Het bad half vol koud water, daar ging je dan gewoon 'Je moet het kinderen niet al te gemakkelijk maken Forumdiscussie over taal bij SSR Diefstal uit kunsthandel WOENSDAG 5 APRIL 1989 Stichting Sint Maarten bestaat 250 jaar LEIDEN - Vele Leidenaars zul len zaterdag 29 april met ge mengde gevoelens de Pieters kerk betreden. Daar houdt Stichting Sint Maarten ter gele genheid van haar 250-jarig be staan een reünie voor mensen die ooit het pand van het wezen huis aan de Sint Jacobsgracht bevolkten. Zij ontmoeten die dag mensen met wij zij hun al dan niet gelukkige jeugd door brachten. door Meindert van der Kaaij In de Lokhorstkerk wordt twee da gen eerder, op donderdag 27 april, officieel herdacht hoe exact twee ënhalve eeuw daarvoor de Leidse arts Gerard van Swieten samen met vier medestanders de eerste aanzet deed tot de oprichting van een Arm bestuur voor katholieken. Hieruit zou later Stichting Sint Maarten voortkomen, die onderdak ging bieden voor alle zwakkeren uit de samenleving. Daaronder vielen weduwen, wezen, gehandicapten, landurig zieken, beiaarden en werk lozen. Op 27 april zal ook aan minis ter Brinkman van welzijn het eerste exemplaar van het boekje 'Van we zen tot welzijn' worden uitgereikt, waarin de geschiedenis van de stichting wordt verteld. De stichting verliet het pand aan de Sint Jacobsgracht in 1978. Wat sinds 1739 de bakermat was van Sint Maarten, voldeed tien jaar gele den niet meer aan de eisen van deze tijd. De stichting verliet het gebouw en beperkte zich voortaan tot de op vang van jongeren tot 18 jaar. de stichting Sint Maarten is nu ge huisvest in vier kleine eenheden, waarvan twee leefgroepen en twee kamertrainings-units. Bij het laatste leren de jongeren op eigen benen te staan. Tussen die twee jaartallen liggen volgens de huidige bestuursleden een wereld van ver schil. De liefdadigheid is vervangen door een recht op een beschermde wijze van opgroeien. Opvang Volgens directeur Van der Sande is er nog steeds grote behoefte aan dergelijke opvang. Hoewel de we zen tegenwoordig zo goed als ver dwenen zijn, zijn er nog steeds jon geren die om een beschermde leef- sitautie zitten te springen. Kinderen die bijvoorbeeld na echtscheiding van de ouders zich niet meer thuis voelen in het gezin. Of zoals Van der Sande in wel- zijnsjargon zegt: "De hulpvraag is nog steeds veel groter dan we kun nen bieden. Als we een plekje vrij hebben kunnen we die wel met tien andere jongens of meisjes opvullen. Er zitten daar hele schrijnende ge vallen bij die we echter niet kunnen helpen. Aan een wachtlijst begin nen we niet meer. Die wordt zo lang dat een jongere al iets anders heeft op het moment dat hij aan de beurt Het bestuur van Sint Maarten heeft dan ook enige jaren geleden met plannen voor uitbreiding rond gelopen. Er zouden meer leefgroe pen komen. Alles was organisato risch in kannen en kruiken. Op het laatste moment weigerde het minis terie van welzijn echter het groene licht voor de plannen te geven. Niet alleen de doelgroepen zijn in de eeuwen veranderd, maar ook de 'hulpverleners'. Aanvankelijk wa ren het pleeggezinnen die tegen een vergoeding de wezen onder hun hoede namen. Later kwamen de weesvaders en -moeders die bij in het pand aan de Sint Jacobsgracht de scepter zwaaiden. Na een turbu lente 19de eeuw, waarin de stich ting met de nodige problemen te kampen kreeg, kwamen in 1916 de Zusters Dominicanessen uit Voor schoten te hulp. Die maakten eind jaren zestig op hun beurt plaats voor de groepswer- kers. Mensen die van de sociale aca demies afkomstig zijn en die voor de opvang van kinderen zijn opge leid. "In die tijd was er sprake van een professionalisering", zegt Van der Sande. "Zonder wat aan de zus ters af te doen, maar eigenlijk wis ten ze van niets. Ze hadden van hun roeping hun beroep gemaakt". Zwarte bladzijden De verschillen tussen toen en nu, treden met name aan het licht in het boekje 'Van wezen tot welzijn' dat door de historicus F. Boersma is ge schreven. Hij is er in geslaagd de ge schiedenis van de stichting op boei ende wijze op papier te zetten. Boeiend, omdat van het sfeertje is afgestapt dat om veel jubileumboe ken hangt: over de doden niets dan goeds. Doordat hij van het bestuur van Sint Maarten, de vrije hand kreeg heeft hij biet verzuimd om ook de minder mooie kanten van de wezenopvang in het verleden te schilderen. Een van die 'zwarte bladzijden' betreft de periode in de 19de eeuw. De goede naam die de stichting van af de oprichting tot aan circa 1800 had opgebouwd werd volledig te niet gedaan door enkele schanda len. "Rellen die ook nu nog zeer ac tueel kunnen zijn", meent de schrij ver Boersma. Hij doelt bijvoorbeeld op weesva der Kranenburg die door de regen ten - de toenmalig bestuursleden van Sint Maarten - ervan werd ver dacht ontuchtige handelingen met zijn pupillen te hebben gepleegd. Boersma kwam achter dit schan daal doordat hij te midden van de enorme papiermassa die het archief over Sint Maarten bevatte, de ver slagen vond van de verhoren die door de regenten zijn afgenomen. Volgens Boersma begon het alle maal met de ruzie die Kranenburg kreeg met wees Leen Brugmans. De weesvader strafte Leen door hem op te sluiten in het hok. Nadat Leen erin was geslaagd te ontsnappen werd hij wederom opgesloten, maar nu met een blok aan zijn been en na "enige slagen met de bullepees op zijn rug te zijn geslagen". Leen zin- de op wraak en klaagde Kranen burg aan bij de regenten. Die sloegen aanvankelijk geen acht op Leen, maar toen na hem ook andere wezen hun beklag deden over de weesvader, kwam er een on derzoek. Er werd bijvoorbeeld ge vraagd of Kranenburg inderdaad aan hun 'schaamte' had gezeten. "Ja meneer", werd dan door een wees geantwoord, "hij voelde mij overal aan mijn buik, aan mijn schaamte. Dit gebeurt bij warmte* haast elke avond". Hoewel de regenten onder de Sint Jacobsgracht. Achteraan grote druk stonden omdat het (fotoarchief st Maarten) praatje door de hele stad ging, bleef f Een meisjesgroep in het dagverblijf Kranenburg toch gehandhaafd. Me de doordat een wees later op zijn verklaringen terug kwam. Bordelen Een ander praatje dat door Leiden ging, was dat het weeshuis een vas te leverancier aan bordelen zou zijn. Verhalen die bijvoorbeeld op gang kwamen door een voorval waarbij een katholiek meisje uit het wees huis werd gevonden bij een protes tantse jongen. Gelukkig voor Sint Maarten bood een inspecteur op het gebied van weeshuizen aan het eind van de eeuw de helpende hand. Hij zuiverde het huis van alle blaam. Betere tijden werden pas echt be reikt bij de intrede van de Zusters Dominicanessen uit Voorschoten in 1916. Het was op een gegeven mo ment moeilijk om nog suppoosten voor Sint Maarten te krijgen. De zusters wilden daarentegen graag komen. Het enige dat zij nodig had den waren een kapel, een refter, re creatieruimte en individuele slaap cellen. Er voltrok zich volgens Boersma een culturele revolutie aan de Sint Jacobsgracht. Het Rijke Roomse Leven deed zijn intrede, maar of de bewoners daarmee echt blij waren is nog maar de vraag. De komst van de zusters betekende onmisken baar een verbetering in de verzor ging, maar ze waren daarbij ook vre selijk streng. Zo wisten ze wel weg met wezen ziekte nummer één: het bedplassen. Sommigen leden jaren aan deze kwaal, bijna elke nacht. De remedie die hiertegen werd gevolgd was hard. "Naar beneden... Het bad half vol met koud water. Daar ging je in. Woedend voelde ik me niet, even min in paniek. Het feit lag er ge woon en daarvoor werd je gestraft. Dat onderging je", vertelt een ex- bewoner. "Nee, moeders waren het niet. Geen van allen. Er waren aardi ge bij, maar er zaten er tussen...". De zusters lieten zich blijkens het boekje ook wel eens van een andere kant zien. Bijvoorbeeld tijdens de hongerwinter. Toen bleek het aan- passings- en improvisatievermogen van deze uiterlijk zo starre vrouwen verbijsterend. Echte honger heb ben de wezen en bejaarden, zelfs tij dens de hongerwinter dus nooit ge leden. De herinneringen aan de tijd met de zusters zullen altijd tweeslachtig blijven. Vandaar dat sommige ex- bewoners van Sint Maarten voor geen prijs naar de rëunie zullen ko men, zo zegt bestuurslid H. Vis. "Zij hebben een trauma aan die tijd overgehouden. Het verdringen van die herinneringen is inderdaad een manier om die trauma te verwer ken". Aan de andere kant zijn er ook mensen die naar de rëunie uitkij ken. "Iemand belde me laatst op vanuit de Verenigde Staten. Hij ver telde dat hij onder meer hiervoor over komt vliegen", aldus Vis. De toegangsprijs voor deze dag is tien gulden. Entreekaarten zijn bij de toegangsdeur van de Pieterskerk te verkrijgen. LEIDEN - In den beginne was het Woord. Mogelijk mocht daarom de hoogleraar in de theologie aan de Leidse Universiteit H.J. de Jonge gisteravond op studentenvereni ging SSR. een forum voorzitten over taalverval en taalbehoud. Aan leiding was het dertiende lustrum van SSR's oudste en meest illustere dispuut Taenia, dat de welspre- door Emiel Fangmann REDACTIE: JAN RIJSDAM, TELEFOON: 161444 Erotiek (I) Over de reclamezuilen en bus hokjes die sinds vorig jaar no vember de stad in bezit hebben genomen is de afgelopen maan den al heel wat gezegd en ge schreven. Wij raken er in elk ge val niet over uitgepraat. Geen wonder, want over het hoofd zien kun je die dingen nog steeds niet. Sinds de hoogtijdagen van de stadsvernieuwing heeft er, als u het ons vraagt, geen activiteit plaats gevonden die het Leidse stadsbeeld zo ingrijpend heeft ge wijzigd als de vele verlichte recla meboodschappen. We hadden natuurlijk al wel die metershoge, sigaretten rokende, stoere cowboy. Maar voor de rest moest het gemeentebestuur van Leiden eigenlijk toch niet zo veel hebben van al te opzichtige recla meboodschappen. Sterker nog: de Leidse bestuurders waren be hoorlijk vies van commercie en vonden al te opzichtige reclames helemaal niet passen in de histori sche binnenstad. Nu blijken de reclame-opbrengsten en de mooie bushokjes die men daar voor krijgt het argument om het stadsgezicht met een paar hon derd affiches te beplakken en wil men ons zelfs doen geloven dat het een probaat middel is ter ver levendiging van de stad. Alleen het CDA zeverde laatst nog dat de verlichting in de bus hokjes wel erg fel is en of het niet wat minder kon. Ja, ja... eerst goed vinden dat de reclames geld in het gemeentelaatje brengen en dan zeuren of het niet wat minder kan. Het doet ons denken aan lie den die de hele nacht doorzuipen en dan de volgende ochtend kla gen over een spijker in hun kop. Waar wij het nu eigenlijk over willen hebben zijn de reclame boodschappen die in de zuilen en de bushokjes hangen. Is het u ook opgevallen dat met de vercom mercialisering ook de erotisering van de binnenstad haar intrede heeft gedaan. Vorige maand nog maakte een zeer schaars geklede jongedame in een wellustige pose reclame voor één of ander exo tisch drankje. Nog eerder zagen we een prettig uitziende jonge man met ontbloot bovenlijf een kofferset aanprijzen, waarmee ook de man als lustobject zijn in trede heeft gedaan. Sinds gisteren hangen in prak tisch elk bushokjes twee vrou wenbenen te kijk met 'een ronde spiraal voor langer satijngladde benen'. Heel decent, zult u zeg gen, ware het niet dat de dame waartoe ze behoren vrolijk aan het schommelen is. Dat geeft te denken. Met name in Tiroler kring. Gelooft u ons maar: je kunt je tegenwoordig als gefeminiseer- de man niet meer in een bushokje begeven zonder het gevaar te lo pen voor een prijsbewuste peep showjunk te worden aangezien. Erotiek (2) Nu zult u misschien zeggen: van een (half) blote vrouwen in de re clame ligt tegenwoordig toch nie mand meer wakker. We worden immers al jaren in Ster-zendtijd getracteerd op een blonde schone die de wilde frisheid van limoe nen aanprijst of een dame die spontaan uit de kleren gaat in een badkamer van Sfinx. En wat moe ten we wel niet denken van de Benbits-reclame waarin een brutaal jochie bikinimeisjes in badhokjes begluurt met een in lengterichting groeiende kauwg- omrol als fallussymbool. Dat kan toch moeilijk anders worden uit gelegd dan als een uiting van seksisme. Heus: er staat ons nog wat te wachten in de bushokjes! Erotiek en reclame zijn een steeds vaker toegepaste combinatie. Daar is nu zelfs onderzoek naar gedaan. Mark van Horik en Marian Dinge- na, beide afgestudeerd aan de Rotterdamse Hogeschool voor Economische Studies (richting commerciële economie) komen in hun scriptie tot de conclusie dat eros het in de publieke waar dering zelfs wint van de humor in de reclame, mits de erotiek niet al te open en bloot wordt geëtaleerd. Hoor is hier, wij begrijpen ook wel datje vandaag de dag Sjoukje Dijkstra niet kunt inhuren om een reep chocolade aan te prijzen tenzij het is onder het motto 'je wordt er niet dik van, maar wel moddervet'. Maar wat we ons nu afvragen is: hoe verhouden de Publex-reclameboodschappen, en de rol van de vrouw daarin, zich tot het emancipatiebeleid van de Leidse sociaal-liberale co alitie? Tja, zult u semi-belangstellend zeggen: er is door de jaren heen De jongste reclameboodschappen inde bushokjes en reclamezuilen laten geen twijfel bestaan: de erotisering (foto Jan Rolvast) i de Leidse binnenstad is niet te stuiten. toch wel heel wat veranderd in de reclame en hoe de vrouw daarin figureert. Da's waar. De huis vrouw als stereotype ruimt lang zaamaan het veld voor de werken de vrouw. Maar dat meisje in de Lattareclame is wel een werken de vrouw in een wereldje waarin we verder alleen mannen zien op draven. En zegt u nu zelf: de vrouw met een weelderige boe zem in een schuimbad, de toilet- juffrouw met de lekkere luchten en de stralende huismoeders met de witste was zijn nog altijd ge meengoed in de Ster-reclames. Nee, als u het ons vraagt staan de bushokjes haaks op het eman cipatiebeleid. Er is eigenlijk maar één verzachtende omstandig heid: die bushokjes zijn altijd brandschoon, en ze worden ge lukkig schoongemaakt door man nen. kendheid hoog in zijn vaandel voert. Niet de minsten op het gebied van taalverzorging had Taenia voor het forum uitgenodigd: NRC Handels blad columnist mr. J.L. Heldring, taalbeheerser en redacteur van het maandblad Onze Taal dr. F. Jansen, logopedist en lid van het actiecomi té voor de spellingssanering W.L.K. van Oosten en tenslotte emeritus hoogleraar in de Nederlandse taai en letterkunde dr. C.A. Zaalberg. Reagerend op een aantal stellin gen als 'De Nederlandse taal vervalt niet, maar verandert. Er is geen re den om dat natuurlijke verande ringsproces tegen te gaan' mochten zij allen hun zegje doen, voordat een discussie met de zaal plaatsvond. Heldring, die meent dat slordig denken aan slordig schrijven ten grondslag ligt, bereed dan ook zijn stokpaardjes. Onlogisch taalge bruik als 'Een van de brieven, die door de redactie werd geweigerd' moet worden afgekeurd. De meer voudsvorm 'werden' is hier correct. En al zegje 'Een hele mooie vrouw', je schrijft 'Een heel mooie vrouw', want wat heb je aan een halve? Heldring ontkende dat een taal schoonheid zou bezitten en was te gen hervorming van de spelling: "Je moet het kinderen niet al te ge makkelijk maken". Onderscheid Dr. Jansen vindt dat sommige ver anderingen de taal verrijken en sommige de taal armer maken. Er moet volgens hem onderscheid blij ven bestaan tussen het gebruik van 'omdat' en 'doordat', 'eigenlijk' en 'feitelijk' en 'schijnbaar' en 'blijk baar'. Ook het uitsterven van dialec ten en standaardtalen dient als ver val beschouwd te worden. Zaalberg getuigde van veel histo risch besef. Hij hanteert strenge taalnormen. Met een in 1813 gebo ren grootvader en leermeesters als de Leidse hoogleraren Albert Ver- wey en Johan Huizinga was het be lang van verzorgd taalgebruik hem met de paplepel ingegoten. Zaal berg vindt dat de spelling rekening dient te houden met de leerling, maar dat men ook moet beseffen dat er honderd keer meer gelezen dan geschreven wordt. En het woordbeeld in het schrift moet her kenbaar blijven volgens hem. Voorzitter De Jonge poneerde dat taal verzorgd moet zijn, omdat de boodschap onbelemmerd moet overkomen. Daarom zou bijvoor beeld bij het beoordelen van scrip ties van studenten en proefschrif ten taalgebruik en spelling een rol mogen spelen. De forumleden ver schilden van mening over de vraag of het aanleren van correct taalge bruik op de lagere of middelbare school, School voor de Journalis tiek of zelfs de universiteit nog moet en kan plaatsvinden. Terwijl Heldring afschaffing van de voorkeurspelling bepleitte en slechts één juiste spelling wilde, meende logopedist Van Oosten dat het slechts een kwestie van wennen was of woorden met een c of k ge schreven werden. "Mooi of lelijk is een andere zaak, namelijk een kwestie van smaak. En over smaak valt niet te twisten". Maar Heldring vond wel dat je de oorsprong van een woord moest kunnen blijven herkennen. Hilariteit Na de pauze werd het debat sterk verlevendigd, toen de zaal zich erin begon te mengen. Allerhande zaken werden voorgesteld of afgewezen. Zo werd er gepleit voor een eenvou diger uitgave van Nederlands offi ciële grammatica, de ANS (Algeme ne Nederlandse Spraakkunst). Een meisje wilde Latijn verplicht stellen voor toelating tot de universiteit, omdat zij meende dat wie die taal begrijpt alle andere moeilijke gram matica's kan begrijpen. Veel hilariteit gaven de voorbeel den van merkwaardig taalgebruik. Een theologie-studente las in een scriptie de uitdrukking 'terugkop pelen naar de Heer toe', waarna Heldring gewag maakte van een priester die het over 'een stuk we deropstanding' had. "Maar", zei Jansen, "een religie-achtige studie heeft zijn eigen jargon". Onnodig moeilijk taalgebruik hield gisteren eveneens de gemoe deren bezig: "Woorden als abject zijn voor mij verwerpelijk", sprak één der aanwezigen, "al wil ik über haupt niet met overhöofd gaan ver talen". En natuurlijk waren de laatste mi nuten weer aan spelling gewijd, waarbij vooral Van Oosten de la chers op zijn hand kreeg. Niet alleen bleek hij een hartelijk voorstander van hervorming van de spelling, waarbij alles geschreven moet wor den, zoals het uitgesproken wordt. Waarom? "Vroeger voor de oorlog vonden de kinderen het heerlijk te leren spellen. Het was puzzelen voor ze. Tegenwoordig sporten ze en kijken veel meer televisie en dat is prima, je kunt ze niet meer ver moeien met moeilijke spelling". Omdat de hervorming van de spel ling toch niet viel tegen te houden schreef hij vanaf 1971 maar vast in persoonlijke brieven in de door hem gewenste spelling als 'ik wort'. De Jonge reageerde direct: "Wat heeft u dan veel tijd om televisie te kyken!" LEIDEN - Uit de kunsthandel Pren- tarium aan de Hooglandse Kerk steeg zijn vannacht enkele koper gravures, etsen en een aquarel ge stolen. De kunstwerken vertegen woordigen een waarde van circa 2500 gulden. De diefstal vond plaats door de etalageruit van de winkel te vernielen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1989 | | pagina 15