. Niet een boek
voor literair, esthetisch plezier, wel
een boek dat een raam openzet.
Voor lezers vanaf 12 jaar.
VICTOR FREDERIK
Literatuur
'De woeste hoogten'. Een
vertaling van het wereldberoemde
boek van Emily Brönte door Frans
Kellendonk.. Uitgeverij Veen
f54,90.
'De tijd zal het leren' door.
Christopher Nolan. Autobiografi
sche roman waarvoor de zwaar ge
handicapte Ierse schrijver in 1988
de belangrijke Whitbread Book of
the Year ontving. Uitgeverij Amber
f25,00.
'De dag van de schepping' door J.
Ballard. Nieuwste roman van de au
teur van het boek 'Empire of the
Sun'. Uitgeverij Amber f34,50.
'De slinger van Foucault' door
Umberto Eco. Roman tegen de ach
tergrond van de studentenprotes
ten in de jaren zestig. Uitgeverij
Bert Bakker f49,50.
'Ijlings naar nergens'. De corres
pondentie van Ward Ruyslinck en
zijn Zeeuwse vriend Aarnout de
Bruyne. Uitgeverij Manteau.
'Het verhaal van mijn leven' door
Jay Mclnerney. Een roman over het
leven in New York in de jaren tach
tig. Uitgeverij Bert Bakker f29,90.
'De waarheid over Lorin Jones'
door Alison Lurie. Roman waarin
een Newyorkse kunsthistorica een
biografie schrijft over een overle-
Poëzie
'Ik heb de stilte afgezet' Debuutbun
del van Els van Stalborch, die draait
om het thema: wat doet de tijd met
de mens en wat de mens met de tijd.
Uitgeverij Kwadraat, f 15,00.
'De vrouw van zwaarden'. Bundel
van Remco Ekkers. Uitgeverij Meu-
lenhoff, f29,50.
'De lariekoek'. Een bundel vrolijke
gedichten van vooraanstaande, of
in elk geval bekende Nederlanders.
Daaronder bevinden zich Willem
Duys, Henny Huisman, Neelie
Smit-Kroes, Onno Ruding en Erwin
Kroll. Uitgeverij Bruna, 9,90
'Gedichten 1959-1963'. Verzameling
gedichten van Ans Wortel uit deze
beginperiode van de dichteres. Uit
geverij Fontein, 24,50
'Misschien heet ze niet Susan'. Een
serie op de jeugd geschreven ge
dichten van Leendert Witvliet, zelf
leraar op een middelbare school.
Een deel van de gedichten ver
scheen eerder in dag- en weekbla
den. Uitgeverij Bert Bakker, f 14,90
'De messiaanse kustis een dicht-'
bundel van Pieter Boskma, waarin
vooral de altijd wijkende horizon
centraal staat. Uitgeverij In de
Knipscheer, f29,50
'Paleis der ingewanden'. Dicht
bundel van René Huigen, waarin hij
hij tracht het aardse en hemelse tot
een geheel te smeden. Uitgeverij In
de Knipscheer, f24,50
Non fiction
'Richard Burton, biografie', geba
seerd op zijn dagboekfragmenten.
Geschreven door Melvyn Bragg.
Een ontmoeting met de mens, ac
teur, alcoholicus en minnaar Bur
ton. Vijfhonderd pagina's dik, uitg.
Unieboek, f 49,90.
'De stille liefde van23 filmster
ren en een hond', Vierentwintig
schrijvers en journalisten noteer
den voor het filmblad Skoop wie
hun Geheime Liefde is, bijeenge
bracht in een album vol glamourfo
to's. Uitg. Unieboek, f 14,90.
'Het groene blaadje', Barbara
Gordon. Waarom oudere mannen
vaak de voorkeur geven aan jongere
vrouwen. Uitgever Spectrum,
f29,90.
'De kunst van boekverbranding'.
Een uitgave van Reaal uitgevers te
Lisse naar aanleiding van de hetze
rond het boek 'De Duivelsverzen'
van Salman Rushdie. Wat gaat er
schuil achter het idee boeken te ver
branden? Prijs f7,90.
'In de schaduw van de Medici, Uit
de Memoires van Marco Parenti',
Mark Philips. De historicus Philips
schetst de geschiedenis van de
koopman Marco Parenti die door
zijn huwelijk betrokken raakt bij de
machtsstrijd tussen een aantal fa
milies in Florence na 1464. Uitgever
De Haan, f49,90.
'Luchtkastelen en Gouden Ber
gen', dr. R.Th. Wijmenga. Over de
zinloosheid van beleggingsadvie
zen. Uitgeverij Balans, f 19,50.
Misdaadromans
'Spionnen horen', Len Deighton.
Het eerste deel van een nieuwe spio-
nage-trilogie, getiteld 'Horen, zien
en zwijgen', waarin de Britse gehei
me dienst centraal staat. Uitg. De
Boekerij, f 18,50.